Zeeawsch-Vtadsren als Industrieland
Offize Jantjes «ragen
Sibbekunde
en Voiksverbondenheid
Kraamverzorging
Economisch Front
ft
't Verstand kómt met de jaren!?
Dooi Dr. D. A. FELIX
Worden Schouwen.- Walcheren en
Beveland rqftfs In oorkonden der 10de
eeuw vermeld (waarbij echte niet aan
de eilanden in hun tegenwoordig en
vorm ie denken is, en, wat Schouwen
betreft, alleen aan een gouw), met
Thdsen is dit eerst in de 13de eeuw hei
geval. Hiermee wordt dan uitsluitend
bedoeld het tegenwoordige Zuid-Ooste
lijk deel van het eiland, n.1 hét toen
malige eilandje Scfrafcerloo, in 1212
als leen vermeld en dus vóór dien tijd
bedijkt. Dit Sichakerloo was van Zee
land gescheiden door de rivier de
Strieöe (Struona), die eeneizijds ten
Westen van het eiland in de Schelde,
anderzijds in het groote watergebied
ten Westen vcm Dordrecht (Strijemcsnde,
in de buurt van het tegenwoordige
Klaaswael) uitliep. Deze rivier maakte
vanouds deel uit der grensscheiding
van Holland, Zeeland en Brabant, en
dit eilandje Schcfl erloo behoorde dus
aan den hertog van Brabant. Deze gaf
in 1.220 een deel ervan in leen aan
den graaf van Holland (een ander deel
werd in leen gehouden door den heer
van Breda). Dit deel kwam later in
leenbezii aan het geslacht Buffel,de
oudste ons bekende ambachisheeren
van Tholen.
Schakerloo als zoodanig wordt het
eerst in 1212 (als leen) vermeld. Het
moei dus vóór dien tijd bedijkt zijn
(de oude ringdijk is heden nog her
kenbaar). Aansluitend werd in de
eerste helft der l?de eeuw de polder
aNieuw-Schakerloo of Vijftienhonderd-
Gemeten ingedijkt (in 1255 herdijkt,
waarschijnlijk wegens ovistroomin-
gen). Orgeveer terzelfder tijd werd de
Striene ten Zuid-Westen van dezen
polder afgedamd door den zgn. Vrou-
wendijk. Het resteerende Zuidelijke
deel der rivier verzandde spoedig hier
ontstonden de polders Oud- en Nieuw-
Stiijen en, in den voormaligen mond,
de Klaas- flater Jan-) van Steeland-
polder (1285).
Op en tegen den dijk in den Zuid-
Oosthoek van den Vijftienhonderd-Ge-
metenpolder pntstond het doip Tholen,
in 125,2 vermeld als „die Toolne".
Waarschijnlijk'stond hier aanvanke
lijk niet anders dan een tolhuis. In
1290 ontving Hendrik Buffel cds am
bachtsheer vrijheid van tol voor de
lieden, die woonden in zijn dorp, „dat
heet Tholne of Hardestoe ende leghel
in Schakerloe". Dit dorp, oorspronke
lijk uit niet veel meer dan de iegen-
woo ige Hoogstraat bestaande, werd
later uit het gebied der omliggende
polders vergroot. Onder de heeren uit
het huis van Henegouwen, aan wie
het leenbezit van den graaf van Hol
land was overgegaan, moet-het tot
stad verheven zijn (14de eeuw). Ook
later werden nog onderscheiden
Men verwijt ons. dat er van so
cialisme in dit land gaen sprake
is -en dat w:j nog niets hebben
gedaan; doch dit verwijt is niet
juist, want men verwart twéé
dingenden nieuwen tijd en den
wereldoorlog. Men geeft den
nieuwen tijd de schuld van het
ontstaan van den wereldoorlog,
terwijl deze oorlog in werkelijk
heid is ontketend, om den nieuwen
tijd tegen te houden.
MÜSSERT
te Amsterdam op 1 Mei 1944.
