Titels
Bat noemt men gentlemen!
DS LAATSTE LOODJES
WIE HET LAATST LACHT
Zwemt U ook?
SIBBEKUNDE
Helpt uw kameraden
in Duitschland
Bravo
Waar of niet?
Eerherstel
Adeldom.
Voor lien, die voor de samenstelling hunner
kwartierstaat onderz#ekingen doen bi) burger
lijken stand of bevolkingsregister, en daardoor
te maken kunnen hebben met adellijke titels, is
het wel gewenscht, iets mede te deelen over de
(adellijke) titels en praedicaten, die sommige
personen gerechtigd zijn te voeren, waarbij wij
buiten beschouwing laten de pennestrijd over
de al of niet verbindende kracht van eenige
besluiten.
Bijna in alle landen, die een ettelijken regee-
rlngsvorm bezitten of bezeten hebben, zoowel
in als buiten Europa, zelfs in de Gost, Jcomt
de adel, die oorspronkelijk een afzonderlijken
stand vormde, voor.
In republieken vormt zich geen nieuwe adel.
Turkije bezit geen adelsedert 1814 vindt
men in Noorwegen geen adel meer, terwijl
in Oostenrijk in 1938 de adelijke titels
werden afgeschaft.
Adeldom heeft e:n erfelijk karakter en
verschilt daardoqy van persoonlijke onderschei
dingen, zooals ridderorden. Deze erfelijkheid is
evenwel niet onderworpen aan de gewone regels
van het erfrechtzij werkt veelal slechts in
de nederdalende lijn; terwijl adeldom niet eerst
bij den dood van den voorganger, maar reeds
bij de geboorte wordt verkregen, hetgeen bij
den titel niet steeds het geval is.
Adelijke titels behooren derhalve in het al
gemeen niet aan bepaalde personen, maar wor
den gevoerd door personen uit een geslacht,
dat „van adel" is, en dan alleen door de wettige
afstammelingen.
Omtrent dè erkenning, inlijving en verhef
fing in den ad^fetand is voor ons land nog
steeds van belang, het koninklijk besluit van
13 Februari 1815, StbJ. 15, betreffende „de
vereischten en voorrechten van Adelstand bin
nen de Vereenigde Nederlanden". Volgens dat
•besluit worden tot den' adelstand gerekend» zij,
die daarin benoemd of geadmitteerd zijn of
zullen zijn. Verder, die worden erkend, in
gelijfd of verheven in den adelstand, benevens
hunne wettige afstammelingen.
Erkenning heeft plaats indien de begunstigde
behoort tot een geslacht, flat oudtijds, hier te
lande adelijk yas.
Inlijving geschiedt, indien de begunstigde be
hoort tot een geslacht, dat thans of voorheen
in den vreemde adellijk is of was.
Verheffing heeft plaats, indien het geslacht*
van den begunstigde niet tot den adel behoort.
Volgens een Kin. Besluit van 1821 kunnen
alleen verleend worden de titels van Ridder-
vrouwelijk Jonkvrouw), Baron, Burggraaf,
Graaf, Markies, Hertog en Prins, waarvan de
Nederlandse!, e ac.el sedert de afscheiding van
België nog slechts kent de titels als Graaf,
Baron en Ridder. v
In sommige gevallen gaan de adellijke titels
„bij recht van eerstgeboorte" over. Indien de
rechthebbende komt te pverlijden, moet de
rechtverkrijgende onder ovei -egging der noodige
stukkeaanvragen den titel te mogen voeren.
De a.Jere wettige afstammelingen van den
x overledene hebben dan alleen het recht tot
het voeren Van de praedicaten „Jonkheer" en
„Jonkvrouw". "Zij, die deze praedicaten, al
hoewel -ze ook op de afstammelingen overgaan,
rechtens voeren, behooren tot den z.g.n. on-
getitreerden adel, die tot den laagsten adel
gerekend wordt.
