Schandelijke toestanden in Arnemuiden
FRONTZORG.
Winterhulp Nederland
Visch verkoop
in Vlissingen
In 1922 werd iïi Arnemuiden een feest gevierd t de Edelachtbare
Heer H. G. Horninge werd als burgemeester ingehaald.
Na 18 Jaren bewind tijdens de beroemde democratische periode,
ook wel genoemd ,,de goede oude tijd" en 3 oorlogsjaren, besloot
de Kringleider der N.S.B. in dezen Kring, kameraad Rosier, een
onderzoek in te stellen naar de toestanden, die in Arnemuiden
heerschen.
Na 21 jaar.
Het was dus 21 jaar na het burge-
meestersfeest en dus zeker niet te
vroeg om eens na te gaan, wat er
onder het bewind van den burgemees
ter was tot stand gekomen.
De aankomst te Arnemuiden per
trein is tegenwoordig een bijzondere
gebeurtenis.
Vanwege de contrtóle staat de trein
hier geruimen tijd en de vaste reizigers
omuseeren zich dan methet kijken
naar de ratten.
De ratt^nsloot.
Aan de achterzijde der visschers-
huizen loopt een sloot, waarin we
steeds de ratten zien loopen en klim
men. Men ziet er dieren van onge
looflijken omvang. Ze leven er recht
genoegelijk, want deze sloot is in 20
Jaar slechts eenmaal gereinigd.
De treinreizigers vermaken zich er
mede, bijv. als zoo'n rat langs een
touw klimt, kopje duikelt, enz.
De stank in de sloot deert den rei
ziger in den trein nietde bacillen
bereiken hem niet. De ratten likken
niet aan zijn pannen.
Maar de inwoners van Arnemuiden
dragen de gevolgen van deze onhygi
ënische toestanden.
De „woningen".
Zeker, tijdens den oorlog kunnen
geen nieuwe woningen worden ge
bouwd. Maar wat geschiedde er yan
1922 tot 1940? Waarom zorgde de
gemeente toen niet voor behoorlijke
volkswoningen tegen billijken huur
prijs
Omdat de burgemeester voor zijn
gemeente maar heel erg weinig be
langstelling heeft.
Hij, zelf met aardsche goederen rijk
gezegend, kent den nood van den vis-
scher en. arbeider niet.
Want als hij hem kende, dan zou
het onmogelijk zijn geweest, dat in een
kleine woning te eeniger tijd 21 per
sonen waren „gehuisvest".
Of wat denkt U van het feit, dat in
Arnemuiden meerdere families van 4
óf 5 personen in één kamertje „wonen,
koken en slapen"
Denkt U zich eens in, wat een ter
rein voor ziektekiemen
De gevolgen.
De gevolgen bleven niet uit.
Thans zijn ongeveer 20 typhus-
gevallen te Arnemuiden, en reeds eeni-
ge volksgenooten zijn aan deze ziekte
gestorven.
Tot heden heeft de burgemeester op
geen enkele wijze blijk gegeven dat
het hem ernst is op krachtige wijze
de wantoestanden te bestrijden.
Zelfs zijn in Arnemuiden nog tallooze
Vlissingers ondergebracht, die overal
elders beter konden wonen dan in dit
dorp.
Zelfs in een onbewoonbaar verklaar
de woning in de Roomschestraat werd
nog een familie ondergebrachtandere
snert-woningen werden door het oud
gemeenteraadslid Crucq nog weer
eens „opgelapt".
De geldzak.
Eén der inwoners vertelde ons nog,
dat indertijd een verzoek was gericht
tot den burgemeester om de ratten-
sloot te dempen en een riooleering aan
te brengen.
ALS DB fi/.S.B. straks naa/gt,
dan hangt heèl nederland,
want de bolsjew/sten ma -
ken geen onoerscne/d tds-
scheN echte en onechte
nederl a a/cbes»
canogbnoot, ais g'j te wel-
n/c atmVEET van mol t/eff
om een oordeel over deze
fcweet/e te herben, debat.
TEER Daarover dam N/et
met den bakker or baker
Maar vraag eens naar de
me en/hg van een n. s.b.ho/s
l?ekoeker n'j komt n/etb'j
com een n. s. o.er van u
te maken, or om n /ets om
oe mo o in t£ snel den no
Kont /n't belang van zvn
vaderland,....ook het uwe!
