Zeeawsch-Vtadsren als Industrieland Offize Jantjes «ragen Sibbekunde en Voiksverbondenheid Kraamverzorging Economisch Front ft 't Verstand kómt met de jaren!? Dooi Dr. D. A. FELIX Worden Schouwen.- Walcheren en Beveland rqftfs In oorkonden der 10de eeuw vermeld (waarbij echte niet aan de eilanden in hun tegenwoordig en vorm ie denken is, en, wat Schouwen betreft, alleen aan een gouw), met Thdsen is dit eerst in de 13de eeuw hei geval. Hiermee wordt dan uitsluitend bedoeld het tegenwoordige Zuid-Ooste lijk deel van het eiland, n.1 hét toen malige eilandje Scfrafcerloo, in 1212 als leen vermeld en dus vóór dien tijd bedijkt. Dit Sichakerloo was van Zee land gescheiden door de rivier de Strieöe (Struona), die eeneizijds ten Westen van het eiland in de Schelde, anderzijds in het groote watergebied ten Westen vcm Dordrecht (Strijemcsnde, in de buurt van het tegenwoordige Klaaswael) uitliep. Deze rivier maakte vanouds deel uit der grensscheiding van Holland, Zeeland en Brabant, en dit eilandje Schcfl erloo behoorde dus aan den hertog van Brabant. Deze gaf in 1.220 een deel ervan in leen aan den graaf van Holland (een ander deel werd in leen gehouden door den heer van Breda). Dit deel kwam later in leenbezii aan het geslacht Buffel,de oudste ons bekende ambachisheeren van Tholen. Schakerloo als zoodanig wordt het eerst in 1212 (als leen) vermeld. Het moei dus vóór dien tijd bedijkt zijn (de oude ringdijk is heden nog her kenbaar). Aansluitend werd in de eerste helft der l?de eeuw de polder aNieuw-Schakerloo of Vijftienhonderd- Gemeten ingedijkt (in 1255 herdijkt, waarschijnlijk wegens ovistroomin- gen). Orgeveer terzelfder tijd werd de Striene ten Zuid-Westen van dezen polder afgedamd door den zgn. Vrou- wendijk. Het resteerende Zuidelijke deel der rivier verzandde spoedig hier ontstonden de polders Oud- en Nieuw- Stiijen en, in den voormaligen mond, de Klaas- flater Jan-) van Steeland- polder (1285). Op en tegen den dijk in den Zuid- Oosthoek van den Vijftienhonderd-Ge- metenpolder pntstond het doip Tholen, in 125,2 vermeld als „die Toolne". Waarschijnlijk'stond hier aanvanke lijk niet anders dan een tolhuis. In 1290 ontving Hendrik Buffel cds am bachtsheer vrijheid van tol voor de lieden, die woonden in zijn dorp, „dat heet Tholne of Hardestoe ende leghel in Schakerloe". Dit dorp, oorspronke lijk uit niet veel meer dan de iegen- woo ige Hoogstraat bestaande, werd later uit het gebied der omliggende polders vergroot. Onder de heeren uit het huis van Henegouwen, aan wie het leenbezit van den graaf van Hol land was overgegaan, moet-het tot stad verheven zijn (14de eeuw). Ook later werden nog onderscheiden Men verwijt ons. dat er van so cialisme in dit land gaen sprake is -en dat w:j nog niets hebben gedaan; doch dit verwijt is niet juist, want men verwart twéé dingenden nieuwen tijd en den wereldoorlog. Men geeft den nieuwen tijd de schuld van het ontstaan van den wereldoorlog, terwijl deze oorlog in werkelijk heid is ontketend, om den nieuwen tijd tegen te houden. MÜSSERT te Amsterdam op 1 Mei 1944. Oude, Nieuwen en Buitenstad. De eer ste omvatte een deel vcm den ouden Z. O. dijk van den Vijftienhonderd- Gemetenpolder (Hoogstaat, Kromme Elleboog, en Brandstraat) en alles, wat ten Westen van de Hoogstraat werd bijgebouwd. Jan van Beaumont, de meest bekende der Henegouwsche heeren, liet dit gedeelte van muren en poorten voorzien (Noord- is de la.ere zgn. Verbrande, Zuid- en Oudeland- scSe of St. Andriespoort). De nieuwe stad ontstond in een deel van een Dalempolder, hierbij werd de Dale r.