Tot de adellijke titel? behooren verder die
alsPfalzgraaf, Rheingraaf, Vicomte, Vis
count. Vrijheer, Wildgraaf, enz.
Bij verheffing gaan de titels alleen over bij
het recht van eerstgeboorte en bij erkenning en
inlijving op alle afstammelingen.
Men spreekt van oeradel en briefadel.
Erlcfadcl is van jongeren datum, geschon-
ken bij een adelsbrief, d.i. een als regel op
perkament geteekend en geschreven diploma,
voorzien van wapenafbeeldingen, zegel en
handteekening.
Oeradel is de oudste adel, uit het midden
der 14de eeuw of vroeger. In de Almanac de
Gotha worden slechts die geslachten opgeno
men, die hunne stamreeks doorloopend tot 1350
oorkondig bewijzen kunnenmen heeft dus
geen adelsdiploma.
Hier te lande is de oude adel van vóór en
de nieuwe adel van na den tijd der Republiek.
De adel geniet hier geen voorrechten meer, wat
wel het geval is in Engeland en Zweden.
In Frankrijk ontstond gehoorteadel (noblesse
de race), doorben vorst verleenden adel (no
blesse de lettres, de concession) en adel, ver
bonden aan een ambt (noblesse de définité).
In de 15de eeuw begon men onderscheid to
maken tusschén hoogen en lafjèn ad?lin
Duitschland hadden de leden van den eersten
zitting en stem in den rijksdag en die van
den tweeden waren in de eerste plaats die leen
mannen van den keizer, die ook jurisdictie
(regeermacht) op hunne goederen hadden,
Majcraatsadeï, wiens bezitting (maprrat]_
als regel op den oudsten zoon overgaat, kent
oüs land niet, daar volgens ons burgerlijk wet
boek alle kinderen gelijk staan in erfrecht.
De pauselijke adel is -ingesteld door de
Heilige Stoel, die adeldom verleent zoowel aan
geestelijken als aan leeken, met titels als Graaf
van Rome, enz.
Vroeger kwam het nog al eens voor, dat een
familie het gebruik van een adellijke titel
langen tijd nalietopnieuw werd de titel dan
aangevraagd en ook verkregen, mits de noodige
bewijzen in orde werden bevonden. Men noemt
dat a dels vernieuwing.
Behalve aan een adelsdiploma of een adels
brief kan het recht op een adellijke titel ook
ontleend worden aan eene verklaring van het
Departement van Justitie (Bureau Hooge Raad
van Adel), dat deze afgeeft op grond van de
aan dat departement te houden adelsregisters
of fih'atieregisters.
Wie tot den Nederlandschen adel behooren,
kan men vinden in de lijsten van personen en
geslachten, gepubliceerd in de NederJandsche
Staatscourant (het laatst in No. 204 van\1898).
Officieele opgaven vindt men ook m den
Staats-Almanak.
Aanhangsel van den familienaam.
Het eenig overgebleven recht van adeldom
Is, dat de adellijke titels moeten geacht worden
bij den naam te hooren men kan ze besthou-
wen als een deel van den naam.
Volgens art. 18 van het burgerlijk wetboek
worden de titels in de akten van den burger
lijken stand bij den geslachtsnaam opgenomen
dit^eldt zoowel voor vreemdelingen als voor
Nederlanders.
Sommige eigenaars van zoogenaamde am-
bachtsheerlijkheden of landgoc eren, voegen den
naam van hun eigendom achter hun geslachts
naam. Deze toevoegingen hebben met den
f naam niets gemeen. Daarom mogen ze ook
niet in de akten van den burgerlijken stand
worden opgenomen-. De ambtenaar, die het
toch zou doen, is strafbaar.
Hetzelfde geldt ook voor academische graden
nis meester en doctor, alsmede voor titels aan
ridderorden ontleenddeze zijn geheel per
soonlijk en behooren in geen geval bij den
familienaam.
