Titels Bat noemt men gentlemen! DS LAATSTE LOODJES WIE HET LAATST LACHT Zwemt U ook? SIBBEKUNDE Helpt uw kameraden in Duitschland Bravo Waar of niet? Eerherstel Adeldom. Voor lien, die voor de samenstelling hunner kwartierstaat onderz#ekingen doen bi) burger lijken stand of bevolkingsregister, en daardoor te maken kunnen hebben met adellijke titels, is het wel gewenscht, iets mede te deelen over de (adellijke) titels en praedicaten, die sommige personen gerechtigd zijn te voeren, waarbij wij buiten beschouwing laten de pennestrijd over de al of niet verbindende kracht van eenige besluiten. Bijna in alle landen, die een ettelijken regee- rlngsvorm bezitten of bezeten hebben, zoowel in als buiten Europa, zelfs in de Gost, Jcomt de adel, die oorspronkelijk een afzonderlijken stand vormde, voor. In republieken vormt zich geen nieuwe adel. Turkije bezit geen adelsedert 1814 vindt men in Noorwegen geen adel meer, terwijl in Oostenrijk in 1938 de adelijke titels werden afgeschaft. Adeldom heeft e:n erfelijk karakter en verschilt daardoqy van persoonlijke onderschei dingen, zooals ridderorden. Deze erfelijkheid is evenwel niet onderworpen aan de gewone regels van het erfrechtzij werkt veelal slechts in de nederdalende lijn; terwijl adeldom niet eerst bij den dood van den voorganger, maar reeds bij de geboorte wordt verkregen, hetgeen bij den titel niet steeds het geval is. Adelijke titels behooren derhalve in het al gemeen niet aan bepaalde personen, maar wor den gevoerd door personen uit een geslacht, dat „van adel" is, en dan alleen door de wettige afstammelingen. Omtrent dè erkenning, inlijving en verhef fing in den ad^fetand is voor ons land nog steeds van belang, het koninklijk besluit van 13 Februari 1815, StbJ. 15, betreffende „de vereischten en voorrechten van Adelstand bin nen de Vereenigde Nederlanden". Volgens dat •besluit worden tot den' adelstand gerekend» zij, die daarin benoemd of geadmitteerd zijn of zullen zijn. Verder, die worden erkend, in gelijfd of verheven in den adelstand, benevens hunne wettige afstammelingen. Erkenning heeft plaats indien de begunstigde behoort tot een geslacht, flat oudtijds, hier te lande adelijk yas. Inlijving geschiedt, indien de begunstigde be hoort tot een geslacht, dat thans of voorheen in den vreemde adellijk is of was. Verheffing heeft plaats, indien het geslacht* van den begunstigde niet tot den adel behoort. Volgens een Kin. Besluit van 1821 kunnen alleen verleend worden de titels van Ridder- vrouwelijk Jonkvrouw), Baron, Burggraaf, Graaf, Markies, Hertog en Prins, waarvan de Nederlandse!, e ac.el sedert de afscheiding van België nog slechts kent de titels als Graaf, Baron en Ridder. v In sommige gevallen gaan de adellijke titels „bij recht van eerstgeboorte" over. Indien de rechthebbende komt te pverlijden, moet de rechtverkrijgende onder ovei -egging der noodige stukkeaanvragen den titel te mogen voeren. De a.Jere wettige afstammelingen van den x overledene hebben dan alleen het recht tot het voeren Van de praedicaten „Jonkheer" en „Jonkvrouw". "Zij, die deze praedicaten, al hoewel -ze ook op de afstammelingen overgaan, rechtens voeren, behooren tot den z.g.n. on- getitreerden adel, die tot den laagsten adel gerekend wordt. Tot de adellijke titel? behooren verder die alsPfalzgraaf, Rheingraaf, Vicomte, Vis count. Vrijheer, Wildgraaf, enz. Bij verheffing gaan de titels alleen over bij het recht van eerstgeboorte en bij erkenning en inlijving op alle afstammelingen. Men spreekt van oeradel en briefadel. Erlcfadcl is van jongeren datum, geschon- ken bij een adelsbrief, d.i. een als regel op perkament geteekend en geschreven diploma, voorzien van wapenafbeeldingen, zegel en handteekening. Oeradel is