-- sche poort gebouwd (vóór 1400). In den loop der 14de eeuw werden vesten gegraven en de verdedigingswerken uitgebreid Het huis van den hes:, plm. 250 m. buiten de Noordpoort, „achter" Dalem, werd in 1343 ver nieuwd. De kerk van Tholen werd in 1404 tot een collegiale verhevende heer maakte het mogelijk, bij deze een kapittel van negen kanunniken- te stichten. Van het tegenwoordige eiland Tho len waren reeds de oude eilandjes Scheipenisse, Westk'erke en Poortvliet, met bijberioorend gebied, met het even eens uitgebreide Schakerloo vereenigd. In cis 15de en 16de eeuw wordt vooral in het Noorden en Noord-Oosten van het - tegenwoordige eiland, gebied bij- gedijkt. Ook de verbinding met de voormalige eilanden „Haestinge" (St. Maartensdijk) en Stavenisse komt iot stand. In het Zuid-Westen vooral gaat echter veel land verloren, vooral na de groote oversiroomingén van 1530, Hie dén waterstaatkundigen toestand ter plaatse geheel veranderen (onder gang van Reimerswaal, enz.). Dé stad Tholen verviel in 1397 aan cie grafelijkheid, werd o.a. van 1433 tot 1436 in leen gegeven aan Jacoba van Beieren en tenslotte -in 1505 ver pand aan den heer van Bergen (op Zoom). Van 15051550, het jaar der lossing, behoorde Tholen dus niet tot de Zeeuwsche steden, waardoor het zün derde plaats onder de stemmende steden blijvend aan Goes (voor Rei- merswaal) verloor. Kerkelijk hoorde het gebied tot Bet bisdom Luik, in tegenstelling tot de overige Zeeuwsche eilanden, die onder het bisdom Utrecht ressorteerden. Ook hieruit blijkt de Brabantsche oorsprong. Van ca privilegiën der stad zijn de bekendsta in 1399 gegeven door Al- brechi van Beieren, en die, in 1462 door Philips van Bourgondië verleend, waar bij alle veren ter plaatse, w.o. de be langrijke op Brabant en op Reimers- waal, aan de stad in erfpacht werden gegeyen (het recht tot -tolheffing op de tegenwoordige brug over de Eendracht berust uitsluitend op dit voorrecht). In 1452 werd plm. vijf-zesde der stad door brand vernield. De vele overétroo- mingen Selders brachten echter aanwas van de bevolking, vooral uit stad en streek van Reimerswaal. Daar in beide streken landbouw en meereederij de hoofdneringen waren, droeg deze „in vloed" ten zeerste tot Tholens bloei bij (Tholenaars en Reimerswalers bleven ook later als de beste ineekrapwerkérs bekend). Ook na den Opstand (Tholen ging eerst in 1578 over tot de zijde van den Prins) behield de stad dit economisch karakter. Van de zeven meestoven, die c. 1750 nog op het eiland over waren, behoorden er twee aan de stad. Deze telde toen nog slechts 360 huizen en. de Hervormde Kerk aldaar 50Ö lid maten, Er bestond een Waalsche Ge meente (sinds 1658 en opnieuw sinds 1733), maar geen Luthersche, Doopsge zinde of Roomsch-Katholieke. Van de gebouwen getuigden stadhuis eri Waeg van den bloeitijd, de drie markten (Groote-, Boter- en Koommarkt) van het onveranderd ecoijpmis'ch belang der stad. Ook het toen nog bestban van negen gilden wijst in deze richting. Naast stamboom en stamreeks die nen wij ook aandacht te besieden aan de sibbetafel of parenteelstaat, kort weg genoemd parenteel. Zooals reeds werd opgemerkt, wor den in den stamboom eri in de stam reeks uitsluitend de naamdragers op genomen. Nemen wij daarnaast alle nakomelingen van' den stamvader op, zoodat dus ook de vrouwelijke lijn wordt opgenomen, dan spreekt_ men van een sibbetafel of parenteelstaat. Bij den stamboom stuit men vaak op een manneiijken nakomeling, die geen opvolgers meer heeft, .zoodat men dan zegt, dat deze tak (Sn Zëec.w-Vlaande- ren Westelijk deel zegt men staoke) uitgestorven is. Qe kans op interven wordt evenwel veel kleiner, Sneuen men de nakomelingen in vrottwelijke lijn nagaat. Daarom is de^parenieelstaat voor ons ook belangrijk. Uiteraard zal de parenteel dan ook uitgebreider zijn d:n stamboom of stamreeks. Voor korten tijci was men van mee ning, dat er geen nakomelingen meer waren van onzen staatsman Johan de Witt Bij het samenslellèn van