HANDELSBERICHTEN'.
ooit nog Servie zouden overstroomen. Op zulk een
nederlaag van het leger was niemand voorbereid. Hoe
onverwachter het ongeluk kwam, des te verpletteren-
der werkt het op iedereen. Nu blijft er niets anders
over dan dat de diplomatie trachtte te redden, wat
nog te redden is. Een wapenstilstand is wel het eer
ste, waaraan gedacht moet worden.
Voor die wapenstilstand bestaat dan ook naar
luid van alle berichten groote kans. Zaterdag is de
Russische gezant generaal Ignatieff in particuliere
audiëntie door den sultan ontvangen. Het antwoord
der Porte zoo meent men op de mededeelingen
van der. gezant zal vredelievend zijn.
De Protestantsche zendelingen uit Noord-
Amerika, die in Turkije met vrucht onder de Mo-
hammedaansche bevolking werkzaam zijn, erkennen
dankbaar den steun, door de Porte hun verleend.
Met het oog op de mogelijkheid zegt de Weser-
Zeitunf dat een gedeelte van Turkije onder de
macht van Rusland zou kunnen komen en bekend
met de onverdraagzaamheid van de Grieksche kerk
tegenover andere geloofsbelijdenissen, hebben de be
doelde missionarissen zich gewend tot de Kabinetten
van Berlijn en St. James, ten einde deze van Rus
land waarborgen mogen eischen voor de vrije uit
oefening van andere godsdiensten vóór zij toelaten
dat het Russische leger een gedeelte van hetTurksche
grondgebied bezette.
Deze stap van Protestantsche zendelingen, die vrij
gelaten worden door het Turksch Gouvernement in
haar pogingen tot propaganda onder de Mohammeda
nen, en die openlijk verklaren bevreesd te zijn voor
Ruslaiuls gezag, boven 't welk zij dat van de Porte
begeeren, is ongetwijfeld een merkwaardig teeken des
tijds.
Daar is zeker geen land in Europa waar ons meer
verrassingen bereid worden dan in Spanje Eeuige
ophelderingen over den opstand, welke van socia
listische zijde daar beraamd was, geeft de Yoss Zeit.
Het spreekt van zelve dat wij deze berichteu voor re
kening van het blad laten. Wij geven ze slechts omdat
ze eenig licht kunnen doen opgaan over den toestand
aldaar. „Wanneer plotseling het bericht aankwam, dat
Alfonso XII verjaagd en de republiek uitgeroepen
was, zou er zich niemand over verwonderen. De re
geer'mg van Alfonso XII heeft zich onder Cauovas
del Castillo in den korten tijd van haar bestaan reeds
zoo uitgeput, is reeds zoo den ouden weg van het
priester-regime opgegaan, heeft allen liberalen vooruit
gang reeds zoo teruggedrongen, den finantieelen toe
stand zooveel slechter gemaakt, dat zij vroeger of ia-
ter vallen moet. En zij, die ten ondergang gewijd
zijn, grijpen altijd naar de oude middelen om zich te
redden. De „eenheid van den katholieken godsdienst"
tracht de Spaansche regeering te herstellen door on
derdrukking der niet-roomsche, vooral der prote
stantsche gemeenten en de troon moet bevestigd
worden door de ontdekking van samenzweringen.
Dat eene partij, aan wier hoofd Zorilla en Salmeron
staan, gevaarlijk voor Alfonso XII is, ligt voor de
hand, en dat de regeering haar best doet die partij
afbreuk te doen, is begrijpelijkmaar belachelijk is
het, wanneer zij met sprookjes van socialistische, met
de internationale samenhangende komplotten voor
den dag komt. In Spanje is zeer veel mogelijk, maar
dat zelfs in Spanje generaals in grooten getale tot de
communisten zijn overgegaan, is toch wel wat heel
sterk.
Een veldtocht in de Transvaal.
