11II IS I S T E L IJ K-II I S TIIKISIH B L i El.
Winkt«êrfek
N°. 3.
Donderdag1 6 Juli.
155745.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen.
Prijs per drie maanden franco2,
Enkele nommers- 0,07
Uitgever:
ALBERT WEDDING,
te
MIDDELBURG.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 15 ets.; Familie-berichten van 1-
regels j 1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 10 cents per regel.
Alle ziel zij den Machten, over haar gesteld,
onderworpen, want er is geene Macht dan van
God, en de Machten, die er zijn, die zijn van
God geordineerd." Hoe nu? Ge zijt vreeselijk
ten achterenWeet ge dan niet, dat deze grond
regel van staat en burgerij oud en verouderd
en der verdwijning nabij is? »Alzoo dat, die
zich tegen de Macht stelt, de ordinantie Gods
wederstaat, en die ze wederstaan, zullen over
zich zei ven een oordeel halenDroomt ge nu
nog al voort? Weet ge dan niet, dat de geze
gende revolutie ons van die verouderde denk
beelden genezen heeft? Wat we er van over
hielden, 'tis gelukkig niet veel meer dan dat
niets beteekenende bij de gratie Gods" achter
den naam van onzen koning. Want, schoon
wij nu niet zóó luide zeggen willen, dat onze
vorst eigenlijk onze knecht is, feitelijk is dat
toch zoo. Immers wij gaan van eene leuze uit:
de stem van het volk is de stem van God.
Terwijl nu de koning ons regeert, kiezen wij
onze mannen, die luisteren naar de wetten,
welke hij in het belang van het land uitvaar
digen wil. Komen deze met hunne wijze van
zien overeen, dan is het in ordezoo niet, dan
stemmen onze vertegenwoordigers ze af. Be
valt hen een of ander ministerie niet, geen
noodDe eerste, de beste wet, die het indient,
weigeren ze hunne goedkeuring en de minis
ters zijn eershalve verplicht, hunne portefeuille
ter beschikking van den koning te stellen. Wat
moet deze nu doen? Natuurlijk andere minis
ters kiezen naar den smaak onzer vertegen
woordigers, anders valt het nieuwe kabinet het
zelfde lot te beurtöf, ja, onze vertegenwoor
digers naar huis zenden, doch dan herkiezen
wij hen of zenden soortgelijken. Merkt ge wel?
't Volk is de baas en eigenlijk moet gé dien
tekst aldus lezen: »Alle macht, zij den Zielen,
over of onder (dat woord haakt nog een beetje)
haar gesteld, onderworpen, enz." Bittere scherts!
Of we het weten? Ja, nog heugt het ons uit
de verhalen der ooggetuigen, hoe de Revolutie
^dat er in kreegHoe men uit het hout van
jien vrijheidsboom een schavot timmerde en
zwaard van de overheid naar de smidse
daarvan een valbijl te smeden. Hoe
ign en duizenden van »het volk"
urliik in den naam van dat
Europa dreunt van oproerkreten, rookt van
burger- en broederbloed. Een koning vlucht
heen om de woede der onderdanen te ontgaan
verschrikte onderdanen vragen te vergeefs be
scherming bij den sidderenden vorst. Ziet, de
stem van het volk, ze was immers de stem van
God. Doch neen, nog dichter bij huis en geene
oude koeien meer uit den sloot gehaaldArm
vaderland! Neen, we zijn niet alleen vreemde
lingen in Jeruzalem, wij weten zeer wel de
dingen, die daar geschied zijn. Ons harte bloedt,
omdat we het weten. Ook hetNederlandsche
Volk" regeert. Eerbiedwaardige gedachte, het
Neaerlandsche Volk," indien maar niet het
werkelijk leven ons een weinig genezen had
van den eerbied voor grootsche namen. Voor
eerst dienen we van dat »Nederlandsche Volk"
de niet-kiezers af te rekenen. En nu de kies-
bevoegden, ontvangen zij allen een vertegen
woordiger hunner keuze Gansch niet, de stem
bus, de meerderheid beslist. Dan wordt toch
de meerderheid der kiezers naar zijne wijze van
zien vertegenwoordigd, meent ge. Ook dat niet,
want door allerlei kunstgrepen, verdeeling en
vergrooting van kiesdistricten, enz. weet men
het zóó te plooien, dat eene zekere partij de
overhand krijgt en houdt. Deze matigt zich
het recht en den naam van »ket Nederlandsche
Volk;" zij smeedt de rest in hare boeien en
onderdrukt ze. Zij doch weg met dien
hollen, logenachtigen naam en zien we liever,
waartoe zulk een toestand leidt.