de oudste adel, uit het midden der 14de eeuw of vroeger. In de Almanac de Gotha worden slechts die geslachten opgeno men, die hunne stamreeks doorloopend tot 1350 oorkondig bewijzen kunnenmen heeft dus geen adelsdiploma. Hier te lande is de oude adel van vóór en de nieuwe adel van na den tijd der Republiek. De adel geniet hier geen voorrechten meer, wat wel het geval is in Engeland en Zweden. In Frankrijk ontstond gehoorteadel (noblesse de race), doorben vorst verleenden adel (no blesse de lettres, de concession) en adel, ver bonden aan een ambt (noblesse de définité). In de 15de eeuw begon men onderscheid to maken tusschén hoogen en lafjèn ad?lin Duitschland hadden de leden van den eersten zitting en stem in den rijksdag en die van den tweeden waren in de eerste plaats die leen mannen van den keizer, die ook jurisdictie (regeermacht) op hunne goederen hadden, Majcraatsadeï, wiens bezitting (maprrat]_ als regel op den oudsten zoon overgaat, kent oüs land niet, daar volgens ons burgerlijk wet boek alle kinderen gelijk staan in erfrecht. De pauselijke adel is -ingesteld door de Heilige Stoel, die adeldom verleent zoowel aan geestelijken als aan leeken, met titels als Graaf van Rome, enz. Vroeger kwam het nog al eens voor, dat een familie het gebruik van een adellijke titel langen tijd nalietopnieuw werd de titel dan aangevraagd en ook verkregen, mits de noodige bewijzen in orde werden bevonden. Men noemt dat a dels vernieuwing. Behalve aan een adelsdiploma of een adels brief kan het recht op een adellijke titel ook ontleend worden aan eene verklaring van het Departement van Justitie (Bureau Hooge Raad van Adel), dat deze afgeeft op grond van de aan dat departement te houden adelsregisters of fih'atieregisters. Wie tot den Nederlandschen adel behooren, kan men vinden in de lijsten van personen en geslachten, gepubliceerd in de NederJandsche Staatscourant (het laatst in No. 204 van\1898). Officieele opgaven vindt men ook m den Staats-Almanak. Aanhangsel van den familienaam. Het eenig overgebleven recht van adeldom Is, dat de adellijke titels moeten geacht worden bij den naam te hooren men kan ze besthou- wen als een deel van den naam. Volgens art. 18 van het burgerlijk wetboek worden de titels in de akten van den burger lijken stand bij den geslachtsnaam opgenomen dit^eldt zoowel voor vreemdelingen als voor Nederlanders. Sommige eigenaars van zoogenaamde am- bachtsheerlijkheden of landgoc eren, voegen den naam van hun eigendom achter hun geslachts naam. Deze toevoegingen hebben met den f naam niets gemeen. Daarom mogen ze ook niet in de akten van den burgerlijken stand worden opgenomen-. De ambtenaar, die het toch zou doen, is strafbaar. Hetzelfde geldt ook voor academische graden nis meester en doctor, alsmede voor titels aan ridderorden ontleenddeze zijn geheel per soonlijk en behooren in geen geval bij den familienaam. Bloedadel, De adel moet de drager en de beschermer zijn van de hoogste volksdeugden. Sedert langen tijd is hij dat in ons land niet meer, althans het edele en bloedechte bescher men is verzaakt. Het is de hoogste moraal voor een volk en in de eerste plaats voor den adel, te zorgen voor een gezonde, krachtige nakomelingschap. Daarvoor heeft de adel niet gezorgd en is hij dus voor ons al een nog naamadel. Dit in tegenstelling tot den ouden boerenadë^, die wel heeft gezorgd vcor instand houding van zich zelf en van de soort, en nog steeds is de bloedbron van ons volle. Het platteland heeft»voortdurend zijn waar dig bloed afgestaan aan de stad en is daardoor steeds de grondslag van ons volk geweest steeds zijn de jongeren van het platteland naar de stad getrokken en hebben daar nieuw en jong leven gebracht. Daardoor is de bevolking