MRISTlLIJHIISmiSM BLO.
UK 44.
Dinsdag- 10 October.
1070.
HET ZUID
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden franco2,—
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MEDDELBU R.G-.
Prijs der Advertentiën
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
AGENTENde heeren P. G. de Vey Mestdagh te Vlissingen, M. de Jonge Jz. te GoesJ. van der Peul te Neuzen
HH. Abonnés buiten Middelburg
worden beleefd verzocht de ver
schuldigde A B O N N E AI E N T S-
GELDEN over het eerste kwar
taal, voor den SOsten October per
postwissel (des ver kiezende na af
trek der onkosten) aan den onderge-
teekende over te maken.
De Uitgever,
ALBERT WEDDING.
Middelburg, 9 October 1876.
Wij hebben indertijd onzen lezers mededeeling ge
daan van eene circulaire, aan de gemeentebesturen
gericht, waarin de heer Moens verzoekt met de ker
kelijke autoriteiten in overleg te treden, omtrent eene
behoorlijke regeling van schooluren, in verband met
de catechisatiën. De synode der Neder landsch-Her-
vormde Kerk heeft zich tot de regeering gewend om
te verzoeken dat in de verschillende schoolwetten deze
bepaling worde opgenomen„Het dagelijksch be
stuur regelt, na overleg met de plaatselijke kerkelijke
autoriteiten, de schooluren op zulk een wijze, dat
voor het godsdienstonderwijs, van wege de verschil
lende kerkgenootschappen te geven, voldoende tijd
overblijve. De schikkingen worden voorgesteld
zooals het heet om het lager onderwijs niet te bemoei
lijken. Dat is nu, volgens het moderne weekblad de
Hervorming, „een bewijs dat door de openbare
school het godsdienstonderwijs begint op prijs gesteld
te worden."
Tot verduidelijking van dit zoogenaamde lichtpunt
in den schoolstrijd, meenen we niet beter te kunnen
doen dan kort te resumeeren wat de Standaard daar
over in enkele der jongste nommers heeft gezegd. De
Standaard betoogt, dat in 1857 bijkans heel de natie
huiverde voor een onderwijs, dat nu krachtens de wet
bestaat. De ontwikkeling van denkbeelden en stelsels
is voortgegaan; jaarlijks is het verzet toegenomen
tegen die wet. Van 1864 tot 1873 klom het aantal
leerlingen der bijzondere school van 88 tot 117 dui
zend; jaarlijks klommen de schatten die gegeven
werden voor de vrijheid om zijn kinderen toe te
vertrouwen aan hem, in wien men persoonlijk ver
trouwen stelt. In dezelfde mate klom het verzet
tegen de bijzondere school van de zijde der moder
nen. De schoolwet werd plotseling onbruikbaar. Sedert
1858 waien de kosten gestegen van 1 millioen tot
6 millioen, voortaan zou als de theoriën van de
liberalen wet konden worden Nederland 16 milli
oen jaarlijks voor de openbare school moeten opbrengen;
hooger steeg, bij blijkbaar onvermogen, de woede der
firnen zoo zelfs dat het Nieuws van den Dag
^ontziet om te zeggen „zonder uitzon-
jecteschool te veroordee-
lisschien in 'tbelang
fce verbieden. Er
school
ders godsdienstige begrippen „ook voor de bij—
zondere scholen geld". Zoo spreken liberalen,
maar velen zijn er dan toch ook, die begrijpen dat het
zoo niet gaan kan. De agitatie kon wel eens al te
sterk worden, het onrecht al te duidelijk uitkomen.
Zou wellicht door deze betooning van eerbied aan de
geestelijkheid, de schoolkwestie kunnen gesmoord
worden. Al dadelijk rijst de vraagBegint nu eerst
de Synode der Ned. Hervormde Kerk te denken
aan het behoorlijk geven van catechisatiën Nu eerst,
nadat de wet op het lager onderwijs twintig jaren ge
golden heeft? Voorwaar, zoodanige vraag kan niet zonder
ergernis worden gehoord, het is alsof Nederland tot
heden een land van heidenen ware geweest. De vraag
is ook vrij overbodig; voor zoover ons althans bekend
is, is nimmer geklaagd over de onmogelijkheid om
school en catechisatie te vereenigen. Dat prediker
en onderwijzer zich onderling over het geven van
onderwijs dienen te verstaan, spreekt van zelf. In
ons land kunnen de kinderen de school verlaten,
zoo dikwijls ze goedvinden; indien de onderwijzer de
uren niet behoorlijk regelen wil, bederft hij zijn on
derwijs, maar hindert den predikant niet.
Meer aandacht verdient de houding van den in
specteur Moens. Die heer wil niet alleen de schooi
en catechisatie-uren regelen, maar ook den godsdienst
leeraar gelegenheid verschaffen, om zijn onderwijs
in het schoollokaal der neutrale school te geven.
