Schandelijke toestanden in Arnemuiden FRONTZORG. Winterhulp Nederland Visch verkoop in Vlissingen In 1922 werd iïi Arnemuiden een feest gevierd t de Edelachtbare Heer H. G. Horninge werd als burgemeester ingehaald. Na 18 Jaren bewind tijdens de beroemde democratische periode, ook wel genoemd ,,de goede oude tijd" en 3 oorlogsjaren, besloot de Kringleider der N.S.B. in dezen Kring, kameraad Rosier, een onderzoek in te stellen naar de toestanden, die in Arnemuiden heerschen. Na 21 jaar. Het was dus 21 jaar na het burge- meestersfeest en dus zeker niet te vroeg om eens na te gaan, wat er onder het bewind van den burgemees ter was tot stand gekomen. De aankomst te Arnemuiden per trein is tegenwoordig een bijzondere gebeurtenis. Vanwege de contrtóle staat de trein hier geruimen tijd en de vaste reizigers omuseeren zich dan methet kijken naar de ratten. De ratt^nsloot. Aan de achterzijde der visschers- huizen loopt een sloot, waarin we steeds de ratten zien loopen en klim men. Men ziet er dieren van onge looflijken omvang. Ze leven er recht genoegelijk, want deze sloot is in 20 Jaar slechts eenmaal gereinigd. De treinreizigers vermaken zich er mede, bijv. als zoo'n rat langs een touw klimt, kopje duikelt, enz. De stank in de sloot deert den rei ziger in den trein nietde bacillen bereiken hem niet. De ratten likken niet aan zijn pannen. Maar de inwoners van Arnemuiden dragen de gevolgen van deze onhygi ënische toestanden. De „woningen". Zeker, tijdens den oorlog kunnen geen nieuwe woningen worden ge bouwd. Maar wat geschiedde er yan 1922 tot 1940? Waarom zorgde de gemeente toen niet voor behoorlijke volkswoningen tegen billijken huur prijs Omdat de burgemeester voor zijn gemeente maar heel erg weinig be langstelling heeft. Hij, zelf met aardsche goederen rijk gezegend, kent den nood van den vis- scher en. arbeider niet. Want als hij hem kende, dan zou het onmogelijk zijn geweest, dat in een kleine woning te eeniger tijd 21 per sonen waren „gehuisvest". Of wat denkt U van het feit, dat in Arnemuiden meerdere families van 4 óf 5 personen in één kamertje „wonen, koken en slapen" Denkt U zich eens in, wat een ter rein voor ziektekiemen De gevolgen. De gevolgen bleven niet uit. Thans zijn ongeveer 20 typhus- gevallen te Arnemuiden, en reeds eeni- ge volksgenooten zijn aan deze ziekte gestorven. Tot heden heeft de burgemeester op geen enkele wijze blijk gegeven dat het hem ernst is op krachtige wijze de wantoestanden te bestrijden. Zelfs zijn in Arnemuiden nog tallooze Vlissingers ondergebracht, die overal elders beter konden wonen dan in dit dorp. Zelfs in een onbewoonbaar verklaar de woning in de Roomschestraat werd nog een familie ondergebrachtandere snert-woningen werden door het oud gemeenteraadslid Crucq nog weer eens „opgelapt". De geldzak. Eén der inwoners vertelde ons nog, dat indertijd een verzoek was gericht tot den burgemeester om de ratten- sloot te dempen en een riooleering aan te brengen. ALS DB fi/.S.B. straks naa/gt, dan hangt heèl nederland, want de bolsjew/sten ma - ken geen onoerscne/d tds- scheN echte en onechte nederl a a/cbes» canogbnoot, ais g'j te wel- n/c atmVEET van mol t/eff om een oordeel over deze fcweet/e te herben, debat. TEER Daarover dam N/et met den bakker or baker Maar vraag eens naar de me en/hg van een n. s.b.ho/s l?ekoeker n'j komt n/etb'j com een n. s. o.er van u te maken, or om n /ets om oe mo o in t£ snel den no Kont /n't belang van zvn vaderland,....ook het uwe! Verantwoordelijk