Bloedadel,
De adel moet de drager en de beschermer
zijn van de hoogste volksdeugden.
Sedert langen tijd is hij dat in ons land niet
meer, althans het edele en bloedechte bescher
men is verzaakt. Het is de hoogste moraal
voor een volk en in de eerste plaats voor den
adel, te zorgen voor een gezonde, krachtige
nakomelingschap. Daarvoor heeft de adel niet
gezorgd en is hij dus voor ons al een nog
naamadel. Dit in tegenstelling tot den ouden
boerenadë^, die wel heeft gezorgd vcor instand
houding van zich zelf en van de soort, en nog
steeds is de bloedbron van ons volle.
Het platteland heeft»voortdurend zijn waar
dig bloed afgestaan aan de stad en is daardoor
steeds de grondslag van ons volk geweest
steeds zijn de jongeren van het platteland naar
de stad getrokken en hebben daar nieuw en
jong leven gebracht. Daardoor is de bevolking
van het platteland geworden de bloedadel van
ons volk.
Niet alleen dat, doch behalve de bloedbron
is het platteland ook de voedingsbron varj ons
volk. Immers, 21e stad kan niet leven zonder
het platteland, doch wel omgekeerd.
Het hoerendom, omvattende zoowel dc boe
ren als de knechten, heeft zich in den gjjooten
strijd om zijn bestaan, door noesten arbeid, -
altijd veel edeler getoond dan de adel ooit ge
weest is. Groote beteekenis moeten we dan ook
hechten aan de woorden van den Führer, Adolf
Hitler„Ik ken slechts één adel, en dat is
de Adel van den Arbeid",
M.A.
Min volk is het.
'De Ëngelsche ep Amerikaansche vliegers ont
zagen het niet alleen niet om de wereldbe
roemde kathedralen en kerken te verwoesten, zij
schieten niet alleen op onschuldige boeren,
visschers en kinderen, neen, zij werpen Be
halve vergiftigde bonbons en met springstoffen
geladen voorwerpen, ook stoffen uit om de
dieren te treffen en te kwellen.
Dezer dagen vonden boeren in hun wei
landen duizenden kleine spijkers en kleine
naalden.
Het behoeft niet gezegd te worden, dat de
grazende dieren daardoor op de jammerlijkste
wijze om he^ leven kwamen.
Eén onzer'inwoners in Zeeland vond eenige
dagen geleden aan den rand van pen koolzaad
veld een fle'sch.
Toen hij die wegschopte, vloog de inhoud
in brand.
Men zij tevens op zijn hoede voor brand
plaatjes.
Uit dit alles moge blijken, hoe in-gemeen
onze tegenstanders hun vijanden en z.g.n.
„vrienden" te lijf gaan.
Alleen in een joodsch brein kan zulk een
gemeenheid opkomen.
En voor zulk een canaille bidt men nog, en
op zulk min volk wordt nog genoopt.
Tot hoelang
Moest nog in Essen <de hoogste functie^
naris van de Beweging aldaar spreken,
'Zeven dagen geleden hadden de Amerikaan
sche en Britsche beschermers van Christendom,
beschaving en kleine naties, hun gangsterslast
boven de stad afgeworpen. Hier en daar
brandde het nóg;' die vervloekte fosfor ont
brandt telkens weer als de zon er maar even
op schijnt. Metersdiepe bómtrechters in de stra
ten, met schoppen en pik-bouweclen gewapende
hulptroepen van leger en Arbeidsdienst, 'omver
gehaalde muren, in de puinhoopen naar de
laatste resten zoekende menschapzóó zag
Essen er. dien middag uit. Eén beeld van
zinlooze verwoesting, van het starion tot aan
den hoek van de straat waar*onze functionaris
woont.
Hij wist niet dat ik kwamik had niets
meer van hem gehoord. Zou hij en zijn familie
nog in leven zijn
Op dien hoek ben ik, als aan den grond
genageld blijven staan. *Gèweldige ruïnes van
verbogen stalen balken en uitgebrande huizen.
