IJsland en Benenarbn LEZERS VRAGEN Onze voornamen' „Soldaten tegen dood cn duivel". plaatste te koop intw^o do.Jjk- taat zijt een we gemeente- ook te be- aagt aan het aat. Gij hebt en de onder- ia de „vrede" immers ook aarde is des en alsof dit Uwer durven spreken, het uitzenden alle gaven 1)1 te gaan ver- de heidenen, ang'elie leven- g zoo weinig vaak smarte- :n' onder een opgegroeid van Christus zijn ïk ?n, dat bij de iet Evangelie /at de zeade- angelie zuilen zullen moeten wintig eeuwen willen ^dit ook p de anderen laar Uw land n druipen van mschap en aste Evan- n predik hun^ g woorS be-. WW W Uw 4 «IBBEKUNDE Het verleden. - Den geslachtsnaam voert ietnand tegenwoor- dig vaa rechtswege, omdat hij een gevolg is van geboorte en verband ho\idt met de afstam ming. De voornaam daarentegen wordt tegen* woordig in de geboorteakte aan het kind ge geven. i Stond het oorspronkelijk een ieder vrij den toeaaam of familienaam te dragen, die hem goeddaeht, dit was ook het geval mej: de voor namen. Zooafs met de familienamen was ook v&n een wettelijke regeling op dit gebied in ons land weinig of niets te bespeuren. Alleen de kerkelijke overheid oefende nóg eenig toezidht uit, doordat de Roorasch-KatholJeke geestelijk- heid er voor zorgde, dat hoofdzakelijk de na men uit de kalenders of uit de kerkelijke ge schiedenis werden gegeven. Oorspronkelijk hadden de menschen slechts één naam, die gelijkwaardig was met de voor-- naam, welke toestand tot de 13de eeuw heeft geduurd. Nadat op 20 September 1792 in Frankrijk de burgerlijke stand als staatsinstelling was ingevoerd, wérd het dear te lande noodig ge oordeeld bepalingen In het leven te roepen tegen het willekeurig geven van voornamen, hetgeen, ev. nals voor de familienamen, ge schiedde bij de wet van 11 Germinal van het jaar XI (1 April 1803). Ons land werd op 9 Juli 1810 bi} Frankrijk Ingelijfd en bij Keizer lijk Decreet van 8 November 1810 werden met ingang .van 1 Januari 1811 de Fransche wet boeken, waaronder de wet van het jaar XI, Ingevoerd in Zeeland, Brabant, het Land van Maas en Waal Nijmegen daaronder begre pen en deii Bommel er waard. ^Voor het overig deel van ons land geschiedde zujks bij Decreet van 6 Januari 1811 mejt ingang van 1 Maart 1811. Volgens de wet van 11 Germinal van het Jaar XI mogen slechts toegelaten worden de namen, voorkomende in de verschillende ka- tenders (waarmede de namen van heiligen der Roomsch-Katholieke Kerk bedoeld zijn), als~ mede die van bekende personen uit de oude geschiedenis. Penne.strijd. Heel wat pennen zijn op het papier gezet in -den strijd .over de vraag of die wet nog rechtsgeldig is. Hoe dat ook zij, de Hooge Raad heeft zich eenige malen voor rechtsgel digheid uitgesproken (arresten van 10-6-1853, 4-1-1856 en 15-1-1857). Reeds lang vóór de invoering van de wet van—het jaar XI, hadden in ons land vele voornamen burgerrecht verkregen en wel deze voornamen, die men in geen énkelen kalender kon viiïden en door geen enkele persoon uit de oude geschiedenis zijn gedragen. De moeilijk heden ontstonden voornamelijk in Friesland, omdat men daar gehecht was aan het geven van voornamen van oud-Germaanschen oor sprong. Bij Souverein Besluit van 15 Maart 1815 werd getracht deze moeilijkheden te ontkomen, door te bepalen, dat de wet van het jaar XI niet geldend was voor voornamen, die van - overoude tijden gebruikelijk en algemeen als voornamen bekend zijn geweest. Ook dit Besluit heeft vele pennen over de rechtsgeldigheid