CHRISULIJI-limKISd BLAD. N». 43. Zaterdag' 7 October. 1370. HET ZUIDE Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- Uitgever: Prijs der Advkrtentiën: avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. albebt wedding, Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16 Prijs per drie maanden franco2,te regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Enkele nommers- 0,07 MIDDELBURG-. Liefdegaven 10 cents per regel. AGENTENde heeren P. G. de Vey Mestdagh te Vlissingen, M. de Jonge Jz. te Goes, J. van der Peijl te Neuzen. HH. Abonnés buiten Middelburg worden beleefd vei'zocht de ver schuldigde ABONNE M ENT S- G ELDEN over liet eerste kwar taal, voor den SOsten October per postwissel (des ver kiezende na af trek der onkosten) aan den onderge- teekende over te maken. De Uitgever, ALBERT WEDDING. I. Veel wordt er gesproken en geschreven over het verschijnsel, hetwelk zich in den laatsten tijd vooral bij onze stembus voordeed, dat de roomschen hunne stem uitbrachten op kandidaten, door onze richting gesfeld. Wij wenschen ons ridderlijk dienaangaande te verklaren, opdat alle zweem van wantrouwen, van bevreemding zelfs wijke. Wij doen dit, niet als loopende aan den leiband van onzen Standaard, maal ais volkomen met haar eenstemmig, wat de hoofdza ken betreft. Men keurt liet aannemen van dezen steun uit een zedelijk oogpunt af en men vreest voor de gevolgen op maatschappelijk gebied. Laat ons beurtelings èn de afkeuring èn de vreeze beoordee- len, nadat wij de oorzaken voor elk hunner bezien hebben. Waarlijk, er is reden tot bevreemding, tot stomme verbazing zelfs. Wie had het in 1576, in 1676, in 1776 zelfs durven droomen, dat Rome en Dordt elkander, neen, (let weldat Rome aan Dordt de hand zou reiken in zake van landsregeering. In 1576 Rome dorstende naar het bloed der hervormde ge- loovigen, in 1676 Rome geheel door Dordt onder drukt en ten onder gehouden, in 1776 Rome door Dordt van allen invloed op den gang der staatkundi ge zaken buiten gesloten - en nu in 1876? Doch, de tijden zijn veranderdGedurende die drie achtereenvolgende eeuwen waren er slechts twee partijen in den lande: Roomschen en Hervormden. Beiden erkenden den Christus als Godmensch, beiden meenden dat het Christendom, de vereering van Christus, den grondtoon des levens uitmaken, het zuurdeesem zijn moest, dat de geheele maatschappij en het geheele leven des menschen doortrekt. Zoolang was er strijd tusschen deze beide partijen over de andere hoofdgeschilpunten, en men bestreed elkander hard nekkig. Die strijd duuade voort, toen de Roomschen in het begin dezer eeuw gelijke burgerlijke rechten met de hervormden ontvingenmen bleef oorlog poeren, doch nu als twee hoofdpartijen, die dezelfde rechten bezaten en ieder op hun beurt ^moi^nch zochten te veroveren. Onder de- fcÉMB^yoortgezet worden, zoolang er in Nederland en de leer der zaligheid door het geloof, maar tegen de openbaring van het Christendom in het leven. Zij bond den strijd aan, met tegen den Roomsche, niet tegen den Hervormde, neen, zij heeft eenigszins recht op hare zinlooze leuze, zij staat boven geloofsverdeeld heid en werpt den handschoen toe aan den Christus der Hervormden en der Roomschen. Zij tracht van onder beider heiligdom weg te graven //den uitersten hoeksteen, waarop," naar de meening van beide be lijders, //het geheele gebouw bekwamelijk samenge voegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den HeerZij trachtte de menschen te doen leven zon der Christus. Dit ging niet al te voorspoedig en daarom zoekt zij thans het jonge geslacht te verove ren, de kinderen des volks in hare macht-te krijgen, dan kan zij ten minste op de toekomst rekenen. Met behulp van den Staat trekt zij de staatsschatkist aan zich en bouwt daaruit scholen, waar de jonge mensch geleerd en opgevoed wordt, buiten Christus om. Waar kan men ouders gevoeliger aantasten, zoo niet in hunne kinderen Welke kerk zal de hope zijner toekomst verloren zien gaan, zonder de hand ter redding uit te steken? Ons duukt, de verbazing is reeds getemperd, de bevreemding reeds voor een gedeelte weggenomen. Immers al hebben wij negen punten van verschil, dat kan er een tiende punt zijn, waaromtrent wij het eens zijn eu dat wij beiden evenzeer de moeite waard vinden, om te verdedigen. Nu kunnen zich twee gevallen voor doen. De één trekt onwillekeurig voordeel