zijn pa renteel bleek, dat er langs vrouwelijke lijn nog ruim 100 nakomelingen zijn. Al zijn er dus geen mannelijke opvol gers meer, zijn bloed leeft nog voort in ruim 100 nakomelingen. Er zijn dok geen mannelijke nako melingen meer van onzen grooten zee held Michiel de Rpyte, doch men be hoeft nog niet bevreesd te zijn, dcrt zijn bloed geheel zal verdwijnen, daar zijn parenteel ons duidelijk maakt, dat tot afstammelingen in vrouwelijke lijn leden behooreri van verschillende fa milies. Zoo blijkt uit de parenteel van Maar ten Luther, dat er in ons' land van dezen grooten kerkhervormer nog vele afstammelingen wonen, al ^dragen zij niet den naam Luther. Als wij nu teruggaan tot onze voor ouders uit wie wij afstammen met onze 'broers en zusters, dan zijn dat onze naaste bloedverwanten. Wij hebben evenwel méér bloedverwanten. Wan neer wij teruggaan tot ongeveer 1650,- dan hebben wij ongeveer 512 voor ouders, die allen derhalve verschillen de familienamen dragen en - even zoo vete geslachten aanduiden. Deze 512 voorouders vormden 256 echtparen... Volgens nasporingen van deskundigen heef! elk echtpaar sedert 1650 gemid deld 500 afstammelingen, zoodat de 256 echtpcnen ongeveer 256 x 500 12502 nakomelingen hebben. Al deze •personen vormen tezamen onze sibbe. Het huisgezin is de kleinste groep van personen, die in gemeenschap leven, terwijl ons volk i£ samengesteld uit de verschillende gezinnen. Élk ge zin heeft zijn sibbe en door het groot aantal voorouders zijn die sibben aan elkaar verwant, zoodat wij kunnen zeggen, daf ons geheele Nederlandsche volk één groot gezin, één groote sibbe is, omdat de gezinnen sibbeverbonden heid hebben dóór de voorouders. Die sibbeverbondenheid houdt niet op aan onze grenzen, doch reikt daar over heen, zoowel in het Zuiden als in hef Oosten. Dat zeilde doet zich ook voor in Vlaanderen, Duitschland, Dene marken, Noorwegen, enz. Daardoor komt het ook, dat wij ons tot die volken sterk" aangetrokken gevoelen immers zij stemmen in hun denken en doen met ons overeenzij zijn door de eeuwen heen door de sibbe aan elkaar verwant en daardoor vérre bloedverwanten. Zoo komen wij, via sibbeverbonden heid tot de bloedverbondenheid van alle Germanen. Zooals in een gezin vader en moeder de leiding hebben voorhet welzijn van hunne kinderen is ook leiding noodlg in het groote gezin van die grootere gemeenschap „gns volk", het welk toekomt aan den Leider van het Nederlandsche Volk. In de grootste gemeenschap van tóoedverbonaen vol ken, de Germanen, zal daartoe de lei ding behocren aan den Führer. Deze" leiders "hebben, evenals de ouders in de kleinste gemeenschap het gezin de plicht hébben te zorgen voor het welzijn der kinderen en dezé laten op komen voor gelijke rechten en gelijke plichteij laten vervullen, te staan voor het welzijn van het volk, welker leden zoodoende met mogen beschouwd worden als „onderdanen", doch als leden vcm één qropt gezin, w<#a«fcij natuurlijk de belangen en de éensge- zindheid zal worden bevorderd. Elk lid w van de volksgemeenschap heeft gelijke 1 rechten en gelijke plichten, evenals het kind in het gezin. Er kunnen geen iwee kapiteins op één schip staan, omdat éénhoofdige leiding noodzakelijk is en eventueele tweedracht wordt gebroken. In de eendracht ligt de kracht"van een volk. „Eendracht maakt macht". Maar ook de volken moeten naast elkaar vrij en ééndrachtig, leven en in het gemeen schappelijke eendrachtig zijn. Zóó zul len alle Germacmsche volken onder één leiding kunnen leven, eendrachtig en vrij met gelijke rechten en gelijke plichten, eigen taal en eigen cultuur. M. A. Nederlandsche vrijwilligers bij de Kriegsmarine zien verlangend uit naar lectuur uit het vaderland. Natuurlijk laat Nederland zijn Jantjes niet in den steek, dat staat als een