CHRISTlLIJÜ-IISTORlSfil RLAD. 26. Dinsdag 20 Augustus. 1676. AFBREKEN, NIET OPBOUWEN. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, belialve op Christelijke feestdagen. Prijs per drie maanden franco2, Enkele nomnier- 0,07 Uitgever: ALBERT WEDDING, te MIDDELBURG. Prijs der Advertentiën Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 10 cents per regel. Wij iezen in het Vaderland „Indien er onder onze tegenstanders zijn, die zich inbeelden, dat de liberale partij, omdat zij de hand having van dit kabinet niet heeft tegengewerkt, nu ook stilzwijgend op zich heeft genomen het ministerie te steunen in het tot stand brengen van maatregelen, die met haar beginselen in strijd zijn, dan vergissen zij zich deerlijk. Al is voor onze geestverwanten de tijd nog niet gekomen om de taak van controleeren door die van gouverneeren te vervangen, na al het gebeurde is strenge controle meer dan ooit dure plicht. Geen laffe plagerij, maar ook geen transactie op het stuk van beginselen. Geen speldenprikkerij, naar ook geen beginsellooze onderworpenheid uit vrees voor nieuwe comedie. Voor de liberale partij is, zoo zij hare positie goed begrijpt, thans eene schoone taak weggelegd. In de oppositie zal zij moeten toonen, wat als regeerings- partij van haar is te wachten. Is de zelfbeheersching, -waarvan zij in de laatste weken blijk heeft gegeven, geen voorbijgaand verschijnsel, dan zal zij zich den tijd, die haar nog gegund is, ten nutte maken om zich voor te bereiden voor den dag, dat de liberalen zullen worden geroepen, niet omdat de zetels vacant zijn, maar omdat de liberale beginselen hebben ge- triumfeerd." Wat ons in deze eerlijke bekentenis tegenstaat? Allereerst de vorm. Wij lazen de betuiging eenmaal en werden aangegrepen door een gevoel van afkeer. Om ons daarvan rekenschap te geven, herlazen wij ze en stuitten op dat »geen laffe plagerij", »geen speldenprikkerij." Naar ons inzien zijn dit geene gepaste termen, waar men de vraag bespreektwie het land, wie het volk regeeren zal! Waar het welzijn van mil- lioenen op het spel staat, moest zelfs de ge dachte aan zulke kleingeestige handelingen niet geboren kunnen worden. Deze woorden reeds wijzen het diepe bederf aan, dat er in onzen staatkundigen dampkring schuilt, 't Is niet meer de vraag, wie het volk, de drie en een half millioen Nederlanders het gelukkigst maken zal; 't geldt thans slechts: wiens haan koning zal kraaien. Partijdrift zetelt op de plaats der vaderlandsliefde, de hartstocht om te heer- schen heeft voor de liefde tot medeburgers tats moeten ruimen, o Land, oVolk! Indien ïiger tijd uwe naburen u zoo bedreigen buiten, als uw eigen kinderen van dt gij kunnen bestaan Die laffe utter spotspel van ernstige [angeuDie spel- feuilles ter beschikking van Z. M. gesteld." Wat al marktgeschreeuw sinds de dagbladen ons het verrassende nieuws meldden. Hier was reeds een nieuw kabinet samengesteld, daar bleef het oude in zijn geheel, ginds zouden enkele leden hunne plaatsen aan anderen in ruimen, die met de overigen de taak der regee ring zouden aanvaarden. Reeds werden vele namen genoemd en nog meerderen gedacht. Eindelijk trad de heer Kappeijne op het tooneel. Nu eens was hij niet te vinden, dan weder reisde hij naar het Loo om met Z. M. te beraadsla gen over het samenstellen van een nieuw ka binet. Ten slotte werd alles tegengesproken. Wij vragen: is dat het werk van ernstige lieden? Intusschen nog steeds duurt de span ning voort, waarin ons land tengevolge der ministerieele crisis verkeert. Ons volk bekreunt er zich weinig dm. Kan het anders? Waar de betrokken personen zelve, waar de dagbla den dergelijke taal voeren, moet de oninge wijde, de leek, wel minachtend de schouders o pli al en. De liberalen hebben het Ministerie Heemskerk doen vallen. Durven zij zelve nu den taak aanvaar den? Wij meenen: neen! Immers van alle