daarvan in beweging gebracht, v/aarom de- Minister van Justitie bij circulaire van 24 Augustus 1857 bepaalde, dat geen ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die zich houdt aan het Besluit, vervolgd of gestraft zou worden. Al zou de wet van-het jaar XI nog rechts geldig zijn,, zij is door bóvennenoemd Beslpit toch vrijwel krachteloos gemaakt. De praktijk. I Ioe is nu de praktijk Door de ambtenaren van den Burgerlijken Stand kunnen als voornamen geweigerd wor den geslachtsnamen, namen ontleend aan ge beurtenissen van den dag, aan een bepaald staatkundig streven,x enz., tenzij de opgegeven naam gebruikelijk is. Zoo werd indertijd de naam Hindenburg als voornaam geweigerd, doch Uivertje (in ver band met de beroemde to^ht van „De Ui ver" (naar Melbourne) aangenomen. Alhoewel het niet gebruikelijk is meisjesna men aan jongens en jongensnamen aan m isjes te geven, komt het wel voor, dat zoo'n naam als„Marie" werd bijgevoegd, bijv.: Emile Joseph Marie. De naam Koos wordt zoowel voor mannen als vrouwen gebruikt, doch even als Marie meestal zoo, dat altijd kan blijken, dat men een man of een vrouw op het oog heeft. Vóór f Januari 1935 was het vaak bezwaar lijk 'uit een akte van den Burgerlijken Stand direct op te maken of een aangedthde naam *één der voornamen was, dan wel een deel van den (dubbelen) geslachtsnaam of familienaam, hetzij al of niet ten onrechte gevoerd, omdsï de voornamen werden geplaatst vóór de fami lienaam zonder dat voornaam en familienaam van elkaar gescheiden waren door een komma. Tal van kwesties zijn daardoor gerezen over j het clandestien verkrijgen van een dubbele ge slachtsnaam. Het bezwaar om als voornaam een naam toe te laten, welke als (of ook als) geslachts- - naam voorkomt, heeft aan beteekenls verloren door de op 1 Januari 1935 ingevoerde wijziging van art. 18 van het Burgerlijk Wetboek, waar van het 2de lid nu bepaalt: „In de akten yan den burgerlijken stand worden steeds de namen geplaatst vóór de voornamen. De namen wor den door eene komma van de voornamen ge scheiden". Aangezien de voornaam dient om een per soon te onderscheiden van een andere met dezelfde geslachtsnaam en voornamelijk tijdens het leven dezer personen zal nïeestal volstaan kunnen worden met één voornaam, omdat de menschen ook meestal met één voornaam wor den genoemd. Er zijn menschen, met vijf en meer voornamen. Het voornemen tot het in voeren van een voornamenbelasting is n ~nmer uitgevoerd. Een enkele maal hoort men Iemand Jio-?men 1 bij7 twee voornamen in één adem en dan nog het meest onder de Katholieke volksgenooten, alsMarie-Louise, Charles Louis, enz. Verkeerde gewoonten. Hierdoor is een verkeerde gewoonte ont- lèaan ter het vormen van een nieuwen voor naam uit twee, bijv. Annelize uit Anna en Elizabeth. V Verkeerde gewoonte is ook het geven van willekeurige voornamen, zooals in het volgende gevalEen aanstaande moeder wist niet welke voornaam aan eert eventueele dochter te geven. Bij het omwasschen van het vaatwerk werd haar aandacht getrokken door den naam „Ol- ga" op den onderkant van de melkkan. Zoo geschiedde, .dat een Zeeuwsch-Vlaamsch kind met dien voornaam werd Ingeschreven. Een ander had zóóveel vereering voor Sonja Henie, de kunstenares op de schaats, dat zijn dochter alc Soota moest ingeschreven wordea, Ooit in het verminken van voornamen is ons volk buitengewoon sterk. Daardoor komen voorKamiel, Kamillus, Cajniel, Camille, Ca millas, Camiiius voor dezelfden