paal boven water. „Nieuw-Zeewezen", Nassauplein '7, Den Haag, heeft, in overleg met Front- zorg, deze lectuurverzorging op zich ge nomen en doet een dringend beroep op de lezers vön Echo, Signaal, Sport, Panorama en andere geïllustreerde bladen, zoowel als op de lezers van VoVa, De Zwarte Soldaat en andere periodieken, om hun bladen,- na lezing, voor dit doel ter beschikking ie stellen. Stuurt dus uw bladen, als drukwerk gefrankeerd, naar Nieuw-Zeewezen in Den Haag, Nassauplein 7. Vandaar wordt vapr doorzending naar onze ma trozen gezorgd. -Ook tinc-.cieele bijdragen zijn steeds hartelijk welkom. St-rnngen liefst maandelijks op giro 24/,786 t.n.v. A. Hessing, Den Haag, 'mp vermelding „Lectuurfcnds".' van den Nederlandsdten Volksdiens t De Nederlandsche Volksdienst gaai uit van het standpunt, dat iedere Ne derlander geborgen most zijn in eigen volk. Voortdurend wordt bij deze stich ting gewerkt om haar organisatie dus danig uit te breiden, dot zoo spoedig mogelijk een werkelijke geborgenheid in eigen volk een feit zal zijn geworden. Momenteel heeft in? de Provincie Zee land de kraamverzorgir.g de speciale aandacht Voor jonge meisjes en vrou wen, die zich iot deze mcoie taak ge roepen voelen, bestaat de gelegenheid om in een der internaten van den Ne- derlandschen Volksdienst gedurende 3 maanden een' gratis opleiding voor kraamverzorgster te ontvangen. Na deze 3 maanden zullen zij, onder toe zicht van een gediplomeerd verpleeg ster, een jaar practisch werk verrich ten, waarna zij examen kunnen doen en een vaste aanstelling krijgen. Zooals dit reeds in ple andere pro vincies het geval is, zullen dus ook in Zeeland binnen afzienbaren tijd de kraamverzorgsters van den Nederland- schen Volksdienst hun diensten kunnen bewijzen aan Moeder en Kind. Jonge meisjes of vrouwen, die vopr- een opleiding als bovenbedoeld in aan merking wenschen te komen, kunnen zich hiertoe aanmelden op de kantoren van den N.V.D. te Middelburg, Terneu- 'zen, Zierikzee, Goes, ofKbij de buurt- schapshoofden ter plaatse. Districtshoofd G. ALBERTS, Nadorst- weg 4, Middelburg. Telefoon kantoor 2841, id. privé 2315. Kringhoofd Kring Noord-Zeeland J. MOERLAND, evacuatie-adresp/a. dhr. Kooyman, Schippersdijk 427 d, te Zierikzee. Kringhoofd Kring WalcherenH. AN- GERMAN (waarnemend), Bellamypark 37, Vlissingen. Kringhoofd Kring Bevclanden I J. A. VISSER, Lange Kerkstraat 2, Goe^. Kringhoofd Kring Zeeuwsch-Vlaande- renP. VAN ES, p a.Burgemeester Geillstraat 1, Temeuzen. Onderkrmghoofd Onderkring Oost Zeeuwsch-VlaanderenX,L. FRICOT, Stationsweg E41a, Hulst. Ondexkringhoofd Onderkring West Zeeuwsch VlaanderenW. HOEGEN, Kaai 15, Sluis. OomPaul en de joden Paul Krüger werd verzocht een syna goge te openen. Tegen ieders verwach ting nam hij de uitnoodiging aan. Oom Paul Immers had het als goed Diet: scher niet optae joden voorzien. Hij hield een lange rede waarin hij de joden er danig van langs gaf. Hij be titelde hen als bedriegers, dieven, moordenaars, lafaards en nog meer wat op de joden" ten alle tijde van toe passing was, is en zal zijn. Zijn gloedvolle rede besloot hij met de woorden, dat hij de kerk opende in den Naam van Jezus-Christus. Dat zal niet de bedoeling 'geweest zijn van de aanwezige joden. -'Getallen c'o spraken. Er behoort moed toe, in deze dagen over de Zeeuwsch-Vlaamsche industrie te schrijven, want indien men ergens onder den invloed der oorlogsomstan digheden te lijden heeft, dan is het juist daar. Verschillende fabrieken hebben om reden van oorlogseconomie moeten sluiten, andere als rechtstreeks gevolg van oorlogshandelingen. Hierdoor is de industrie in Zeeuwsch- Vlaanderen wel zeer gehavend. En tóch, ondanks alles, is er vertrouwen, dat ook de industrie een goede toe komst tegemoet gaat,i*adat de wape