En hier woonde h'; tocb Zag ik goed Ja,
waarachtig, daar midden in die ruïnes "stonden
nog vier huizen, waarvan het eerste aan de
buitenmuur door balken werd gestut. En dat
eerste huis .was van onzen functionaris
Zijn dappere moedertje van 76 jaar drukte
mi) hartelijk de hand. „Wij léven nog", was
het sobere* bescheid op mijn vraag naar hun
welstand. Overigens x iedere nacht in den kel
der, met angst in het Ijart óf het ditmaal hgn
beurt zou zijnIn den nacht dat de pira
ten hun gangsterwerk verrichten, had „haar
Jan" met levensgevaar in de dakgoot geba
lanceerd, om met een bijl hët brandende, aan
grenzende huis van het hunne af te slaan.
Allen in huis, de vrouwen inbegrepen, hadden
emmers water/doorgegeven naar boven, lange
uren achtereen, tot Jan om zeven, uur, door
dé fook half bewusteloos geraakt, naar binnen
was getrokken
Zeer kort geleden was deze edele Nedcr-
landsche vrouw voor het eerst sedert vele jaren,
enkele dagen voor familiebezoek in het Va
derland. Ik heb het voorrecht gehad, haar en
haar dochter ook enkele dagen in mijn woning
gastvrijheid te mogen bieden. Steeds, wan
neer het donker werd, maakte een kwellende
onrust zich van hen meester. Met spanning
verbeidden zij steeds het Duitsche Weermachts-
béricht en slaakten een zucht van verlichting,
wanneer er niet van luchtaanvallen helding
gemaakt werd.
De familie had er op aangedrongen, dat
minstens het oude moedertje voor goed naar
Nederland zou komen, en ook ik waagde een
opmerking in die richting. Maar daarvan wilde
zij niets weten Haar kinderen waren in Essen,
Jan zou zijn post niet veraten, en daar hoorde
zij, als moeder, bijOpgewekt en blij, Is zi)
op haar 76-jarigen leeftijd weer naar Essen
het verdienen, al was het alleen maar cm hun
ttouw en toewijding waarinee zij, onder de
moeilijkste omstandigheden; op hun post blij
ven, moge U bovengenoemd voorbeeld van
een dappere 76-jarige NederJandsche moeder
bewijzen
Steunt daarom de inzameling van textiel-
goederen en schoeisel, die door de Afdeeling
Kameraadschapszorg van het Hoofdkwartier
voor onze getroffen kameraden in Duitschland
wordt georganiseerdKijkt kasten en kisten
na, om alles wat ge maar éenigszins missen
kunt, als simpel blijk van dankbaarheid en"
kameraadschap af te 'zonderen, voor hen, die
daar, waar de totale oorlog het vreeselijkst
woedt, hun plicht als soldaat van Mussert
dapper en trouw vervullen
Voor het bureau van den Gemachtigde
van den Leider voor Duitschland,
Hoofdafdeeling van de propaganda,
JAN HOLLANDER.
Berlijn, 26 Juli 1943.
Op 20 Juni 1943, des namiddags, t>c ond
kam. Molema, Kringleider te Zierikzee, zich
ter hoogte van het z.g.n. Stelletje
De jeugd uit de omgeving van Zierikzet
was eveneens .aanwezig om te baden en tt
zwemmen.
Op een gegeven oogenblik zag kam. Molema
dat een groot aantal kinderen zich bij c:n
aldaar abnwezige diepe kuil ophielden.
Op zijn vraag werd hem door de kinderen
medegedeeld, dat één hunner zich in de .diepe
kuil had begeven en in de diepte was ver
dwenen.
Oogenblikkelijk begaf kaWraad Molema rich
te water, waarna het hem mocht ^gelukken
bedoeld jongetje, dat inmiddels zijn bewustzijn
had verloren aan land te brengen.
