üHRISTELIJK-HISTORISCH BLAD.
BE CBRISTILÜH PEIS.
Dinsdag 28 September,
N°. 38.
1878.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maanbag, Woensbag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per dmis maanden franco ƒ2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-hèriehteii van
regels f 1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
1
AGENTEN: de laeeren P. G. de Vet Mest.oa.gh te VlissiitgeiL, M. de Jonge Jz. te GoesJ. van der Peijl te Neuzen.
Zij die zich op deze Courant
wenschen te abonneren kunnen de
nommers gedurende de maand Sep
tember verschijnende Gr R ATIS
bekomen.
Allen, wier roeping het is voor de christelijke
pers te arbeiden, zullen den heer A. Brummelkamp Ir,
dankbaar zijn voor de goede woorden en nuttige
wenken door ZE., op de jongste samenkomsten voor
ênwendige zending te Amsterdam, over de christelijke
pers ten beste gegeven. Als orgaan in die pers,
achten wij het van onzen plicht, om in afwachting
vau het bepaalde congres, met alle bescheidenheid
onzen jeugdigen leeftijd voor oogen houdende eenige
praktische opmerkingen over dat onderwerp aan het
oordeel onzer medearbeidenden te onderwerpen. Wij
weuschen in geen enkel opzicht lessen uit te deelen,
maar in alle waarheid en oprechtheid onze meening
te zeggen. Namen zijn odieus, daarom zullen wij er
siiet een enkele noemen. Het is onze bedoeling deze
zaak aan de orde te stellen, opdat wij vau elkanders
ervaring en opmerkingen nut zouden kunnen heb
ben.
Het moge vrij zonderling klinken, maar het is
onze innige overtuiging, de christelijke pers is eens
deels te christelijk, anderdeels niet christelijk genoeg.
Zie hier wat we bedoelen. Onze bladen worden
meestal geboren uit reactie tegen de bestaande libe
rale of radicale bladen. Men zal een christelijk blad
oprichten en nn heeft of zoekt men iemand, die hoofd
artikelen voor zoodanig blad schrijven kan. Het
blad verschijnt, en wij erkennen het gaarne, niet
zelden is een hoofdartikel een waardig pleidooi
voor onze beginselen, maar we willen waar zijn
somtijds zijn de hoofdartikelen ook wel eens eene
altijd voortdurende exploitatie van de schoolkwestie.
Wat reeds honderden malen gezegd is, moet nog eens
gezegd worden omdatde courant vol
moet. Onze hoofdkwestie wordt op die wijze niet
zelden voor ontelbare lezers ongenietbaar gemaakt en
onze kracht wordt noodeloos gebroken. De school
kwestie is voor redacteurs eene onuitputtelijke bron
om te schrijven en voor vele lezers eene onuitputtelijke
bron van ergernis, waardoor men juist die artikelen on
gelezen laat. Dat is onze ervaring, na jaren van op
merken, in vele standen en rangen van het publiek
dat onze bladen leest. Niemand meene dat wij
daarom deze, zoo belangrijke kwestie onbesproken
en willen laten. Het tegendeel blij kt. Wij zeggen dit
^einde voorzichtigheid, beleid, medelijden
raden, en laten we dit er bij—
gteurs onzer bladen het
al te zeer vergissen en we gelooven het niet
dan is dat zoo ongeveer de gedachte bij het oprichten
van een christelijk blad. Daarmee is dan ook al
dadelijk het doodvonnis van zoodanig blad geteekend.
Vau daar dat de noodige harmonie niet zelden in
onze bladen ontbreekt. Of zijn er niet christelijke
bladen, waarin men buiten het hoofdartikel, elke
christelijke gedachte te vergeefs zoekt Kunnen
onze bladen over 't algemeen met hun nieuwstij
dingen monsteren met liberale bladen ven gelijken
omvang?
Ter verduidelijking onzer meening dit. Elk blad
moet natuurlijk eene rubriek „Buitenland," leveren.
Hoe wordt die gesteld? Eenige berichten hier en
daaropgesprokkeld en de telegrammen van den. dag, veel
tijds niet eens uit den dorren telegrammen stijl invloeiend
Hollandsch. overgebracht, vormen de lectuur welke
de lezers over buitenland onder de oogen krijgen.
Het is voorzeker gemakkelijk, maar is dat roeping?
Zou de christelijke pers niet een eigen oordeel mo
gen neen moeten uitspreken bij de belangrijk
ste wereldgebeurtenissen? Zou de redaeteur zich niet
door studie een eigen oordeel moeten vormen, ten
einde op die wijze voor zijne lezers nuttig en aange
naam tevens te zijn
Hetzelfde is het geval met „Binnenland." Neem b. v.
de jongste onlusten te Amsterdam. Men krijgt voor
zich 6 a 7 correspondentiën van verschillende bladen.