voor den inhoudde hoofd opsteller A. J. Klooté te Goes. - Uitgever District 14, Zeeland v. d. Nationaal-Socialis- tische Beweging. Verschijnt eenmaal per maand. Abonnementen buiten Zeeland f 1.50 per jaar. P.V. 1891 '23. Gratis verspreking. Het verzoek, dat door alle inwoners der straat was geteekend, werd afge wezen. Het kostte te veel geld Is typhus voordeeliger Geen hart voor de zaak. Uit de talrijke gesprekken met de bevolking blijkt steeds weerde bur gemeester heeft geen aandacht voor de gemeente. Iedere huisjesmelker gaat hier rustig zijn gang.' Zie bijv. de krot ten van De Hamer uit de Appelstraat. Deze man verhuurt deze „woningen", maar voor onderhoud moet men niet bij hem zijn. Kan men in Arnemuiden geen be palingen maken, die zulke toestanden opheffen Onhygiënische toestanden. •Reeds de vroegere dokter heeft veel gedaan om een beetje verbetering in dit visschersdorp aan te brengen en ook de tegenwoordige arts doet wat hij kan. Hij tracht bijv. om barakken e.d. te laten plaatsen. Deze en andere gemeentezaken .gaan blijkbaar buiten den burgemees ter om. De evacuatie. Een kwaad als noodzakelijk ge volg van den oorlog was de ge deeltelijke evacuatie. Maar ieder Ar- nemuidenaar weet, dat vele meer ge goeden öf niet werden uitgewezen, öf om onbegrijpelijke reden mochten te rugkomen, terwijl minder gegoeden 'niet naar hun woonplaats terug moch ten. Hierin heeft toch zeker de burge meester van advies gediend? Geen medewerking. Bij een Engelsche moordaanval op een Arnemuidsche visschersboot werd een visscher doodelijk getroffen, wiens zoon in Duitschland werkt, De familie vroeg den burgemeester den zoon te waarschuwen. „Dat gaat niet", zei de burgervader, en scheepte den vrager af. Een feit is echter, dat dit wèl kan over den N.V.D. (Volksdienst). Dit had de burgemeester moeten weten. Was het domheid of luiheid, wat hem zijn antwoord deed geven Deze rijke burgemeester kan wel iets missen voor menschen die in nood zijn. Toen in Rotterdam duizenden menschen dakloos waren geworden door het bombardement yen huis, meu belen, kleeyen, ja alles verloren had den, gaf de Edelachtbare Heer Hor ninge de som van25 cent Zoo groot was zijn liefde voor zijn medemenschen. Zijn medewerking aan Winterhulp is al even groot. „Die twee rokken heeft" en wat er verdep volgt geldt voor dezen man blijkbaar niet. Visscherij. Het dorp leeft grootendeels van visscherij en waf daarmede in verband staat. Maar ook hier voelt de burgervader zich ver boven verheven. Hij bemoeit er zich eenvoudig niet mee. Voor de bijwoning van de installatie van den Visschersraad had hij dan ook geen tijd Onderzoek. Nadat Kringleider Rosier deze, en ook andere feiten had vastgesteld, werd Arnemuiden op zijn uitnoodiging be zocht door den Beauftragte van den Rijkscomissaris, W. Münzer en door den Gemachtigde van den Leider, Jan Dekker. Wij twijfelen er thans niet aan, of er zal verandering komen in Arne muiden. Wat moet er geschieden? Na het lezen van het vorenstaande, zal het ieder duidelijk zijn, dat het volgende dient te geschieden 1. De burgemeester moet vervan gen worden door een werkelijke „bur gervader", die met den nood en de belangen van het volk meeleeft. 2. Zoo mogelijk zal de nieuwe bur gemeester een man moeten zijn, die met de visscherij door eh door vertrouwd is. 3. De nieuwe burgemeester zal di rect hygiënische verbeteringen moeten aanbrengen, o.a. demping der diverse slooten en het aanleggen van rioleering. 