van het platteland geworden de bloedadel van ons volk. Niet alleen dat, doch behalve de bloedbron is het platteland ook de voedingsbron varj ons volk. Immers, 21e stad kan niet leven zonder het platteland, doch wel omgekeerd. Het hoerendom, omvattende zoowel dc boe ren als de knechten, heeft zich in den gjjooten strijd om zijn bestaan, door noesten arbeid, - altijd veel edeler getoond dan de adel ooit ge weest is. Groote beteekenis moeten we dan ook hechten aan de woorden van den Führer, Adolf Hitler„Ik ken slechts één adel, en dat is de Adel van den Arbeid", M.A. Min volk is het. 'De Ëngelsche ep Amerikaansche vliegers ont zagen het niet alleen niet om de wereldbe roemde kathedralen en kerken te verwoesten, zij schieten niet alleen op onschuldige boeren, visschers en kinderen, neen, zij werpen Be halve vergiftigde bonbons en met springstoffen geladen voorwerpen, ook stoffen uit om de dieren te treffen en te kwellen. Dezer dagen vonden boeren in hun wei landen duizenden kleine spijkers en kleine naalden. Het behoeft niet gezegd te worden, dat de grazende dieren daardoor op de jammerlijkste wijze om he^ leven kwamen. Eén onzer'inwoners in Zeeland vond eenige dagen geleden aan den rand van pen koolzaad veld een fle'sch. Toen hij die wegschopte, vloog de inhoud in brand. Men zij tevens op zijn hoede voor brand plaatjes. Uit dit alles moge blijken, hoe in-gemeen onze tegenstanders hun vijanden en z.g.n. „vrienden" te lijf gaan. Alleen in een joodsch brein kan zulk een gemeenheid opkomen. En voor zulk een canaille bidt men nog, en op zulk min volk wordt nog genoopt. Tot hoelang Moest nog in Essen <de hoogste functie^ naris van de Beweging aldaar spreken, 'Zeven dagen geleden hadden de Amerikaan sche en Britsche beschermers van Christendom, beschaving en kleine naties, hun gangsterslast boven de stad afgeworpen. Hier en daar brandde het nóg;' die vervloekte fosfor ont brandt telkens weer als de zon er maar even op schijnt. Metersdiepe bómtrechters in de stra ten, met schoppen en pik-bouweclen gewapende hulptroepen van leger en Arbeidsdienst, 'omver gehaalde muren, in de puinhoopen naar de laatste resten zoekende menschapzóó zag Essen er. dien middag uit. Eén beeld van zinlooze verwoesting, van het starion tot aan den hoek van de straat waar*onze functionaris woont. Hij wist niet dat ik kwamik had niets meer van hem gehoord. Zou hij en zijn familie nog in leven zijn Op dien hoek ben ik, als aan den grond genageld blijven staan. *Gèweldige ruïnes van verbogen stalen balken en uitgebrande huizen. En hier woonde h'; tocb Zag ik goed Ja, waarachtig, daar midden in die ruïnes "stonden nog vier huizen, waarvan het eerste aan de buitenmuur door balken werd gestut. En dat eerste huis .was van onzen functionaris Zijn dappere moedertje van 76 jaar drukte mi) hartelijk de hand. „Wij léven nog", was het sobere* bescheid op mijn vraag naar hun welstand. Overigens x iedere nacht in den kel der, met angst in het Ijart óf het ditmaal hgn beurt zou zijnIn den nacht dat de pira ten hun gangsterwerk verrichten, had „haar Jan" met levensgevaar in de dakgoot geba lanceerd, om met een bijl hët brandende, aan grenzende huis van het hunne af te slaan. Allen in huis, de vrouwen inbegrepen, hadden emmers water/doorgegeven naar boven, lange uren achtereen, tot Jan om zeven, uur, door dé fook half bewusteloos geraakt, naar binnen was getrokken Zeer kort geleden was deze edele Nedcr- landsche vrouw voor het eerst sedert vele jaren, enkele dagen voor familiebezoek in het Va derland. Ik heb het voorrecht gehad, haar en haar dochter ook enkele dagen in mijn woning gastvrijheid te mogen bieden. Steeds, wan neer het donker werd, maakte een kwellende onrust zich van hen meester. Met