CHRISTEL1JK-IISTORISUI BLAD.
Donderdag' 8 October.
N». 42.
1876.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden franco2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MIDDEI.b utiu-.
Prijs der Advektentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 10
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
AGENTENde heeren P. G. de Vey Mestdagh te Vlisdwj n, M. de Jonge Jz. te GoesJ. van der Peul te Neuzen.
Middelburg, 4 October 1876.
Het Nieuw Leeuwarder Dagblad heeft mede enkele
artikelen gewijd aan de christelijke pers. Zij deelt
in hoofdzaak het gesprokene mede op de samenkomst
voor inwendige zending te Amsterdam, door den heer
A. Brummelkamp Jr. De eerste stelling van ZE.: //De
christelijke journalistiek moet minder toevallig en
derhalve meer als beroep worden opgevat" werd op
de volgende wijze toegelicht. Hij, die voor de chris
telijke pers werkt, moet dat niet doen als bijzaak of
als liefhebberij zonder roeping er voor te gevoelen en
zonder ernstige beproeving van eigen kracht en be
kwaamheid, om als men lichtzinnig begonnen is, ook
weder op dezelfde wijze de pen neder te leggen. Er
moet consciëntieus gewerkt worden, en als dit niet ge
schiedt, en men de kosten niet vooruit berekend
heeft, dan zullen onze dag- en weekbladen even spoe
dig verdwijnen, als ze verschijnen.
De toelichting van de tweede stelling: /,Er moet
meer esprit de corps heerschen in onze journalistiek"
gaf spreker gclegp.nh^'d om ie- '"ggc", Vj d*1 ver
deeldheid en bittere strijd betreurde, door organen
van dezelfde richting gevoerd. Een onbedacht woord,
dikwijls volstrekt niet zoo gemeend, is niet zelden de
aanleiding om hevig tegen elkander te strijden. Men
beschouwt onze organen niet genoeg als één geheel,
men gevoelt niet, dat, door één in discrediet te bren
gen, onze geheele pers in verachting en verdenking
komt.
Bij toelichting van de derde stelling, luidende: //De
christelijke pers moet, om als orgaan te kunnen op
treden, meer naar programma werken" verklaarde
spreker te wenschen dat, ieder blad zich een deel,
een tak onzer beginselen ter behandeling kiest, zoodat
bijvoorbeeld het eene blad onzer richting zijne hootd-
taak beschouwede school, een tweede de kerk, terwijl
een derde meer de politiek behandeld.
Na dit inleidend woord bekwam een christelijk dag
bladlezer het woord, en geloofde in naam van velen
te spreken, als hij zeide, dat de strijd en polemiek, wel
ke onze pers onderling voert, weerzin en afkeer wekken.
Ook de heer Wolbers bestrafte vaderlijk en ernstig
die scherpe polemiek, welke niet anders dan aanstoo-
telijk en afkeurenswaardig zijn kan. Dit kwaad in
onze pers ontstaat, omdat men de vermaning vergeet
om de polemiek als op de knieën te schrijven eu na
eerst zich tot het gebed gezet te hebben.
Het N. L. D. betuigt volkomene overeenstemming
met het gesprokene door den heer Brummelkamp. De
opgegevene oorzaken kan het blad echter niet toege
ven. De dood van vele bladen wordt toegeschreven
aan het nifet. vooruitberekenen der kosten en het niet
^ientieus opvatten der taak. Maar de Nederlander
fcj>lad bezat toch in redacteur en inhoud
en toch kon het nooit verder dan
nten brengen en is gestor
t/en, in
grepen? Gelooft onze richting aan het nut der chris
telijke dagbladpers?
Het blad kan zich ook niet vcreenigen met de af
keuring over de polemiek en de wijze waarop ze ge
voerd wordt in onze bladen. Esprit de corps is goed,
maar moet ieder zich dan maar verplicht achten, om
alles wat onder den naam of leus der richting wordt
geschreven voor zijne rekening te nemen? Als men
dit deed, dan zou er nimmer de minste stoornis of
botsing in het corps merkbaar zijn, maar mag men
dat doen? De aanval op een ondoordacht woord is
afgekeurd, maar kan zulk een ondoordacht woord
niet een groot kwaad, niet een in de gevolgen onbere
kenbaar nadeel berokkenen? Het is wel niet aangenaam op
zijn fouten,al is het maar op schrijffouten,gewezen te wor
den, maar een journalist moet ook zoo van het verantwoor
delijke en gevaarlijke van zijn taak doordrongen zijn, dat
hij waakt tegen ondoordacht schrijven. Zoo hij dit
niet doet, welnu dan heeft hij de openbaarmaking
van zijne fout verdiend. Wat nu de scherpte van
iAa polemiek betreft, Y-rir-urt het blad dat er een
Elia-scherts en een Mozes-ijver is, die het zwaard
scherpt en de pijl doet vliegen. De ergernis aan
polemiek is van persoonlijk karakter. Wie suiker en
stroop verkiest, heeft een afkeer van azijn of kina;
maar een goede apotheek heeft beide voor de hand,
en naar dat de kwaal is, wordt door den genees
heer het eene of het andere toegediend. Bovendien,
wat zou beter zijn? Ai die onhandige vrienden of me
destanders, bij al de fouten die zij maken, maar te
verdedigen, omdat het vrienden zijn? Daarmee hou
den we de eer der journalistiek niet op, maar richten
ze te gronde. De eer, het belang en de invloed
onzer pers vordert wij citeeren dat wij
ook wat onder ons af te keuren valt eerlijk
afkeuren. De christelijke journalistiek moet zich zui
ver houden, zuiver niet alleen van vreemde invloeden,
maar ook van eigen smetten, en wie waarlijk zijne
richting liefheeft, zal liever de pen nederleggen dan
zijne richting te schaden.