Nadat hij ongeveer 30 minuten kunstmatige
ademhaling bij den jongen had toegepast, keer
den de levensgeesten terug
Bravo kameraad Molema
EN
Er zijn lieden, en zij behooren zelfs nog onder
de ontwikkelde kringen, die in een soort Sicili-
aansche overwinningsroes verkeeren. Zij dan
sen van vreugde; als zij hooren dat een stad
als Orel is ingenomen en indien zij Vernemen
van een moordaanslag op Rome.
Dezelfde lieden vonden het niet belangrijk
destijds, toen Orel en Kursk op één dag werden
veroverd door de Duitschers, toen Parijs viel,
toen Frankrijk capituleerde, toen Sebastopol
werd ingenomen. Dat was alles niets 1 Nu dè
Rus met verlies van 3000 tanks en ongeveer
een millioen soldaten Orel herovert, meenen zij,
dat Duitschland ongeveer ten einde is Zij heb
ben nog steeds geen Idee van wat er gaande
was, is en zal zijn.
De roes, die bedwelmt.
Men is zoo gewend geraakt aan de geweldige
overwinningen der Duitschers, dat men bij de
tegenslagen, die natuurlijk in een oorlog als
deze moesten komen, het hoofd verliest.
Ook onder de overtuigden zijn er nog enke
len, die even twijfelen. En waartog 7 Er wordt
heden aan de pereférie, d. I. aan den- verren
omtrek gestreden. Geen enkel punt, dat noodig
is voor de overwinning' van Duitschland, is
zelfs in gevaar en zal ook niet in gevaar ko
men. Bij elke geboorte gaan smarten vooraf,
Duitschland krijgt de overwinning niet cadeau.
Zoo is h%t ook hierbij zóó, dat uit de beproe
vingen pas het heil geboren wordt. De Führer
heeft dit ook- vaak verklaard, ook tijdens den
zwaren binnenlandschen strijd destijds der partij.
„Eerst hij die beproefd is. is door den Alm^ch-
wtmnmêèêêmtmê
£ix£ duizfd/o oogde
SüRGEOf TÓRE/vGT OA'S
££*/- Stapje d tc* rerz
DC-fJ y//*€o£ o
2'o o re do sa/ ofjs
de
HELDEN, l
In de dagen van Mei 1940 ging het gerucht,
dat de Duitschers vergiftigde bonbons neer
wierpen. Door $e radio werd daartegen ge
waarschuwd.
Welnu, deze neergooierij was niet waar.
In de oorlógsjaren daarna wierpen en werpen
Engelsche vliegtuigen poppen, lippenstiften enz.
neer, die b\y aanraking ontploffen. Dit was
wel waar.
In de dagen van 1941 beweerde men hier,
dat de Duitschers zélve bommen op onze
steden wierpen. Dat was niet waar. p
Thans werpen de Engelsche bommen op
Amsterdam en Vlissingen. Dat is wel waar.
In Mei 1940 beweerde de Nederlandsche
radio, dat de Duitsche soldaten onze jongens
vóór zich lieten optrekken als schild. Dat was
niet waar.
Thans laten de Engelschen in Afrika, Sici
lië en waar zij strijden, de Fransche, Poolsche
en andere vreemde troepen voor zich in het
vuur gaanDat is wel waar.
Eenige jaren vóór den oorlog en bij den
overval op Finland beweerde Churchill, dat
de Sovjets „boeven waren, waarvoor niets
heilig is". Dat was waar.
Thans zegt hij, dat de Sovjets strijders zijn
voor „een heilige Zaak" en „vrienden der.be
schaving". En dat is'niet waar.
"Zoekt U het zelf nu maar uit.
In ons nummer van 11 Sprokkelmaand
plaatsten we een artikel geheeten „klompen-
joden in Nieuw- en St. Joosland".