Oude, Nieuwen en Buitenstad. De eer
ste omvatte een deel vcm den ouden
Z. O. dijk van den Vijftienhonderd-
Gemetenpolder (Hoogstaat, Kromme
Elleboog, en Brandstraat) en alles, wat
ten Westen van de Hoogstraat werd
bijgebouwd. Jan van Beaumont, de
meest bekende der Henegouwsche
heeren, liet dit gedeelte van muren en
poorten voorzien (Noord- is de la.ere
zgn. Verbrande, Zuid- en Oudeland-
scSe of St. Andriespoort). De nieuwe
stad ontstond in een deel van een
Dalempolder, hierbij werd de Dale r.--
sche poort gebouwd (vóór 1400). In den
loop der 14de eeuw werden vesten
gegraven en de verdedigingswerken
uitgebreid Het huis van den hes:,
plm. 250 m. buiten de Noordpoort,
„achter" Dalem, werd in 1343 ver
nieuwd. De kerk van Tholen werd in
1404 tot een collegiale verhevende
heer maakte het mogelijk, bij deze een
kapittel van negen kanunniken- te
stichten.
Van het tegenwoordige eiland Tho
len waren reeds de oude eilandjes
Scheipenisse, Westk'erke en Poortvliet,
met bijberioorend gebied, met het even
eens uitgebreide Schakerloo vereenigd.
In cis 15de en 16de eeuw wordt vooral
in het Noorden en Noord-Oosten van
het - tegenwoordige eiland, gebied bij-
gedijkt. Ook de verbinding met de
voormalige eilanden „Haestinge" (St.
Maartensdijk) en Stavenisse komt iot
stand. In het Zuid-Westen vooral gaat
echter veel land verloren, vooral na
de groote oversiroomingén van 1530,
Hie dén waterstaatkundigen toestand
ter plaatse geheel veranderen (onder
gang van Reimerswaal, enz.).
Dé stad Tholen verviel in 1397 aan
cie grafelijkheid, werd o.a. van 1433
tot 1436 in leen gegeven aan Jacoba
van Beieren en tenslotte -in 1505 ver
pand aan den heer van Bergen (op
Zoom). Van 15051550, het jaar der
lossing, behoorde Tholen dus niet tot
de Zeeuwsche steden, waardoor het
zün derde plaats onder de stemmende
steden blijvend aan Goes (voor Rei-
merswaal) verloor.
Kerkelijk hoorde het gebied tot Bet
bisdom Luik, in tegenstelling tot de
overige Zeeuwsche eilanden, die onder
het bisdom Utrecht ressorteerden. Ook
hieruit blijkt de Brabantsche oorsprong.
Van ca privilegiën der stad zijn de
bekendsta in 1399 gegeven door Al-
brechi van Beieren, en die, in 1462 door
Philips van Bourgondië verleend, waar
bij alle veren ter plaatse, w.o. de be
langrijke op Brabant en op Reimers-
waal, aan de stad in erfpacht werden
gegeyen (het recht tot -tolheffing op de
tegenwoordige brug over de Eendracht
berust uitsluitend op dit voorrecht).
In 1452 werd plm. vijf-zesde der stad
door brand vernield. De vele overétroo-
mingen Selders brachten echter aanwas
van de bevolking, vooral uit stad en
streek van Reimerswaal. Daar in beide
streken landbouw en meereederij de
hoofdneringen waren, droeg deze „in
vloed" ten zeerste tot Tholens bloei bij
(Tholenaars en Reimerswalers bleven
ook later als de beste ineekrapwerkérs
bekend).
Ook na den Opstand (Tholen ging
eerst in 1578 over tot de zijde van den
Prins) behield de stad dit economisch
karakter. Van de zeven meestoven,
die c. 1750 nog op het eiland over
waren, behoorden er twee aan de stad.
Deze telde toen nog slechts 360 huizen
en. de Hervormde Kerk aldaar 50Ö lid
maten, Er bestond een Waalsche Ge
meente (sinds 1658 en opnieuw sinds
1733), maar geen Luthersche, Doopsge
zinde of Roomsch-Katholieke. Van de
gebouwen getuigden stadhuis eri Waeg
van den bloeitijd, de drie markten
(Groote-, Boter- en Koommarkt) van het
onveranderd ecoijpmis'ch belang der
stad. Ook het toen nog bestban van
negen gilden wijst in deze richting.