Verantwoordelijk voor den inhoudde hoofd
opsteller A. J. Klooté te Goes. - Uitgever
District 14, Zeeland v. d. Nationaal-Socialis-
tische Beweging. Verschijnt eenmaal per maand.
Abonnementen buiten Zeeland f 1.50 per jaar.
P.V. 1891 '23. Gratis verspreking.
Het verzoek, dat door alle inwoners
der straat was geteekend, werd afge
wezen. Het kostte te veel geld
Is typhus voordeeliger
Geen hart voor de zaak.
Uit de talrijke gesprekken met de
bevolking blijkt steeds weerde bur
gemeester heeft geen aandacht voor
de gemeente. Iedere huisjesmelker gaat
hier rustig zijn gang.' Zie bijv. de krot
ten van De Hamer uit de Appelstraat.
Deze man verhuurt deze „woningen",
maar voor onderhoud moet men niet
bij hem zijn.
Kan men in Arnemuiden geen be
palingen maken, die zulke toestanden
opheffen
Onhygiënische toestanden.
•Reeds de vroegere dokter heeft veel
gedaan om een beetje verbetering in
dit visschersdorp aan te brengen en
ook de tegenwoordige arts doet wat
hij kan.
Hij tracht bijv. om barakken e.d.
te laten plaatsen.
Deze en andere gemeentezaken
.gaan blijkbaar buiten den burgemees
ter om.
De evacuatie.
Een kwaad als noodzakelijk ge
volg van den oorlog was de ge
deeltelijke evacuatie. Maar ieder Ar-
nemuidenaar weet, dat vele meer ge
goeden öf niet werden uitgewezen, öf
om onbegrijpelijke reden mochten te
rugkomen, terwijl minder gegoeden
'niet naar hun woonplaats terug moch
ten. Hierin heeft toch zeker de burge
meester van advies gediend?
Geen medewerking.
Bij een Engelsche moordaanval op
een Arnemuidsche visschersboot werd
een visscher doodelijk getroffen, wiens
zoon in Duitschland werkt, De familie
vroeg den burgemeester den zoon te
waarschuwen. „Dat gaat niet", zei de
burgervader, en scheepte den vrager
af. Een feit is echter, dat dit wèl kan
over den N.V.D. (Volksdienst). Dit
had de burgemeester moeten weten.
Was het domheid of luiheid, wat hem
zijn antwoord deed geven
Deze rijke burgemeester kan wel
iets missen voor menschen die in nood
zijn. Toen in Rotterdam duizenden
menschen dakloos waren geworden
door het bombardement yen huis, meu
belen, kleeyen, ja alles verloren had
den, gaf de Edelachtbare Heer Hor
ninge de som van25 cent
Zoo groot was zijn liefde voor zijn
medemenschen.
Zijn medewerking aan Winterhulp
is al even groot. „Die twee rokken
heeft" en wat er verdep volgt geldt
voor dezen man blijkbaar niet.
Visscherij.
Het dorp leeft grootendeels van
visscherij en waf daarmede in verband
staat.
Maar ook hier voelt de burgervader
zich ver boven verheven. Hij bemoeit
er zich eenvoudig niet mee. Voor de
bijwoning van de installatie van den
Visschersraad had hij dan ook geen
tijd
Onderzoek.
Nadat Kringleider Rosier deze, en
ook andere feiten had vastgesteld, werd
Arnemuiden op zijn uitnoodiging be
zocht door den Beauftragte van den
Rijkscomissaris, W. Münzer en door
den Gemachtigde van den Leider, Jan
Dekker.
Wij twijfelen er thans niet aan, of
er zal verandering komen in Arne
muiden.
Wat moet er geschieden?
Na het lezen van het vorenstaande,
zal het ieder duidelijk zijn, dat het
volgende dient te geschieden
1. De burgemeester moet vervan
gen worden door een werkelijke „bur
gervader", die met den nood en de
belangen van het volk meeleeft.
2. Zoo mogelijk zal de nieuwe bur
gemeester een man moeten zijn, die met
de visscherij door eh door vertrouwd
is.
3. De nieuwe burgemeester zal di
rect hygiënische verbeteringen moeten
aanbrengen, o.a. demping der diverse
slooten en het aanleggen van rioleering.
