IJsland en Benenarbn
LEZERS VRAGEN
Onze voornamen'
„Soldaten tegen dood cn duivel".
plaatste
te koop
intw^o do.Jjk-
taat zijt een
we gemeente-
ook te be-
aagt aan het
aat. Gij hebt
en de onder-
ia de „vrede"
immers ook
aarde is des
en alsof dit
Uwer durven
spreken,
het uitzenden
alle gaven 1)1
te gaan ver-
de heidenen,
ang'elie leven-
g zoo weinig
vaak smarte-
:n' onder een
opgegroeid
van Christus
zijn ïk
?n, dat bij de
iet Evangelie
/at de zeade-
angelie zuilen
zullen moeten
wintig eeuwen
willen ^dit ook
p de anderen
laar Uw land
n druipen van
mschap en
aste Evan-
n predik hun^
g woorS be-.
WW W Uw
4 «IBBEKUNDE
Het verleden. -
Den geslachtsnaam voert ietnand tegenwoor-
dig vaa rechtswege, omdat hij een gevolg is
van geboorte en verband ho\idt met de afstam
ming. De voornaam daarentegen wordt tegen*
woordig in de geboorteakte aan het kind ge
geven. i
Stond het oorspronkelijk een ieder vrij den
toeaaam of familienaam te dragen, die hem
goeddaeht, dit was ook het geval mej: de voor
namen. Zooafs met de familienamen was ook
v&n een wettelijke regeling op dit gebied in ons
land weinig of niets te bespeuren. Alleen de
kerkelijke overheid oefende nóg eenig toezidht
uit, doordat de Roorasch-KatholJeke geestelijk-
heid er voor zorgde, dat hoofdzakelijk de na
men uit de kalenders of uit de kerkelijke ge
schiedenis werden gegeven.
Oorspronkelijk hadden de menschen slechts
één naam, die gelijkwaardig was met de voor--
naam, welke toestand tot de 13de eeuw heeft
geduurd.
Nadat op 20 September 1792 in Frankrijk
de burgerlijke stand als staatsinstelling was
ingevoerd, wérd het dear te lande noodig ge
oordeeld bepalingen In het leven te roepen
tegen het willekeurig geven van voornamen,
hetgeen, ev. nals voor de familienamen, ge
schiedde bij de wet van 11 Germinal van het
jaar XI (1 April 1803). Ons land werd op
9 Juli 1810 bi} Frankrijk Ingelijfd en bij Keizer
lijk Decreet van 8 November 1810 werden met
ingang .van 1 Januari 1811 de Fransche wet
boeken, waaronder de wet van het jaar XI,
Ingevoerd in Zeeland, Brabant, het Land van
Maas en Waal Nijmegen daaronder begre
pen en deii Bommel er waard. ^Voor het
overig deel van ons land geschiedde zujks bij
Decreet van 6 Januari 1811 mejt ingang van
1 Maart 1811.
Volgens de wet van 11 Germinal van het
Jaar XI mogen slechts toegelaten worden de
namen, voorkomende in de verschillende ka-
tenders (waarmede de namen van heiligen der
Roomsch-Katholieke Kerk bedoeld zijn), als~
mede die van bekende personen uit de oude
geschiedenis.
Penne.strijd.
Heel wat pennen zijn op het papier gezet
in -den strijd .over de vraag of die wet nog
rechtsgeldig is. Hoe dat ook zij, de Hooge
Raad heeft zich eenige malen voor rechtsgel
digheid uitgesproken (arresten van 10-6-1853,
4-1-1856 en 15-1-1857).
Reeds lang vóór de invoering van de wet
van—het jaar XI, hadden in ons land vele
voornamen burgerrecht verkregen en wel deze
voornamen, die men in geen énkelen kalender
kon viiïden en door geen enkele persoon uit de
oude geschiedenis zijn gedragen. De moeilijk
heden ontstonden voornamelijk in Friesland,
omdat men daar gehecht was aan het geven
van voornamen van oud-Germaanschen oor
sprong.
