CI! Ill ST EH.J HISTORISCH BLAD.
WAT IS NOODIG?
iV. 25.
Zaterdag 26 Augustus.
1876
BINNENLAND.
HET ZUIDE
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden franco2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING.
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 16
regels J 1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Een ding is noodig, lezers, één ding slechts
voor u en mij, voor ons allen. Als zondaags
zalig te worden. Er is één weg, ééne waarheid,
die rust en vrede voor de ziel geven kan. In
het bewandelen van dien éénen weg, in het
aannemen van die ééne waarheid is vergeving
en zaligheid te vinden. Is er aan deze belij
denis smaad verbonden, welnu we haasten ons,
ons te doen inschrijven op den rol der gesma
den. We stellen deze belijdenis voorop, ook al
weten we dat we daardoor dim schyn van be
krompenheid op ons laden. Maar, alleen met
het onbewimpeld uitkomen voor dit ons ge
voelen achten we onze taak niet als afgedaan.
Vasthouding aan de waarheid, dat is volgens
ons no. 11, aan de uitspraken van Gods woord en
de lessen der ervaring roept ons tot plichten.
Naar elks bijzondere plaats en betrekking in de
maatschappij hebbeu. wij plichten te vervallen.
Eén ding is noodig; maar als wij dat ééne
noodige gevonden hebben, moet de vrucht en
den invloed er van in ons geheele leven open
baar worden. Indien wij de uitspraken van
Gods woord hebben leeren kennen, waardoor
wij voor struikelen behoed worden, dan voegt
het ons, dankbaar voor dat licht, bij dien hel
deren fakkel, verder door te dringen in de
schuilhoeken der wetenschap en in den doolhof
der gebeurtenissen. Indien wij, tot behoudenis
onzer zielen niets weten willen dan Christus en
Dien gekruist, dan moet ook die wetenschap
der liefde ons ter verheerlijking Gods overal
opwekken en dringen. Tot prediking van het
Evangelie is een ieder gij en wij, ge
roepen en dat kan geschieden op velerlei wijze:
door werken en woorden; door daden, maar ook
door prediking. Op velerlei wijze kan de pre
diking van het Evangelie geschieden. Zou het
niet dubbel onverantwoordelijk zijn Hem, die
de gangen der wereldgeschiedenis bestuurt te
miskennen of niet te kennen in de geschiedenis
van dat wereldbestuur; de teekenen zijner al
macht en liefde en Zijner gerichten met koele
onverschilligheid voorbij te gaan. De Hemelen
^vertellen Gods eer, maar is het ook niet ter
Gods, wanneer ons de annalen der ge
zeggen, dat het verlaten van zijn
is om den mensch, om de natieën
ellende te werpen. Wat
der geschiedenis ons
het trot-
orgaan voor u, die met ons het Evangelie be
lijdt. Onze roeping is u het Evangelie te pre
diken, maar in den vorm gelijk onze dagen
die eischt. Wetenschap en Heilige Schrift wen-
scken we te vereenigenwant met het richt
snoer der Heilige Schrift in de hand, hebben
wij ook voortdurend aan wetenschap behoefte.
Om met ijver en nauwgezetheid in onze be
trekking werkzaam te zijn, moeten wij immers
ook kennis bezitten van datgene, wat tot onzen
werkkring behoort. De vreeze des .Heeren is
het beginsel der wetenschap, maar daarom de
geheele wetenschap nog niet. In de Evange
lische waarheid ligt het zuurdeesem, maar om
smakelijk en gezond brood te verkrijgen, wordt
bij den zuurdeesem ook deeg vereischt. Wij
behooren niet traag te zijn, waar het vraag
stukken van algemeen dus ook ons
belang geldt. De vraagstukken die wij wen-
schen te bespreken, zijn van algemeen
belang. Was het een strijd over een hoog
buUgot, van uitgaven, ot 'over de mitt..4..i-
eele verantwoordelijkheid, zouden U dan
niet vragen ons te hooren. Wij zouden zwy-
gen. Maar onze stemme moge thans U be
reiken. Er staat op het spel wat ook U en
ons ter harte moet gaan. Of gaat het U soms
niet aan, dat Nederland begrippen huldigt,
welke in den vuurproef der eeuwen reeds onhoud
baar zijn gebleken? Gaat het u niet aan, daf
het land waaraan een Marnix van St. Aldegonde
zijn schoonste zang gewijd heeft, thans in wufte
vreugd en feesten zonder eind, dien God vergeet,
op wien die vrijheidsheld bouwde? Is het voor
u van geen belang, dat in plaats van helden en
martelaren, gelijk de vaderlandsche scholen der
vorige eeuw hebben geleverd, thans een geslacht
opgroeit, hetwelk niet zooveel van het Chris
tendom weet, als een beschaafd mensch van
Mohamed behoort te weten? Weet gij niet dat
de kerk van Rome, hare grondwettige gelijk
stelling gebruikt tot het vestigen van eene tel
kens dreigender wordende overmacht? Gelooft
gij niet, dat waar het Evangelie zich levendig
en krachtvol betoont, tegenstand en vervolging
negentiendeeuwsche vervolging altijd ook
om der Godsdienst wil, tot de plichten der
Staatkunde behoort? Erkent gy niet met ons,
dat eene algemeene bemoeizucht, centralisatie
geest, is gevaren in alle geledingen van den
Staat, zoodat geestelijke en lichamelijke zor
gen onderwijs en vaccine ons nu reeds
door een landsvaderlijk bestuur worden toebe-
schikt. In de school waar wij onderwijs ont
vangen hebbenheeten alle deze dingen vruch-
de geheele wetenschap strekken beide zich uit.
