CHRISTILIJR-flISTORÏSO BLAD. Dinsdag' o September. BINNENLAND. M°. 29. I87C. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maindag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden francoƒ2, Enkele nommers- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, TE MIDDELBURG-. Prijs der Advertentiën Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1G regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. AGENTEN: de heeren P. G. de Vey Mestdagh te Vlissingen, M. de Jonge Jz. te GoesJ. van der Peijl te Neuzen. ii. Zóó moet men dan ook voor de kermis iets anders uitdenken. Immers de menschen moeten afleiding hebben. Zóó niet, dan zal het dreigend spook der ontevredenheid, der oproerigheid binnensluipen in hoofd en hart, daartoe moet geen tijd gelaten worden. Wat wij reeds daartegen hebben? Het is, dat men de vreugde, de feestelijke stemming .maakt scheptin den volsten zin des woords, uit het niet voortbrengtVreugde en droefheid zijn beiden zaken, waarbij wij slechts ontvangende, slechts lijdende optreden. De tijd harer ge boorte, hare mate en duur berusten in de han den van den al wij zen God, die ze met ondoor grondelijke liefde, met onbegrepen wijsheid aan Zijne schepselen toeschikt, naarmate ieder vreug de dragen kan, naarmate elks hart smarte tot heeling behoeft. Als het een land en een volk kwalijk gaat, als daar een worm knaagt aan ons maatschappelijk geluk, aan ons de schuld! Er is een ban in het leger en onze God kan niet met ons zijn. Wij hebben dan naar de oorzaken te zoeken, ons te verootmoedigen voor Hem en wat daar verkeerds was, weg te nemen uit huis en hart. Dan zal Hij zich ontfermen en de plage zal van ons en onze kinderen wijken. Doch geene bloemen gestrooid over een moeras, geen lach op het gelaat ge- teekend, waar het harte weent en bloedt. Het is den Allerhoogste verzoeken en Hij zal nieuwe plagen tot de ouden voegen, opdat wij gene zen worden van het bespotten Zijner roede, van onze volkszonden. Iedere poging om stel selmatig ons in vreugde te zetten, is onnatuur lijk, is verkeerd en draagt haar doodvonnis reeds in hare geboorte met zich. Eén van bei den: of zij mislukt, zij is gedwongen en stijf, of zij ontaardt in opgewondenheid en losban digheid. Dat we ons verheugen, waar God ons en ons huis welgedaan heelt Dat we onze nationale gedenkdagen feestelijk vierenDat we, als een christenvolk altijd blijde, altijd goedsmoeds" zijn! Doch, laat ons den ernst lies levens niet stelselmatig wegschertsen, weg- £ii, wegdansenNimmer neemt een mensch fijnen God het werk uit de handen art van het menschelijk hart is edaagsche spreekwoord anneer men wil" geene en volksvermaken zeiven zijn daar, om te be wijzen, dat men tot hiertoe niet slaagde. Wij hebben dus allereerst dit tégen de zoo genaamde volksvermaken", dat ze den histo- rischen grondslag missen, daar geen enkele band hem aan het leven der menschen en der mensch- heid bindt. Zie, dat bezat de kermis toch nog, al heeft haar recht van bestaan daarmede ook opgehouden. De zoogenaamde kerk-missen wa ren in vroegere tijden den handelaren zeer ge- wenschte gelegenheden, hunne waren ter markt en aan den man te brengen, en menigeen zag reikhalzend naar die gelegenheid uit, daar hij zich voor beroep of huisgezin dingen verschaf fen kon, die in gewone tijden ten zijnent niet te bekomen waren. Ge kent immers het oude liedje nog wel: »de kermis komt maar eens in 'tjaaren dat was dan' ook maar ge lukkig, vooral toen de kermissen zóózeer ont aardden in ware doïïemansdagen". Daarom juist kunnen wij ook aan de volksvermaken" onze stem niet geven. Indien wij de dagen of