Bij Souverein Besluit van 15 Maart 1815
werd getracht deze moeilijkheden te ontkomen,
door te bepalen, dat de wet van het jaar XI
niet geldend was voor voornamen, die van
- overoude tijden gebruikelijk en algemeen als
voornamen bekend zijn geweest.
Ook dit Besluit heeft vele pennen over de
rechtsgeldigheid daarvan in beweging gebracht,
v/aarom de- Minister van Justitie bij circulaire
van 24 Augustus 1857 bepaalde, dat geen
ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die zich
houdt aan het Besluit, vervolgd of gestraft zou
worden.
Al zou de wet van-het jaar XI nog rechts
geldig zijn,, zij is door bóvennenoemd Beslpit
toch vrijwel krachteloos gemaakt.
De praktijk.
I Ioe is nu de praktijk
Door de ambtenaren van den Burgerlijken
Stand kunnen als voornamen geweigerd wor
den geslachtsnamen, namen ontleend aan ge
beurtenissen van den dag, aan een bepaald
staatkundig streven,x enz., tenzij de opgegeven
naam gebruikelijk is.
Zoo werd indertijd de naam Hindenburg als
voornaam geweigerd, doch Uivertje (in ver
band met de beroemde to^ht van „De Ui ver"
(naar Melbourne) aangenomen.
Alhoewel het niet gebruikelijk is meisjesna
men aan jongens en jongensnamen aan m isjes
te geven, komt het wel voor, dat zoo'n naam
als„Marie" werd bijgevoegd, bijv.: Emile
Joseph Marie. De naam Koos wordt zoowel
voor mannen als vrouwen gebruikt, doch even
als Marie meestal zoo, dat altijd kan blijken,
dat men een man of een vrouw op het oog
heeft.
Vóór f Januari 1935 was het vaak bezwaar
lijk 'uit een akte van den Burgerlijken Stand
direct op te maken of een aangedthde naam
*één der voornamen was, dan wel een deel van
den (dubbelen) geslachtsnaam of familienaam,
hetzij al of niet ten onrechte gevoerd, omdsï
de voornamen werden geplaatst vóór de fami
lienaam zonder dat voornaam en familienaam
van elkaar gescheiden waren door een komma.
Tal van kwesties zijn daardoor gerezen over j
het clandestien verkrijgen van een dubbele ge
slachtsnaam.
Het bezwaar om als voornaam een naam
toe te laten, welke als (of ook als) geslachts- -
naam voorkomt, heeft aan beteekenls verloren
door de op 1 Januari 1935 ingevoerde wijziging
van art. 18 van het Burgerlijk Wetboek, waar
van het 2de lid nu bepaalt: „In de akten yan
den burgerlijken stand worden steeds de namen
geplaatst vóór de voornamen. De namen wor
den door eene komma van de voornamen ge
scheiden".
Aangezien de voornaam dient om een per
soon te onderscheiden van een andere met
dezelfde geslachtsnaam en voornamelijk tijdens
het leven dezer personen zal nïeestal volstaan
kunnen worden met één voornaam, omdat de
menschen ook meestal met één voornaam wor
den genoemd. Er zijn menschen, met vijf en
meer voornamen. Het voornemen tot het in
voeren van een voornamenbelasting is n ~nmer
uitgevoerd.
Een enkele maal hoort men Iemand Jio-?men 1
bij7 twee voornamen in één adem en dan nog
het meest onder de Katholieke volksgenooten,
alsMarie-Louise, Charles Louis, enz.
Verkeerde gewoonten.
Hierdoor is een verkeerde gewoonte ont-
lèaan ter het vormen van een nieuwen voor
naam uit twee, bijv. Annelize uit Anna en
Elizabeth. V
Verkeerde gewoonte is ook het geven van
willekeurige voornamen, zooals in het volgende
gevalEen aanstaande moeder wist niet welke
voornaam aan eert eventueele dochter te geven.
