ïterli, School cit lending. GEMENGDE BERICHTEN. BUITENLAND. voorschriften die de orde geeft, zouden wij eenvoudig de vraag willen plaatsenWie is tot deze dingen bekwaam? Heeft eene altijd worstelende, woelende en naar volmaking strevende wereld, dan nu, na zes tig eeuwen nog niet begrepen, dat er andere middelen noodig zijn dan schoone woorden, om te komen tot het beminnen van God en den naaste? Begrijpt dan de ontwikkelde menschheid nog niet, dat de mislukte copie van de Mozaïsche wet, welke de vrij metselaar zijne grondwet noemt, onvermogend is 0111 de behoeften van het lijdende en stervende mensch- dom te vervullen Weet de vrijmetselaars-orde niet, dat er een Christus is, die tot Middelaar voor onze zonden is gekomen, en door wien en in wien God de Groote. Bouwmeester zou de vrijmetselaar zeggen alleen door zijne schepselen kan bemind worden? Men zou het haast zeggen, als men die ijdele klanken leest en hoort. De vrijmetselarij, eene orde let wel die in liet duister werkt en wroet, strijdt tegen de duisternis d. i. het Ultramontanisme. Hoe is het mogelijk dat ernstige mannen zulke taal op de lippen durven nemen De jongste vergadering der orde te 's Gravenhage gaf ons eeuige van die klanken te genieten als daar zijn vooruitgang, volksontwikkeling, verlichting, be schaving, toekomst die aan het nageslacht behoort de orde staat tegenover „onverdraagzaamheid, heersch- zucht, duisternis en diergelijken." In de dagen die wij beleven ook dit moeten we nog opmerken hebben deze woorden eene bij zondere beteekenis. Onder die woorden verbergt men tegenwoordig eene anti-christelijke levensbeschouwing, en de vrijheid wordt door den vrijmetselaar aan die levensbeschouwing wel eens neen meest altijd opgeofferd. Onder den naam van strijd tegen Ultramontaansehe richting die ook wij bestrijden willen met al de kracht die in ons is wil de libe raal (D/in van de bekende orde zullen die richting wel toegedaan zijn) de staatsmacht vestigen tot onderdruk king van alles wat aan een hooger gezag gelooft. „De beste Christen is de beste vrijmetselaar" heeft iemand tot onzen inzender gezegd. Maar weet die spreker dan niet, wat wij wel weten, dat ieder, wien het met het Christendom ernst is, dat is ieder, die niet een bloote leer van zedelijkheid of humaniteit huldigt, maar voor wien de levende God ook een God voor zijn hart en leven geworden is, zich onttrekt aan de orde? Is het persuonlijk gezelschap der vrij metselaars, over het algemeen genomen, den Christen aangenaam? Kan hij in die atmosfeer leven? Ons dunkt de ondervinding bewijst het tegendeel. Wii hebben temeend dit woord in het midden te moeten brengen, teneinde voor onze lezers de opname dezer stukjes toe te lichten; niet om de orde te be strijden plaatsen wij deze regelen. Wij zijn overtuigd dat onder onze lezers de orde geen bestrijding be hoeft en de orde zelve boezemt ons, geheimzinnig als ze is, geen belangstelling in; bovendien zijn de uitkomsten van haren arbeid indien ze arbeidt te weinig om ons tot bestrijding te verlokken. Het gewone programma is verschenen voor de opening van de Vergadering der Statcn- Generaal, op 18 September a. Het Wageningsch Weekblad deelt mede, dat de gezondheidstoestand van da». A. Kuypci* zoo verre verbeterd is, dat men hem tegen October a. in het vaderland mag terug verwachten. Velen zullen zich zeker met ons over zijn terug keer verblijden. De redactie van de Standaard was in de gelegen heid een proef-afgietsel te bezichtigen van de buste van Mr. Isaac da Costa, vervaardigd door den beeldhouwer I. van der Hoogt, te Amsterdam. Allen die het model gezien hebben, getuigen dat de uitvoe ring allen lof verdient. De gelijkenis is bijzonder goed getroffen, zoo zelfs dat de familie-betrekkingen van den ontslapen dichter verklaren dat de gelaats trekken van da Cos la uitnemend zijn weergegeven. Wij zagen tot heden alleen het pendant, dat van mr. Groen van Prinsterer en ook van dat borst beeld mag hetzelfde gezegd worden. Menschen die den overleden staatsman persoonlijk hebben gekend getuigen dat de gelijkenis sprekend is. Binnen wei nige dagen zullen beide busten algemeen worden verkrijgbaar gesteld. Drie der vijf overspanningen van de spoorweg brug over de Maas bij Botterdam zijn voltooid; voor de vierde worden de verticalen gesteld en voor de laatste, die tevens de Boompjes zal overvleugelen, wordt het, steigerwerk geplaatst. Dit hoogst belang rijk deel van het groote werk vordert dus zeer vol doende; toch rekent men, dat het eerst tegen Decem ber geheel