voornaam. En wat er van te denken om de vereenvou diging zoo ver door te drijven, dat een kind in de geboorteregisters wordt aangeduid met „Koo Kees", En wat zégt ons de naam Sa mara, gevormd -uit de eerste twee letters der namen Sara, Maria en Rachel, resp. van de beide grootoudere en van de moeder? Mode grillen 1 - x" Het Is kenmerkend vgor ons volk, dat het zoo graag vreemde namen voert, terwijl men moest beseffen, dat juist het voeren van de eenvoudige vaderlandsche namen een krachtig stuk volksleven is, de voornaam een erfdeel onzer voorvaderen is, waarin men terugvindt herinneringen aan het leven onzer voorouders, zoowel van de oude Germanen als van die uit de Middeleeuwen en later. De Germanen gaven' hun kind een naam, die de een of andere beteekenis had hiermede Tiet overgaan der voornamen, -welke dat ook zijn, van grootoude» op kleinkinderen komt hoe lange hoe meer la onbruik. Men vindt vader en moeder ouderwetich, bekrompen en kleinzielig, wanneer Jdj dot oude gebruik wil len handhaven. De oude» en voorouders kan men niet beter eeren dan met hun voornaam, omdat wij niet alleen hun familienaam dragen, maar van Jiun bloed zijn. Wanneer men nu zijn kinderen weer CJer- maansche namen wil geven, moet men hier mede ecfrter niet te ver gaan, door voornamen te géven, die hier nooit zijn voorgekomen. Van belang is daarom tegenwoordig vooral, welke voornaam men een kind geeft, daar men -er in de laatste jaren meer en meer toe over gaat vreemde of vervreemde voornamen in te voe ren. Wat voor zin heefi het, zijn kind te noemen Annie, Kobie, Betty, Tonny, Frangoise, Ra- chelle of Fré, Ko, Gó, Iet, les, Ah, enz. -Wanneer de voornamen, die verfranscht of verengelscht zijn, weer in goede Nederlandsche Ruim ttuee jaar wacht de zielepoot #p zn bevrijding, omdat ie 't niet eens is met de huidige leiding jnuar a Zijn vertrouwen is groot in d' O zo-zender-jood, die die jaren heeft beweerd, dat Holland in nood verkeert, maar de Tommies zullen verschijnen en de Duitschers dan verdwijnen- mitsgaders alle landverraders. Hij wacht en wacht, ja, wacht nog immer Versagen in het wachten Nimmer Gelijk een engel vol geduld Want alle nieuw' bevrijdingskreten gelooft ie tegen beter weten in. En nu o grpote vreugde is, dat zeker en gewis voor de zomer is gegaan de oorlog js gedaan En heel het oude vrije leven den zjelepoot wordt weergegeven door Johnny Bull, fideele knul I Maar als de laatste blaad'ren vallen, 'Nog steeds verboden zenders lallen van o zoo'n spoedige invasie met hulp van de Yankee-natie, doch 'n landing nog is uitgebleven, daar de mannen niet graag sneven, liever, in snoeven blijven, 'leven, niets doen dan beloften geven, wacht gij dan nóg, zielepoot op een invasie in het groot Neen IDoch uw radio is genomen Helaas l 't verstand is laat gekomen. gaven Zij uitdrukking aan de wensch hoe hun kind moest opgroeien. Later ontstonden namen door de samenvoeging van twee aparte stam men, dikwijls de namen der odders, bijv. Ger- brand (speer-zwaard) werd genoemd naar zijn moeder Gertrud en zijn vader Sibrand. Hier dus niet een moderne, willekeurige, zinlooze samenvoeging, doch eene beteekenisvolle. Talrijk zijn in ons land nog de Bijbelsch- Joodsch, oud-testamentische voornamen, in den tijd na dé hervorming in gebruik genomen, die van grootvader en grootmoeder op kleinzoon en kleindochter overgingen we behoeven maar te letten- op namen als Abraham, Isaac, Rachel, Sara, enz. Verder vindt men veel in het Nederlandsch