(JURIST I ij IJ RH 1S T OIU S CII BLAD. N°. 49. Zaterdag' 21 October. 1870. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden francoƒ2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURt 4. Prijs der Advertentiën: Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. AGENTEN: de heeren P. G. de Vey Mestdagh te VlissingenM. de Jonge Jz. te GoesJ. van der Peijl te Neuzen. Het leger. Is er ééne instelling, die meer aanspraak heeft op aller belangstelling dan deze. Onze jongeling schap van 20 lot 25 jaren gekleed ir. het vaderland- sche uniform, krachtig en één, indien gevorderd be reid om haardstee en altaren tegen indringers te beschei- men. Die gewapende macht zal, voorzoover ze nationale militie heet, weldra de kern onzes volks uitmaken. Van hunne houding zal veel, zeer veel afhangen voor de toekomst. Niet te verwonderen zou het dus zijn als het leger deelen mocht in aller be langstelling. En toch, dat is zoo niet. Ons volk is niet militair, ongaarne behalve wanneer de nood dringt, wordt het gereedschap verruild met een zwaarwichtig wapen. Soldaat worden, men vindt maar weinig moeders en vaders die het voor hunne zonen begeerlijk achten. Bij dien tegenzin tegen „dienst" ons volk eigen, komt de mingunstige indruk, die elk ernstig mensch van het leger ontvangen moet. Allen, die in aanraking komen met de gewapende macht, hetzij dan hoog of laag geplaatst, zullen gewis den geest, die er heerscht, niet kunnen roemen. Niet gaarne zouden we ze allen over één kam scheren. Er zijn gelukkig uitzonderingen, maar die tegenover de massa, uitzonderingen zijn en blijven. Men vindt maar weinig officieren, die een leidsman voor hun ne ondergeschikten zijn, Behalve koramando's uit- deelen, dikwijls op eene wijze die ontzet en verbaast en ergert, hoort men niet veel een woord van ernstige vermaning of krachtige aan moediging. De superieuren toonen over 't algemeen weinig eerbied voor datgene, waarvoor de ouders van zoo menigen jongeling, waarvoor zoo menig burger van Nederland wel eerbied toont. En de manschappen, ik geloof ze hebben er ook niet veel eerbied voor. Een soldaat dien indruk krijgt men zoo dikwijls moet een flinke vent zijn, en die flinkheid moet vooral uitkomen door krachtig te vloeken. In plaats van de kerk, naar welke mer. nu niet meer be hoeft te gaan, is de kroeg de aangewezen uitspannings plaats. De eentonigheid van het kazerneleven moet gebroken worden, dikwijls door een rampzaligen zede lijken ondergang. Als de toestaud zoo is, en zoo is ze in waarheid, dan is het zeker eene gelukkige gedachte te noemen om in garnizoens-plaatsen een militair te huis te vestigen, waarheen de soldaat gaan kan om zijn ledi gen tijd te passeeren. Deze gedachte, naar we meenen in praktijk gebracht door den heer Wolbers vond al spoedig navolging in andere gar en de allerwege ontstane vereenigin- algemeene vergadering te ^laudsche Militairen-Bond. wij het stre- men rondom zich vergaderen kan, het zal een zegen zijn als dat kleine deel weder eerbied toont voor Gods Woord, want de vrucht daarvan kan ook voor ons leger groot zijnze bestaat in tucht, eerbaarheid, moed en matigheid. Kwam de tijd eens dat ons le ger optrekken moest tot den krijg, wat dunkt u, zou het dan niet een troost zijn en aller hoop verleven digen, indien we wisten dat het fundament van den moed bij velen eene christelijke, godsdienstige geest was? Als dan menige ransel eens een Bijbel bevat te Stellen wij belang in het lot en leven van onze jongelingschap, en wie zou dat niet? het zijn immers geen huurlingen dan zullen we de vereeni- gingen, waar ze in ons midden bestaan, zeker steunen. Dan zullen ook zij, die buiten onze garnizoensplaat sen wonen, maar wier zoon is vrijgekocht of vrijgeloot» wel eene kleine gave overhebben voor een plaats, waaraan de militair zoo groote behoefte heeft. Middelburg; 20 October 1876. Men schrijft ons uit Yfiissiiigcn 19 Oct. Er heerschte heden aan de kade eene buitengewone drukte. In plaats toch dat de garnalenvisschers de gewone vangst aanbrachten, losten zij tal van katoen balen, die drijvende op de reede waren gevonden. Reden hiervan was dat in den afgeloopen nacht, ten gevolge van zwaren mist eene van Liverpool komen de stoomboot het naar Amerika bestemde stoomschip Switserland heeft aangevaren, met het ongelukkig gevolg dat eerstgenoemd schip een groot lek bekwam waardoor het bij de Zuidwatering zonk. De opperlast bestaande uit balen katoen is daardoor te water ge raakt. Een man der equipage de timmerman is daarbij omgekomen, de anderen zijn door sloepen van de Switserland gered. Volgens gerucht zou de lading niet verzekerd zijn. Diakenen der