spanning verbeidden zij steeds het Duitsche Weermachts- béricht en slaakten een zucht van verlichting, wanneer er niet van luchtaanvallen helding gemaakt werd. De familie had er op aangedrongen, dat minstens het oude moedertje voor goed naar Nederland zou komen, en ook ik waagde een opmerking in die richting. Maar daarvan wilde zij niets weten Haar kinderen waren in Essen, Jan zou zijn post niet veraten, en daar hoorde zij, als moeder, bijOpgewekt en blij, Is zi) op haar 76-jarigen leeftijd weer naar Essen het verdienen, al was het alleen maar cm hun ttouw en toewijding waarinee zij, onder de moeilijkste omstandigheden; op hun post blij ven, moge U bovengenoemd voorbeeld van een dappere 76-jarige NederJandsche moeder bewijzen Steunt daarom de inzameling van textiel- goederen en schoeisel, die door de Afdeeling Kameraadschapszorg van het Hoofdkwartier voor onze getroffen kameraden in Duitschland wordt georganiseerdKijkt kasten en kisten na, om alles wat ge maar éenigszins missen kunt, als simpel blijk van dankbaarheid en" kameraadschap af te 'zonderen, voor hen, die daar, waar de totale oorlog het vreeselijkst woedt, hun plicht als soldaat van Mussert dapper en trouw vervullen Voor het bureau van den Gemachtigde van den Leider voor Duitschland, Hoofdafdeeling van de propaganda, JAN HOLLANDER. Berlijn, 26 Juli 1943. Op 20 Juni 1943, des namiddags, t>c ond kam. Molema, Kringleider te Zierikzee, zich ter hoogte van het z.g.n. Stelletje De jeugd uit de omgeving van Zierikzet was eveneens .aanwezig om te baden en tt zwemmen. Op een gegeven oogenblik zag kam. Molema dat een groot aantal kinderen zich bij c:n aldaar abnwezige diepe kuil ophielden. Op zijn vraag werd hem door de kinderen medegedeeld, dat één hunner zich in de .diepe kuil had begeven en in de diepte was ver dwenen. Oogenblikkelijk begaf kaWraad Molema rich te water, waarna het hem mocht ^gelukken bedoeld jongetje, dat inmiddels zijn bewustzijn had verloren aan land te brengen. Nadat hij ongeveer 30 minuten kunstmatige ademhaling bij den jongen had toegepast, keer den de levensgeesten terug Bravo kameraad Molema EN Er zijn lieden, en zij behooren zelfs nog onder de ontwikkelde kringen, die in een soort Sicili- aansche overwinningsroes verkeeren. Zij dan sen van vreugde; als zij hooren dat een stad als Orel is ingenomen en indien zij Vernemen van een moordaanslag op Rome. Dezelfde lieden vonden het niet belangrijk destijds, toen Orel en Kursk op één dag werden veroverd door de Duitschers, toen Parijs viel, toen Frankrijk capituleerde, toen Sebastopol werd ingenomen. Dat was alles niets 1 Nu dè Rus met verlies van 3000 tanks en ongeveer een millioen soldaten Orel herovert, meenen zij, dat Duitschland ongeveer ten einde is Zij heb ben nog steeds geen Idee van wat er gaande was, is en zal zijn. De roes, die bedwelmt. Men is zoo gewend geraakt aan de geweldige overwinningen der Duitschers, dat men bij de tegenslagen, die natuurlijk in een oorlog als deze moesten komen, het hoofd verliest. Ook onder de overtuigden zijn er nog enke len, die even twijfelen. En waartog 7 Er wordt heden aan de pereférie, d. I. aan den- verren omtrek gestreden. Geen enkel punt, dat noodig is voor de overwinning' van Duitschland, is zelfs in gevaar en zal ook niet in gevaar ko men. Bij elke geboorte gaan smarten vooraf, Duitschland krijgt de overwinning niet cadeau. Zoo is h%t ook hierbij zóó, dat uit de beproe vingen pas het heil geboren wordt. De Führer heeft dit ook- vaak verklaard, ook tijdens den zwaren binnenlandschen strijd destijds der partij. „Eerst hij die beproefd is. is door den Alm^ch- wtmnmêèêêmtmê £ix£ duizfd/o oogde SüRGEOf TÓRE/vGT OA'S ££*/- Stapje d tc* rerz DC-fJ y//*€o£ o 2'o o re do sa/ ofjs