overgebrachte namen van heiligen alsPieter, Maarten, Klaas (Nicolaas), enz. Andere dan Germaansche" voornamen, als Jacob, Katerine, ertz., komt men in de 13de eeuw eerst tegen in de registers .van kloosters. De oude Germaansche namen, in welker, ge bruik bij de kpmst van bet Christendom geen verandering was gebracht, gingeij voornamelijk in den tijd van de Renaissance en de Fransche Revolutie verlorenimmers, door de trek naar de steden gingen de banden met het geslacht verloren en verdwenen mede de goede piatte- tonteggbniiketfr vertaald worden, kunnen deze behouden wor den, want dan passen zij in onze taal. De goede weg. Een goed Nederlander geeft officieel (in de geboorteakte) aan zijn kind geen naam geheel of gedeeltelijk in een vreemde taal, doch een goede NederJandsche voornaam, ook al wordt het kind in gang en wandel met een verkorte voornaam (roepnaam) genoemd. Zelfs de roep naam zij Nederlandsch, omdat wij Nederlan ders zijn. Nu pogingen aangewend worden tot wering van 'clandestien ingevoerde dubbele familie namen, zoo kan de overheid er ook toe over gaan niet-Nederlandsche voornamen te weren. Jammer, dat Burgerlijke Stand en Bevolkings- register van elkaar gescheiden zijn, anders was een taak tot zuivering te vervullen. De weg daartoe kan gevonden worden door eenheid te brengen en de Ambtenaar van den Burger lijken Stand, evenals geschied is voor die van de Bevolkingsregisters, ondergeschikt te doen zijn aan de Hoofdinspectie voor de Bevolkfhgs- (registers) en de functie in één gemeente te vereenigen in één verantwoordelijk pc M. A. door Horst Slesina. Uitg. WestlaiKl. Weer verscheen bij uitgeverij Wéstland een oorlogsboek. Hoe gehéel anders zijn de oorlogsboeken van thans als die van 25 jaar geleden. Midden in den strijd zijn ze geschreven met hetzelfde elan waarmee de soldaat optrekt tegen den vijand. Geboren in vuur, onder het inslaan der granaten en uit den feilen strijd van man tegen man. Horst Slesina beleefde alles zelf, in zijn pant- zerverkennlngswagen en soms zélf als vechtend soldaat midden tusschen zijn kameraden, de infanteristen. Mee-sleepend, ontroerend vertelt hij van de laatste uren vóór de groote opmarsch tegen de Sovjet-Unie begon. Als we beginnen te lezen, heeft de spanning waarin de Duitsche soldaat leefde vlak voor deze geweldigste aanval aller tijden, ons reeds op de tweede bladzijde te pakken en Ze laat ons niet meer los tot we de laatste letters gelezen hebben. De felle gevechten tegen de eerste sterke stellingen, de marsch door het eindelooze land met zijn wegen, die niet meer als sporen zijn, de slag om Grodno en dan weer verder, steeds verder naar het Oosten. Onderweg verrijzen de kruisen van berkenhout. Maar de geest der kameraden die daarondervoorgoed bleven, marcheert mee, bij blijft altijd bij de anderen die nog leven en strijden.. En welk een strijd 1 Slechts, zij die het meemaakten weten wat het was en nog eiken dag is. Gevechten tegen dood en duivel, tegen de gemeenste en geraffi neerdste middelen, tegen ^wreedheden die alleen inaar uit een duiveische geest geboren kunnen zijn. Als later, na de val van Smolensk, nieuwe f kameraden komen om de leege plaatsen in te nemen, voelen de strijders, die meer dan duizend kilometers vechtend tegen pantsers en altijd weer opnieuw aangolvende stroomen half-bees- ten-half menschen, aflegden, zich oud bij de frissche Jongens met hun nieuwe uniformen en schoone gezichten. Maar één ding hebben ze beiden