Naar ons uit die omgeving wordt medege
deeld, zijn de daarin verwerkte gegevens in
strijd met de werkelijkheid, zoodat het vanzelf
spreekt, dat langs dezen weg het artikel wordt
herroepen.
Wij, Nationaal-Socialisten, wenschen alleen
een berichtgeving die op waarheid berust, wat
wij ook in onze eigen pers totuitdrukking
willen brengen.
teruggereisdook naar de /troostelooze
puinhoopen en dé kelder, die haar bijna lederen
nacht tot schuilplaats dient voor de moorde
naars door Roosevelt en Churc-hill gezonden.
Kameraden
Dit is één voorbeeld uit tientallen Past ons,
in het aangezicht hiervan, niet een bescheiden
stilzwijgen Klagen én morren wij niet dik
wijls over ongemakken van den oorlog, die
vart nul en geener waarde zijn, vergeleken bij
de lasten die onze kameraden in Duitschland
nu al enkele jaren dapper dragen
De treurige ervaring in den redelooze bom-
menoorlog tégen de burgerbevolking hééft ook
hen veel geleerd. Hun beste spulletjes staan
dag en nacht in enkele koffers in den kelder.
Die zijn doorgaans zoo stevig, dat zij bij bom
inslag in de directe omgeving en zeker bij
brandbommen', wel houden. Wanneer zij dan
niet dermate getroffen worden, dat zij al dank
baar mogen zijn er"alleen het naakte leven te
hebben afgebracht, is hun inventaris dikwijls
tot den inhoud van één enkele handkoffer
teruggebracht.
Er zijn er ook, die niets anders meer be
zitten dan hetgeen zij aan hun lichaam hebben.
Met dankbaarheid mag worden geconstateerd;
dat de Nederlanders, die slachtoffer worden
van de bommenterreur, door de Duitsche auto
riteiten op dezelfde wijze als de Duitsche staats
burgers geholpen worden. Zoowel aan geld
óm de eerste onkosten ie dekken, als aan ver
gunningen om het allernoodzakelijkste te ver
krijgen. Het behoeft echter geen nader betoog,
dat in het bijzonder textielgoederen ook in
Duitschland maar mondjesmaat voorhanden zijn,'
zoodat zelfs met geld en vergunningen sommige
goederen moeilijk of in het geheel niet te ver
krijgen zijn.
En het is op dit punt, dat de Beweging in
Nederland haar kameraadschap en medeleven
met de zoo zwaar getroffen kameraden in
Duitschland daadwerkelijk kan bewijzen. In
ieder huis is nog wel wat aan bovèn- en onder-
kleeding, schoeisel en serviesgoed te vinden,
dat, als het moet, kan worden gemist. Dat het
moet, staat vast. En dat onze kameraden ginds
tige verkozen om de zege weg te dragen." En
zoo zien wij heden dat de beproevingen er wa
ren en er zijn.
Geduld en vertrouwen.
Wie een goed nationaal socialist is, twijfelt
niet. Hij weet, dat Duitschland nooit capitu
leert, noch het volk, noch het leger. Men weet
waarvoor men strijdt, het is leven en zegevjeren,
of sterven. Zou Duitschland sterveln, dan sterft
met haar Europa. Dan zou het communisme
komen, hoe men dat ook wil verdoezelen. Ja,
dat wil men liever toch niet 1
Maar dat gebeurt nimmer. Wie goed ziet,
wie goed hoort boven- het gekrijsch der tegen
partij en het histérisch zege-gebrul, die verstaat
den zin van dit grootsche gebeuren. Die voelt
dat het voor Rusland nu of nooit moet gebeu
ren. Breekt het niet door, wint het zijn voedsel-
gebied niet terug, dan is het verloren. De rant
soenen der soldaten, die reeds beneden het mi-
•nimum waren, zijn weer kleiner geworden. De
honger grijnst in den rug dezer Russische troe
pen, maar tot heden is de korenvoorraad in de.
handen der Duitschers en 't laat zich niet aan
zien, dat deze situatie veranderen zal, Rusland
bloedt langzaam dood.