Bij het omwasschen van het vaatwerk werd
haar aandacht getrokken door den naam „Ol-
ga" op den onderkant van de melkkan. Zoo
geschiedde, .dat een Zeeuwsch-Vlaamsch kind
met dien voornaam werd Ingeschreven. Een
ander had zóóveel vereering voor Sonja Henie,
de kunstenares op de schaats, dat zijn dochter
alc Soota moest ingeschreven wordea,
Ooit in het verminken van voornamen is ons
volk buitengewoon sterk. Daardoor komen
voorKamiel, Kamillus, Cajniel, Camille, Ca
millas, Camiiius voor dezelfden voornaam.
En wat er van te denken om de vereenvou
diging zoo ver door te drijven, dat een kind
in de geboorteregisters wordt aangeduid met
„Koo Kees", En wat zégt ons de naam Sa
mara, gevormd -uit de eerste twee letters der
namen Sara, Maria en Rachel, resp. van de
beide grootoudere en van de moeder? Mode
grillen 1 - x"
Het Is kenmerkend vgor ons volk, dat het
zoo graag vreemde namen voert, terwijl men
moest beseffen, dat juist het voeren van de
eenvoudige vaderlandsche namen een krachtig
stuk volksleven is, de voornaam een erfdeel
onzer voorvaderen is, waarin men terugvindt
herinneringen aan het leven onzer voorouders,
zoowel van de oude Germanen als van die
uit de Middeleeuwen en later.
De Germanen gaven' hun kind een naam, die
de een of andere beteekenis had hiermede
Tiet overgaan der voornamen, -welke dat ook
zijn, van grootoude» op kleinkinderen komt
hoe lange hoe meer la onbruik. Men vindt
vader en moeder ouderwetich, bekrompen en
kleinzielig, wanneer Jdj dot oude gebruik wil
len handhaven. De oude» en voorouders kan
men niet beter eeren dan met hun voornaam,
omdat wij niet alleen hun familienaam dragen,
maar van Jiun bloed zijn.
Wanneer men nu zijn kinderen weer CJer-
maansche namen wil geven, moet men hier
mede ecfrter niet te ver gaan, door voornamen
te géven, die hier nooit zijn voorgekomen. Van
belang is daarom tegenwoordig vooral, welke
voornaam men een kind geeft, daar men -er in
de laatste jaren meer en meer toe over gaat
vreemde of vervreemde voornamen in te voe
ren.
Wat voor zin heefi het, zijn kind te noemen
Annie, Kobie, Betty, Tonny, Frangoise, Ra-
chelle of Fré, Ko, Gó, Iet, les, Ah, enz.
-Wanneer de voornamen, die verfranscht of
verengelscht zijn, weer in goede Nederlandsche
Ruim ttuee jaar wacht de zielepoot #p zn bevrijding,
omdat ie 't niet eens is met de huidige leiding
jnuar a
Zijn vertrouwen is groot
in d' O zo-zender-jood,
die die jaren heeft beweerd,
dat Holland in nood verkeert,
maar de Tommies zullen verschijnen
en de Duitschers dan verdwijnen-
mitsgaders
alle landverraders.
Hij wacht en wacht, ja, wacht nog immer
Versagen in het wachten Nimmer
Gelijk een engel vol geduld
Want alle nieuw' bevrijdingskreten
gelooft ie tegen beter weten
in. En nu o grpote vreugde is,
dat zeker en gewis
voor de zomer is gegaan
de oorlog js gedaan
En heel het oude vrije leven
den zjelepoot wordt weergegeven
door Johnny Bull,
fideele knul I
Maar als de laatste blaad'ren vallen,
'Nog steeds verboden zenders lallen
van o zoo'n spoedige invasie
met hulp van de Yankee-natie,
doch 'n landing nog is uitgebleven,
daar de mannen niet graag sneven,
liever, in snoeven blijven, 'leven,
niets doen dan beloften geven,
wacht gij dan nóg, zielepoot
op een invasie in het groot
Neen IDoch uw radio is genomen
Helaas l 't verstand is laat gekomen.
gaven Zij uitdrukking aan de wensch hoe hun
kind moest opgroeien. Later ontstonden namen
door de samenvoeging van twee aparte stam
men, dikwijls de namen der odders, bijv. Ger-
brand (speer-zwaard) werd genoemd naar zijn
moeder Gertrud en zijn vader Sibrand. Hier
dus niet een moderne, willekeurige, zinlooze
samenvoeging, doch eene beteekenisvolle.