hetzelfde, hun onverzettelijk geloof in de overwinning. Van den enkeling vertelt de schrijverjJËe groote onbekende held, de hospitaalsoldaatSfè marconist, de pantsersoldaat, de Infanterist. Onder hen zijn er die daden volbrengen waar voor zij onderscheiden worden, maar allen zullen hetzelfde volbrengen als zij er voor ge plaatst worden. In dit helsche land, met zijn oneindige steppen en daarboven een einde- loozen hemel, zijn de soldaten andere menschen geworden. Zij onthulden het geheim van- de Sovjet-Unie, - aanschouwden met eigen oogen het ongelooflijkste, wat niemand ooit had kun nen gelooven als het hem voordien verteld was. En juist omdat zij zelve zagen en onder vonden, zijn ze onoverwinnelijk géworden. Het monsterlijke Bolsjewisme moet verslagen wor den tot het einde, er is geen andere mogelijk heid meer. In dit weten gaan ze verder, steeds verder naar het Oosten, ondanks hitte, koude, modder en een vijand die zijns gelijke nimmer had in gemeenheid en het uitdenken van wreed heden. Dit boek is een document over dm onster- felijken heldenstrijd der Duitsche Weermacht. Het grijpt ons midden in ons hart, we komen er niet meer van los. Het is veel meer dan een verslag van gevechten en bestormingen, het is een appèl aan degenen, die nog niet kunnen gelooven in de geweldige consequentie van dezen tijd, die nog altijd niet weten dat achter dit doodén en vernietigen een vlammend en onvergankelijk idéaal staat die kracht en de moecl geeft aan iederen mensch opnieuw om het bovénmenschelijke te volbrengen. Een getui genis van het geloof in een schoone toekomst, in een betere samenleving. 1 Een bijzonder boek! „De Narren van Kaganowitsch" verschenen bij Westland, Amsterdam door Karl Miedbrodt. Een boek dat ons niet loslaat. Weerzin- wékkend, boeiend, soms bijna ongelooflijk. De zeven gebroeders Kaganowitsch, zeven joden, beheerschen het Kremlin, beheerschen Stalin, beheerschen de gefteele Sowjet-Urie. Twee van hen leven onder him eigen naam, de anderen zijn vermomd. De beruchte Jozef Kaganowitsch speelt de hoofdrol. Hij is de demon van Stalin,, die hem vreest en veracht, 'maar niet zonder hem kan. Stalin, de dictator, de gevreesde, Wordt hier geteekend in al zijn schrikwekkend, maar ook in zijn zwakheid, als hij zwieht voor de wil dér joden, door hen beheerscht wordt zonder het te willen en soms zelfs te weten. De geheele geraffineerde onmenschelijkheid, de wijze waarop de becst-mensch, het Russi sche volk er onder heeft gebracht, wordt in dit boek fel .belicht. De hoofdfiguren uit dit boek, de leiders der- revolutie, vreezen elkaar en laten elkander be spieden. Geen is zeker van zijn leven en positie. Overal loert verraad en dood en boven allen troont de geweldenaar, de nietsontziende steen harde dictator. Maar door geheel dit boek, dat als een roman werd geschreven en hier en daar wel iets te romantisch aandoet, bespeurt men den eigenlijken machthebber, den eeuwigen jood, die met duiveische wellust de göim tracht uit te roeien en met van haat glinsterende oogen toeziet, hoe zijn spel aan de winnende hand is. Echter, er is één mensch, één tegenstander, die zij vreezen, „de dwaas van München". Daar-> om moet alles geconcentreerd worden om dit gevaar, dat steeds wast, onder den voet te loopen. De Jood weet dat de overwinning van den Duitschen mensch, zijn ondergang is. Duivelsch berekenend weegt hij fcijn kansen, zit hij als een bloedzuiger midden in het wurgende net dat zich over geheel Rusland spant