4. Hij zal een plan 'moeten maken
om direct na den oorloggoede volks
woningen te bouwen.
5. Verordeningen-uitvaardigen, om
de overbevolking in kleine woonruim
ten te vermijden.
6. De ophaaldienst van huisvuil en
dergelijke, zal aan goede eischen moe
ten voldoen.
7. De inwoners zullen er op moeten
letten ziektekiemen te bestrijden, onder
meer door geen etensresten weg te
werpen.
Zoo zijn er nog vele andere dingen
te doen. Qnze hoop is thans op de
overheid gericht, dat zij zoo spoedig
mogelijk een man -aan het hoofd der
gemeente plaatst, waarin ieder Arne-
muidenaar vertrouwen kan hebben
en die hart en huis openstelt voor ieder
werkzaam volksgenoot.
De eerste W.H.N.-collecte in het seizoen
1943—1944 is gehouden en bleek, na gehouden
telling der opbrengst, zeer bevredigend te zijn.
In vergelijking met de opbrengst der collec
ten in het vorige seizoen, kon zelfs worden
geconstateerd, dat in vele gemeenten een beter
begrip omtrent onze doelstelling is doorgedron
gen.
Wij, Nederlanders, zijn nu eenmaal voor
zichtig en gaan met graag over éénnachtsijs.
Wij willen gewoonlijk eerst den kat eens uit
den boom kijken, maar heeft de overtuiging
eenmaal post gevat dat ook de nieuwe ge
dachte of reorganisatie op Sociaal terrein goed
kan ?ijn, dan dienen we bereid te zijn ons ten
volle hiervoor te geven.
Dat ons werk goed is en ons geheele streven
slechts is gericht op het welzijn van onze eigen
in zorg verkeerende volksgenooten, zonder
onderscheid, moet thans een ieder wel erkennen
die zich niet heeft laten misleiden door allerlei
dwaze laster- en leugenpraatjes.
Wanneer men eens de moeite wil doen om
verder te zien dan! de eigen behagelijke huis
kamer of welvoorziene kelder en zich eens wil
interesseeren voor de minder gelukkige mede
menschen, eerst dan beseft men, waarom Win
terhulp Nederland werd gesticht. Als men de
vreugde van de huismoeders eens met eigen
oogen kon zien, wanneer zij in de barre winter
maanden enkele malen wordt verrast met een
gave, waarmede zij het ontbrekende voor haar
gezin gedeeltelijk kan aanvullen, dan zal men
zeker een gunstiger beeld van onze doelstelling
krijgen dan de voorstelling welke fanatieke
geestdrijvers U, uit persoonlijke haatgevoelens
öf uit eigen belang, hebben voorgeschilderd.
t
Werp Uw bedenkingen en vooroordeelen
eens over boord en zie voor een enkele maal
eens niets apders dan Uw medemensch, die
dringend behoefte heeft aan Uw hulp, eerst
dan zult ge bereid zijn een werkelijk offer te
brengen.
Zeker, er zijn nog vele andere manieren om
hulp te verleenen, misschien wel duizend en U
heeft beslist gelijk met de bewering, dat het
zoo of zoo óók zou kunnen. j Maar daar gaat
het nu niet om. De hoofdzaak is thans, dat er
geholpen wordt. Onze duizenden vrijwillige
medewerkers(sters) vragen ook niet of het mis
schien anders zou kunnen, doch zij zetten zich
in, bij regen en wind, steeds weer bereid om
met de roode 'bus Uw gave te innen. Dit doen
zij niet voor zichzelf of met de bedoeling
hiervan eenig profijt te trekken. Neen, zij be
seffen, dat er iets möet worden gedaan ter
leniging van den nood en zijn er van overtuigd,
dat met critiseeren alleen niemand is gebaat.
Klaag over de wereld, want zij is nog niet
goed. Maar zorgt dat ge bij het klagen iets
daadwerkelijks doet
Zoo is hetIets daadwerkelijksEn dat
doen onze vrijwillige medewerkers stersHun
belooning Lichamelijke en geestelijke inspan
ning en dikwijls hoon of een onaangename be
jegening, doch innerlijk de genoegdoening, dat
gene voor zijn medemensch «te hebben verricht,
wat, volgens onze Christelijke leer, een heilige
plicht is.