Den 8sten Juni trokken wij zoo verhaalt een,
Transvaalsch- vrijwilliger-kanonnier in het Vaderland
uit, in gezelschap van alle boeren der republiek,
van 19 tot 60 jaren oud, 500 bevriende Kaffers,
circa 6000 ossen, die 500 wagens voorttrokken en 6
kanonnen. De beweging en het gejuich van de Pre-
toriaausche bevolking was groot. Na een tocht van
4 ureu kampeerden wij op een groote woeste vlakte.
De ossenwagens werden in een grooten cirkel geplaatst
en wij gingen er om denken den inwendigen mensch
een weinig te versterken. Het slachtvee, dat door de
Kaffers achter den stoet wordt aangedreven, werd ge
haald. Ik kon met drie mijner wapenbroeders eeu
geheelen os uitzoeken om te laten slachten. Ieder
kreeg een vierde part, om zich gedurende een
week mede te voedendaar dit te veel is voor iemand,
zelfs al is hij met den besten eetlust gezegend, wordt
men in deze zaak vlijtig bijgestaan door den Kaffer,
iflic ons bedient.
|ÉK[a een tocht van verscheidene dagen waren wij
^n^yeer 3 uur van Mattebei en sloegen daar ons
^^^>mdat het lang niet zeker was, of koning
Magbalie en koning Maselorom ons
waren. Om de in een kring
- - - ^^^u verder wallen opgewor-
^É|^ken aanval te kun-
ta^^gnkring
Spoedig mocht ik een staaltje van de schranderheid
en de fijne manieren der Transvaalsche boeren zien.
Ik was namelijk op een zekeren avond eens lekker
gaan liggen en in een diepen slaap gevallen, toen ik
gewekt werd door een hevig geweervuur en alarmge
schreeuw. In het duister greep ik mijn geweer en
spoedde mij naar de verschansing. Buiten de ver
schansing waren echter geen Kaffers te zien. Voor
de boeren scheen dit nogtans geen bezwaar in te
hebben. Zij keerden zich namelijk doodeenvoudig om
en vonden goed hun eigen volk, dat natuurlijk aan
de andere, zijde van de ringvormige verschansing stond,
voor Kaffers aan te zien en er flink op los te vuren.
De schrik en verwarring waren zoo groot, dat drie
boeren werden doodgeschoten, alvorens de ware
toedracht der zaak ontdekt was en wij weder gingen
slapen.
Ik zal zoo wat een uur gedut hebben, toen ik op
nieuw door schieten gewekt werd. Ditmaal was het
in ons kamp st.il en moest het geweervuur dus van
den vijand komen. Van de hooge bergen eu rotsen,
op een 300 pas van het kamp gelegen, beschoten ons
de vijandelijke Kaffers, daar zij geen zin schenen te
hebben ons op het vlakke terrein aan te vallen.
Daar de afstand te ver was om ons met hun geweren
nadeel te doen, besloten wij af te wachten wat er
volgen zou. De aanblik van het kamp had iets in
drukwekkends. Het was een vreemd schouwspel de
honderden geweerloopen over de verschansing te zien
liggen en de boerentroniën er loerende achter. Dit
spelletje duurde zoo den geheelen nacht door tot den
volgenden dag, toen generaal Pretorius besloot aan
vallend er wijs te werk te gaan.
Nu moet ik nog zeggen, dat de eigenlijke vesting
van Mattebie nog twee uren van deze plaats verwij
derd lag.
Wij rukten 's nachts om drie uur uit, na overdag
eens goed uitgeslapen te hebben, maar werden in
dezen nachtelijken tocht gestuit door de Olifantsri
vier, een grooten, breeden stroom.
Wij waren, de bevriende Kaffers medegerekend,
ongeveer 3000 man sterk en moesten allen door dat
water heen. Ik had weinig lust, klokke 3 uur 's nachts
in eene Afrikaansche rivier te stappen. Gelukkig bood
dr. Nagtigal, de dokter van de Kaffers mij zijn paard
aan. Ik nam dit aanbod gretig aan. Het leven en
geplas, die in het water verwekt werden door al
die manschappen, die den overkant zochten te bereiken,
waren onbeschrijfelijk. De Kaffers waren er het eerst
over en hadden de ondiepste plaats opgezocht. Langs
dit spoor volgden wij allen, waaronder ik met mijn
paard. Ik was zoowat halfweg .toen mijn paard
schrikte van het hevig geschreeuw om ons heen. Het
sprong links af, raakte met de pooten van den grond
en ging vroolijk aan het zwemmen. Het verkoos
echter niet rechtdoor naar den overkant te gaan,
maar zwom statig inet mij in de rondte. Ik was
niet erg op mijn gemak, doch hield maar stevig vast.