en eenmaal zoo hoopt hij, zal het de geheele wereld over spannen. Als wij dit boek gelezen hebban, komen we langzaam weer tot ons zelf en hebben het gevoel iets vreeselijks te hebben doorleefd dat we nu moeten afschuddën. Weer heeft Mied brodt ons in zijn „Narren van Kaganowitsch" aangetoond wie de eigenlijke vijand van alle cultuur, - alle goedheid en menschelijkheid is. Want alleen in het brein van den jood-kan zulk een systematische onderdrukking, verproleta- riseering en verwording geboren worden. Hij heeft het verstaan de dierlijkste en meest on- mensehelijke instincten wakker te roe—-n en te gebruiken voor zijn doeL R. Alt, Luchtvaart-zomer Kampen voor leeraren en onderwijzer». De Nederlandsch/ Vereeniging voor Lucht vaart organiseert ln de maand Augustus een tweetal Luchtvaart-zomerkampen, waaraan lee raren en onderwijzers tot een beperkt aantal kunnen deelnemen. Deze kampen duren een week en staan onder leiding van Dr. H. Peter sen, landelijk leider vap de Vakafdeeling Lucht- vaartonderwijs der Vereeniging. Leeraren .en onderwijzers, die meer dan ge wone belangstelling voor de luchtvaart hebben en die nadere inlichtingen omtrent de kampen willen ontvangen, kunnen zich wenden tot het Alg. Secretariaat der N.V.v.L., Anna Paulow- naplein 3, Den Haag. IJsland is een Noorsche volksplanting uit het einde van de 10e eeuw van fiere, zelf standige Noorsche boeren, die zich niet wilden voegen naar de straffe bepalingen-, die door het nieuwe bewind dat zich in het stamland had opgeworpen, werden uitgegeven. Ondanks dé vele binnenlandsche oorlogen en familie veeten wist IJsland zich, mede dank zij zijn geïsoleerde ligging, vele eeuwen lang als practisch zelfstandige boerenrepubliek te hand haven. Kort na de „landname" ging IJsland bij besluit van een glgemeene volksvergadering tot het Christendom over. Alleen met Schot land en vooral met het oude stamland, Noor wegen, onderhield het nauwe betrekkingen. In zekeren zin werd het in dien tijd steeds als een stuk van Noorwegen beschouwd't IJslandsch en het Oud-Noorsch wekenin dien tijd rog niet veel van alkander af. Toen enkele eeuwen^ later Noorwegen een vazalstaat van Denemarken werd, trad IJsland ln dienzelfden afhankelijken toestand cn de Denen hebben die situatie meer dan uitgéhuifc o.a. door allerlei handelsmonopolies. Die toestand duurde tot het einde vandé Napoleontische période. Toen werd Noorwe gen door de groote mogendheden aan Zweden toegewezen, althans in personeele unie en tegen over het buitenland. Het was-de ,,T r goeding" waarmee Zweden voor de afstand van Fin land aan Rusland moest tevreden gesteld wor den, tot diepe verontwaardiging van de Noren, die er nimmer in berust hebben dat èr zoo maar over hen beschikt werd, zonder hen er 4n te kennen. In 1905 ging het dan ook verkeerd, Noor wegen scheidde zich af. Bij die toewijzing van Noorwegen is men niet consequent te werk gegaanIJsland bleef ten onrechte bij Denemarken. Dat is een bron van voordurende conflicten geweest tusschen de heeren op de bureaux in Kopenhagen cn het IJslandsche„ volk, dat nimmer verloochende dat het van vrijheidslievende, eigengeërfde boe ren afstamde. Steeds meer rechten eigende IJsland zich toe, en tenslotte kwam het in zeer los verband te staan met Denemarken.: een personeele, opzegbare Unie. De konijg v?n Denemarken was tevens het hoofd van het staatsbestuur in IJsland. Dit beteekende. dat IJsland, dat slechts qirca 100.000 inwohers telt tégen Denemarken 