Naast stamboom en stamreeks die
nen wij ook aandacht te besieden aan
de sibbetafel of parenteelstaat, kort
weg genoemd parenteel.
Zooals reeds werd opgemerkt, wor
den in den stamboom eri in de stam
reeks uitsluitend de naamdragers op
genomen. Nemen wij daarnaast alle
nakomelingen van' den stamvader op,
zoodat dus ook de vrouwelijke lijn
wordt opgenomen, dan spreekt_ men
van een sibbetafel of parenteelstaat.
Bij den stamboom stuit men vaak op
een manneiijken nakomeling, die geen
opvolgers meer heeft, .zoodat men dan
zegt, dat deze tak (Sn Zëec.w-Vlaande-
ren Westelijk deel zegt men staoke)
uitgestorven is. Qe kans op interven
wordt evenwel veel kleiner, Sneuen men
de nakomelingen in vrottwelijke lijn
nagaat. Daarom is de^parenieelstaat
voor ons ook belangrijk. Uiteraard zal
de parenteel dan ook uitgebreider zijn
d:n stamboom of stamreeks.
Voor korten tijci was men van mee
ning, dat er geen nakomelingen meer
waren van onzen staatsman Johan de
Witt Bij het samenslellèn van zijn pa
renteel bleek, dat er langs vrouwelijke
lijn nog ruim 100 nakomelingen zijn.
Al zijn er dus geen mannelijke opvol
gers meer, zijn bloed leeft nog voort in
ruim 100 nakomelingen.
Er zijn dok geen mannelijke nako
melingen meer van onzen grooten zee
held Michiel de Rpyte, doch men be
hoeft nog niet bevreesd te zijn, dcrt zijn
bloed geheel zal verdwijnen, daar zijn
parenteel ons duidelijk maakt, dat tot
afstammelingen in vrouwelijke lijn
leden behooreri van verschillende fa
milies.
Zoo blijkt uit de parenteel van Maar
ten Luther, dat er in ons' land van
dezen grooten kerkhervormer nog vele
afstammelingen wonen, al ^dragen zij
niet den naam Luther.
Als wij nu teruggaan tot onze voor
ouders uit wie wij afstammen met onze
'broers en zusters, dan zijn dat onze
naaste bloedverwanten. Wij hebben
evenwel méér bloedverwanten. Wan
neer wij teruggaan tot ongeveer 1650,-
dan hebben wij ongeveer 512 voor
ouders, die allen derhalve verschillen
de familienamen dragen en - even zoo
vete geslachten aanduiden. Deze 512
voorouders vormden 256 echtparen...
Volgens nasporingen van deskundigen
heef! elk echtpaar sedert 1650 gemid
deld 500 afstammelingen, zoodat de
256 echtpcnen ongeveer 256 x 500
12502 nakomelingen hebben. Al deze
•personen vormen tezamen onze sibbe.
Het huisgezin is de kleinste groep
van personen, die in gemeenschap
leven, terwijl ons volk i£ samengesteld
uit de verschillende gezinnen. Élk ge
zin heeft zijn sibbe en door het groot
aantal voorouders zijn die sibben aan
elkaar verwant, zoodat wij kunnen
zeggen, daf ons geheele Nederlandsche
volk één groot gezin, één groote sibbe
is, omdat de gezinnen sibbeverbonden
heid hebben dóór de voorouders.
Die sibbeverbondenheid houdt niet
op aan onze grenzen, doch reikt daar
over heen, zoowel in het Zuiden als
in hef Oosten. Dat zeilde doet zich ook
voor in Vlaanderen, Duitschland, Dene
marken, Noorwegen, enz. Daardoor
komt het ook, dat wij ons tot die volken
sterk" aangetrokken gevoelen immers
zij stemmen in hun denken en doen met
ons overeenzij zijn door de eeuwen
heen door de sibbe aan elkaar verwant
en daardoor vérre bloedverwanten.