voltooid zal kunnen zijn, terwijl de werk zaamheden aan de andere-zip'v-iQran de stad, voor- ft 401 r 1 "V 5 v Donderdag morgen 8 ure werd de vergadering der Inwendige Zending te Amsterdam geopend met een bidstond, waarbij de heer T. M. Looman het eerst het woord voerde, en de opgekomenen hartelijk welkom heette. Na hem gingen verschillende heeren voor in het gebed en droegen het werk van den dag den Heer op. Ten 9 ure begonnen de verschillende sectiën te vergaderen. We hopen zeer dat het ver slag dier vergaderingen in drnk zal verschijnen. Aan het plan om na half twee verschillende sprekers in het park te doen optreden, kon om het ongunstige weder geen gevolg worden gegeven. Zij spraken der halve in de zaal en menig goed woord werd door de heeren Esser, Hovy, de Graaff en anderen ten beste gegeven. Ten half vijf vereenigden zich velen in Artis aan een diner aan 150 couverts. Broeders en Zusters van allerlei rang en stand zaten daar aan. Verschillende toasten werden er gedronken en een telegram in naam van allen aan Z. M. den Koning gezonden met de hartelijke bede voor zijn geestelijk welzijn. Ten 7 ure trad ds. J. P. Nonhebei van Middel burg op en sprak eene rede uit naar aanleiding van Hand. 3 vs. 1 tot 8 waarin Z.Ew. wees op de roe ping der gemeente, tegenover de ellende der maat schappij. Daarna zongen de weezén liederen van Sankey en besloot ds. de Graaff den dag met een kort woord, naar aanleiding van de gelijkenis van de arbeiders in den wijngaard. Den volgenden dag werd eene vergadering gehou den der Nederlandsche Zondagschool-vereeniging in de zaal Claudius Civilis buiten de Leidsche barrière. Blijkens het verslag der Christelijk Philautropische werkzaamheden te Doetinchem, over Augustus '76 studeeren aan de inrichtingen 113 jongelingen, waarvan 18 te Utrecht en 7 voor het onderwijs. Twee can- didaten der vereeniging hebben hun proponentsexa men afgelegd de heeren D. C. TEiijan en J(. ff1. IS. Gruiidlclinei» zoodat thans negen predikanten door haar der gemeente zijn geschonken. Een lSjarig meisje te Breskens heeft zich door het innemen van lucifers en koper vergiftigd. Zij was eene weeze; men meent dat haar levensgedrag aanlei ding tot deze ijselijke daad heeft gegeven. Te Neuzen komen dagelijks deerlijk gehavende schepen binnen. Men hoort dan ook algemeen van het ongunstige weder, dat de meestal noordsche schepen op hunne reis hebben ontmoet. Men meldt uit Utrecht, dd. 7 September: Me vrouw de douairière V. B., wonende in de Maliebaan alhier, die gedurende 6 weken een reisje had gemaakt, keerde heden hiervan terug. Toen zij in hare woning, die gedurende dien tijd onbewoond was, biunentrad, wachtte haar geen aangenaam schouwspel, een paar dieven n. 1. hebben zich door inklimming toegang tot het huis weten te verschaffen, letterlijk alle meubelen opengebroken en den inhoud op den vloer verspreid; wat waarde had is door hen mede- nomen, geld of geldswaarde hebben zij echter niet gevonden, daar dit, evenals het zilverwerk, door de eigenares voor haar vertrek bij bekenden was gebor gen. De politie doet ijverig onderzoek om de daders in handen te krijgen. Voor eenigen tijd ontstond het vermoeden, dat later tot zekerheid kwam, dat verschillende goederen, aan het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen Meerenberg" toebehoorende, waren ontvreemd. De Justitie, daarmede in kennis gesteld, is thans de schuldigen op het spoor gekomen. Bij eene huiszoe king in de woning der moeder van eene 21 jarige dienstbode van het gesticht verricht, heeft men een groot aantal kleedingstukken, alsmede een wollen deken gevonden, die blijkbaar van genoemde instelling af komstig waren. De dienstbode is daarop naar het huis van arrest te Haarlem overgebracht. Zij heeft hare schuld reeds beleden. Bij hare gevangenneming had zij ontvreemde lijfgoederen aan. Naar wij vernemen, heeft men ook in andere plaatsen, o. a. te Nieuwer- Amstel, enz., ontvreemde goederen opgespoord, en heeft men de stellige verwachting, zich van de andere schuldigen te verzekeren. (N. v. d. D.) Z. Exc. de Minister van Einantiën heeft, naar het U. D. meldt, als bewijs van tevredenheid over den door hen gedurende den jongsten watersnood be toonden dienstijver, ruime geldelijke beloouingen toe gekend aan de brievenbestellers te 's Hertogenbosch. Voor eenige dagen zoo schrijft men uit Leiden, begaf een schilder zich al vroeg naar buiten, teneinde door de zilveren m^gentint:n hp Kol4 «,-• ^J" 'C schilder boven zijn landezeltje had opgezet, toen er een disselwagen