Hoe nu? de heeren die zoo bang zijn voor secte-
onderwijs en godsdiensthaat vinden dat voortreffelijk
Verbeeld u eene school met kinderen van verschil
lende gezindheden, waar alles zorgvuldig vermeden
wordt wat den anderen zou kunnen hinderen. Daar slaat
het bepaalde uur en de godsdienstonderwijzers treden
binnen. Hier zal een orthodoxe, daar een moderne
hier een roomsche, daar een jood onderwijs komen
geven. Volgens berekening van de modernen zelve
zouden er zeventien lokalen noodig zijn. Het onder
wijs vangt aan, de roomsche leert dat alle kinderen
die niet roomsch zijn, met inbegrip van liunue ou
ders verdoemd zijn, bij de orthodoxe de liberalen
hebben het zoo menigmaal verzekerd leeren daar
de kinderen van Driëeenheid, van voorbeschikking en
van Transsubstantiatie. Dat alles wordt nu geleerd
zonder dat de Staat daarop eenig- toezicht uitoefenen
kan. Is dat nu niet weerlegging van de duizendwerf
herhaalde bezwaren van hen zelven tegen secteonder-
vvijs? In onze sectescholen worden de kinderen niet
opgeleid tot sectehaat en verbittering, maar tot be
strijding van eigen booze begeerlijkheid. Doch, zoo
wij eene inrichting als nu door de modernen verlangd
wordt, verkregen, dan zal het beste, het meest christelijke
onderwijs het overbrengen vaii den godsdienststrijd
in de school niet kunnen beletten.
Welke de gevolgen moeten zijn van dien maatregel,
is zoo tastbaar, dat op de invoering er van wel geen
kans zal zijn; het gezond verstand der natie komt
daartegen op. Ook de modernen zien dat zeer goed
tv/Tun.- r. nr%fl A P.. X1. ;~x..
Niemand, die de christelijke scholen bezoekt, kan ge
tuigen er die bekrompenheid en haatdragendheid te
hebben bespeurd, waarover de modernen praten. De
neutrale school loopt dus gevaar, en juist voor de
modernen is de openbare neutrale school het eenige-
middel om aanhang onder het volk te verwerven.
Hoe nu den storm te bezweren Laat ons, zij het ter
elfder ure, grootmoedigheid betoonen. Vergunnen wij
den geestelijke in de school een of twee uren te lee
ren. Mits onze onderwijzer, volkomen onafhankelijk
van kerk of geestelijkheid, gedurende twintig of
meer uren de jeugd opvoeden mogen aan onzen trant.
Wij weten wel, zoo denken zij terecht, dat menig
openbaar onderwijzer niet denkt als wij, dat velen den
Bijbel lezen en op andere plaatsen Roomsche gebeden
leeren, maar die streken zijn voor ons toch verloren
provinciën, op andere plaatsen leggen wij den cliris-
telijken onderwijzer het slot op den mond, en de
cateohisatie zullen de meeste kinderen wel als een
onnoodig aanhangsel beschouwen. Zonder eenige op
offering onzerzijds zoo meenen de modernen
kunnen wij deze grootmoedigheid betoonen, wat nu
buiten de school geleerd wordt de kinderen ont
vangen toch meest allen godsdienstonderwijs kan
dan binnen de school gebeuren, en wij winnen er dat
bij dat het volk zeggen zal, ziet hoe christelijk onze
scholen zijn, zelfs vindt ge de geestelijke er.
Van hun standpunt is er dus veel voor dit voor
stel van den Utrechtschen inspecteur te zeggen, voor
ons beteekent het eenvoudig niets. Het is ons
niet om wat dogma's, maar om Christe
lijk leven te doen. Wat wij verlangen is de
godsdienst als zaak van eiken dag en ieder uur. Onze
onderwijzer moet zelf een Christelijk man zijn, d. i. zijn
zedelijkheid moet op denzelfden grond wortelen, waarop
de godsdienstleeraar later voortbouwt. De catechi
satie kan ons niet voldoen, omdat naar het treffend
antwoord door mr. Gratama aan mr. Van Bemmelen
gegeven wij niet tevreden zouden zijn, met een mid
dagmaal bestaande uit spijzen zonder zout toebereid,
terwijl ons ten slotte een geheel schaaltje zout zou
worden aangeboden. Ons is de godsdienst het zont
des levens, wij willen alles met dat zout gekruid
hebben, dat zout niet bewaard voor een enkel uur;
op een enkel uur niet meer, dan het gestel der kin
deren kan verdragen.
Vrijdag bracht de Sfaats-Conrant het bericht, dat
de generaal-inajoor Ilawlenberg hoofdintendant,
en de intendant 1ste kl. de Ras, belast geweest met
den administratieven dienst bij de 4de divisie infan
terie te Arnhem, beiden op pensioen zijn gesteld,
terwijl tijdelijk is belast met de waarneming der
funktie van hoofdintendant bij het leger, de luite
nant-kolonel van den generalen staf van der Star.
Het Ilbl. maakt hierover de volgende opmerkingen:
„Wanneer men bedenkt, dat de luitenant-kolonel van
der Star bekend staat als een der kundigste officie
ren van het leger, dan schijnt uit dezen maatregel
te blijken, dat het den nieuwen minister van oorlog,
generaal Beijen, ernst is met de hervorming jmzer