4. Hij zal een plan 'moeten maken om direct na den oorloggoede volks woningen te bouwen. 5. Verordeningen-uitvaardigen, om de overbevolking in kleine woonruim ten te vermijden. 6. De ophaaldienst van huisvuil en dergelijke, zal aan goede eischen moe ten voldoen. 7. De inwoners zullen er op moeten letten ziektekiemen te bestrijden, onder meer door geen etensresten weg te werpen. Zoo zijn er nog vele andere dingen te doen. Qnze hoop is thans op de overheid gericht, dat zij zoo spoedig mogelijk een man -aan het hoofd der gemeente plaatst, waarin ieder Arne- muidenaar vertrouwen kan hebben en die hart en huis openstelt voor ieder werkzaam volksgenoot. De eerste W.H.N.-collecte in het seizoen 1943—1944 is gehouden en bleek, na gehouden telling der opbrengst, zeer bevredigend te zijn. In vergelijking met de opbrengst der collec ten in het vorige seizoen, kon zelfs worden geconstateerd, dat in vele gemeenten een beter begrip omtrent onze doelstelling is doorgedron gen. Wij, Nederlanders, zijn nu eenmaal voor zichtig en gaan met graag over éénnachtsijs. Wij willen gewoonlijk eerst den kat eens uit den boom kijken, maar heeft de overtuiging eenmaal post gevat dat ook de nieuwe ge dachte of reorganisatie op Sociaal terrein goed kan ?ijn, dan dienen we bereid te zijn ons ten volle hiervoor te geven. Dat ons werk goed is en ons geheele streven slechts is gericht op het welzijn van onze eigen in zorg verkeerende volksgenooten, zonder onderscheid, moet thans een ieder wel erkennen die zich niet heeft laten misleiden door allerlei dwaze laster- en leugenpraatjes. Wanneer men eens de moeite wil doen om verder te zien dan! de eigen behagelijke huis kamer of welvoorziene kelder en zich eens wil interesseeren voor de minder gelukkige mede menschen, eerst dan beseft men, waarom Win terhulp Nederland werd gesticht. Als men de vreugde van de huismoeders eens met eigen oogen kon zien, wanneer zij in de barre winter maanden enkele malen wordt verrast met een gave, waarmede zij het ontbrekende voor haar gezin gedeeltelijk kan aanvullen, dan zal men zeker een gunstiger beeld van onze doelstelling krijgen dan de voorstelling welke fanatieke geestdrijvers U, uit persoonlijke haatgevoelens öf uit eigen belang, hebben voorgeschilderd. t Werp Uw bedenkingen en vooroordeelen eens over boord en zie voor een enkele maal eens niets apders dan Uw medemensch, die dringend behoefte heeft aan Uw hulp, eerst dan zult ge bereid zijn een werkelijk offer te brengen. Zeker, er zijn nog vele andere manieren om hulp te verleenen, misschien wel duizend en U heeft beslist gelijk met de bewering, dat het zoo of zoo óók zou kunnen. j Maar daar gaat het nu niet om. De hoofdzaak is thans, dat er geholpen wordt. Onze duizenden vrijwillige medewerkers(sters) vragen ook niet of het mis schien anders zou kunnen, doch zij zetten zich in, bij regen en wind, steeds weer bereid om met de roode 'bus Uw gave te innen. Dit doen zij niet voor zichzelf of met de bedoeling hiervan eenig profijt te trekken. Neen, zij be seffen, dat er iets möet worden gedaan ter leniging van den nood en zijn er van overtuigd, dat met critiseeren alleen niemand is gebaat. Klaag over de wereld, want zij is nog niet goed. Maar zorgt dat ge bij het klagen iets daadwerkelijks doet Zoo is hetIets daadwerkelijksEn dat doen onze vrijwillige medewerkers stersHun belooning Lichamelijke en geestelijke inspan ning en dikwijls hoon of een onaangename be jegening, doch innerlijk de genoegdoening, dat gene voor zijn medemensch «te hebben verricht, wat, volgens onze Christelijke leer, een heilige plicht is. Nogmaals verwerp alle nevengedachten en wendt U van hen af, die zich op hun manier „verdienstelijk" denken te maken met minder waardige lasterpraatjes rond te strooien. Zij hebben den gemakkelijksten enden goedkoopsten weg gekozen. Zij critiseeren, doch offeren niets en zijn derhalve Uw achting niet waard. De tijden zijn zwaar, de levensstandaard is hooger geworden en irl vele gezinnen is be hoefte aan het allernoodigste, alsvoeding, kleeding, dekking, schoeisel, enz. enz. De N.V.D. en Winterhulp Nederland willen trachten hierin zooveel mogelijk te voorzien, doch om ten volle te slagen, is Uw aller mede werking noodig. In de eerste plaats tik niet tegen de ruit en schud niet afwijzend het jioofd, wanneer 'n collectant (e) zich behoorlijk aan Uw voor deur komt melden. j Tast -liever diep in Uw beur:- en schenk een ruime gift, d.w.z. kreng een werkelijk „offer" ten' behoeve van Uw eigen volksgenooten. U deed dit voorheen immers ook meermalen voor Uw in nood verkeerende medemenschen buiten onze grenzen Zeeuwen, de eerste Winterhulpcollecte in dit seizoen is gehouden," doch er zullen er nog meerdere volgen. Leg nu reeds Uw bijdrage terzijde en stel onze collectanten straks niet teleur. Hoe g?-oöter de opbrengst is, hoe meer leecf kan worden ver zacht. Laat niet de enkele goedwillende dorps- genooten alleen het zware werk verrichten, doch geeft U ook op als collectant (e), opdat ook gij Uw deel kunt bijdragen in ons mooie Sociale werk. WBBT A LLPS VA A/ DB A/.SoB9 VA/V /A/VDVER/?AAD 9 VA/V BAANrjBSJAGB&'jf WEET ZOÓ VEE/ A/AA/Z B*? Z'J/V roe// ea//ce/E /c/E/A//g//ede/V, D/E O /V/B7" WEET, ZOO O.A*, o at /vepef?/a/vz> zo/voe/? N.S.&' GEE/S ro£*<o//$ r a/EBA? //est-to da above:/? zajl //een /V. 9.&?/y/s/y0£zoe/ce/f gaab/ve //v//c//t£/vo vb a ac. /se// ee/v3 0e /coss7-. b"*/ wees a//e7 &a/vg voo7? /siv eoa/e/v, vva/vt ee/v /v. s. 3/-/o/s/3e - zoekes? scos/r vee AVO/sD a isce wo o/v af c/v sc// Bidden de Kerken nu om de vernietiging Dit (Communistisch) regiem van de onderwereld, dat zich aanmeldt door het openen der gevangenissen en het bewape nen der vrijgelaten misdadigers, heeft zich ten doel gesteld de vermenging van.kunst en wanstaltigheid, van wetenschap en waan zin, van vroomheid en duivelachtigheid, van moed en lafheid, van vaderlandsliefde en landverraad, opdat elk onderscheidingsver mogen tusschen goed en kwaacj verloren zal gaan en den mensch elk houvast in het leven zal worden ontnomen. In dit (Communistische) stelsel past volkomen de ontkenning van de volkeren afs één van Gods ordeningen. Geen men- schenrassen meer, geen volkeren meer, geen goed en geen kwaad. Een mengeling bijv. van Germanen met Hotteritotten, of Zoeloe's of Papoea's, tot een grauwe „menschheid", voortlevend zonder onderscheidingsvermo gen van goed en kwaad, is het ideaal van deze volkeren-, zeden- en religiehatenden, die heerschen willen, zonder zich te storen aan God of gebod. MUSSERT in een artikel over de Verantwoordelijkheid, van de Kerken in onzen tijd". VoVa 25 Maart 1937. Wellicht zijt gij U nog niet allen bewust van hetgeen Frnotzorg is. Frontzorg is de organisatie, die ten doel heeft de band tusschen het Vaderland en het Front levendig te houden. Gij weet, voor welk doel, onze jongens aan de fronten strijden. Gij weet, dat zij daar de grootste ontberingen moeten doorstaan om hun aangewezen doel te bereiken. Het komt meer- malen voor, dat