ministers of niets plaats hebben zal, de liberalen gaan maar voort met ons wijs te maken dat het volk regeert. De Staten-Generaal, geboren uit de geldbezitters, zijn volgens hen de uitdrukking der natie, de ministers de uitdrukking van den geest der Staten-Generaal, de Koning heeft geen ander gezag, dan voor zoover het op die aldus belichaamde publieke opinie steunt. Het raderwerk past dus goed in elkander en als ge nu vraagt hoe dc niet-kiezers hun meening aan de regeering moeten kenbaar maken, dan luidt het ant woord dat zij vertegenwoordigd worden door de kiezers. Maar als nu de niet-kiezers tegen de kiezers opkomen, en te kennen geven dat de kiezers zich al heel weinig om hun belangen bekommeren dan ant woordt mendie vertegenwoordiging is dan ook maar eene fictie, uitgevonden om onze toestanden goed te doen sluiten in ons systeem. Be waarheid is deze: alleen zij cl ie genoeg belasting betalen, hebben verstand en oordeel; op hun verzoeken mag alleen acht worden geslagende niet-kiezers zijn, omdat ze het niet met de kiezers eens zijn, blijkbaar niet ter deelneming aan eenig bestuur neen, zelfs niet tot. te kennengeving hunner wenschen bevoegd. Voor de i schijn moeten er twee partijen zijn, en die heeft men dan ook, de conservatieve en de libe rale. maar wat het onderscheid tusschen die twee is, is een raadseltje. De regeerende klasse leeft weltevre den. Daar is wel een en ander dat. betere organisatie vereischt, maar daartoe zijn administratieve talenten noodig en die vindt men juist nu bij de conservatie- "ven, gelijk voorheen bij de liberalen. Moet de natie orthodox of niet-orthodox zijn, dat is eene vraag die verdeelt, en daarom zoo lastig. Daarom moet er zoo gezorgd (worden, om in het bezit te blijven van eene rijke Kerk, daarom belast men zich zoo gaarne met de opvoeding der jeugd, opdat de orthodoxie niet de overhand krijge. Natuurlijk moet dit doel verborgen blijven, want de regeering moet, neutraal zijn. Is het te verwonderen vraagt de Standaard dat het volk onverschillig blijfi in den strijd tusschen con servatieven en liberalen. Het volk bezit zijn vrije pers, zijn vrije Kerk, zijn vrije school, zijn vrije handel on zijn vrije industrie. Of dus de crisis een parle mentaire of ministerieele is, wat gaat het hun aan? Al werden de Kamers ontbonden, alles blijft toch vnnnU W Tc "»U" lwWwl" cQ Wij zijn Nederlanders, eu nog zijn alle sporen van de oude veerkracht, niet verdwenen, getuige daarvan dc tentoonstelling te Philadelphia. Te midden van grööte naburen hebben wij ons naar het eenparig getuigenis van het buitenland zeer onderscheiden. En op de tentoonstelling te Philadelphia wordt niet alles gezien. Men ziet daar b. v. niet hoe eene voor waar niet rijk bedeelde klasse van menschen tonnen bij tonnen bijeenbrengt om te voorzien in hare eigen geestelijke behoeften, terwijl zij daarbij de concurrentie moet volhouden tegen de nooit ledige schatkist., tegen de haat, de overmacht althans van het, gegoede deel der natie, tegen de overmacht, die het natuurlijk ge volg is van het bezetten van alle regeeringsposten, het aanstellen van een legio schoolmeesters en het in bezit nemen van schier alle scholen. Noch in Frankrijk, noch in België, noch in Duitschlaad, werd tot dusver zoodanige veerkracht openbaar. Wij moeten den ingeslagen weg vervolgen, niet vergetende dat het zeer veel afhangt van onze veerkracht, onze vrijgevig heid, onze toewijding datgene waarvoor wij strijden uit te breiden. Onze roeping is te doen gevoelen, dat de zwakke niet regeeren kan, maar dat dan ook van de bekwamen en gegoeden gevraagd wordt zich te wijden aan de belangen van anderen, en dat zij dus geen acht mogen slaan, in de eerste plaats, op wat hun voordeel brengt; dat meer op regeerplicht dan op regeerrecht moet gelet worden, zoodat de regeerende klasse, wil zij recht om te regeeren behouden aller eerst, de regeerlasten dragen moet. Onze roeping is verder het begrip van Staat sal in acht te bestrijden elke ware vooruitgang moet voortkomen uit het maat schappelijk leven zelf; aan alle maatschappelijke krach ten moet vrije beweging gewaarborgd worden, zoodat de. Staat