Het paard geraakte, dan ook ten slotte op vasten
grond en bracht mij behouden over.
Aan den overkant vereenigden wij ons en de tocht
ving aan. Wij liepen ruim twee uur als spoken in
den nacht nu eens door dicht geboomte, dan weder
door kloven, geen woord met elkander sprekende.
Eindelijk vertelde men ons, dat wij vlak bij den
kop van Mattebie waren en ons doodstil moesten
houden.
Nog een eind trokken wij verder en zagen dui
delijk de vuren in de Kafferkraal branden, ten
bewijze dat de Kaffers ons nog niet bemerkt had
den. Wij verdeelden ons daarop in twee helften
om den aanval van voren en van achteren te kun
nen doen. Wij posteerden ons met een kanon op
een heuvel, van waar wij het volle gezicht had
den op de plaats, die wij veroveren moesten. Het
was eene hooge, breedg rots van graniet, vol met
de grilligste schep-^o\ a gaten. Voor die rots lag
de eigenlijke V'rbestaande uit ongeveer 300
ronde hutten; met een rieten puntdak voorzien en
met slechts één opening, juist groot genoeg dat
er een mensch kon doorkruipen. Toen wij op den
heuvel waren, werden plotseling de vuren in de
kraal gedoofd, ten teeken dat de Kaffers ons nu
bemerkt hadden, en hoorden wij den hoorn van
den Kaffer-kapitein, die daarmede zijn volk aan
moedigde zich dapper te houden.
Een geknal van geweerschoten, dat nog tot in
het oneindige door de omliggende bergen herhaald
werd, bewees ons, dat een gedeelte van ons volk
den aanval begonnen had. Het geweervuur werd
trouw geaccompagneerd door het lielsch geschreeuw
van de Kaffers. Men kon weldra niets meer zien
door den dikken kruitdamp. Het schieten, duurde
echter onafgebroken voort. Wij stonden op on
zen heuvel maar bedaard te wachten, tot wij einde
lijk bevel kregen de kraal in brand te schieten.
Terstond viel het eerste ka onschot, dat als de
„donder door het<Mi^i«|^erklonk. Zoo hadden
In het eerst zagen wij een kleine vlam, die
spoedig grooter werd en weldra in een grooten
vuurpoel veranderde, met een pikzwarten rook
daarboven, 's Middags om vier uur stond de
Transvaalsche vlag op den kop bij de kraal. Wij
stormden, zoo goed als het vuur dit toeliet, de
kraal binnen. Ik zag daar een tooneel zooals ik
hoop nimmer weder onder de oogen te zullen
krijgen. Behalve ontelbare lijken van neergeschoten
Kaffers boden de halfverbrande of gestikte vrouwen
en kinderen een afschuwelijk schouwspel aan. De
verbrande paarden, ossen en geiten maakten niet
veel minder treurigen indruk op mij. De haat
van de boeren tegen de Kaffers is zoo groot, dat
velen aan sommige lijkeu de handen en voeten af
hakten. Toen ik een uur had rondgekuierd en eigen
lijk moest heengaan om den afschuwelijken stank, die
er heerschte, besloot ik een gedachtenis ain deze
plaats mede te nemen. Ik nam een dooden Kaffer
de ringen af, die hij om de beenen droeg, een hals
ketting van eer. vrouw en twee aarden kommetjes.
Een week later vertrokken wij een heel eind die
per het land in. Er gebeurde niets bijzonders. Alleen
liet de president mij op zekeren avond eens bij zich
roepen, en verzocht mij het Transvaalsche'volkslied
spelen. Ik voldeed aan dit verzoek op een stuk van
éen viool, dat een der boeren had medegevoerd en
werd daverend geaccompagneerd door de kelen der
manschappen. Het avondje liep verder allerprettigst at'.