avonden, daaraan gewijd, optellen, zal men welhaast tot een veel grooter getal dagen geraken, waarin ons volk zijn God en zijn ge weten, zijne gezondheid en de belangen van zijn huisgezin geheel vergeet. Immers men zal de kunst wel verstaan, om ze smakelijk te maken voor het volk, en hoe meer men de zinnen streelt, des te meer zal het verlangen naar zingenot toenemen en dusook be vredigd worden. Zij die echter aandringen op het vervangen der kermis door volksvermakerf', openen een uitweg aan een stroom, dien zij niet zullen kunnen stuiten, welks geweldige golven hen medesleuren zullen, ook daar, waar zij nimmer hebben willen zijn. Of meent gij waarlijk, dat liij, die thans waggelend en tie rend, met een beschonken hoofd en een be rooide beurs vau de kermis huiswaarts keert van uwe volksvermaken", uw vuurwerk, volks concert, goocheltoeren, enz. als een iatsoenlijk mensch zich naar de zijnen begeven zal Zegt ons, welken grond hebt ge tot die hoop? Wij vreezen het tegendeel. Wij weten, dat ieder, die zich aan zingenot overgeleverd heeft een speelbal is van zijne zinnen en van an- derer verleiding. Een slaaf van eene geheim zinnige macht, die hem zoo betoovert, dat hij steeds meer genot wil, al is het dan ook ein delijk ten koste van zichzelven, van allen en alles, almoeten er ook bergen om verzet worden, almoet menj ook afdalen in de keuren wij deze zeiven af, omdat zij den Al lerhoogste naar de kroon steken, omdat zij door menschen geschapen, hunne natuurlijke geboor te missen, omdat zij wat karakter, strekking en duur betreffen, zelfs schuldiger en schade lijker zijn dan de kermis. Doch geen kermis, geene volksvermaken, wat dan Het volk moet toch wat hebben! Wilt gij het dan alles ontnemen O Mijn volk! Hoe aandoenlijk, hoe weemoedig klinkt die klacht uit uwen mond. Indien dat uw alles is, waar zijn dan uw overige schatten gebleven Waar is dat genoegelijk oud-hollandsche" huisgezin, waar die heerlijke oud-hollandsche feestdagen, waarop gij den God uwer ^aderen danktet, die u met eene sterke hand van uwe vijanden verloste, die uwe voorraadschuren van koren en most deed overloopeu, waar uwe goede zeden en uw gegoede burgerij, welke de onbezorgdheid op het aangezicht te lezen stond Waar zij zijn Verdwenen met oud- Holland en met de godsvrucht van den oud- Hollander. En nu In plaats van de gouden appelen uit den hoorn des overvloeds, dien God over u uitschudde, wilt gij u laven met Sodomsappelen der zinsbekoring, schoon om te aanschouwen, doch vol van wrange en bittere asch Indien dit uw alles is, ach wat is het weinigDen gouden tempel van uw volks welvaart hebt gij met schendige hand afgebro ken en op de puinhoopen bouwt men u een muziektent, gereed om bij den eersten storm in elkander te storten Keer terugo mijn volk In de vrceze des Heeren is een groot gewin met vergenoegen! Zijne vreeze, die maakt u rijk en Hij voegt er geene smart bij Doch gij wilt niet Meer dan ooit roepen wij u toe: verheug u dan met vreeze en beven!" Want de tonen uwer feestmuziek zullen uw hart geen ruste geven, den ernst der tijden kan men u uit huis en gemoed niet weggoGehelen, met de vonken uwer vuurwerken kunt gij uw donkeren nacht niet dan een oogwenk verlich ten, en te midden van den dans voelt gij het knagen van den worm aan uw harte Z. H3. de Koaiiaig is op nieuw voor veertien dagen naar het Loo terruggekeerd en Z. K. H. pi'fisis Alc&aasder maakte de vorige week een uitstapje naar Overijsel. Heden (Maandag) viert Z. li. II. de E&ï'ooEii6a»3ns zijn 36ste geboorte- dag. Door de dienstdoende schutterijen van Zierikzee,

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1