van den strijd des anderen, of wel de één reikt den ander de hand tot gemeenschappclijken strijd. A is vijandig gezind tegenover B, doch C zoekt hun beiden te ont nemen, wat ieder van hen even dierbaar is, al strij den nu A en B ieder afzonderlijk tegen A, dan zal toch C de kracht, die hij in den strijd met A ver bruikt heeft, onmogelijk tegen B kunnen aanwenden, derhalve B trekt voordeel, onwillekeurig voordeel uit den strijd van A. Zal B nu zeggen„neen, wijl A mijn vijand is, wil ik door zijn strijd op geenerlei wijze begunstigd worden, ik neem die voordeelen niet aan; ik zal integendeel wachten, totdat C zich heeft hersteld van de nadeelen, hem door A toegebracht? Immers hij ontvangt geen voordeelen uit de hand van ziju medestrijder doch de omstandigheden, boven A en B loopen zéé, dat zij door A's strijd den kamp van B begunstigen. Gideon bestreed de Midiauieten. Bij zijn nachtelijken overval keerden zij, in schrik en ontsteltenis, het zwaard tegen elkander; had Gideon nu eigenlijk moeten wachten met hen te slaan, tot dat zij hunne vergissing hadden ingezien Willem I betreed de Spaansche beulen. Deze deden zich de grootste schade, toen zij in Spaansche furie het land vau Vlaanderen afstroopten en zicli zelfs bij hunne vrienden gehaat maakten. Had Willem I nu eigenlijk- moeten wachten, totdat deze dwaling voorbij en in zijne gevolgen uitgewischt was, eer hij de Gentsche Pacificatie sluiten mocht? Doch laat ons tot het al- van Gods wege gegeven. Al het woelen van die an deren, die hun vijandig zijn, het geheele leven der mensehheid moet hun ten goede medewerken tot vol- komene uitvoering van den raad Gods: zullen zij nu leven alsof er niemand voor, noch rondom hen ledft; zullen zij onrein achten, wat God gereinigd heeft? En als Hij, de Heer en Meester van alle levensomstan digheden en menschelijke bewegingen, deze allen leidt tot hun voordeel, dat voordeel van de hand wijzen? 't Ware God in het aangezicht slaan En juist dat is hier het geval, niets meer, niets minder. In den laatsten tijd worden onze verkiezingen beheerscht door dat ééne woord onderwijs. De eischen der Hervormde en der Roomsche leer vragen beiden christelijke opvoeding voor de jeugd. De liberalen willen die opvoeding vernietigen. De liberale partij is sterk in den Staat. Is het onze schuld, dat de Roomschen zich zwakker gevoelen? Is het ons toe doen, zoo zij, in bet gevoel hunner zwakheid, liever onzen candidaat steunen, dan van hunne zijde er één stellen tegenover anti-revolutionairen cn li beralen? Zij weten wel, wat zij doen! Veel liever hun eigen candidaat, en daarom in districten, waar zij moenen, het alleen te kunnen afdoen tegen de liberalen, hebt geen vrees, daar zal geen anti-revo lutionair door de Roomsche stemmen gedragen wor den. Doch zij doen het in districten en in tijden, waarin het stellen van een eigen candidaat alleen den liberalen ten goede zou komen, waarin zij eenc min derheid, de anti-revolutionairen eene minderheid en daardoor juist de liberalen de meerderheid zouden ontvaugen, terwijl de beide minderheden, nu saam- gevoegd, eeue meerderheid worden, die in de Kamer ééne stem meer ten gunste van het bijzonder ouderwijs brengt. Om door deze verkiezings-ma- noeuvre de anti-revolutionairen te steunen Ge looft het nimmer, wat gaat het hun aan, of deze bijzonder onderwijs behouden, indien hunne eigene partij het slechts bezit! Immers zoover ziju wij van een bond met de Roomschen, dat wij het ook thans luide als onze overtuiging uitspreken: Rome is even ver vau het //gelijk recht voor allen" als onze liberale partij het is, doch ook niet verder dan zij Middelburg, 6 October 1876. Blijkens een bij het. departement van koloniën ont vangen tclegpjuu van clen gouverneur-generaal van Nederlaiidsch-Indië, van den 27cn September jl. heeft de generaal-majoor Wiggers van Kerchem het navol gende uit Atchiu bericht Den 19en September werd de versterking bij Pns- sar-Koeroeng-Tjoet voltooid en bezet. Dien dag werd- in twee kolonnes opgerukt naar Tjadé, dat zonder verlies genomen werd en alwaar de vijand 8 lila's achterliet. Een bataljon bleef aldaar tot het onderhou den vau gemeenschap, het zuiveren van het terrein en het aanleggen van wegen. Den 2Oen September werd Silang genomen en be zet. De tegenstand was gering 2 mindereinilitak^

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1