Wij passeerden vervolgens den vorst van Magahli,
die dadelijk vrede maakte, en nog zulk een snijboon,
die ook geen lust gevoelde om te vechten, totdat wij
ten langen leste bij Secocoeni kwamen. Voor dezen
keer moet ik-het echter hierbij laten, want papier en
tijd schieten mij nu te kort om dezen aanval, waar
aan zooveel bijzonderheden verbonden zijn, naar be-
hooren te beschrijven.
Het slot van den tocht is in Europa zeker wel
bekend, namelijk dat wij moesten retireeren.
Graanmarkten enz.
Rotterdam; 3ÜAOet. Jarige tarwe onveranderd, nieuw,
tarwe 25 cis hooger, rogge ouverande.d, winter- en
zomergerst 20 ets hooger haver, witte en bruine bi.o-
nen onveranderd, paardenboonen 20 ets lager, blauwe
erwten 25 ets hooger, eanariezaad één gulden lagere
koolzaad stil. L)e aanvoer was gering.
Amsterdam, 30 Oct. Raapolie op zes weken 1 43'/.,
Lijnolie f31.
Prijzen van effecten.
{PER TELEGRAAF.)
Amsterdam, 30 October 1876.
Kederl. Certific. Werkelijke schuld. 2'/2 pet. 62Vie
dito dito dito 3 757a
dito dito dito 4 993/8
Loten stad Rotterdam 3
dito dito Amsterdam 3 973/-»
Rusland Obligation 1793/1816 5 pet. 953/8
Certific. Inscr. 5 serie5
Obl. Hope Co.lS55 6e serie 5 S2'/s
dito f 1000 1864. .5 913/4
dito L. 100 1872. 5 833/<
dito L. 100 18735 S3- 4
Loten 18645 278
Loten 1866 5 268
Inscr. Stieglitz Co. 2e a 4 L. 4 pet. 791
Obligatiën 1S6769. 4 73'/4
Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 f 258
dito dito4
Aand. Kiew-Brest 5
dito Baltische spoorweg. 3 127
Obiig. spoorweg Poli-liflis. 5 pet. 89'/.,
dito dito Jclez-Griasi 5 f 222
dito dito Jelez Orel 5 pet. S8y_
dito dito Charkow Azow. 5 82'/;
Polen. Aand. Warschau-Bromberg. 4
dito dito Weenen. 5 11S
Oostenr. Oblig.metal. in zilv.Jan./Juli. 5 pet. 5374
dito dito April/ÖGt; 5 53s/s
dito in papier Mei/No5 49ll/lc
dito dito Fcbr./Au g. 5 50
Italië. Oblig. Z.-Ital. spoorweg3 100
Spanje. Obligatiën Buitenl 3 pet. 12'/I(il.
dito Binnenlandsche 3 117-2
Portugal Obligatiën3 52', s
Turkije. Inschrijving Alg. schuld5 9"/s
Obligatiën 1869 6 2S
Egvpte. dito 1868 7 pet.
dito 1873 7 417s
Amerik. Obl. Vereenigde Staten 1904. 5
dito dito dito 18S5. 6 997-1
Brazilië. Oblig. 1863 47s 8374
dito 1865 5 94
Pi'ijjzeu va» coupoa».
Amsterdam, 30 Oct. Metall. 1" 20,2772; dito zilver
1' 21,45; Div. Eng. per f 11,85; Eng. Portugal per 'ie
t' 11,S5; Spaansche piasters f Ainerikaansche dol
lars (in goud) 1' 2,467a
Amsterdam, 28 Octob. Metall. r 20.12',7dito zilver
21,3772; Div. Eng. per h; /Tl,85; Eng. Russen per tï
11,85; Eng. Portugal per li f 11.85; Frans f 47,60
Belg. /747,60; Pruis 5S,60; Hamb..Russen/'3ö,50: Ru