Met verbazing heeft het N. L. D. de toelichting
der derde stelling gehoord. Indien er aangedrongen
was op veelzijdigheid, in plaats van op eenzijdigheid,
dan had het blad het werken naar een programma
kunnen toejuichen. Maar nu, altijd hetzelfde behan
delen is de dood voor de pers. Een harp met
één snaar geeft een vervelend geluid. De hoop des
Vaderlands was een orgaan, uitsluitend voor de school,
en het kon niet staande gehouden worden. Zouden
we niet meer grond hebben ons over de eenzijdig
heid onzer organen, dan over de veelzijdigheid te be
klagen? Zoowel in het hoofdorgaan als in de andere is het
school en nog eens school, conservatieven en wederom
conservatieven, alsof onze richting in die beide opging.
En wordt zulk een blad dan alom en door allen
gelezen
i Mas: men vorderen dat elk lezer onzer richtinff zich
en redmiddelen. Zij gelooft dat de instandhouding
onzer organen tot eene meer conscientieuse opvatting
zal prikkelen. Waar men het ge'Vvicht der pers be
seft, maar men begrijpt dat de pers spreekt daar
waar geen ander toegelaten wordt, zelfs de prediker
niet, daar zal ook de journalist èn zijne roeping diep
gevoelen, èn in staat worden gesteld om niet meer
als bijzaak of liefhebberij, maar degelijk en geheel
zich aan die roeping te wijden. Verder meenen wij:
wij citeeren altijd dat het esprit de corps niet
wordt bevorderd door elkanders fouten en dwalingen
te bemantelen, maar wel door den strijd niet in
't openbaar te voeren, voordat men beproefd heeft het
misverstand onderling uit den weg te ruimen. Ver
der zouden wij wenschen, dat bij elke nieuwe kamp
het plan van aanval onderling werd georganiseerd en het
wachtwoord met juistheid aangegeven en met getrouw
heid volgehouden, opdat men alzoo niet telkens vrij
buiter voor eigen rekening werd. Dit alles echter,
haiidelen naar programma, esprit de corps, instand
houding onzer organen is niet te verkrijgen zonder
onderlinge samenspreking. Daarom is het blad met
hart en ziel voor die reeds bepaalde samenkomst en
verwacht daarvan èn voor de journalistiek èn voor
de heilige zaak, die ze bedoelt veel goeds en veel
zegen.
Sommige bladen meenen de terugkomst in het
vaderland van Z. K. II. den Prisis van Oranje
als zeer nabij zijnde te kunnen vermelden. In het
aanstaande voorjaar wordt ook Z. II. de Prins
van Wied met der woon te 's Hage verwacht.
Maandag is in de afdeelingen van de Tweede Ka
mer een aanvang gemaakt met het onderzoek der
staatsbegrooting voor 1877.
Onder de bij de regeering aangevraagde spoor-
wcg-concesstëïi behooren r de lijn van Breskens
langs Sluis naar de Belgische grenzen in de richting
van Brugge, aangevraagd door de heeren J. Yerkuyl
Quakkelaar te Vlissingen en J. Lansen Croin te
Sluis; en lijnen van Breskens, Schoondijke en Lizen-
dijke naar de Belgische grenzen in de richting van.
Watervliet; van Schoondijke, Oostburg, Sluis naar
Brugge en een zijtak, draaibrug tusschen Oostburg
en Sluis langs Aardenburg en Ede naar Maldegern.
Voor de te verleenen concessiën wordt echter ge
wacht op het bericht of het voor de uitvoering be—
noodigde kapitaal voorhanden is, en de eerste lijn
wordt aangehouden, in verband met. de aanvraag van
de laatste lijnen welke door de heeren J. J. van
Kerkwijk q. q. te 's Hage is gedaan.
Dc nieuwbenoemde Minister van oorlog generaal
Dcijeu heeft de werkzaamheden aan zijn departe
ment aanvaard, reeds onderscheidene autoriteiten en
hoofdofficieren zijn door ZEx. ontvangen. Bij deze
gelegenheid merkt de Liberaal (een weekblad) op,
dat onze nieuwe minister van oorlog het voorbeeld
van Bismarck maar volgen moet. Voor de grootc
overwinningen van Pruisen weigerde de
.„1,1,,., ,..„11,