Behoort de redacteur door het lezen van die verschil
lende berichten zich niet op de hoogte te stellen van het
gebeurde, opdat hij alzoo zijne lezers een getrouw
zelfstandig verslag van het gebeurde geven kan? Alle
correspondentien opnemen kan hij niet, want daartoe
ontbreekt de ruimte en neemt hij er ééne, van wien
dan ook, dan is het verslag eenzijdig en de noodige
overeenstemming ontbreekt welke behoort te bestaan
tusschen het eerste en het laatste bericht van zooda
nige gebeurtenis. Nog eene vraag. Welk christelijk
blad gaf zijne lezers eenig verslag van de historische
optoeht ts Gent, zoo belangrijk voor onze geschiede
nis? Of van de anti-Turksche beweging in Engeland.
Het Oosten had gelijk, toen het onlangs de redac
teurs van Christelijke bladen vermaande geen gemeng
de berichten op te nemen die 1 of 2 dagen te voren
in alle liberale bladen te lezen waren. Ook aan die
rubriek moet zorg worden gewijd. Ze moeten versch
zijn en niet al te veel toegeven aan de manie des
volks om ongelukken te lezen.
Arbeid dus, veel arbeid vereischt de pers. De
christelijke pers vraagt toewijding van hare dienaren.
Over het algemeen staat ze tegenover eene schier
onneembare macht. Een redactie-bureau soms meer
dan een eeuw oud met alle gewenschte bronnen en
vertakkingen en ruime inkomsten die ruime uitgaven
veroorloven vindt zij tegenóver zich. Tegen wind en
stroom op moet ze roeien. ?De redacteur, die een ar
beid op zich neemt vooAde christelijke pers, moet
zijn schouderen is gelegd of door hem is opgenomen.
Daarom, naar onze bescheiden meening, hangt de
toekomst der Christelijke pers voor een groot deel af
van den arbeid, die aan haar wordt besteed. Onze tijd
eischt publiciteit op elk gebied en in de ruimste
mate, hoe meer de pers aan dien drang zal kunnen
voldoen, hoe meer ze wortelen zal in het leven van
ons publiek.
Middelburg, 25 September 1876.
Een bij het Departement van koloniën ontvangen
telegram van den Gouv.-Generaal van Ned.-Indië,
dd. 12 dezer, bevat de navolgende berichten uit At-
chin
Den -in dezer is de generaal-majoor Wiggers van
Kerchem met drie colonnes (het 3e, 12e en 14e
bataillon) uitgerukt ter bevestiging onzer noord-ooste
lijke linie. Van Oleh-Karang trokken de troepen, na
de versterkte Toeklad genomen te hebben, naar Lam-
nj<mg, dat na hevigen tegenstand bezet werd. Aan
onze zijde sneuvelden 7 minderen, terwijl de majoor
Ruempol, de luits. Verploegh en van Driest en 44
minderen gewond werden. Door het ontijdig springen
van een granaat werd ook de luit.-adj. van Vooren
gewond. De eerstvolgende dagen werden besteed tot
het aanleggen eener versterking te Lamnjong en het
bouwen eener brug ter verzekering den gemeenschap met
Oleh-Karang en Lamprit. Bij het terugdrijven van
den in den omtrek talrijken vijand en bij verkennin
gen sneuvelde één mindere en werden 9 minderen
en 8 koelies gewond.
Omtrent den algemeenen gezondheidstoestand wordt
gemeld dat zich slechts een enkel cholerageval had
voorgedaan, doch dat koortsen en buikziekten vermeer
deren.
Uit Vlissingen deelt men ons het volgende mede
Gistermiddag (Zondag) is de stoomboot, geladen
met vci'giftslolFeii door de „Frans Naerebout" tot 3
mijlen bewesten Westkapelle begeleid. Omstreeks 5
uur van onze kust zouden de 646 vaten over boord
worden gelaten. Om te maken dat ze zinken zijn ze
met ijzeren banden voorzien, doch het zou ons niet
verwonderen of de vaten zullen stuk slaan en tegen
onze kusten worden geworpen door de vele westen
winden, die in dit jaargetijde hier waaien en door de
stroomen. Ieder zal dus voorzichtig moeten wezen
met 't gebruiken van zeevisch. Onze visschers zullen
er misschien niet weinig schade van hebben, 't Is te
hopen dat bij een volgende gelegenheid de Atlanti
sche Oceaan als lossingsplaats wordt gekozen.
In het jongste nommer van het kerkelijk week
blad wordt door ds. F. Lioai Cachet uit de Kaap
stad de groete aan het Zuiden en de Bazuin over
gebracht. Uit de Transvaal, waarin wij belang stel
len, omdat daar zoovelen onzer land- en geloofsgenoo-
ten wonen, worden door ZEw. ons eenige berichten
medegedeeld. Alle strijd, die onderling woelt, vooral
door de school zonder Bijbel die president Burgers
wil invoeren, moet thans, naar de meeuing van den
heer L. C., rusten, want de republiek is in een moei
lijken oorlog gewikkeld met de Basutos onder het
machtige opperhoofd Sekukini. De berichten, die we
onze lezers in de laatste nommers van ons blad heb
ben medegedeeld, zijn van jonger dagteekening
bovengenoemde brief. Tocli he,