Talrijk zijn in ons land nog de Bijbelsch-
Joodsch, oud-testamentische voornamen, in den
tijd na dé hervorming in gebruik genomen, die
van grootvader en grootmoeder op kleinzoon
en kleindochter overgingen we behoeven maar
te letten- op namen als Abraham, Isaac, Rachel,
Sara, enz.
Verder vindt men veel in het Nederlandsch
overgebrachte namen van heiligen alsPieter,
Maarten, Klaas (Nicolaas), enz.
Andere dan Germaansche" voornamen, als
Jacob, Katerine, ertz., komt men in de 13de
eeuw eerst tegen in de registers .van kloosters.
De oude Germaansche namen, in welker, ge
bruik bij de kpmst van bet Christendom geen
verandering was gebracht, gingeij voornamelijk
in den tijd van de Renaissance en de Fransche
Revolutie verlorenimmers, door de trek naar
de steden gingen de banden met het geslacht
verloren en verdwenen mede de goede piatte-
tonteggbniiketfr
vertaald worden, kunnen deze behouden wor
den, want dan passen zij in onze taal.
De goede weg.
Een goed Nederlander geeft officieel (in de
geboorteakte) aan zijn kind geen naam geheel
of gedeeltelijk in een vreemde taal, doch een
goede NederJandsche voornaam, ook al wordt
het kind in gang en wandel met een verkorte
voornaam (roepnaam) genoemd. Zelfs de roep
naam zij Nederlandsch, omdat wij Nederlan
ders zijn.
Nu pogingen aangewend worden tot wering
van 'clandestien ingevoerde dubbele familie
namen, zoo kan de overheid er ook toe over
gaan niet-Nederlandsche voornamen te weren.
Jammer, dat Burgerlijke Stand en Bevolkings-
register van elkaar gescheiden zijn, anders was
een taak tot zuivering te vervullen. De weg
daartoe kan gevonden worden door eenheid
te brengen en de Ambtenaar van den Burger
lijken Stand, evenals geschied is voor die van
de Bevolkingsregisters, ondergeschikt te doen
zijn aan de Hoofdinspectie voor de Bevolkfhgs-
(registers) en de functie in één gemeente te
vereenigen in één verantwoordelijk pc
M. A.
door Horst Slesina. Uitg. WestlaiKl.
Weer verscheen bij uitgeverij Wéstland een
oorlogsboek.
Hoe gehéel anders zijn de oorlogsboeken van
thans als die van 25 jaar geleden. Midden in
den strijd zijn ze geschreven met hetzelfde elan
waarmee de soldaat optrekt tegen den vijand.
Geboren in vuur, onder het inslaan der
granaten en uit den feilen strijd van man tegen
man.
Horst Slesina beleefde alles zelf, in zijn pant-
zerverkennlngswagen en soms zélf als vechtend
soldaat midden tusschen zijn kameraden, de
infanteristen.
Mee-sleepend, ontroerend vertelt hij van de
laatste uren vóór de groote opmarsch tegen
de Sovjet-Unie begon.
Als we beginnen te lezen, heeft de spanning
waarin de Duitsche soldaat leefde vlak voor
deze geweldigste aanval aller tijden, ons reeds
op de tweede bladzijde te pakken en Ze laat
ons niet meer los tot we de laatste letters
gelezen hebben.
De felle gevechten tegen de eerste sterke
stellingen, de marsch door het eindelooze land
met zijn wegen, die niet meer als sporen zijn,
de slag om Grodno en dan weer verder, steeds
verder naar het Oosten. Onderweg verrijzen
de kruisen van berkenhout. Maar de geest der
kameraden die daarondervoorgoed bleven,
marcheert mee, bij blijft altijd bij de anderen
die nog leven en strijden..
En welk een strijd 1
Slechts, zij die het meemaakten weten wat
het was en nog eiken dag is. Gevechten tegen
dood en duivel, tegen de gemeenste en geraffi
neerdste middelen, tegen ^wreedheden die alleen
inaar uit een duiveische geest geboren kunnen
zijn.