slechte regelend eu verzoenend optreedt, waar verschillen'le bewegingen met elkander in botsing dreisren te komen. v*> onze kracht uitbreiden. Niet door volkshartstochten op te wekken maar door het. aanwakkeren van particulier initiatief van eigen kracht. Laat kiezers, laat kamer den schouder ophalen over onze grieven, wij zullen voort gaan door daden te toonen dat het ons heilige ernst is met onze klachten. De thans regeerende klasse splitst zich in tweeën. De een wil eene orthodoxe, de ander een niet-orthodoxe natie. Yelen zijn er die meer en meer beginnen in te zien dat om eigen ge loof te behouden, aansluiting noodzakelijk is bij hen, die men vroeger bestreed. Die aaneensluiting wordt te gemakkelijker, nu het de vraag niet meer isheb ben de geloovige Christenen alleen recht., maar hebben zij evenveel recht als de niet- of anders geloovigen? Vooral onder de conservatieven beginnen velen dat in te zien. Van den minister Heemskerk is voor ons geen steun te wachten. Het kan niet andersis zijne leus, maar de nevelen trekken op. Aan beide zijden worden de omtrekken steeds scherper geteekend en eens wellicht zal de tijd aanbreken, waarin menig tegenstander van heden God dankt, dat het Hem be haagd heeft, een kern in ons volk te behouden, ter bewaring van Geloof en Vrijheid. Dien kern te ontwikkelen, ziedaar onze roeping. De directeur van het krankzinnigengesticht Meerenberg, constateerde dezer dagen in zijn verslag van dat gesticht-dat het aantal lijders aan paralijsis generalis toeneemt. Als vermoedelijke oorzaken van de toeneming dezer ziekte, verlamming der hersenen, worden door ZE. genoemd den zwaarderen strijd, die in onze dagen voor het levensonderhoud gevoerd moet worden, met de grootere zorgen en inspanning welke daarvan het gevolg zijn; de veldwinnende be geerte naar rijkdom en speculatiezucht, met hare voort durende opwinding en spanning; de groote inspan ning des geestes, welke van onze jongelingschap gevergd wordt, met veronachtzaming dikwijls der lichamelijke ontwikkeling en eindelijk het toenemend gebruik van geestrijke dranken. Tegen de stellingen van deze deskundigen trekken vele bladen te velde. Eenerzijds is het te bemerken dat door dit verslag eene klad wordt geworpen op de gevierde negentiende eeuw, op de wetenschappelijke eischen des tijds, zij delings zelfs op de hooge eischen van het onderwijs in 't algemeen. Mag men de Zierikzeesche courant a ia^oKumiigo uWio. ï^ax zijn ue oorzaken niet. Alleen het toenemend gebruik van sterke dransen, daar heeft ze nieis op te zeggen. Maai de Z. C. zal het dan zeker wel weten. Zij acht dat de oorzaak moet gezocht worden in mania religiosa, (waanzinnigheid tengevolge van den godsdienst). Die gevallen komen menigvuldige!' voor dan vroeger. De ongelukkigen, die daaraan lijden, zijn aan te merken als de slachtoffers van rechtstreeksche geweld pleging op 't gezond verstand. En hiervan kunnen de gevallen nog een poos toenemen, naarmate de verstandelijke ontwikkeling vordert; want als men 't aannemen van onmogelijkheden, van met de rede onbestaanbare, van tegen alle ervaring strijdende stellingen en zaken wil forceeren en vereenigen met een normale redelijke kersenwerkzaamheid, in alle andere buiten 't gebied der dogmatiek vallende zaken en toestanden, dan is er gevaar voor krenking der herse nen. Het zou waarlijk wel jammer zijn als het de gods dienst weer niet gedaan had. Volgens de Z. C. is het de godsdienst, en welke godsdienst? wel, die des Bijbels, die in strijd is met her gezond verstand, waardoor velen waanzinnig worden. En die gevallen zullen toenemen zoolang er tusschen godsdienst eu gezond verstand geen overeenstemming is, dus zoo lang de menschen niet allen modern zijn. Voor wie niet gelooft zijn er in de godsdienst des Bijbels zooveel onmogelijkheden, zooveel dat met gezond verstand en rede strijdt. Zie die godsdienst is niet voor het leven, wilt ge forceeren, en die ongerijmd heden vereenigen met hetgeen ge voor dit leven we ten moet, dan ontstaat er conflict, dan worden de menschen gek. De godsdienst wat schrijft men al op haar rekening. Ze is schadelijk voor den landbouw, ze