Zoo komen wij, via sibbeverbonden
heid tot de bloedverbondenheid van
alle Germanen.
Zooals in een gezin vader en moeder
de leiding hebben voorhet welzijn
van hunne kinderen is ook leiding
noodlg in het groote gezin van die
grootere gemeenschap „gns volk", het
welk toekomt aan den Leider van het
Nederlandsche Volk. In de grootste
gemeenschap van tóoedverbonaen vol
ken, de Germanen, zal daartoe de lei
ding behocren aan den Führer. Deze"
leiders "hebben, evenals de ouders in
de kleinste gemeenschap het gezin
de plicht hébben te zorgen voor het
welzijn der kinderen en dezé laten op
komen voor gelijke rechten en gelijke
plichteij laten vervullen, te staan voor
het welzijn van het volk, welker leden
zoodoende met mogen beschouwd
worden als „onderdanen", doch als
leden vcm één qropt gezin, w<#a«fcij
natuurlijk de belangen en de éensge-
zindheid zal worden bevorderd. Elk lid
w van de volksgemeenschap heeft gelijke
1 rechten en gelijke plichten, evenals het
kind in het gezin.
Er kunnen geen iwee kapiteins op
één schip staan, omdat éénhoofdige
leiding noodzakelijk is en eventueele
tweedracht wordt gebroken. In de
eendracht ligt de kracht"van een volk.
„Eendracht maakt macht". Maar ook
de volken moeten naast elkaar vrij en
ééndrachtig, leven en in het gemeen
schappelijke eendrachtig zijn. Zóó zul
len alle Germacmsche volken onder
één leiding kunnen leven, eendrachtig
en vrij met gelijke rechten en gelijke
plichten, eigen taal en eigen cultuur.
M. A.
Nederlandsche vrijwilligers bij de
Kriegsmarine zien verlangend uit naar
lectuur uit het vaderland. Natuurlijk
laat Nederland zijn Jantjes niet in den
steek, dat staat als een paal boven
water.
„Nieuw-Zeewezen", Nassauplein '7,
Den Haag, heeft, in overleg met Front-
zorg, deze lectuurverzorging op zich ge
nomen en doet een dringend beroep
op de lezers vön Echo, Signaal, Sport,
Panorama en andere geïllustreerde
bladen, zoowel als op de lezers van
VoVa, De Zwarte Soldaat en andere
periodieken, om hun bladen,- na lezing,
voor dit doel ter beschikking ie stellen.
Stuurt dus uw bladen, als drukwerk
gefrankeerd, naar Nieuw-Zeewezen in
Den Haag, Nassauplein 7. Vandaar
wordt vapr doorzending naar onze ma
trozen gezorgd.
-Ook tinc-.cieele bijdragen zijn steeds
hartelijk welkom. St-rnngen liefst
maandelijks op giro 24/,786 t.n.v. A.
Hessing, Den Haag, 'mp vermelding
„Lectuurfcnds".'
van den Nederlandsdten Volksdiens t
De Nederlandsche Volksdienst gaai
uit van het standpunt, dat iedere Ne
derlander geborgen most zijn in eigen
volk. Voortdurend wordt bij deze stich
ting gewerkt om haar organisatie dus
danig uit te breiden, dot zoo spoedig
mogelijk een werkelijke geborgenheid
in eigen volk een feit zal zijn geworden.
Momenteel heeft in? de Provincie Zee
land de kraamverzorgir.g de speciale
aandacht Voor jonge meisjes en vrou
wen, die zich iot deze mcoie taak ge
roepen voelen, bestaat de gelegenheid
om in een der internaten van den Ne-
derlandschen Volksdienst gedurende 3
maanden een' gratis opleiding voor
kraamverzorgster te ontvangen. Na
deze 3 maanden zullen zij, onder toe
zicht van een gediplomeerd verpleeg
ster, een jaar practisch werk verrich
ten, waarna zij examen kunnen doen
en een vaste aanstelling krijgen.
