CIIRIS T E L IJ K-l! IS T 0 RIS C
Donderdag' 3 Augustus.
BINNENLAND.
Rh 15.
1870.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden franco2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MIDDELBURG*.
Prtjs der Advkrtentiën:
Per regel 15 ets.Familie-berichten van
regels 1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
1—6
DWAXIXG OF
In vorige nommers van ons blad raeenen wij
het onmogelijke, ongewensehte en onplichtma
tige aangetoond te hebben van de zóó aanlok
kende leuze: Christendom boven geloofsver
deeldheid. Wat wilden wij daarmede? U op
het gebied der bespiegeling voeren, opdat ge
ons met een weiwillenden, doch belangeloozen
lach gelijk zoudt geeen op een punt, van het
werkelijk leven afgescheiden en nimmer of lut
tel daarin optredend? Waarlijk, uw tijd en de
onze is daarvoor te kostbaar. Neen, opzettelijk
vestigden wij uw aandacht op de schoonklin
kende leuze, omdat zij zulk eene geweldige
macht is, die den staat doorzuurt, uw en ons
hart bestormt, het huisgezin omkeert, de school
verovert en de kerk ondermijnt. Waarin is dan
deze hare kracht gelegen In hare onwaarheid.
Wat zegt men te begeeren? Christendom, ja,
maar Christendom boven geloofsverdeeldheid.
Zulk een Christendom is eene onmogelijkheid.
Bijgevolg, men -wil gcai christendom. Dit is
niet slechts in theorie waar, de praktijk toont
dit. Vraag hen, die deze leuze op hun schild
schrijven, wat zij van Christus denken, welkr
eene plaats Hij in hun hart en leven inneemt.
Laat hen voor u het beeld van hun Christus
afmalen en uw eigen gemoed zal zeggen: dat
portret gelijkt in niets op het origineel. Ziet,
hoe men voor de kinderen onzes volks dien
Christus zoekt af te beelden op de school, zoo
men Hem waarlijk voor hen nog noemt. Zeg
ons dan, vader, moeder, of dat de Heiland is.
tot wien gij uwe kinderen brengen wilt, opdat
gij ze veilig weten moogt onder de stormen
des levens, veilig en gezegend tevens. Luister,
welk een Christus men uw eigen hart opdrin
gen wil, in de kerk en bij geschrifte en vraag
uw hart en dat van anderen, of er kracht der
liefde van Hem uitgaat, die u aangordt met
moed om u zeiven te overwinnen. Maar waar
om dan toch dien naam genoemd? Is het
eene zuivere dwaling? Wij meenen, neen.
Het onderscheid tusichen een Godmensch
en een onontwikkeld zedeleeraar is toch te
groot, dan dat men zich in die beiden zou
kunnen verwarren. En hij, die zich niet met
een wormstekigen appel zou laten tevreden
stellen, waar hij een edelen vruchtboom in
zijnen tuin begeert, moest ons nimmer betoo-
dat hij geen onderscheid kent tussclien
fltendom en beschaving. Wij zouden dit
nuen heeten, indien wij het getuige-
aglven niet bezaten, over zijne
de eischen aan Zijne
behouden? Maar, gevoelt gij dan niet, dat het
eene zware poging kost, met eene overtuiging
van zoovele eeuwen en zoovele millioenen te
breken? Met een hoofdbeginsel, dat den gan-
schen mensch en de gansche menschheid wil
lens of onwillens doorzuurt? Dat het moeite
kost eene poging te wagen het fondament on
der zulk een wereldgebouw weg te breken, on
bevreesd dat de puinhoopen den vermetele ver
pletteren? Dat dit eene ernstige poging ver-
eischt op het eigen geweten en dat van ande
ren? Waarlijk, indien men zulk een godsdienst
den waren naam gaf: godsdienst der beschaving,
der rede, godsdienst van den waren mensch,
of iets dergelijks, men zou zoo spoedig niet
slagen. Dit gevoelt men wel: de proselieten
zouden weinig in getal zijn, het eigen hart zou
weifelen en de krachtsuitoefening naar buiten
luttel zijn. Men misleidt dus zich zeiven en an
deren. En men maakt deze misleiding dubbel
gevaarlijk door de bijvoeging: boven geloofs
verdeeldheid. Wij hebben gezien, dat de geloofs-
vftrdftftldhfiid ontsnrnit nit. lipt. "uülü
belijden van hem, in wien men gelooft. Dit
kost moeite en strijd, voorwaar geene aanlok
kelijke zaken. Belooft men dus, dat men even
zeer christen zijn kan, zonder deze voorwaarden
fce vervullen, dan bevreemdt het niet, dat velen
zich in de armen van dergelijke leidslieden werpen.