zijden raden zij het elkander ten zeerste af. De tijd is daarvoor nog niet gekomen, omdat de vrede tus- schen de liberale broeders" nog eerst onlangs geteekend en niet sterk te vertrouwen is, om dat, zooals wij hier lezen, de liberale beginse len nog niet getriomfeerd hebben. Kortelings noemde de Middelb. Cour. Groen een »huiveraar, een man, alleen voor de bespiegeling, niet voor de werkelijkheid geschikt," omdat hij het aan bod ter kabinetsformatie om soortgelijke rede nen afsloeg; heeft zij er vrede mede, dan pas sen wij thans deze benamingen op hare eigene partij toe. Meent echter niet, dat de liberale party, onmach tig als zij is, zelve te regeeren, der tegenpartij vrij spel zal laten. Neen, dat zij de handhaving van dit kabinet niet heeft tegengewerkt, is waarlijk geene svmpathie-betooning, geene ge nade, aan Heemskerk en de zijnen bewezen. De dag zal komen, dat al de kunstgrepen ge slaagd zijn, dat het spel gewonnen is, dat het Nederlandsche volk verdeeld worden zal in libe rale overwinnaars en hunne anti-liberale lijf eigenen. Als er dan geene ministerieele zetels open zijn, dan zullen ze wel vacant gemaakt worden. Immers het is door de barmhartigheid der liberalen, dat de kabinetten gehandhaafd kunnen blijven en deze barmhartigheid zullen i sWhts zoolans- beoefenen, als het met hun (tegenstand). In hare wederstrevigheid tegen de handelingen der regeering zal de liberale partij toonen, hoe zij het wil en verstaat. Dit is trouwens niets nieuws, zij toonde dit reeds lang. Indien zij nu ook gelijktijdig slechts aantoonde, hoe zij het uitvoeren kan. Zij zal zich den tijd ten nutte maken, om waar schijnlijk nog een tal van kabinetten te doen vallen en ons arme vaderland nog ette lijke malen prijs te geven aan hare partij-drift en aan ministerieele crisissen, gelijk aan die, waarin wij thans leven. Het Vaderland hebbe geene vrees, dat we ons met te schoone voor stellingen vleien zullen. Wij weten bij ervaring wat onze liberalen in het schild voeren. Nog niet genoeg is de band tusschen regeering en volk verwijd. Nog dieper moeten regeeringen vertegenwoordiging in de oogen van het volk dalen door het eindeloos redekavelen, het onop houdelijk oppositie voeren. Nog niet genoeg is ons politiek gehaspel aan den spotlust van Europa overgeleverd. De dag zal géboren worden, wij wagen het eveneens te profeteeren, wanneer de liberale beginselen althans in zoover getriom feerd zullen hebben, dat de zetels aan de groene tafel ledig zullen blijven, omdat ieder welden kend Staatsman het beneden zich achten zal, zijne beste levenskrachten te verteeren in nut- telooze werkzaamheid. Dan, o Scheepke van Staat zullen de liberale stuurlieden het roer ter hand nemen en u vliegensvlug, duizelend snel voortdrijven naar oorden, waar gij niet landen wildet, in een koers, dien ge niet verkoost. Zoo lang, tot de arme schepelingen het hoofd omhoog heffen en het aangezicht van den God van Nederland weder zoeken, zoolang tot men be grijpt, dat de overheid het zwaard draagt bij de gratie Gods", zoolang tot men bekent, dat het een volk noodlottig is, zich te scheiden van zijn verleden. Indien ge maar niet voor dien tijd op gindsche klip u te brijzelen stoot, indienDoch waartoe meer? De zelfbeheersching der liberalenWaarlijk, zij mag een verschijnsel gedoopt worden. Het Vaderland vleie zich nietLang zal zij niet duren. Wie het belang van een volk zoekt, kan zichzelven beheerschen, wie de haas zijn wilvergeet zichzelven en tracht slechts anderen te beheerschen. Doch wat er ook van zij, of onze liberalen in toomelooze woede voortgaan zullen, alles aan zich te trekken, alles te be machtigen en allen, dan wel of zij in voort durende oppositie het gansche staatsgebouw af breken, ondermijnen willen, totdat de dag ge boren wordt, waarop^Jiunne vleugels

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 1