de HELDEN, l In de dagen van Mei 1940 ging het gerucht, dat de Duitschers vergiftigde bonbons neer wierpen. Door $e radio werd daartegen ge waarschuwd. Welnu, deze neergooierij was niet waar. In de oorlógsjaren daarna wierpen en werpen Engelsche vliegtuigen poppen, lippenstiften enz. neer, die b\y aanraking ontploffen. Dit was wel waar. In de dagen van 1941 beweerde men hier, dat de Duitschers zélve bommen op onze steden wierpen. Dat was niet waar. p Thans werpen de Engelsche bommen op Amsterdam en Vlissingen. Dat is wel waar. In Mei 1940 beweerde de Nederlandsche radio, dat de Duitsche soldaten onze jongens vóór zich lieten optrekken als schild. Dat was niet waar. Thans laten de Engelschen in Afrika, Sici lië en waar zij strijden, de Fransche, Poolsche en andere vreemde troepen voor zich in het vuur gaanDat is wel waar. Eenige jaren vóór den oorlog en bij den overval op Finland beweerde Churchill, dat de Sovjets „boeven waren, waarvoor niets heilig is". Dat was waar. Thans zegt hij, dat de Sovjets strijders zijn voor „een heilige Zaak" en „vrienden der.be schaving". En dat is'niet waar. "Zoekt U het zelf nu maar uit. In ons nummer van 11 Sprokkelmaand plaatsten we een artikel geheeten „klompen- joden in Nieuw- en St. Joosland". Naar ons uit die omgeving wordt medege deeld, zijn de daarin verwerkte gegevens in strijd met de werkelijkheid, zoodat het vanzelf spreekt, dat langs dezen weg het artikel wordt herroepen. Wij, Nationaal-Socialisten, wenschen alleen een berichtgeving die op waarheid berust, wat wij ook in onze eigen pers totuitdrukking willen brengen. teruggereisdook naar de /troostelooze puinhoopen en dé kelder, die haar bijna lederen nacht tot schuilplaats dient voor de moorde naars door Roosevelt en Churc-hill gezonden. Kameraden Dit is één voorbeeld uit tientallen Past ons, in het aangezicht hiervan, niet een bescheiden stilzwijgen Klagen én morren wij niet dik wijls over ongemakken van den oorlog, die vart nul en geener waarde zijn, vergeleken bij de lasten die onze kameraden in Duitschland nu al enkele jaren dapper dragen De treurige ervaring in den redelooze bom- menoorlog tégen de burgerbevolking hééft ook hen veel geleerd. Hun beste spulletjes staan dag en nacht in enkele koffers in den kelder. Die zijn doorgaans zoo stevig, dat zij bij bom inslag in de directe omgeving en zeker bij brandbommen', wel houden. Wanneer zij dan niet dermate getroffen worden, dat zij al dank baar mogen zijn er"alleen het naakte leven te hebben afgebracht, is hun inventaris dikwijls tot den inhoud van één enkele handkoffer teruggebracht. Er zijn er ook, die niets anders meer be zitten dan hetgeen zij aan hun lichaam hebben. Met dankbaarheid mag worden geconstateerd; dat de Nederlanders, die slachtoffer worden van de bommenterreur, door de Duitsche auto riteiten op dezelfde wijze als de Duitsche staats burgers geholpen worden. Zoowel aan geld óm de eerste onkosten ie dekken, als aan ver gunningen om het allernoodzakelijkste te ver krijgen. Het behoeft echter geen nader betoog, dat in het bijzonder textielgoederen ook in Duitschland maar mondjesmaat voorhanden zijn,' zoodat zelfs met geld en vergunningen sommige goederen moeilijk of in het geheel niet te ver krijgen zijn. En het is op dit punt, dat de Beweging in Nederland haar kameraadschap en medeleven met de zoo zwaar getroffen kameraden in Duitschland daadwerkelijk kan bewijzen. In ieder huis is nog wel wat aan bovèn- en onder- kleeding, schoeisel en serviesgoed te vinden, dat, als het moet, kan worden gemist. Dat het moet, staat vast. En dat onze kameraden ginds tige verkozen om de zege weg te dragen." En zoo zien wij heden dat de beproevingen er wa ren en er zijn. Geduld en vertrouwen. Wie een