In Sicilië vochten twee groote imperiums,
Amerika en Engeland, met algeheelen inzet op
één eiland en wisten het in vijf weken slechts
.na zeer groote verliezen, to bezetten.
Men meende, dat Italië zou inéén storten 1
Hoe naïefAlsof daar geen Duitschers staan
en alsof het Italiaansche volk niet weet, dat
het bij overgave eveneens een prooi van het
Joodsch communisme of het Amerikaansche jo
dendom zou worden
Daarom alles te samen genomen, wie ge
duld en vertrouwen heeft, wie goed nadenkt
en meer verstaat dan de oppervlakkige, wacht
alles af met een rustig hart en een koel hoofd.
Er moet nog heel wat gebeuren, gelooft dat!
De tamtam der moordenaars.
Engelandheeft gewild dat op hetzelfdfr mo
ment der beide offensieven, ook in- Europa,
ook In Nederland, de sabotage zou losbarsten.
Spionnen en schurken begonnen ook hier. In
hun roes van er al te zijn, begonnen zij uit
hun schuilhoeken onschuldige burgers te ver
moorden. Onder nationale leuzen plunderden
zij de boeren in verschillende provincies en
haalden de buit met hooge woekerprijzen bin
nen, ten bate van zich zeiven. Het waren de
communisten en vriendjes van hen, opgestoc I
door de Internationale, die ook hier een moord
partij op touw zetten. Alsof de Duitschers hier
op niet kunnen antwoorden en reeds geant
woord hebben 1
Men kan er van overtuigd zijn, dat, bij her
haling, er nog anders zal worden opgetreden.
En wie is van dit duivelsch gestook de dupe?
Ons volkl En wie mede schuld Degenen die
nog hopen pp Duitschland s ondergang en daar
voor zelfs nog preeken eri bidden ook. De
zielige, stumpers,
Zij weten niet wat zij doen*
Inderdaad 1 zij weten niet wat zij doen. Een
sterk en overwinnend Europa is een sterk Eu
ropa en een sterk en gezond en welvarend
Nederland. Een overwonnen Duitschland is
een toekomstige hel, een poel van godlooze
ellende en 'n eeuwen-lange armoede en ellende;
Wie het anders ziet, ziet de waarheid voorbij.
Maar, wij weten zeker dat, zoo lang er een
Führer is en een leger als het zijne, waarin
ook onze dappere jongens strijden, wij zullen
zegevieren.
Wacht slechts, hebt geduld, 'gij wankeimoe-
digen. Voelt ge nief dat er nog heel iets anders
in de lucht zit dan slechts deze taaie deference
Voelt ge niet dat Duitschland's tegentroeven
nog allen in handen zijn en dat ze zeker zullen
worden uitgespeeld Eens worden de laatste
kaarten geworpen.
Juicht ni.et te vroeg en duikt niet onder in
de zekerheid dat ge straks lachend zult op
duiken in een soort ranja-plas 1 Misschien duikt
ge nergens meer bovenmisschien ook moét
ge wel boven komen om lucht te happen. Dan
zal het er wel heel bedenkelijk uitzien. Want
men zal u vragenwaar hebt ge gezeten en
wat hebt gij in de duisternis gedaan
Wat moet ge dan zeggen
Neen, al deze vroegtijdige lachers, zij weten
niet waarom zij -lachen. Weenende zullen zij
misschien oogsten, wat zij nu grijnzende zaaien.
Wij zullen eens zien. Wij zijn er nog niet -x
nog lang niet. Maar één ding is zeker, de over
winning geeft God aan hen, die strijden voor
recht* voor de vernietiging van de moordenaar^,
engodloochenaars en waarom zullen wii dan
zelfs één oogenblik nog twijfelen?
Moedig voorwaarts en geen'moment twijfelen.