nen hebben 'opgehouden te spreken. Het aandeel, dat Zeeuwsch-Vlaande ren heeft in de voorziening der Neder landsche behoeften, is niet gering. Zeeuwsch-Vlaanderen lelt nog niet ten volle 1 procent der bevolking van Ne derland, doch levert plm. 14 procent der totale suikerproductie, 25 procent der klompen, 40 procent der totale pro ductie van gezwingeld vlas, om maar geen verdere percentages te noemen. Deze prestaties alleen moesten er toe leiden^ dat men in Nederland de Zeeuwsch-Vlamlngen anders bekeek, dan men heden ten dage nog doet. De Grootindustrie. De grootindustrie is voor hét meeren- deel gelegen langs hei kanaal van Ten neuzen naar Gent. Achtereenvolgens passeert men, van Terneuzen naar de grens gaande, een cokesfabriek, een stikstoffabriek, de eleetrische centrale, die Zeeuwsch-Vlaanderen vari stroom voorziet, de stijfsel- en glucosefabriek, de suikerfabrieken, de glas- en super- ■fosfaatfabriek, het voor de voedsel voorziening zoo belangrijke maalderij- bedrijf. In Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen bezit Sluis een meubelfabriek, terwijl te Breskens zijn gevestigd: fabrieken van suikerwerken en biscuits, garnalen- bellerijen en -drogerijen. Toch vindt de concentratie der indus- trieele bedrijvigheid meer in het oosten van Zeeuwsch-Vlaanderen plaats. Hier in spreken mede de vroegere ontwik keling en de bevolkingsdichtheid een woordje mee. Immers is het oostelijk deel dubbel zoo dicht bevolkt als het westelijk gedeelte. TextieL Van buitengewone be teekenis is ge worden j3e textielindustrie, hieronder te verstaan de breierij van tricotgoede ren en de weverij van wollen stoffen en tapijten. Een dertigtal van deze bedrijven zijn hier ontstaan. De eerste stap op dit gebied werd hier gedaan door een Bel gische firma, die in 1906, om de Neder landsche afnemers te gerieven, een breigcederenfabriek stichtte. Tot 19 Ï6 bleef deze vrijweh alleen staan. In alt jaar zagen anderen de nood aan textielgoederen was toen even groot als nu de mogelijkheden en begon nen eveneens fabrieken te stichten. Enkele jaren was daarop geen sprake van uitbreiding in dezen tak van in dustrie, doch toen Nederland door concurrentie van andere zijde, daartoe gedwongen overging tot het tref fen van contingenteeringsmaatregelen, stichtten büitenlandsche fabrieken, meest oude,v gerenommeerde firma's, éen bedrijf op Nederlandsch gebied, om de Nederlandsche afnemers, die zij reeds tal van jaren bediend hadden, te blijven behouden. Thans telt de streek een dértigtal textielbedrijven, in de gemeenten Sint Jansteen, Hulst, Clinge, Sas ,van Gent en Terneu^n. De bevolking kende de textielfabri cage' niet, zoodat men aangewezen wcis op het in dienst nemen van Belgische arbeidskrachten. Het laat zich voor zien, dat, eenmaal de oorlogshande lingen gedaan, er een enormevraag naar textielproducten zal ontstem. Het zal dan zaak wezen, paraat te zijn. I Om deze reden wordt ook hard ge werkt aan de opleiding van de toekom stige arbeiders en arbeidsters. Aan vankelijk was er wel eenige schroom om in de fabrieken te gaan werljsn, doch deze schijnt langzamerhand ie worden overwonnen. Van niet minder groote beteekenis dan de textielnijverheid is de klompen industrie en de vlasindustrie. Klompenindustrie. De klompenindustrie hoewel in geheel Zeeuwsch-Vlaanderen uitgeoe fend is hoofdzakelijk geconcentreerd rond Clinge. Zij telt rond 150 bedrijven, van het grootste in Nederland, tot den kleinsten klompenmaker, die zijn „blok ken" nog met de hand bewerkt. Lang zamerhand nam echter de mechanisa tie in dit bedrijf toe. Deze tak van nijverheid heeft zich uit den aard der zaak gedurende den oorlog uitgebreid, men ondervindt moeilijkheden om aan voldoende hout te geraken. Vlas. De vlasindustrie is nog hoofdzakelijk