naderde, waarop zich drie boeren bevonden en die met negen varkens in een hok be laden was. Het was nu pas 8 uur eu men wilde wat tijdig de waar naar de markt brengen. Daar schrikte het paard van de witte parasol. Den wagen te besturen was niet mogelijk meer. Het paard, een zijsprong nemende, wierp in een oogwenk een paar oude knotwilligen omver, deed den schilder met zijn gereedschap op den grond tuimelen en slin gerde den wagen, zoodat hij kautelde en de geheele inhoud er van in de sloot terecht kwam. Nog in tijds had een der boereu het geluk op het droge te springen de beide andere kropen druipnat aan den kant; maar spoediger clan zij den wal bereikt hadden waren de negen varkens zoo vlug als ratten, aan het hok en het water ontkomen, om zich in een nabij gelegen hooiland te verspreiden. Negen volwassen varkens te gaan opvangen uit een hooiland, is eene onderneming, waarvan alleen zij begrip kunnen heb ben, die van nabij zulk een toestand kennen. Een der boeren had zich ernstig aan den enkel bezeerd en kon derhalve geen dienst doen. De schilder, die ieder oogenblik verwacht had dat hij op een duch tig pak slaag zou onthaald worden, hielp nu dapper mede om de varkens te vangen. Te beschrijven hoe zij telkens aan de handen der belanghebbenden ontglipten, of in het lange gras het spoor bijster raakten, is ondoenlijk. Eindelijk was men ruim ten 1 uur in den namiddag gereed en kon de wagen weer vertrekken. „Mijnheer", zei een der boeren, toen men van den schilder afscheid nam, die zijn gebroken gereedschap bijeenpakte en eenige tubes met verf uit de sloot opvisehte, dat is een gevalletje met je zonne-peraplu, dat ik niet gauw vergeten zal, maar ik hoop je nooit meer te ontmoeten, hoor Het is reeds eenigen tijd geleden dat wij eene be schouwing aan li'aukrijk hebben gewijd. De toestand in het Oosten van ons werelddeel vorderde al onze aandacht. Daar was en is nog de brandstof opgehoopt, die tot een laaie gloed uitbar sten kan. Daarbij kwam dat alle staten-vergaderiugen van het Noorden tot het Zuiden gesloten zijn en de berichten uit de onderscheidene landeu als van zelve, voor ons, weinig beteekenend zijn. Nu willen we althans eenige oogenblikken onze aandacht aan Frankrijk wijden. Het zal wel eerst de bewon derenswaardige veerkracht en de onuitputtelijke ener gie zijn, van dat land, hetwelk hem die de geschie denis volgt, verbazen moet. Het is nog maar enkele jaren geleden toen men sprak; dat Erankrijk eene mogendheid van den tweeden rang worden zou; kort daarna rees bij menigeen twijfel omtreut het voort bestaan eener natie, welke zulke elementen in zich bevatte ais de commune oproepen kon. Eu nn! Frankrijk heeft een goed georganiseerd leger, althans volgens getuigenis van den grijzen maarschalk die aan het hoofd van den staat geplaatst is. Erankrijk heeft voor hooger en lager onderwijs groote schatten be steed en wil dat voortdurend doen. Erankrijk staat wat voortbrengselen van nijverheid betreft, boven zijn overwinnaar van 1870, getuige de tentoonstelling te Philadelphia. Erankrijk wil in 187S zelve op nieuw in zijne hoofdstad eene wereldtentoonstelling organi- seeren, zijn dat alle geen bewijzen van eene opstanding der natie? Maar Frankrijk wordt in al zijn voorspoed, die we gaarne erkennen, nog altijd voortgestuwd door de macht die daar is uitgegaan van de Bevolutie. Frank rijk over 't algemeen, wij spreken hier niet Yan den enkelen persoon kent het Evangelie niet Erankrijk heeft te vuur en te zwaard de kennis van het Evangelie tot buiten zijne grenzen verdreven. Met kracht heeft het vooral in de zestiende en achttiende eeuw de belijders van het Evangelie vervolgd, en nu behoeven we niet te spreken van een toorn of vloek van God die over Erankrijk komt; dat is de vloek en de toorn dat zulk een nijver volk en schoon land, nu reeds een eeuw lang wordt voortgejaagd van opstand tot opstand, van deze regeering tot die regeering, van de jezuiten naar de commune-mannen, om als in woesten vaart zich zelve dood ie loopen; dat is de vloek en de toom Godó, dat Erankrijk het leven zijner rustige burgers, die troost vonden in den dienst van God, die rusti<~ op aarde leefden omdat ze een hope der toekf.o- haddeu van zijnen bodem heeft verdreven, - plaats heeft gelokt, menschen die leven niet verder reikt dan deze aa* zoo spoedig en zooveel mop"p,l~i,v,l'>_ 1 1 T 1 1- 1 _,|]jl<yOl>| len. Van daar die 11 *.jl7 I De eene partii v 4.29 j of er 3.1 I 4,5(11 .^aste^Ai'vf"-1 jR.55 I 7.14 7.2:0

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 2