zij geen avondeten krijgen, doordat de keuken is blijven steken. Deze jongens, onze jongens, weten voor welk doel zi> strijden. Zij "strijden voor een nieuw Europa. Een Europa van opbouw en niet van afbraak, hetwelk wij in voorgaande tijden heb ben meegemaakt. Zij strijden aan de fronten voor U, voor Uw kinderen. Welnu, denkt dan eens aan hen. Zendt hen eens een pakketje. Wij kunnen ons er niet van af maken met te zeggen, dat we niets kunnen missen. Dat zijn- smoesjes ora er vanaf te komen. Een iéder kan iets mis=en, al is het nog zoo weinig. Vele groote zaken dragen reeds maanden op geregelde tijdstippen voor Frontzorg bij. Zij kennen reeds het doel. Waar blijven de an deren Eens zal de tijd aanbreken, dat men zich zal schamen, dat men zoo weinig voor de Frontkameraden heeft overgehad. Frontzorg Zeeland lean alleS inschikken. Niets is ons te weinig, niets is ons té veel. Vooruit, laat zien dat wij ook iets voor onze strijders aan de fronten overhebben. U zult vragen, wat wordt er zooal naar het front gezonden. Wekelijks zendt Frontzorg honderden pak ketjes. De inhoud van dergelijke pakketjes is aardig samengesteld uit1 pakje shag, 2 doosjes sigaretten, 1 pijp, 1 bloc schrijfpapier, 1 tandenborstel, 1 tube tandpasta, enveloppen, 1 honingboekje, 1 rol drop, 2 pakjes sigaretten papier en nog andere kleine versnaperingen. Met de grootste vreugde worden de pakket jes ^aan de fronten door onze jongens ontvan gen'. De briefwisseling^ met onze jongens brengt ons tot de bezinning dat wij .zijn van eenen bloede. Vele volksgenooten hebben van de frontkameraden geleerd hunne kleine bekommer ringen opzij te zetten, omdat er beseft wordt, dat deze jongens meer irioeten verduren dan alle kleine narigheden van distributie moeilijk heden en dergelijke in het Vaderland. Alzoo Volksgenooten, doet Uw best. Laat eens zien, dat gij ook Iets voor Frontzorg over hebt. Stort daarom met milde hand op post rekening no. 491616 t.n.v. Distr. Vert, van Frontzorg Zeeland te Goes. De Districtsvertegenwoordiger van 'Frontzorg Zeeland. Op de borden stond t 5 uur. Het was Vrijdagmiddag 5 uur en dan hebben wij, vrouwen, reeds een bewogen werkdag achter den rug. Maar toch stonden wij moedig aangetreden, want op verschillende plaatsen in de stad was ons, via het bekende gele bord, visch beloofd. De nummers van den knipkaart waren aan gegeven en in dezen tijd van vitamine- schaarschte is elke rechtgeaarde huisvrouw voortdurend op drijfjacht naar voedsel voor man en kroost. Daar stonden wij dus aan de gemeentelijke vischmijn. Op de borden stond 5 uur, dus was ik stipt op tijd aanwezig, gelijk het een goed soldaat in dezen voedseloorlog betaamt. Toen ik de eindelooze vrouwenrij zag, werd ik even duizelig. Doch ik zette mij terstond schrap tegen deze begrijpelijke zwakte en nam mijn plaats achfer-. aan in. Het duurde echter maar een oogenblik, dat ik de laatste was, want de rij werd al langer en langer. Ik stond gezellig ingepakt tusschen een onderwijzeres en een dame met een dochter, die een klaaggesprek, voerden over den nood dezer barre tijden. Onderwijzeres in de verdrukking, „Ja", zei de onderwijzeres, „verbeeldt U, ik kan toch absoluut geen meisje krijgen, niet eens een werksteren met mijn schoolwerk erbij kan ik het alleen niet af. Ik heb dringend hulp noodig. Nu kende ik die dame toevallig nog al erg goed. Ik wist, dat zij een beneden huis bewoonde in onze straat. Zij behoefde alleen maar voor haar dierbare zelf te zorgen. Daarom voelde