Het Nationaal Socialisme zal zegevieren, gewis
Als de zomer m het land is, als de warme'
zon ons gaarstooft, als we zoo echt door en
door moe zijn, dan frisebt een bad ons zoo
heerlijk op. En dan is niets lekkerder dan een
duik In-hef zilte nat, het verkwikt en we voelen
ons weer in staat om door te gaan met het
wette van eiken dag, de moeheid en loomheid n
is weer verdwenen, we zijn weer fit.
IÉ Middelburg kan men 'zwemmen in het
Kanaal door Walcheren. Het water is. zoüt
en behoorlijk schoon en er zijn twee inrichtin
gen, om zichtte ontkleeden,kde {jele school en
de gemeenteschool. In beide inrichtingen kan
men zich uitkleeden en in het water duiken,
en in beide gelegenheden kleedt men zich weer
aan, na het bad. - -
Maar.......... de eene, de gele school, is altijd
de „deftige" school gewetffet. Als je (jaar lid
van was, dan „was je wat", dan ging je mee
tellen. In de andere, de gemeenteschool, kon
je desnoods, op vertoon van je belastingbiljet
goedkooper genieten, dus dan „was je niets".
En daar wordt plotseling die deftige school
aan Vreugde en Arbeid van het Ned. Arbeids
front ter besturing opgedragen, die het water
natuurlijk niet verandert, doch die ook het
personeel laat, zoo het is, de uren van- open
stelling onveranderd laat, alleen de tarieven
een beetje wijzigt, zoodat iedereen daarvan
kan gaan genieten.
En wat doen nu vele leden van de „deftige"
school Zij houden op met zwemmen in de
„deftige" school en gaan naar de gemeente-
inrichting, kleeden zich daar met meerderen
in één hokje uit, door de overstelpende drukte
op warme dagen, en schijnen dus plotseling niet
meer tot hen te behooren, die iets waren..
Het blijkt weer eens te meer, dat hét stands
verschil, zooals dat voorgesteld is sinds lange
jaren, in werkelijkheid niet bestaat. Er is weer
eens aangetoond, dat ook die wegloopers be
hooren tot de volksgemeenschap, waaruit zij
zich eerst hadden teruggetrokken in hun „def
tige" zwemschool. Zij zijn net ajs iedpr ander
mensch geworden, een deel van de volksge
meenschap, zooals die toch ook alleen maar
in werkelijkheid bestaan kan.
Zij, die wegloopers, zijn weggeloopen, omdat
het N.A.F. een instelling is van den nieuwen
tijd en omdat zij daaraan Diet willen mede
werken. Doch zij vergeten, dat ook Middel
burg Nationaal-Socialistisch wordt bestuurd en
ngar de Gemeenteschool .gaan zij wel.
Als „zij van de deftige school" hebben ge
dacht, dat zij van den nieuwen tijd nu "ver
ontwaardigd of boos zouden zijn, omdat de
deftige school nu in den steek gelaten wordt,
dan hebben zij -verkeerd gedacht. Zij, van den
nieuwen tijd, verheugen er zich over, dat „def
tigheid" maar een begrip is, v7at blijkens dit
voorbeeld, o zoo gauw verdwijnt, en omdat
zij terug zijn gekomen tot de volksgemeenschap
(al is het misschien ipaar alleen in'dit opzicht),
dat zij ook maar gewone stervelingen zijn.
die in de gewone^gemeenteschool meedoen me(
den grooten hoop.
Zij, van den nieuwen tijd, verheugen zlcf
daar zeer over, maar toch wordt er even
de „deftigen" gelachen.
v i Opmerker.
toomloze j
Voorste'h:?l
Nu gaat!
der ra <sl
om i'; h
-van de <1
niet-jodeu
zich de lal
joden doih, I
tusschen rl
leven wij
vlotte zal I
Want nl
wilderd tel
en weten I
loeven.
Het grol
kngs hen I