4.000.000 zelden of nooit den koning in zijn midden zag. Benige rol van beteekenis heeft de Deensche kon;ng er dan ook nooit vervuldf ea reeds vóór den oorlog wezen alle telkenen er op, dat de laat ste officieele verbinding met Denemarken na afloop van den gestelden termijn, zonder eenige vijandschap overigens, zoqden verbrokerf wor den omdat ze „hun natuurlijken dood gestor ven" waren. Door de bezetting van IJsland door de En- gelsch-Amerikaansche troepen, is dit proces verhaast. In 1944 zijn alle banden 'verbroken en zaPlJsland een der vijf Scandinavische, on afhankelijke staten zijn, die de St. Eriksvlag (met het liggende kruis oo verschillend ge- kleurden grond) voeren. Oï er nog iets van IJslands onafhankelijkheid in werke'::1heid-_zal overblijven, is wel zeer de vraag. r_ .:-Lge een aantal artikelen in de Zuid-Amerikaansche pe riodieke- en dagbladpers, dre betoogm dat IJs land dichter bij de Amerikaansche kust ligt (in waarheid dichter bij de Groenlandsche kust), dan bij de Europeesche, in casu de Noorsche kust. En dat Groenland reeds heel vroeg, lang voor dat Columbus Amerika ontdekte, door Noorsche vikingers bevolkt werd. Enkele dron gen zelfs tot in het Canadeesche en Noord- Amerjkaansche gebied door. Dit laatste feit zou eerder aanleiding kunnen zijn om Amerika een oude Noorsche kolonie te noemen, dan om IJsland tot een kolonie van de U.S.A. te verklaren. Maar de Vereenigde Staten hebben IJsland als reusachtig „vliegtuigmaederschip" in het Noorden van den Atlantischen Oceaanr nabij de Noordgjijke IJszee op weg naar Noord- Rusland, hard noodig en dan ontdekt men Spoe dig argumenten om zoo'n gebied als vanzelf sprekend tot „kolonie" te verklaren Voor IJsland is de bezetting een ware ramp. Uit de weinige, berichten, die tot ons door dringen blijkt wel, dat de bezetting, die nu meriek niet veel minder moet zijn dan de helft van de geheele bevolking en dus nog heel wat meer bedraagt dan de vrouwelijke bevólk:ng tusschen 20 en 40 jaar een allerneodlottigste invloed heeft. Toename van een' aantal be denkelijke ziekten, allerlei ongewenschte zede lijke toestanden door gebrek aan loonruimte, verviervoudiging van het aantal bioscopen en dancings, schaarschte aan bepaalde artikelen en levensmiddelen, veramerikaniseering van dit kleine volk dat tot nog toe als een der meest zuiver Germaanscb gebleven gebieden go ld wat ras, taal, zeden en gewoonten betreft. Want Amerika vecht met soldaten die het recrutcert waar ze maar te vinden zijn en in het Ameri kaansche garnizoen bevinden zich, evenals dat indertijd met de Rijnlandbezetting door het Fransche leger het geval was, vele kleurlingen negers, halfbloeden,mestiezen, enz., vooral uit de Zuidelijke staten van de U.S.A. W. M. C. FRONTZORG Ontvangen gelden voor Frontzorg, Distr^t Zeeland. J. D. te Goes 100.—', J. B. K. te Zierikzee ƒ2.50, P. W. te Middelburg ƒ2.50, J. H. P. te Yerseke ƒ50.—', J. P. te Yerseke ƒ10.—, Fr. te Hulst 10.—, N. N. te Kruiningen ƒ2.50, K. te Veere 10;—, N. N. te Kruiningen 2.—, kam.avond groep Clinge ƒ8.50, N.S.V.O. afd. Middelburg 100.—groep Breskens ƒ52.76, groep Vliss. ƒ41.70, groep Breskens ƒ65,—» groep St. Annaland 67,35. Totaal ƒ524.81. Antwoord aan J. R. te Zuidzande U kunt zich opgeven als sympathlseerend lid van de N.S.B. Indien gij dan werkelijk een strijder toont te zijn voor het Nati rr s.'-Socialisme,- kunt U worden ingeschreven als lid, <s

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1943 | | pagina 3