Zooals dit reeds in ple andere pro
vincies het geval is, zullen dus ook in
Zeeland binnen afzienbaren tijd de
kraamverzorgsters van den Nederland-
schen Volksdienst hun diensten kunnen
bewijzen aan Moeder en Kind.
Jonge meisjes of vrouwen, die vopr-
een opleiding als bovenbedoeld in aan
merking wenschen te komen, kunnen
zich hiertoe aanmelden op de kantoren
van den N.V.D. te Middelburg, Terneu-
'zen, Zierikzee, Goes, ofKbij de buurt-
schapshoofden ter plaatse.
Districtshoofd G. ALBERTS, Nadorst-
weg 4, Middelburg. Telefoon kantoor
2841, id. privé 2315.
Kringhoofd Kring Noord-Zeeland
J. MOERLAND, evacuatie-adresp/a.
dhr. Kooyman, Schippersdijk 427 d, te
Zierikzee.
Kringhoofd Kring WalcherenH. AN-
GERMAN (waarnemend), Bellamypark
37, Vlissingen.
Kringhoofd Kring Bevclanden I J. A.
VISSER, Lange Kerkstraat 2, Goe^.
Kringhoofd Kring Zeeuwsch-Vlaande-
renP. VAN ES, p a.Burgemeester
Geillstraat 1, Temeuzen.
Onderkrmghoofd Onderkring Oost
Zeeuwsch-VlaanderenX,L. FRICOT,
Stationsweg E41a, Hulst.
Ondexkringhoofd Onderkring West
Zeeuwsch VlaanderenW. HOEGEN,
Kaai 15, Sluis.
OomPaul en de joden
Paul Krüger werd verzocht een syna
goge te openen. Tegen ieders verwach
ting nam hij de uitnoodiging aan. Oom
Paul Immers had het als goed Diet:
scher niet optae joden voorzien. Hij
hield een lange rede waarin hij de
joden er danig van langs gaf. Hij be
titelde hen als bedriegers, dieven,
moordenaars, lafaards en nog meer
wat op de joden" ten alle tijde van toe
passing was, is en zal zijn.
Zijn gloedvolle rede besloot hij met
de woorden, dat hij de kerk opende in
den Naam van Jezus-Christus.
Dat zal niet de bedoeling 'geweest
zijn van de aanwezige joden.
-'Getallen c'o spraken.
Er behoort moed toe, in deze dagen
over de Zeeuwsch-Vlaamsche industrie
te schrijven, want indien men ergens
onder den invloed der oorlogsomstan
digheden te lijden heeft, dan is het juist
daar.
Verschillende fabrieken hebben om
reden van oorlogseconomie moeten
sluiten, andere als rechtstreeks gevolg
van oorlogshandelingen.
Hierdoor is de industrie in Zeeuwsch-
Vlaanderen wel zeer gehavend. En
tóch, ondanks alles, is er vertrouwen,
dat ook de industrie een goede toe
komst tegemoet gaat,i*adat de wape
nen hebben 'opgehouden te spreken.
Het aandeel, dat Zeeuwsch-Vlaande
ren heeft in de voorziening der Neder
landsche behoeften, is niet gering.
Zeeuwsch-Vlaanderen lelt nog niet ten
volle 1 procent der bevolking van Ne
derland, doch levert plm. 14 procent
der totale suikerproductie, 25 procent
der klompen, 40 procent der totale pro
ductie van gezwingeld vlas, om maar
geen verdere percentages te noemen.
Deze prestaties alleen moesten er toe
leiden^ dat men in Nederland de
Zeeuwsch-Vlamlngen anders bekeek,
dan men heden ten dage nog doet.
De Grootindustrie.
De grootindustrie is voor hét meeren-
deel gelegen langs hei kanaal van Ten
neuzen naar Gent. Achtereenvolgens
passeert men, van Terneuzen naar de
grens gaande, een cokesfabriek, een
stikstoffabriek, de eleetrische centrale,
die Zeeuwsch-Vlaanderen vari stroom
voorziet, de stijfsel- en glucosefabriek,
de suikerfabrieken, de glas- en super-
■fosfaatfabriek, het voor de voedsel
voorziening zoo belangrijke maalderij-
bedrijf.
In Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
bezit Sluis een meubelfabriek, terwijl
te Breskens zijn gevestigd: fabrieken
van suikerwerken en biscuits, garnalen-
bellerijen en -drogerijen.
Toch vindt de concentratie der indus-
trieele bedrijvigheid meer in het oosten
van Zeeuwsch-Vlaanderen plaats. Hier
in spreken mede de vroegere ontwik
keling en de bevolkingsdichtheid een
woordje mee. Immers is het oostelijk
deel dubbel zoo dicht bevolkt als het
westelijk gedeelte.
TextieL
Van buitengewone be teekenis is ge
worden j3e textielindustrie, hieronder
te verstaan de breierij van tricotgoede
ren en de weverij van wollen stoffen
en tapijten.
Een dertigtal van deze bedrijven zijn
hier ontstaan. De eerste stap op dit
gebied werd hier gedaan door een Bel
gische firma, die in 1906, om de Neder
landsche afnemers te gerieven, een
breigcederenfabriek stichtte. Tot 19 Ï6
bleef deze vrijweh alleen staan. In alt
jaar zagen anderen de nood aan
textielgoederen was toen even groot
als nu de mogelijkheden en begon
nen eveneens fabrieken te stichten.
Enkele jaren was daarop geen sprake
van uitbreiding in dezen tak van in
dustrie, doch toen Nederland door
concurrentie van andere zijde, daartoe
gedwongen overging tot het tref
fen van contingenteeringsmaatregelen,
stichtten büitenlandsche fabrieken,
meest oude,v gerenommeerde firma's,
éen bedrijf op Nederlandsch gebied,
om de Nederlandsche afnemers, die zij
reeds tal van jaren bediend hadden,
te blijven behouden.
Thans telt de streek een dértigtal
textielbedrijven, in de gemeenten Sint
Jansteen, Hulst, Clinge, Sas ,van Gent
en Terneu^n.
De bevolking kende de textielfabri
cage' niet, zoodat men aangewezen wcis
op het in dienst nemen van Belgische
arbeidskrachten. Het laat zich voor
zien, dat, eenmaal de oorlogshande
lingen gedaan, er een enormevraag
naar textielproducten zal ontstem. Het
zal dan zaak wezen, paraat te zijn. I
Om deze reden wordt ook hard ge
werkt aan de opleiding van de toekom
stige arbeiders en arbeidsters. Aan
vankelijk was er wel eenige schroom
om in de fabrieken te gaan werljsn,
doch deze schijnt langzamerhand ie
worden overwonnen.
Van niet minder groote beteekenis
dan de textielnijverheid is de klompen
industrie en de vlasindustrie.
Klompenindustrie.
De klompenindustrie hoewel in
geheel Zeeuwsch-Vlaanderen uitgeoe
fend is hoofdzakelijk geconcentreerd
rond Clinge. Zij telt rond 150 bedrijven,
van het grootste in Nederland, tot den
kleinsten klompenmaker, die zijn „blok
ken" nog met de hand bewerkt. Lang
zamerhand nam echter de mechanisa
tie in dit bedrijf toe.
Deze tak van nijverheid heeft zich
uit den aard der zaak gedurende den
oorlog uitgebreid, men ondervindt
moeilijkheden om aan voldoende hout
te geraken.
Vlas.
De vlasindustrie is nog hoofdzakelijk
klemindusfrie en wordt voor een zeer
groot' deel gedreven door kleine vlas
sers. Het vlas is een prpduct, dat zeer
veel arbeid vergt eh waarvan de ar
beid dan ook de hoofdfactor van den
kostprijs is. Het aantal bedrijven en
bedrijfjes in het oostelijk en westelijk
deel tezamen bedraagt rond 350. In
de laatste jaren is ook de opleiding van
den vlasser met kracht ter hand geno
men v
Scheepswerf.