De eerste heeft opstand tegen God, van meet
af, in hare banier geschreven, de tweede leert
onderwerping aan God. Zou het niet behooren
tot het ééne noodige, te getuigen voor de on
voorwaardelijke onderwerping aan de wet Gods?
Maar ook. vergeten we dit nooit, ook tot het
ééne noodige behoort elkander te wijzen op den
eenigen springader, die nog steeds mildelijk vloeit.
Vergeten wij nooit, in al onzen strijd, te ge
denken, dat niet in het rijk der bespiegelingen
of der wetenschap, de oorsprong te vinden
is der levensfontein, maar dat het verborgen
heden zijn, welke de Heer den nederigen en
zachtmoedigen bekend maakt. De kinderlijke
aanneming van dingen, welke voor den wijzen
en versr.andigen verborgen zijn, is de eerste
voorwaarde om het ééne noodige te leeren
verstaan. Gelijk voor de drenkeling slechts
één ding noodig is d. i. redding uit doods-
erptrnnv n.l-7/M-» liokl-»™-. i. i oljggn
behoefte aan dat groote goed, hetwelk
eeuwigheid omvat.
Hebt gij dat groote goed gevonden dan zult
ge worden een van die, waarvan dezer dagen
een onzer uitnemendste schrijvers zeide De
schoonste gaven Gods aan menschheid en
gemeente zijn niet instellingen, denkbeelden of
stelsels, maar levende personen. In de per
soonlijkheid ligt duurzame werking, iuzonder-
heid wanneer het geloof haar heeft geheiligd."
Een zoodanige voor de gemeente, voor de
maatschappij te zijn, welk een heerlijk ideaal
In de zitting van den gemeenteraad van
Itliddelbnrg, op jl. Woensdag was ingekomen eeD
adres van den majoor-coramandant der dd. schutterij,
ten einde den raad te verzoeken f 150 beschikbaar te
stellen als subsidie voor eene te houden schietwed
strijd. Zonder eenige bedenking werd dit voorstel
ingewilligd. Eene kleine wijziging werd gebracht in
de verordening op het droge dok en de jaarwedden
der brugwachters werden op nieuw geregeld. De ge-
meent erekeuing over 1875, sluitende met een goed
saldo van f 55,381.477s?) werd eenparig goedgekeurd,
en de begrooting voor 1877 werd door den voorzit-
overgelegd. De voorzitter deelde daarbij mede, dat
de hoofdelijke omslag met f 3500 is moeten verhoogd
worden, daar de inkomsten der gemeente met f 2800
zijn verminderd door de herziening der belasting op
de gebouwde eigendommen en door de meerdere kos
ten vooral voor het onderwijs. Verder deelt de voor
zitter mede dat de heeren mr. J. Ermerins en dr. F.
P. ,T. Sibmacher Zijnen hunne benoeming tot lid dei-
plaatselijke schoolcommissie aannemen, maar dat de
heeren P. M. de Ligny, II. D. Slegt en C. J. J. A.
vau Teijlingen hebben bedankt. De raad besloot aan
de, nu uit 6 leden bestaande, schoolcommissie eene
aanbeveling te verzoeken voor de nog ontbrekende^,
3 lnflnu "Mrvrr woivl/m ^nt_ hill lïnrirl