goed nationaal socialist is, twijfelt niet. Hij weet, dat Duitschland nooit capitu leert, noch het volk, noch het leger. Men weet waarvoor men strijdt, het is leven en zegevjeren, of sterven. Zou Duitschland sterveln, dan sterft met haar Europa. Dan zou het communisme komen, hoe men dat ook wil verdoezelen. Ja, dat wil men liever toch niet 1 Maar dat gebeurt nimmer. Wie goed ziet, wie goed hoort boven- het gekrijsch der tegen partij en het histérisch zege-gebrul, die verstaat den zin van dit grootsche gebeuren. Die voelt dat het voor Rusland nu of nooit moet gebeu ren. Breekt het niet door, wint het zijn voedsel- gebied niet terug, dan is het verloren. De rant soenen der soldaten, die reeds beneden het mi- •nimum waren, zijn weer kleiner geworden. De honger grijnst in den rug dezer Russische troe pen, maar tot heden is de korenvoorraad in de. handen der Duitschers en 't laat zich niet aan zien, dat deze situatie veranderen zal, Rusland bloedt langzaam dood. In Sicilië vochten twee groote imperiums, Amerika en Engeland, met algeheelen inzet op één eiland en wisten het in vijf weken slechts .na zeer groote verliezen, to bezetten. Men meende, dat Italië zou inéén storten 1 Hoe naïefAlsof daar geen Duitschers staan en alsof het Italiaansche volk niet weet, dat het bij overgave eveneens een prooi van het Joodsch communisme of het Amerikaansche jo dendom zou worden Daarom alles te samen genomen, wie ge duld en vertrouwen heeft, wie goed nadenkt en meer verstaat dan de oppervlakkige, wacht alles af met een rustig hart en een koel hoofd. Er moet nog heel wat gebeuren, gelooft dat! De tamtam der moordenaars. Engelandheeft gewild dat op hetzelfdfr mo ment der beide offensieven, ook in- Europa, ook In Nederland, de sabotage zou losbarsten. Spionnen en schurken begonnen ook hier. In hun roes van er al te zijn, begonnen zij uit hun schuilhoeken onschuldige burgers te ver moorden. Onder nationale leuzen plunderden zij de boeren in verschillende provincies en haalden de buit met hooge woekerprijzen bin nen, ten bate van zich zeiven. Het waren de communisten en vriendjes van hen, opgestoc I door de Internationale, die ook hier een moord partij op touw zetten. Alsof de Duitschers hier op niet kunnen antwoorden en reeds geant woord hebben 1 Men kan er van overtuigd zijn, dat, bij her haling, er nog anders zal worden opgetreden. En wie is van dit duivelsch gestook de dupe? Ons volkl En wie mede schuld Degenen die nog hopen pp Duitschland s ondergang en daar voor zelfs nog preeken eri bidden ook. De zielige, stumpers, Zij weten niet wat zij doen* Inderdaad 1 zij weten niet wat zij doen. Een sterk en overwinnend Europa is een sterk Eu ropa en een sterk en gezond en welvarend Nederland. Een overwonnen Duitschland is een toekomstige hel, een poel van godlooze ellende en 'n eeuwen-lange armoede en ellende; Wie het anders ziet, ziet de waarheid voorbij. Maar, wij weten zeker dat, zoo lang er een Führer is en een leger als het zijne, waarin ook onze dappere jongens strijden, wij zullen zegevieren. Wacht slechts, hebt geduld, 'gij wankeimoe- digen. Voelt ge nief dat er nog heel iets anders in de lucht zit dan slechts deze taaie deference Voelt ge niet dat Duitschland's tegentroeven nog allen in handen zijn en dat ze zeker zullen worden uitgespeeld Eens worden de laatste kaarten geworpen. Juicht ni.et te vroeg en duikt niet onder in de zekerheid dat ge straks lachend zult op duiken in een soort ranja-plas 1 Misschien duikt ge nergens meer bovenmisschien ook moét ge wel boven komen om lucht te happen. Dan zal het er wel heel bedenkelijk uitzien. Want men zal u vragenwaar hebt ge gezeten en wat hebt gij in de duisternis gedaan Wat moet ge dan zeggen Neen, al deze