Nogmaals verwerp alle nevengedachten en
wendt U van hen af, die zich op hun manier
„verdienstelijk" denken te maken met minder
waardige lasterpraatjes rond te strooien.
Zij hebben den gemakkelijksten enden
goedkoopsten weg gekozen. Zij critiseeren,
doch offeren niets en zijn derhalve Uw achting
niet waard.
De tijden zijn zwaar, de levensstandaard is
hooger geworden en irl vele gezinnen is be
hoefte aan het allernoodigste, alsvoeding,
kleeding, dekking, schoeisel, enz. enz.
De N.V.D. en Winterhulp Nederland willen
trachten hierin zooveel mogelijk te voorzien,
doch om ten volle te slagen, is Uw aller mede
werking noodig.
In de eerste plaats tik niet tegen de ruit
en schud niet afwijzend het jioofd, wanneer 'n
collectant (e) zich behoorlijk aan Uw voor
deur komt melden. j
Tast -liever diep in Uw beur:- en schenk een
ruime gift, d.w.z. kreng een werkelijk „offer"
ten' behoeve van Uw eigen volksgenooten. U
deed dit voorheen immers ook meermalen voor
Uw in nood verkeerende medemenschen buiten
onze grenzen
Zeeuwen, de eerste Winterhulpcollecte in
dit seizoen is gehouden," doch er zullen er nog
meerdere volgen.
Leg nu reeds Uw bijdrage terzijde en stel
onze collectanten straks niet teleur. Hoe g?-oöter
de opbrengst is, hoe meer leecf kan worden ver
zacht. Laat niet de enkele goedwillende dorps-
genooten alleen het zware werk verrichten,
doch geeft U ook op als collectant (e), opdat
ook gij Uw deel kunt bijdragen in ons mooie
Sociale werk.
WBBT A LLPS VA A/ DB A/.SoB9
VA/V /A/VDVER/?AAD 9 VA/V
BAANrjBSJAGB&'jf WEET
ZOÓ VEE/ A/AA/Z B*? Z'J/V
roe// ea//ce/E /c/E/A//g//ede/V,
D/E O /V/B7" WEET, ZOO O.A*,
o at /vepef?/a/vz> zo/voe/?
N.S.&' GEE/S ro£*<o//$ r a/EBA?
//est-to da above:/? zajl //een
/V. 9.&?/y/s/y0£zoe/ce/f gaab/ve
//v//c//t£/vo vb a ac. /se// ee/v3
0e /coss7-. b"*/ wees a//e7
&a/vg voo7? /siv eoa/e/v,
vva/vt ee/v /v. s. 3/-/o/s/3e -
zoekes? scos/r vee AVO/sD
a isce wo o/v af c/v sc//
Bidden de Kerken nu om de
vernietiging
Dit (Communistisch) regiem van de
onderwereld, dat zich aanmeldt door het
openen der gevangenissen en het bewape
nen der vrijgelaten misdadigers, heeft zich
ten doel gesteld de vermenging van.kunst
en wanstaltigheid, van wetenschap en waan
zin, van vroomheid en duivelachtigheid, van
moed en lafheid, van vaderlandsliefde en
landverraad, opdat elk onderscheidingsver
mogen tusschen goed en kwaacj verloren zal
gaan en den mensch elk houvast in het
leven zal worden ontnomen.
In dit (Communistische) stelsel past
volkomen de ontkenning van de volkeren
afs één van Gods ordeningen. Geen men-
schenrassen meer, geen volkeren meer, geen
goed en geen kwaad. Een mengeling bijv.
van Germanen met Hotteritotten, of Zoeloe's
of Papoea's, tot een grauwe „menschheid",
voortlevend zonder onderscheidingsvermo
gen van goed en kwaad, is het ideaal van
deze volkeren-, zeden- en religiehatenden,
die heerschen willen, zonder zich te storen
aan God of gebod.
MUSSERT in een artikel over
de Verantwoordelijkheid, van
de Kerken in onzen tijd".
VoVa 25 Maart 1937.
Wellicht zijt gij U nog niet allen bewust van
hetgeen Frnotzorg is.
Frontzorg is de organisatie, die ten doel
heeft de band tusschen het Vaderland en het
Front levendig te houden.
