CHRISTlLIJHISTORISmi BLAD.
ftifsehafflog der Kermis.
A°. I Donderdag' 10 Augustus. 1070.
BINNENLAND.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden franco2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
N1IDDEL13UPIU-.
Prijs der Advertentiën
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
1—6
De redactie ruimt gaarne de plaats van hoofd
artikel voor dit schrijven in.
De Kermis van Zeelands Hoofdstad- is, ge
lukkig! weer afgeloopen. Ik wil niet zeggen
dat ze gelukkig of goed afgeloopen is. Veeleer
vrees ik, dat weer veler eer voor het geheele
leven geroofd, veler armoede vergroot, veler
schuld vermeerderd, veler geweten verkracht,
veler wereldzin toegenomen, veler oordeel ver
zwaard is geworden.
Het was mij daarom aangenaam onlangs uit
een stuk in de Middelburgsche courant te mo
gen zien, dat ook deze Redactie den tijd van
hare afschaffing gekomen acht. Eendracht maakt
macht. Het waarschuwend woord van Ds. Non
hebei, waaronder ik in gedachte ook mijnen
naam plaatste, had ook niet alleen onthouding,
maar evenzeer afschaffing op het oog. Zouden
we door eendrachtige werkzaamheid en gemeen
schappelijk initiatief het bij de bevoegde au
toriteit niet zoover kunnen brengen, dat ze voor
het laatst in onze stad is gehouden?
Ontegenzeggelijk toch is er veel, zeer veel,
dat voor de afschaffing pleit. De heer Nonhe
bei heeft ons reeds herinnerd, dat ze oorspron
kelijk een jaarmarkt was, waarop men veel kon
koopen, dat te vergeefs in eigen plaats of om
geving werd gezocht; doch dat ze sinds lang
schier niet iets, of niets aanbiedt, wat men
zich niet veel beter en goedkooper in eigen
plaats en bij stadgenooten kan aanschaffen.
De kermis heeft de reden van haar bestaan
verloren. En daarom is er reden om te wen-
schen, dat de binnenlandsche mogendheden om
trent hare opheffing het maar spoediger mogen
eens zijn dan het de buitenlandsche zijn over
de opheffing van het Turksche rijk.
Mogelijk zegt deze en gene: als zij de reden
van haar bestaan verloren heeft, wees dan
maar gerust, dan zal ze ook wel uitsterven.
Uitnemend als een spoedig verloop geen
weldaad wasals we maar zeggen kondendoet
ze geen goed, ze doet ook geen kwaad." Doch
wie kan het met recht tegenspreken, dat ze
dermate is ontaard, dat ze eene gelegenheid
van zooveel uitspattingen is geworden, dat we
ons diep hebben te schamen, wanneer lieden
but andere landen bij die gelegenheden onze
wl en dorpen bezoeken. Het is van alge-
^^^^^KbunUieid dat vreemdelingen zich ver-
^fc|^hebben, dat in het anders
eeuw op zulk
b-isi
aan ons Land bezoeken, te vergeefs naar zulke
feesten vragen.
Er is meer niet alleen achting voor
maar ook liefde tot ons zeiven moest tot de
afschaffing noopen- Het mag ons zelfs wel be
vreemden, dat de tegenwoordig zoo actieve en
invloedrijke gezondheidscommissiën niet reeds
lang en eenparig voor hare afschaffing hebben
geadviseerd. Hoe licht kunnen, hoe dikwerf zul
len wel ziekten, die epidemisch werden, door
kermisreizigers zijn overgebracht. Hoe vele kin
deren zijn door de kermis-grappenmakers tot
krankwordens, zoo niet tot stervens toe ver
schrikt en beangst geworden. Hoe vele zwak
ken en kranken worden, vanwege het helsche
leven, nn eenmaal aan haar eigen, in hunne dag
en nachtrust gestoord. Hoe velen hebben door
brasserij, dronkenschap en nachtgewoel die bij ge
legenheid hunne gezondheid of hun leven verloren.
Ons, oningewijden, wil het zoo voorkomen,
dat de gezondheidsleer dit niets beteekenend
offer eischt.
Ook het maatschappelijk: en algemeen belang
hebben we, naaf het ons 'toeschijnt, tot onze
bondgenooten. Om hetgeen gezegd is niet
slechts, maar evenzeer omdat in die nutte-
looze kermisreizigers zoo vele gaven en
krachten verloren gaan, die, ware zij opgehe
ven, noodwendig nuttiger en in beter werk
kring zouden worden besteed. Hoeveel zuur
verdiende penningen, die wijzer en nutter kon
den worden besteed, worden nu door landloopers
meegevoerd, of terstond in brooddronkenheid
verteerd. Hoe vele neringdoenden wijten aan
de kermis verschillende oninbare posten. Het
algemeen belang, dat onze overheden wel landen
en lustoorden doet onteigenen, vraagt o. i. de
onteigening van dit kinderspel.