vroegtijdige lachers, zij weten niet waarom zij -lachen. Weenende zullen zij misschien oogsten, wat zij nu grijnzende zaaien. Wij zullen eens zien. Wij zijn er nog niet -x nog lang niet. Maar één ding is zeker, de over winning geeft God aan hen, die strijden voor recht* voor de vernietiging van de moordenaar^, engodloochenaars en waarom zullen wii dan zelfs één oogenblik nog twijfelen? Moedig voorwaarts en geen'moment twijfelen. Het Nationaal Socialisme zal zegevieren, gewis Als de zomer m het land is, als de warme' zon ons gaarstooft, als we zoo echt door en door moe zijn, dan frisebt een bad ons zoo heerlijk op. En dan is niets lekkerder dan een duik In-hef zilte nat, het verkwikt en we voelen ons weer in staat om door te gaan met het wette van eiken dag, de moeheid en loomheid n is weer verdwenen, we zijn weer fit. IÉ Middelburg kan men 'zwemmen in het Kanaal door Walcheren. Het water is. zoüt en behoorlijk schoon en er zijn twee inrichtin gen, om zichtte ontkleeden,kde {jele school en de gemeenteschool. In beide inrichtingen kan men zich uitkleeden en in het water duiken, en in beide gelegenheden kleedt men zich weer aan, na het bad. - - Maar.......... de eene, de gele school, is altijd de „deftige" school gewetffet. Als je (jaar lid van was, dan „was je wat", dan ging je mee tellen. In de andere, de gemeenteschool, kon je desnoods, op vertoon van je belastingbiljet goedkooper genieten, dus dan „was je niets". En daar wordt plotseling die deftige school aan Vreugde en Arbeid van het Ned. Arbeids front ter besturing opgedragen, die het water natuurlijk niet verandert, doch die ook het personeel laat, zoo het is, de uren van- open stelling onveranderd laat, alleen de tarieven een beetje wijzigt, zoodat iedereen daarvan kan gaan genieten. En wat doen nu vele leden van de „deftige" school Zij houden op met zwemmen in de „deftige" school en gaan naar de gemeente- inrichting, kleeden zich daar met meerderen in één hokje uit, door de overstelpende drukte op warme dagen, en schijnen dus plotseling niet meer tot hen te behooren, die iets waren.. Het blijkt weer eens te meer, dat hét stands verschil, zooals dat voorgesteld is sinds lange jaren, in werkelijkheid niet bestaat. Er is weer eens aangetoond, dat ook die wegloopers be hooren tot de volksgemeenschap, waaruit zij zich eerst hadden teruggetrokken in hun „def tige" zwemschool. Zij zijn net ajs iedpr ander mensch geworden, een deel van de volksge meenschap, zooals die toch ook alleen maar in werkelijkheid bestaan kan. Zij, die wegloopers, zijn weggeloopen, omdat het N.A.F. een instelling is van den nieuwen tijd en omdat zij daaraan Diet willen mede werken. Doch zij vergeten, dat ook Middel burg Nationaal-Socialistisch wordt bestuurd en ngar de Gemeenteschool .gaan zij wel. Als „zij van de deftige school" hebben ge dacht, dat zij van den nieuwen tijd nu "ver ontwaardigd of boos zouden zijn, omdat de deftige school nu in den steek gelaten wordt, dan hebben zij -verkeerd gedacht. Zij, van den nieuwen tijd, verheugen er zich over, dat „def tigheid" maar een begrip is, v7at blijkens dit voorbeeld, o zoo gauw verdwijnt, en omdat zij terug zijn gekomen tot de volksgemeenschap (al is het misschien ipaar alleen in'dit opzicht), dat zij ook maar gewone stervelingen zijn. die in de gewone^gemeenteschool meedoen me( den grooten hoop. Zij, van den nieuwen tijd, verheugen zlcf daar zeer over, maar toch wordt er even de „deftigen" gelachen. v i Opmerker. toomloze j Voorste'h:?l Nu gaat! der ra <sl om i'; h -van de <1 niet-jodeu zich de lal joden doih, I tusschen rl leven wij vlotte zal I Want nl wilderd tel en weten I loeven. Het grol kngs hen I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1943 | | pagina 2