N. H. G. te Krabbendijke zijn in hooger beroep gekomen tegen de beschikking van den president der arrondissements-rechtbank te Goes, waarbij schorsing van de aangekondigde veiling der hofstede was aangekondigd. Men schrijft uit Zcclaud aan de N. R. Ct., naar aanleiding van het spoorwegongeluk bij Antwerpen, dat aan de halte Vlake der staatspoorwegen, de brug over het Zuid-Bevelandsche kanaal ligt, waar duizenden vaartuigen doorvaren, en over welke brug den gan- schen dag treinen passeeren, en dat aan dat geïso leerde punt geen telegraaftoestel is. De halte-chef moet altijd werkzaam wezen; wordt de brug op den bepaalden tijd gesloten, dan heeft vaak de scheepvaart, door vertraging van den trein, groot oponthoud. Kapelle-Biezelinge ligt 8 kwartier aan de westzijde en Kruiningen een half uur aan de zuidzijde, met Vlake daartusschen zonder eenige gemeenschap met andere kantoren en bij eene kolossale brug. Volgens eene mededeeling aan het Utr. D., zouden door particulieren pogingen worden aangewend tot verkrijging van concessievoor den aanleg en de exploitatie van een hoofdspoor weg op Java, die Batavia en Buitenzorg zou^ verbinden met Bandong Tiilatjap, van waar men iou aansluiten aan den en J. P. C. Church te Londen, die als garantie voor het in exploitatie brengen binnen 12 jaren een waar borgkapitaal van 272 millioen gulden willen .depone ren en 1 millioen beschikbaar zouden willen stellen ter bestrijding van de kosten van opneming. De heer P. J. de Quartel, hoofdingenieur, zou voor de leiding der werkzaamheden zijn aangewezen. In zijn tweede artikel in het Vaderland „een advies aan den minister van koloniën", komt de heer van Rees ten krachtigste op tegen den raad van denheerPr. v. d. Putte, inde kamer zitting van den 26 Sept. gegeven, om de beperkte stelling Oleh-LehKotta-Radja in te nemen. De heer v. d. Putte wil doen gelooven, dat zijn eerste instruc tie als minister gegeven, niet meer wildehij tele grafeerde intusschen „oprichting eener versterking in Atjeh-Proper en vestiging op zoodanige wijze, dat ie der ziet, dat het voor altijd is." Die woorden konden niet zien op de linie Oeleh-leh, omdat die toen nog niet bekend waseerst toen kapt. t. z. v. Goch had herinnerd,- dat de Atjehrivier gedurende een groot deel des jaars onbevaarbaar was, werd de aandacht gevestigd op de kust nabij Kwala Tjangkoel, en be sloot men nog later tot het bouwen van een zee hoofd voor onderhoud der gemeenschap. De minister v. d. Putte heeft dus niet aan die linie kunnen den ken en vestiging voor altijd eischte meer, dan hij nu wil. In 1875 is een invasie-oorlog begonnen, zegt de heer v. d. Putte; neen, die is in 1873 begonnen en, helaas! in 1874 halverwege gestaakt. En op de vraag van den heer van de Putte, of men „een con tinent wil veroveren," antwoordt de heer v. Rees, dat de XXII Moekim niet zooveel beteekenen; mis schien is 't een gebied van drie uur gaansEn daar zou men tegen opzien, als men mag aannemen, dat achter dit terrein de bergen en de wildernis begin nen? Evenals de stekte van Toekoe Nanta is Toe- nong door een enkelen goed geleiden aanval te ver meesteren. Doet men dit niet, na ons leger eerst de lagunes en moerassen te hebben doorgeleid, dan zal de Atjeher, die zich onderwierp, alle geloof in onze trouw verliezen, zij zal zich aan de wraakzucht zijner landgenooten zien prijsgeven; alle staatjes, die zich onderwierpen, zullen afvallen, de vijand zal, wanneer de oogst is ingehaald ons bestoken als na 't vertrek van v. Swieten, tot in onze sterke stelling voor die stelling berekent de heer v. Rees zullen wij 4000 man troepen voortdurend noodig hebbenhet Ind. leger zal daarmede moeten worden versterkt, en wij zullen daar niets door gewonnen hebben dan eene sterke positie, terwijl ons prestige in Indië zal ver loren zijn al de otters sinds 1873 gebracht, zullen om niet zijn 272 jaren lang zal men gestreden heb ben, millioenen zullen verspild zijn om nog eens het afwachtingssysteem toe te passen, dat ons niets dan schade opleverde. Dat zouden de heillooze gevolgen zijn van het nemen eener beperkte stelling, gelijk de heer v. d. Putte nu aanraadt. Door den heer L. P. Philippona (Multapatior) te Uden, in vereeniging met de leden van het Bestuur der Vereeniging voor handel en Nijverheid te 's Gra- venhage, is een gemotiveerd adres gericht aan Z. M. den Koning en aan de Tweede Kamer der Staten Generaal, houdende verzoek tot afscIaitf£Èiag der pftteiiihclasAiEDg. Bereids hebben een groot aantal Kamers van Koophandel en Fabrieken en Vereenigin- gen voor Handel en Nijverheid, corporatien_en bij

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1