klemindusfrie en wordt voor een zeer groot' deel gedreven door kleine vlas sers. Het vlas is een prpduct, dat zeer veel arbeid vergt eh waarvan de ar beid dan ook de hoofdfactor van den kostprijs is. Het aantal bedrijven en bedrijfjes in het oostelijk en westelijk deel tezamen bedraagt rond 350. In de laatste jaren is ook de opleiding van den vlasser met kracht ter hand geno men v Scheepswerf. Te Terneuzen vindt men een scheeps werf, die blijkbaar in een dringende behoefte zcfl voorzien, en een fabriek van -beionwaren. De moeilijkheden, die deze tijd voor de industrieën meebrengt, zijn niet te - onderschatten. Niettemin maakt men zich reeds thans gereed voor den tijd,* die ongetwijfeld eens komen moet. Het spijt ons geducht, dat het oveigroole deel der Industrieën te danken Is aan den ondernemingsgeest van buiten landers. Dit is tegenover Nederland benoor den de Schelde onze grootste grief. De eereschuld die ingelost moet worden. Nederland industrialiseerde en bouw* de in betrekkelijk korten tijd sén in dustrieel apparaat, dat dé bewondering van höt buitenland had en dat ten volle verdiende. Zeeuwsch-Vlaanderen deed hieraan niet mee, integendeel, werd van uit Nederland met schele oogen bekeken, want wij waren de „concur renten" van de Nederlandsche indus trie^ D® Zeeuwsch-Vlamingen "betreuren het, dat het Nederlandsche kapitaal zich zoo weinig voor dit gebied inte-' resseerde. De winsten gingen het land uit, waardoor de Zeeuwsch-Vlaamsche bevolking, die arm was, even arm bleef, Öok op ander gebied is dit het geval. Ook hier had men liever gezien, dat Nederlandsche ondernemingsgeest en Nederlandsch kapitaal ons gewest be zocht hadden. Dit gebeurde evenwel niet en wij waren blij en tevreden, dat ons althans nog eenige mogelijkheden werden geboden, de bevolking op eigen bodem te voeden. Wij hebben op ander gebied ieï wille van onze volksverbondenheid zeer zware offers gebracht, vooral in 1919, 1925 en 1926, zonder dat er tegen prestaties of compensaties tegenover stonden. Dat men dit in Nederland niet ver- gete. Nederland heeft een eereschuld tegenover ZeeuwschrVlaanderen in te Tossen. Het is ie hopen, dat dit thans wordt beseft en dat In den nieuwen tijd dia eereschuld ook inderdaad Ingelost wordt. v. Es. uit „Technisch Nederland". De Nederlandsche Correspondentiediehst weet d.d. 28 Juni uit Stockholm te melden, dat de uitgeweken Nederlandsche regeering te Londen twee emigranten uit het Moederland tot regeeringsadviseurs en chef-inkoopers heeft benoemd. Het betreft hier den VToegeren „bankier" Daniël Wolff, die zich belast zag met hef uitbrengen van advies terzake van het aankoopen van wapenen en uitvoering der desbetreffende regeeringsorders, en Sal van Zwanenberg, in Nederland een bekende figuur uit de affaire te Oss, die benoemd is tot advibeur en inkooper der regëering op het gebied der levens middelen. - Tot zoover dit korte bericht uit Stockholm. Men weet zoo langzamerhand k niet meer of men lachen of huilen moet I Dat de emigrantenfirma In Londen niet al te dik in de menschen zit, is een bekend feit, hoe zou men er anders indertijd toe zijn gekomen, dén voormaligen parlementsredacteur van „Dé Maasbode",, Piet Kasteel, tot onderkoning van West-Indië uit te roeoen I k Maar er zijn grenzen directe voltreffers,in bij elkaar I De jood Daniël Wolff k 1—i—.—li—i 1—li—lot" mllHr doodkisten genadeloos zijn opgeofferdthans m de Fa. Gerbrandy en Co. 0 zijn blikjes tomatensoep tot wanhoop 8 brachtthans opnieuw tot levensmiddelendictator uitgeroepen IS i) Werkelijkbeide vondsten getuigen van „wijs" regeerbeleid, psycholo- eerbied voor den volkswil. Totaal niets blijken v - i „heeren" nog niet vergeten Uit VoVa 30-6-44.. j

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1944 | | pagina 2