Gij weet, voor welk doel, onze jongens aan
de fronten strijden. Gij weet, dat zij daar de
grootste ontberingen moeten doorstaan om hun
aangewezen doel te bereiken. Het komt meer-
malen voor, dat zij geen avondeten krijgen,
doordat de keuken is blijven steken.
Deze jongens, onze jongens, weten voor welk
doel zi> strijden. Zij "strijden voor een nieuw
Europa. Een Europa van opbouw en niet van
afbraak, hetwelk wij in voorgaande tijden heb
ben meegemaakt. Zij strijden aan de fronten
voor U, voor Uw kinderen.
Welnu, denkt dan eens aan hen. Zendt hen
eens een pakketje. Wij kunnen ons er niet
van af maken met te zeggen, dat we niets
kunnen missen. Dat zijn- smoesjes ora er vanaf
te komen. Een iéder kan iets mis=en, al is het
nog zoo weinig.
Vele groote zaken dragen reeds maanden
op geregelde tijdstippen voor Frontzorg bij. Zij
kennen reeds het doel. Waar blijven de an
deren Eens zal de tijd aanbreken, dat men
zich zal schamen, dat men zoo weinig voor
de Frontkameraden heeft overgehad.
Frontzorg Zeeland lean alleS inschikken.
Niets is ons te weinig, niets is ons té veel.
Vooruit, laat zien dat wij ook iets voor onze
strijders aan de fronten overhebben.
U zult vragen, wat wordt er zooal naar het
front gezonden.
Wekelijks zendt Frontzorg honderden pak
ketjes. De inhoud van dergelijke pakketjes is
aardig samengesteld uit1 pakje shag, 2
doosjes sigaretten, 1 pijp, 1 bloc schrijfpapier,
1 tandenborstel, 1 tube tandpasta, enveloppen,
1 honingboekje, 1 rol drop, 2 pakjes sigaretten
papier en nog andere kleine versnaperingen.
Met de grootste vreugde worden de pakket
jes ^aan de fronten door onze jongens ontvan
gen'.
De briefwisseling^ met onze jongens brengt
ons tot de bezinning dat wij .zijn van eenen
bloede. Vele volksgenooten hebben van de
frontkameraden geleerd hunne kleine bekommer
ringen opzij te zetten, omdat er beseft wordt,
dat deze jongens meer irioeten verduren dan
alle kleine narigheden van distributie moeilijk
heden en dergelijke in het Vaderland.
Alzoo Volksgenooten, doet Uw best. Laat
eens zien, dat gij ook Iets voor Frontzorg over
hebt. Stort daarom met milde hand op post
rekening no. 491616 t.n.v. Distr. Vert, van
Frontzorg Zeeland te Goes.
De Districtsvertegenwoordiger van
'Frontzorg Zeeland.
Op de borden stond t 5 uur.
Het was Vrijdagmiddag 5 uur en dan hebben
wij, vrouwen, reeds een bewogen werkdag
achter den rug. Maar toch stonden wij moedig
aangetreden, want op verschillende plaatsen
in de stad was ons, via het bekende gele bord,
visch beloofd.
De nummers van den knipkaart waren aan
gegeven en in dezen tijd van vitamine-
schaarschte is elke rechtgeaarde huisvrouw
voortdurend op drijfjacht naar voedsel voor
man en kroost.
Daar stonden wij dus aan de gemeentelijke
vischmijn.
Op de borden stond 5 uur, dus was ik stipt
op tijd aanwezig, gelijk het een goed soldaat
in dezen voedseloorlog betaamt.
Toen ik de eindelooze vrouwenrij zag, werd
ik even duizelig.
Doch ik zette mij terstond schrap tegen deze
begrijpelijke zwakte en nam mijn plaats achfer-.
aan in.
Het duurde echter maar een oogenblik, dat
ik de laatste was, want de rij werd al langer
en langer. Ik stond gezellig ingepakt tusschen
een onderwijzeres en een dame met een dochter,
die een klaaggesprek, voerden over den nood
dezer barre tijden.
Onderwijzeres in de verdrukking,
„Ja", zei de onderwijzeres, „verbeeldt U, ik
kan toch absoluut geen meisje krijgen, niet eens
een werksteren met mijn schoolwerk erbij
kan ik het alleen niet af. Ik heb dringend
hulp noodig. Nu kende ik die dame toevallig
nog al erg goed. Ik wist, dat zij een beneden
huis bewoonde in onze straat. Zij behoefde
alleen maar voor haar dierbare zelf te zorgen.