Als later, na de val van Smolensk, nieuwe f
kameraden komen om de leege plaatsen in te
nemen, voelen de strijders, die meer dan duizend
kilometers vechtend tegen pantsers en altijd
weer opnieuw aangolvende stroomen half-bees-
ten-half menschen, aflegden, zich oud bij de
frissche Jongens met hun nieuwe uniformen en
schoone gezichten. Maar één ding hebben ze
beiden hetzelfde, hun onverzettelijk geloof in
de overwinning.
Van den enkeling vertelt de schrijverjJËe
groote onbekende held, de hospitaalsoldaatSfè
marconist, de pantsersoldaat, de Infanterist.
Onder hen zijn er die daden volbrengen waar
voor zij onderscheiden worden, maar allen
zullen hetzelfde volbrengen als zij er voor ge
plaatst worden. In dit helsche land, met zijn
oneindige steppen en daarboven een einde-
loozen hemel, zijn de soldaten andere menschen
geworden. Zij onthulden het geheim van- de
Sovjet-Unie, - aanschouwden met eigen oogen
het ongelooflijkste, wat niemand ooit had kun
nen gelooven als het hem voordien verteld
was. En juist omdat zij zelve zagen en onder
vonden, zijn ze onoverwinnelijk géworden. Het
monsterlijke Bolsjewisme moet verslagen wor
den tot het einde, er is geen andere mogelijk
heid meer. In dit weten gaan ze verder, steeds
verder naar het Oosten, ondanks hitte, koude,
modder en een vijand die zijns gelijke nimmer
had in gemeenheid en het uitdenken van wreed
heden.
Dit boek is een document over dm onster-
felijken heldenstrijd der Duitsche Weermacht.
Het grijpt ons midden in ons hart, we komen
er niet meer van los. Het is veel meer dan
een verslag van gevechten en bestormingen,
het is een appèl aan degenen, die nog niet
kunnen gelooven in de geweldige consequentie
van dezen tijd, die nog altijd niet weten dat
achter dit doodén en vernietigen een vlammend
en onvergankelijk idéaal staat die kracht en de
moecl geeft aan iederen mensch opnieuw om
het bovénmenschelijke te volbrengen. Een getui
genis van het geloof in een schoone toekomst,
in een betere samenleving.
1 Een bijzonder boek!
„De Narren van Kaganowitsch" verschenen
bij Westland, Amsterdam door Karl Miedbrodt.
Een boek dat ons niet loslaat. Weerzin-
wékkend, boeiend, soms bijna ongelooflijk. De
zeven gebroeders Kaganowitsch, zeven joden,
beheerschen het Kremlin, beheerschen Stalin,
beheerschen de gefteele Sowjet-Urie.
Twee van hen leven onder him eigen naam,
de anderen zijn vermomd. De beruchte Jozef
Kaganowitsch speelt de hoofdrol. Hij is de
demon van Stalin,, die hem vreest en veracht,
'maar niet zonder hem kan. Stalin, de dictator,
de gevreesde, Wordt hier geteekend in al zijn
schrikwekkend, maar ook in zijn zwakheid,
als hij zwieht voor de wil dér joden, door hen
beheerscht wordt zonder het te willen en soms
zelfs te weten.
De geheele geraffineerde onmenschelijkheid,
de wijze waarop de becst-mensch, het Russi
sche volk er onder heeft gebracht, wordt in
dit boek fel .belicht.
De hoofdfiguren uit dit boek, de leiders der-
revolutie, vreezen elkaar en laten elkander be
spieden.
Geen is zeker van zijn leven en positie.
Overal loert verraad en dood en boven allen
troont de geweldenaar, de nietsontziende steen
harde dictator. Maar door geheel dit boek,
dat als een roman werd geschreven en hier en
daar wel iets te romantisch aandoet, bespeurt
men den eigenlijken machthebber, den eeuwigen
jood, die met duiveische wellust de göim tracht
uit te roeien en met van haat glinsterende oogen
toeziet, hoe zijn spel aan de winnende hand is.