vult de krankzinnigen-gestichten, ze belet gere gelde doorwerking der moderne begrippen, ze is oorzaak dat dc liberalen^ en modernen nogte~^™^ak, ontm.qetem._.LtU ren met den trein van Goes naar Middelburg. Het was een pleizicrtoclitje dat hun van wege het comité tot wering van schoolverzuim gegeven werd. De kinderen werden te Middelburg opgewacht door een der heereen leden van het comité tot wering van schoolverzuim aldaar. In het Schuttershof vonden ze een hartelijk onthaal en werden daar toegesproken door den heer C. M. van Visvliet, inspecteur van het onderwijs in Zeeland. Na een genotvolle middag ver trokken de kinderen 's avonds ten 9 ure welgemoed naar hunne haardsteden. Op Woensdag 2 Aug. a. zal op de Werf der Koninklijke maatschappij //de Schelde" te Vlissingen, de kiel worden gelegd van eene schroefstoomboot, ten dienste van de betonning en verlichting onzer kusten. Dat deze gebeurtenis niet onopgemerkt zal voorbijgaan, laat zich denken. Eene onderneming als deze, die, zoo we verwachten mogen, aan vele nijvere handen werk en brood verschaffen zal, en die voor Vlissingens bloei zooveel bijdragen kan is een heuck- lijk levensteeken. De memorie van beantwoording van den heer BEoesBS is verschenen op het verslag der tweede kamer in zake het wetsvoorstel tot wijziging der wet op het lager onderwijs. De heer Moens, wil eenigs- zins tegemoetkoming in de finautieele bezwaren die tegen dit voorstel bestaan Daartoe wordt voorgesteld de helft van de minimum jaarwedden der onderwij zers door het "Rijk te doen dragen. Verder wordt voorgesteld om voor de onderwijzerstracteraenten drie ërlei minimum in de wet op te nemen, ze zouden dan moeten bedragen hulponderwijzers f 500, idem met hoofdonderwijzers-acte f 700, f 800, f 900; hoofd onderwijzers f 800, f 1000, f 1200. De heden aangekomen bladen deelen uitvoerige berichten mede omtrent het feest, dat de orde der vrijmetselaren gisteren te 's Hage vierde. Gelijk men weet, herdacht prins Erederik zijn 60jarig grootmees terschap en werd Z. K.' II. prins Alexander opge nomen als leerling vrijmetselaar in die orde. Het feest werd bijgewoond door den kroonprins van Prui sen die gezegd heeft. „De nationaliteiten hebben gren zen in het leven geroepen. De vrijmetselarij wil liefde, verdraagzaamheid en vrijheid zonder inacht neming van grenzen." Het was hem lief in Nederland het woord te voeren, teneinde van zijne instemming tc doen blijken >met de beginselen der orde, hopende dat zij in den strijd voor volksontwikkeling en vrijheid des geestes de overwinning behalen mocht. De heer Leuting ïvas groot-redenaar der orde. De orde is ge lasterd, zoo was ongeveer zijne gedachte, vooral door de ultramontanen, maar de geliefde naam van een lid van het huis van Oranje heeft de orde ten schild ge strekt. De orde blijft arbeiden aan de ontwikkeling- des volks. Aan een feestmaal daarna gegeven nam het nieuwe lid prins Alexander het woord om te zeg gen gelijk de N. R. C. meldt dat hij het met den heer Lenting eens was, dat alle rechtgeaarde lieden beliooreu mede te werken tot. volksontwikkeling en volksbeschaving, terwijl ook naar zijn oordeel de open bare school tot verdraagzaamheid in het algemeen volksbelang kan en moet medewerken. Wij geven deze berichten gelijk wij ze ontvangen hebben, mis schien komen we later terug op deze verdediging van de openbare school. De werkzaamheden aan het Nooi*dzce-Ka- asaaï worden met kracht dag en nacht voortgezet. Vooral aan de havenwerken arbeiden een aantal bag germachines, ten einde de vereischte diepte te verkrij gen voordat het ramtorenschip Koning der Nederlan den het kanaal passeert. Ten einde een proef te nemen met het Kanaal, is een afgekeurd verdedigingsvaartuig, van gelijke breedte en diepte Woensdag morgen van Amsterdam ver trokken aanvankelijk voldoet de proefneming vrij wel. Te Rotterdam hadden Woensdag eenige bal-i dadighede» plaats. Toen de aangekondigde(^® stijging van vijf luchtballons niet plaats h- vierde men ruwe ongebondenheid deq Glasruiten werden ingeworpen,,^ sols vernield, kortom v, 'l.'r

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1876 | | pagina 2