Er zijn echter nog hooger belangen, in wier
naam wij op bare afschaffing durven aandrin
gen, nl. de zedelijke en eeuwige. Wie kan het
op goede gronden ontkennen, dat zij het volk,
welks beschaving en veredeling wij toch moeten
voorstaan en bevorderen, demoraliseert, dat zij,
ontaard als ze nu eenmaal is, het zedebederf
verontrustend in de hand werkt?
Zijn niet de bewijzen te over dat het tijden
en plaatsen zijn geworden van gruwelijke on
tucht, van buitengewone dronkenschap, van on
uitstaanbare lastering van den Naam des Aller-
hoogsten en van meer andere zonde? Ons dunkt
dat elk die de goede zeden van stad en land
bevorderlijk wenscht te wezen, in naam der ze
delijkheid moet optreden om haar hoe eer hoe
heter te doen verdwijnen. En wie, die gelooft
aan een heilig God en_aan de wedervergelding
Ons althans zult ge bereid vinden om te
doen wat we vermogen, teneinde weldra hare
uitvaart te vieren.
LITTOOIJ.
Bij het Departement van koloniën zijn de volgende
telegrammen ontvangen; dd. 23 Juli: Nadat door de
ageerende coloniies op 13 Juli de moeilijke overtocht
over de diepe, 47 meter breede Koeroeng Baba en
daarmede de omtrekking van den vijand volbracht
was, zijn zij over Leboe, waar de verblijfplaats van
toekoe Tjihik werd verbrand, voortgerukt naar de
Koeroeng-Raba baai en hebben zij zich gelegerd in
de nabijgelegen kampong Moesan. Aldaar bleven 3
compagnieën ter bescherming van en tot het helpen
aan den bouw eener nieuwe versterking achter, ter
wijl de overige drie compagnieën den 14 Juli terug
keerden naar Boekit Seboen en den volgenden dag
t naar Kotta-Radja. Twee patrouilles eene uit Pango,
de andere uit Boekit Daroe werden door den
overmachtigen vijand aangevallen; de eerste leed een
verlies van 10 dooden en 6 gewonden, de tweede
verloor 5 man. Overigens was de vijand rustig. De
gezondheidstoestand was minder gunstig. Te Pedir
werd, in tegenwoordigheid van den radja, het politiek
gezag ter Noordkust door den assistent—resident de
Scheemaker van den stations-kommandant overgenomen;
en een gedateerd 30 Juli hetwelk zegtdat de bergpas
Glitaroea geheel van vijanden gezuiverd was. Eene
patrpuille van 30 man kwam in gevecht met een aan
tal vijanden, die met achterlating van 10 dooden
werden teruggedreven; aan onze zijde sneuvelden 5
man en werden 7 gewond. De weersgesteldheid was
droog en warm. Enkele choleragevallen kwamen voor.
Een gezantschap uit Groot-Pedir is te Groot-Atchin
aangekomen om zijne opwachting bij den bevelhebber
te maken.
De Minister van EinantiënIn ervaring geko
men zijnde, dat sedert eenigen tijd door een deel
der ingezetenen zeer te recht geweigerd wordt Bel
gische 2-eeutimesstiikken in betaling aan te
nemenen zijnerzijds die geneigdheid van het publiek
om eindelijk mede te werken tot wering dier vreem
de muntstukken uit den omloop, zooveel mogelijk
wenschende te steunengeeft aan de ingezetenen langs
dezen weg te kennen dat vermits niemand gehouden,
is vreemde muntstukken in betaling aan te nemen,
's lnnds rekenplichtigen op nieuw ten strengste zijn
aangeschreven om de gemelde stukken niet in ont
vang te nemennoodigt de ingezetenen bij herhaling
ten dringendste uit, om hunnerzijds, door die stukkeu
niet in betaling aan te nemen, tot wering van den ver
deren omloop daarvan mede te werken, vooral ook
om zich voor schade te hoeden, daar wellicht, over
eenkomstig het daartoe strekkend reeds aanhangig
wetsvoorstel binnen niet langen tijd de Nederlandsche
koperen munt door bronzen zal worden vervangen
en dan^>rèl de Nederlandsche centen maar uiet de
L- A„„li