Daarom voelde ik de kriebel bij me opkomen.
„Waarom gaat zse niet op kamers wonen
dacht ik practisch. Want ziet U, ik dacht aan
de vele Moeders van groote gezinnen, die niet
alleen geen hulp kunnen krijgen, maar die ook
niet kunnen betalen en toch ook niet klagen
over drukte..
De Nederlandsche Volksdienst verricht ze
genrijk werk op dit gebied, maar alle nood is
niet opeens gelenigd.
Wat eten we vandaag?
,/t Is vreeselijk, tegenwoordig", viel de dame-
met-dochter. gretig bij. „En dan je eten. Een
mensch praat tegenwoordig alleen maar over
eten. 't Is dan ook wel het voornaamste."
Ik ging eens nadrukkelijk op mijn rechterbeen
staan en snoof, want dat kon ik heusch niet
laten.
En tegelijkertijd bewonderde ik mijn eigen
zelfbeheersching, want ik draaide me niet
om en ik zei n i e t, wat ik hier»nu zég, zoodat
iedereen het nu lekker kan lezen „Ja, dat is
jullie voornaamste zorg, hè? Eten, eten. en
nog eens eten. Toegegeven, 't is belangrijk,
maar er is ook nog iets anders. Denken jullie
nooit aan die mannen en jongens, die voor
jullie aan de fronten sterven, opdat -jullie
kunnen blijven eten Zouden jullie niet eens
een paar dagen wat minder willen eten, als
je daarmee een frontsoldaat kón redden
Denken jullie wel eens aan de misdaden, die er
om jullie eten gepleegd worden Denken jullie
ook nog wel eens in-een vrij oogenblikje aan
de toekomst van Nederland? Waarachtig, er
staat niet voor niets geschreven „Gij zult bij
brood alleen niet leven
De goeie ouwe tijd!
Dat had ik allemaaLgraag gezegd. Maar een"
vischverkoop is tenslotte een prozaïsche bezig
heid en ik was toch lichtelijk benieuwd naar
de wonderen van wijsheid, die nog komen
konden als ik zoet mijn mondje dicht hield.
En ja> daar kwam het al, het gulden woord,
dat een nieuwe en betere toekomst vol eten
beloofd aan alle eetgragen in den lande.
„Ja, als 't maar eens omslaat, als de goeie
ouwe tijd maar eens terugkomtdan be
hoeven jullie heelemaal niet meer te eten, want
de bolsjewieken zullen jullie den mond wel
afdoende volstoppen met wat anders", dacht
ik grimmig en ik spröng boos op mijn linker
been.
Weer rijdt een karretje weg
Ondertusschen kwam onze schare moordend
langzaam vooruit. Maar telkens zagen wij met
weemoedige blikken éen leeggekocht visch-
karretje aftrekken en in ons werd het ramp
zalig vóorgevoel wakkerals wij eindelijk aan
de beurt zijn, is de visch op. Er werd reeds
gezellig gekankerd om mij heen. „Waarvoor
geven ze dan vischkaarten uit Daar gaat
al weer een jkarretje weg
Die vischkaarten zijn het resultaat van het
ijverig werk van den Nederlandschen Volks
dienst en daarom raakten dat eindeloos gewacht
en de droeve zekerheid, dat wij allen wel
zonder vischvreugde naar huts zouden moeten
gaan, niet alleen mijn maag, maar ook mijnx
hart.
Toen ging er een somber geprevel door onze
rijen. Een kilo tong voor vier gulden en nog
wat't Drong niet tot mij door. 't Drong
tot de heele hongerende schare niet door.
De visch is op.
Maar wat wel degelijk tot ons doordrong, was
de onbarmhartige%bekendmaking„de visch is
op". U kunt wel naar huis gaan. En daarvoor
hadden wij een uur lang met langzaam ster
vende hoop in onze vrouwenharten staan
wachten. Daarvoor hadden wij huis en hof
verlaten en ons kleinste kroost meegesleept en
getorst op orize vermoeide armen.
Het valt niet mee, om met een ongeduldig
kind een uur lang te staan en niets dan te
staan. Maar onmiddellijk werden wij terug
gezonden naar onz^ haardsteden, waar onze
disch vischloos moest blijven.