ik de kriebel bij me opkomen. „Waarom gaat zse niet op kamers wonen dacht ik practisch. Want ziet U, ik dacht aan de vele Moeders van groote gezinnen, die niet alleen geen hulp kunnen krijgen, maar die ook niet kunnen betalen en toch ook niet klagen over drukte.. De Nederlandsche Volksdienst verricht ze genrijk werk op dit gebied, maar alle nood is niet opeens gelenigd. Wat eten we vandaag? ,/t Is vreeselijk, tegenwoordig", viel de dame- met-dochter. gretig bij. „En dan je eten. Een mensch praat tegenwoordig alleen maar over eten. 't Is dan ook wel het voornaamste." Ik ging eens nadrukkelijk op mijn rechterbeen staan en snoof, want dat kon ik heusch niet laten. En tegelijkertijd bewonderde ik mijn eigen zelfbeheersching, want ik draaide me niet om en ik zei n i e t, wat ik hier»nu zég, zoodat iedereen het nu lekker kan lezen „Ja, dat is jullie voornaamste zorg, hè? Eten, eten. en nog eens eten. Toegegeven, 't is belangrijk, maar er is ook nog iets anders. Denken jullie nooit aan die mannen en jongens, die voor jullie aan de fronten sterven, opdat -jullie kunnen blijven eten Zouden jullie niet eens een paar dagen wat minder willen eten, als je daarmee een frontsoldaat kón redden Denken jullie wel eens aan de misdaden, die er om jullie eten gepleegd worden Denken jullie ook nog wel eens in-een vrij oogenblikje aan de toekomst van Nederland? Waarachtig, er staat niet voor niets geschreven „Gij zult bij brood alleen niet leven De goeie ouwe tijd! Dat had ik allemaaLgraag gezegd. Maar een" vischverkoop is tenslotte een prozaïsche bezig heid en ik was toch lichtelijk benieuwd naar de wonderen van wijsheid, die nog komen konden als ik zoet mijn mondje dicht hield. En ja> daar kwam het al, het gulden woord, dat een nieuwe en betere toekomst vol eten beloofd aan alle eetgragen in den lande. „Ja, als 't maar eens omslaat, als de goeie ouwe tijd maar eens terugkomtdan be hoeven jullie heelemaal niet meer te eten, want de bolsjewieken zullen jullie den mond wel afdoende volstoppen met wat anders", dacht ik grimmig en ik spröng boos op mijn linker been. Weer rijdt een karretje weg Ondertusschen kwam onze schare moordend langzaam vooruit. Maar telkens zagen wij met weemoedige blikken éen leeggekocht visch- karretje aftrekken en in ons werd het ramp zalig vóorgevoel wakkerals wij eindelijk aan de beurt zijn, is de visch op. Er werd reeds gezellig gekankerd om mij heen. „Waarvoor geven ze dan vischkaarten uit Daar gaat al weer een jkarretje weg Die vischkaarten zijn het resultaat van het ijverig werk van den Nederlandschen Volks dienst en daarom raakten dat eindeloos gewacht en de droeve zekerheid, dat wij allen wel zonder vischvreugde naar huts zouden moeten gaan, niet alleen mijn maag, maar ook mijnx hart. Toen ging er een somber geprevel door onze rijen. Een kilo tong voor vier gulden en nog wat't Drong niet tot mij door. 't Drong tot de heele hongerende schare niet door. De visch is op. Maar wat wel degelijk tot ons doordrong, was de onbarmhartige%bekendmaking„de visch is op". U kunt wel naar huis gaan. En daarvoor hadden wij een uur lang met langzaam ster vende hoop in onze vrouwenharten staan wachten. Daarvoor hadden wij huis en hof verlaten en ons kleinste kroost meegesleept en getorst op orize vermoeide armen. Het valt niet mee, om met een ongeduldig kind een uur lang te staan en niets dan te staan. Maar onmiddellijk werden wij terug gezonden naar onz^ haardsteden, waar onze disch vischloos moest blijven. Dat