Ons ministerie is weder gevallen. We zouden
daarover minachtend de schouders kunnen op
halen, indien de zaak niet te ernstig ware. Wij
wenschen thans niet de oorzaak, billijkheid,
gepastheid daarvan te onderzoeken. Wij ver
genoegen ons met de eenvoudige kennis, dat
sinds 1848 vijftien ministeriën aftraden. Natuur
lijk waren deze ministeriën het gansch niet allen
eens. A vindt wenschelijk wat B verderfelijk
keurt en C noemt goed, wat D kwaad heet.
Sommigen hadden een zeer korte levensduur.
Men had nauwlijks de tijd, hunne bedoelingen
te doorgronden, te verstaan, ot te luisteren hun
doodvonnis was vaak voor hun geboorte onder
teekend. Wie zal zeggen, welke grootsche en
goede gedachten ten bate van land en volk
door die alles wegvagende partij drift verhinderd
werden, zich te openbaren? Welke bekwame
mannen, geboren om te regeeren, teruggedreven
werden in den kring van het gewone leven?
Wie het zeggen zal? Niemand, maar dit staat
een nieuwen geneesheer toeschikt. Met het on
gelukkige huis," waar nu eens deze dan gene
de baas is. Met de ellendige school," die om
de zes weken een nieuwen meester krijgt. Met
het diepgezonken Nederland, waar het Neder
landsche Volk" van zooeven regeert. Gespeeld
met het lot van millioenen, met de toekomst
van een volk en een land, met een vorst en
zijne getrouwe onderdanen. Gespeeld met uwe
en onze vrijheid, uw en ons recht, met ons en
onze kinderen. Gespeeld met de heiligste be
langen van Kerk, Staat, School en Huisgezin.
Wat daarvan worden kan? Al wat er uit een
roekeloos, een vermetel, een grof spel kan ge
boren worden! Huivert gij niet, waar de ge
dachte u bekruipt, dat het spel met den inzet
eenmaal verloren zij Wat daaruit worden zal?
De toekomst zwijgt, maar de geschiedenis van
bijna negentien eeuwen richt den wijsvinger
dreigend achter zich en roept:
»Alle ziel zij den Machten over haar gesteld,
onderworpen, Avant er is geene Macht dan van
God, en de machten, die er zijn, die zijn van
God geordineerd. Alzoo dat, die zich tegen de
Macht stelt, de ordinantie Gods wederstaat, en
die ze wederstaan, zullen over zichzelven
een oordeel halen!"
Foei! die orthodoxe predikant csb en die ul-
tramontanen, die bij verkiezingen zoo hun staart roe
ren en aan liet. volk zeggen wat op politiek gebied
goed en niet goed is. Neen, cere aan de moderne
leeraars, dat doen deze niet. Zij mogen hier en daar
hun naam plaatsen onder eene circulaire tot aanbe
veling van dezen of genen candidaat voor de Tweede
Kamer maar zij brengen geen politiek op de
preekstoel.
Niet te haastig, waarde lezersDat kan Middelburg
u anders leeren. Datzelfde Middelburg, waaruit bij
de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer, aller
lei leugenachtige, lasterlijke berichten omtrent Ortho
doxe predikanten o. a. aan de N. Kott. Ct. werden
verzonden, omdat men boos was, dat kiezers van hun
goed recht hadden gebruik gemaakt en jhr. de Jonge
hadden gekozen.
Doch laat ons nu het woord geven aan de Stan
daard, waarin wij in het No. van Dinsdag jl., lezen
O, die iltramanSaneul
Dit vooral is van de Ultramontanen ondragelijk,
dat zij de polit iek op den kansel brengenin de kerk
dus, waar de heiligheid der plaats en de wet zelve
den tegenstanders verbiedt ook maar een teeken van
afkeuring te geven. Moet niet de kerk enkel tot ze
delijke verbetering van het menschdoin gebezigd wor
den? Is het geoorloofd, politiek en godsdienst te ver