Dat was te veel voon ons. „Dan werden
Weiber zu Hyanen
Wij stortten ons vereend van zin op het
mannetje, dat gansch alleen de toegang tot
het vischterrein mopst verdedigen en krijschten.
Want op zoo'n oogenblik krijscht de allerbe
schaafdste dame. „Ik was er zelf bij", om met
Max Blokzijl te spreken, 't Mannetje trachtte
zich te redden van een wissen ondergang door
mannelijke snauwen, maar begin als man alleen
eens wat tégen een vertoornde vrouwenbewe
gingDe dagen van het vrouwenkiesrecht
leken teruggekeerd.
Je moet.bij mijnheer Rorije zijn!
Toen 'redde een listigaard zijn- belaagde
broeder. „Die man weet er niks van. Dan
moet je bij meneer Rorije wezen". En hij wees
naar onzen onvolprezen wethouder van Sociale
Zaken, die fier over het tooneel van den strijd
rondwandelde. Het bleek een waar toover-
woord,want de vrouwenschaar trok op tot
den heer Rorije.
Toen ontdekte ik een kar vol weelderige
tongen. „Ik dacht, dat de visch op was" zei
ik en keek niet lief. De heer R^keek ook niet
lief naar mij. Wij kennen elkaar^ namelijk van
de Winterhulp. De wederzijdsche kennismaking
was ons beiden tegengevallen. En nu stond ik
daar zoowaar weer bij de visch die nog niet
op was. „Die, kunt U koopen, zéker
antwoordde de heer R. waardig en voegde er
verongelijkt aan toe „Dat is zooeven bekend
gemaakt." „Oh", zei ik oorspronkelijk. Een
vrouw kan echter in één woord een heele
wereld leggen. In mijn „Oh" lagen vele werel
den„Noemen ze dat bekend maken Nou
moe, hoonde een spraakzame dame.
8.50 per kilo.
Ik keerde mij af en wijdde mij aan de visch.
Maar de teleurgestelde en verbitterde vrou
wenschaar belegerde de heer R.
Jammer genoeg had ik geen tijd om nauw
gezet te luisteren. Wel weet ik, dat de toorn
hoog oplaaide. De tong kostte 8.48 per kilo
en er was één reusachtige schol van 4.50.
Omdat ik een vischminnende man bezit èn
omdat ik koppig, gelijk alle vrouwen, niet de
nederlaag wou lijden in dit vischgevecht, kocht
ik de schol, die ik bijna niet dragen kon en
waar ik een beetje van griezelde. Hij was zoo -
bloederig en ik wist nu al, dat ik nooit de kop
zou durven noch kunnen afsnijden. Én boter
om te bakken had ik ook -niet, dys zou de
lieveling gestoofd ter tafel verschijnen. Het
zou een feestmaal worden voor manlief. Deze
teedere troost bleef mij. Maar al die andere
vrouwen, die zich deze buitensporige visch-
weelde niet veroorloven kondenDie toch
ook met ware vrouwentrouw en vrouwenmoed
gewacht hadden en nu met leege handen en
teleurgesteld naar huis moesten. De dure visch
bleef weer eens over voor de beter met het
lieve geld bedeelden.
Is toch een zootje l
Toen ik mijn dure schol naar huis sleepte,
liet ik den heer R. op het slagveld achter,
temidden van een beleedigde vrouwenkring.
Hij trachtte iets uit te leggen. „Mevrouw,
wacht U nou nog effe, hij vertelt een ver
haaltje", zei- een buurjongen, die het goed
met mij en mijn schol meende en ons naar htjis
wilde begeleiden.
,,'t Is nu geen tijd voor verhaaltjes", zei ik
luid, want ik was boos, ondanks mijn ver
overde schol.
Op den langen en zwaren weg naar huis,
vond ik mezelf eigenlijk verfoeilijk met die
opzichtige schol. Maar als ik die nu niet ge
kocht had,,'t Is tóch een zootje, met die
visch", zei de buurjongen kordaat. „Eigenlijk
mosten ze d'r wat aan doèn.....7"
Inderdaad lezers, er moet wat aan gedaan
worden.
Wie gaat eens praten op Sociale Zaken,
opdat de visch niet te duur betaald worde?