was te veel voon ons. „Dan werden Weiber zu Hyanen Wij stortten ons vereend van zin op het mannetje, dat gansch alleen de toegang tot het vischterrein mopst verdedigen en krijschten. Want op zoo'n oogenblik krijscht de allerbe schaafdste dame. „Ik was er zelf bij", om met Max Blokzijl te spreken, 't Mannetje trachtte zich te redden van een wissen ondergang door mannelijke snauwen, maar begin als man alleen eens wat tégen een vertoornde vrouwenbewe gingDe dagen van het vrouwenkiesrecht leken teruggekeerd. Je moet.bij mijnheer Rorije zijn! Toen 'redde een listigaard zijn- belaagde broeder. „Die man weet er niks van. Dan moet je bij meneer Rorije wezen". En hij wees naar onzen onvolprezen wethouder van Sociale Zaken, die fier over het tooneel van den strijd rondwandelde. Het bleek een waar toover- woord,want de vrouwenschaar trok op tot den heer Rorije. Toen ontdekte ik een kar vol weelderige tongen. „Ik dacht, dat de visch op was" zei ik en keek niet lief. De heer R^keek ook niet lief naar mij. Wij kennen elkaar^ namelijk van de Winterhulp. De wederzijdsche kennismaking was ons beiden tegengevallen. En nu stond ik daar zoowaar weer bij de visch die nog niet op was. „Die, kunt U koopen, zéker antwoordde de heer R. waardig en voegde er verongelijkt aan toe „Dat is zooeven bekend gemaakt." „Oh", zei ik oorspronkelijk. Een vrouw kan echter in één woord een heele wereld leggen. In mijn „Oh" lagen vele werel den„Noemen ze dat bekend maken Nou moe, hoonde een spraakzame dame. 8.50 per kilo. Ik keerde mij af en wijdde mij aan de visch. Maar de teleurgestelde en verbitterde vrou wenschaar belegerde de heer R. Jammer genoeg had ik geen tijd om nauw gezet te luisteren. Wel weet ik, dat de toorn hoog oplaaide. De tong kostte 8.48 per kilo en er was één reusachtige schol van 4.50. Omdat ik een vischminnende man bezit èn omdat ik koppig, gelijk alle vrouwen, niet de nederlaag wou lijden in dit vischgevecht, kocht ik de schol, die ik bijna niet dragen kon en waar ik een beetje van griezelde. Hij was zoo - bloederig en ik wist nu al, dat ik nooit de kop zou durven noch kunnen afsnijden. Én boter om te bakken had ik ook -niet, dys zou de lieveling gestoofd ter tafel verschijnen. Het zou een feestmaal worden voor manlief. Deze teedere troost bleef mij. Maar al die andere vrouwen, die zich deze buitensporige visch- weelde niet veroorloven kondenDie toch ook met ware vrouwentrouw en vrouwenmoed gewacht hadden en nu met leege handen en teleurgesteld naar huis moesten. De dure visch bleef weer eens over voor de beter met het lieve geld bedeelden. Is toch een zootje l Toen ik mijn dure schol naar huis sleepte, liet ik den heer R. op het slagveld achter, temidden van een beleedigde vrouwenkring. Hij trachtte iets uit te leggen. „Mevrouw, wacht U nou nog effe, hij vertelt een ver haaltje", zei- een buurjongen, die het goed met mij en mijn schol meende en ons naar htjis wilde begeleiden. ,,'t Is nu geen tijd voor verhaaltjes", zei ik luid, want ik was boos, ondanks mijn ver overde schol. Op den langen en zwaren weg naar huis, vond ik mezelf eigenlijk verfoeilijk met die opzichtige schol. Maar als ik die nu niet ge kocht had,,'t Is tóch een zootje, met die visch", zei de buurjongen kordaat. „Eigenlijk mosten ze d'r wat aan doèn.....7" Inderdaad lezers, er moet wat aan gedaan worden. Wie gaat eens praten op Sociale Zaken, opdat de visch niet te duur betaald worde?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1943 | | pagina 4