Doch er is meer. Breek de geloofsverdeeldheid, het
Christendom in het leven af en het is stilzwijgend
in het hart reeds gedood. Wat geeft ons die
naam, als het wezen vernietigd is! Den naam
feitelijk den oorlog verklaren, dat zou eene
hopelooze poging zijn. Welnu, men gebruikt
den naam om hét wezen te bestrijden; gelukt
het de belijdenis des levens te vernietigen, dan
zal de naam als overbodige ballast weldra over
boord geworpen worden. Wat is dat? Schul
dige misleiding. Men rooft het wachtwoord,
de strijdleuze der tegenpartij, opdat het moeilijk
worde, den vijand te herkennen. Dat voegt
niet in een ridderlijken strijd. Open het vizier
en strijd voor eigen banier!
Is het gemeend met dat: boven geloofsver
deeldheid?" Ja, maar in den meest letterlijken
zin van het woord: er bove)i, met de macht
van den sterkste, die alle zwakkeren het zwijgen
oplegt, met den ijzeren vuist, die al wat daar
beneden nóg in het stof woelt, nog stuiptrekt,
den gpuadeslag geeft. Waarlijk, dan bevreemdt
het ons niet, zoo de geloofsverdeeldheid ophoudt.
Zóó zoudt gij o, onze tegenstanders, ten langen
leste op een kerkhof alleen staan en u beroe
men kunnen, dat gij de gansche wereld bekeer-
det tot uw christendom boven geloofsverdeeld-
hp1'fl - Zulk een ch jÉiendom vinden wii bii een
moge hard klinken, 't is niet aan ons te wijten.
De waarheid is altijd scherp, was steeds harJ
voor hen, die ze zoeken te bedekken, 't Is
thans waarlijk geen tijd, met een verontwaar
digd gelaat te vragenacht gij ons daartoe
in staat? De theorie vindt haar rechter in de
praktijk, de boom in de vrucht. »Toon mij
uw geloof uit uwe werken en ik zal u uit
mijne werken mijn geloof toonen." zoo roept
een iegelijk tot zijn naaste. Wij oordeelen u
niet, uwe werken veroordeelen u. Onze wer
ken? vraagt gij, nog meer geprikkeld tot zelf
beschuldigende!! toorn. Uwe werken, herhalen
wij kalm maar beslist en wij trekken dat woord
niet in, eer gij ons antwoordt op deze vragen
Met welk recht doorzuurt gij den staat, ter
wijl gij anderer werking en invloed doodt?
Met welk recht gebruikt gij den staat om de
school te veroveren, on.s hart geweld aan te
doen, ons huisgezin om te keeren, onze kerk
te ondermijnen? In een volgend artikel wen-
schen wij de gegrondheid dezer vragen aan te
In de zitting van den Gemeenteraad van
üliddclbnrg van Dinsdag j. 1., nam de heer
J. J. van der Harst Az. zitting. De zaak der voor
waardelijke tractements-verhooging der hulponderwij
zers werd ten einde gebrachtook bij koninklijk
besluit werd geene goedkeuring verleend aan het be
sluit van den raad, om alleen aan die hulponderwij
zers verhooging van tractement te verstrekken, welke
zich bereid verklaarden geen ontslag te zullen vragen
vóór het einde van den cursus. Dientengevolge werd
het bedrag der tractementen op nieuw geregeld.
Door den voorzitter werd mededeeling gedaan van een
schrijven van den minister van binnenlandsche zaken
ontvangen dat Middelburg is aangewezen als plaats
tot vestiging van een der drie op te richten nieuwe
Rijks-Kweekscholen voor onderwijzers. Verder dat
in plaats van wijlen den heer G. W. Vroone tot Com
mies ter gemeente-secretarie is benoemd de heer
A. H. Kommers, thans klerk voor de bevolkings
registers. Nog deelde de voorzitter mede, dat dc
heeren H. A. de Jongh, P. H. van Meerkerken en
dr. J. G. Vögler, hunne benoeming tot leden der
plaatselijke schoolcommissie hebben aangenomen. De
heeren mr. E. P. Schorer, C. D. Tieleuius Kruijthöff,
J. A. Tak, J. P. I. Buieux en J. J. L. Luti hebben
die benoeming niet aangenomen; ter vervulling der
bestaande vacaturen koos de gemeenteraad de heeren:
mr. J. Ermerins, II. D. Slegt, P. M. de Ligny, jhr.
mr. D. G. van Teijliugen en dr. E. P. J. Sibrnacher
Zijnen. Ter benoeming van leden voor het college
van zetters werden voorgedragen de heeren H. J. Dron-
kers, K. Baart, J. M. Baoue, af1.redende leden, P. J.
de Cloedt, A. J. Ie Nobel eu W. J. Zip jr.
l\,rl.,.,l „.„„I- Ta!,L, Ui; nrOon-ovi-