Te Terneuzen vindt men een scheeps
werf, die blijkbaar in een dringende
behoefte zcfl voorzien, en een fabriek
van -beionwaren.
De moeilijkheden, die deze tijd voor
de industrieën meebrengt, zijn niet te -
onderschatten. Niettemin maakt men
zich reeds thans gereed voor den tijd,*
die ongetwijfeld eens komen moet. Het
spijt ons geducht, dat het oveigroole
deel der Industrieën te danken Is aan
den ondernemingsgeest van buiten
landers.
Dit is tegenover Nederland benoor
den de Schelde onze grootste grief.
De eereschuld die ingelost moet
worden.
Nederland industrialiseerde en bouw*
de in betrekkelijk korten tijd sén in
dustrieel apparaat, dat dé bewondering
van höt buitenland had en dat ten volle
verdiende. Zeeuwsch-Vlaanderen deed
hieraan niet mee, integendeel, werd
van uit Nederland met schele oogen
bekeken, want wij waren de „concur
renten" van de Nederlandsche indus
trie^
D® Zeeuwsch-Vlamingen "betreuren
het, dat het Nederlandsche kapitaal
zich zoo weinig voor dit gebied inte-'
resseerde. De winsten gingen het land
uit, waardoor de Zeeuwsch-Vlaamsche
bevolking, die arm was, even arm
bleef, Öok op ander gebied is dit het
geval.
Ook hier had men liever gezien, dat
Nederlandsche ondernemingsgeest en
Nederlandsch kapitaal ons gewest be
zocht hadden. Dit gebeurde evenwel
niet en wij waren blij en tevreden, dat
ons althans nog eenige mogelijkheden
werden geboden, de bevolking op
eigen bodem te voeden.
Wij hebben op ander gebied ieï
wille van onze volksverbondenheid
zeer zware offers gebracht, vooral in
1919, 1925 en 1926, zonder dat er tegen
prestaties of compensaties tegenover
stonden.
Dat men dit in Nederland niet ver-
gete. Nederland heeft een eereschuld
tegenover ZeeuwschrVlaanderen in te
Tossen. Het is ie hopen, dat dit thans
wordt beseft en dat In den nieuwen tijd
dia eereschuld ook inderdaad Ingelost
wordt. v. Es.
uit „Technisch Nederland".
De Nederlandsche Correspondentiediehst weet d.d. 28 Juni uit Stockholm
te melden, dat de uitgeweken Nederlandsche regeering te Londen twee
emigranten uit het Moederland tot regeeringsadviseurs en chef-inkoopers heeft
benoemd. Het betreft hier den VToegeren „bankier" Daniël Wolff, die zich
belast zag met hef uitbrengen van advies terzake van het aankoopen van
wapenen en uitvoering der desbetreffende regeeringsorders, en Sal van
Zwanenberg, in Nederland een bekende figuur uit de affaire te Oss, die
benoemd is tot advibeur en inkooper der regëering op het gebied der levens
middelen. -
Tot zoover dit korte bericht uit Stockholm. Men weet zoo langzamerhand k
niet meer of men lachen of huilen moet I Dat de emigrantenfirma In Londen
niet al te dik in de menschen zit, is een bekend feit, hoe zou men er anders
indertijd toe zijn gekomen, dén voormaligen parlementsredacteur van „Dé
Maasbode",, Piet Kasteel, tot onderkoning van West-Indië uit te roeoen I k
Maar er zijn grenzen
directe voltreffers,in
bij elkaar I
De jood Daniël Wolff
k 1—i—.—li—i 1—li—lot" mllHr
doodkisten genadeloos zijn opgeofferdthans
m de Fa. Gerbrandy en Co.
0
zijn blikjes tomatensoep tot wanhoop 8
brachtthans opnieuw tot levensmiddelendictator uitgeroepen IS
i) Werkelijkbeide vondsten getuigen van „wijs" regeerbeleid, psycholo-
eerbied voor den volkswil. Totaal niets blijken v
- i
„heeren" nog niet vergeten
Uit VoVa 30-6-44..
j