Echter, er is één mensch, één tegenstander, die
zij vreezen, „de dwaas van München". Daar->
om moet alles geconcentreerd worden om dit
gevaar, dat steeds wast, onder den voet te
loopen.
De Jood weet dat de overwinning van den
Duitschen mensch, zijn ondergang is. Duivelsch
berekenend weegt hij fcijn kansen, zit hij als
een bloedzuiger midden in het wurgende net
dat zich over geheel Rusland spant en eenmaal
zoo hoopt hij, zal het de geheele wereld over
spannen.
Als wij dit boek gelezen hebban, komen we
langzaam weer tot ons zelf en hebben het
gevoel iets vreeselijks te hebben doorleefd dat
we nu moeten afschuddën. Weer heeft Mied
brodt ons in zijn „Narren van Kaganowitsch"
aangetoond wie de eigenlijke vijand van alle
cultuur, - alle goedheid en menschelijkheid is.
Want alleen in het brein van den jood-kan zulk
een systematische onderdrukking, verproleta-
riseering en verwording geboren worden. Hij
heeft het verstaan de dierlijkste en meest on-
mensehelijke instincten wakker te roe—-n en
te gebruiken voor zijn doeL
R. Alt,
Luchtvaart-zomer Kampen
voor leeraren en onderwijzer».
De Nederlandsch/ Vereeniging voor Lucht
vaart organiseert ln de maand Augustus een
tweetal Luchtvaart-zomerkampen, waaraan lee
raren en onderwijzers tot een beperkt aantal
kunnen deelnemen. Deze kampen duren een
week en staan onder leiding van Dr. H. Peter
sen, landelijk leider vap de Vakafdeeling Lucht-
vaartonderwijs der Vereeniging.
Leeraren .en onderwijzers, die meer dan ge
wone belangstelling voor de luchtvaart hebben
en die nadere inlichtingen omtrent de kampen
willen ontvangen, kunnen zich wenden tot het
Alg. Secretariaat der N.V.v.L., Anna Paulow-
naplein 3, Den Haag.
IJsland is een Noorsche volksplanting uit
het einde van de 10e eeuw van fiere, zelf
standige Noorsche boeren, die zich niet wilden
voegen naar de straffe bepalingen-, die door
het nieuwe bewind dat zich in het stamland
had opgeworpen, werden uitgegeven.
Ondanks dé vele binnenlandsche oorlogen en
familie veeten wist IJsland zich, mede dank zij
zijn geïsoleerde ligging, vele eeuwen lang als
practisch zelfstandige boerenrepubliek te hand
haven. Kort na de „landname" ging IJsland
bij besluit van een glgemeene volksvergadering
tot het Christendom over. Alleen met Schot
land en vooral met het oude stamland, Noor
wegen, onderhield het nauwe betrekkingen. In
zekeren zin werd het in dien tijd steeds als een
stuk van Noorwegen beschouwd't IJslandsch
en het Oud-Noorsch wekenin dien tijd rog
niet veel van alkander af.
Toen enkele eeuwen^ later Noorwegen een
vazalstaat van Denemarken werd, trad IJsland
ln dienzelfden afhankelijken toestand cn de
Denen hebben die situatie meer dan uitgéhuifc
o.a. door allerlei handelsmonopolies.
Die toestand duurde tot het einde vandé
Napoleontische période. Toen werd Noorwe
gen door de groote mogendheden aan Zweden
toegewezen, althans in personeele unie en tegen
over het buitenland. Het was-de ,,T r goeding"
waarmee Zweden voor de afstand van Fin
land aan Rusland moest tevreden gesteld wor
den, tot diepe verontwaardiging van de Noren,
die er nimmer in berust hebben dat èr zoo
maar over hen beschikt werd, zonder hen er
4n te kennen.
In 1905 ging het dan ook verkeerd, Noor
wegen scheidde zich af.
Bij die toewijzing van Noorwegen is men
niet consequent te werk gegaanIJsland bleef
ten onrechte bij Denemarken. Dat is een bron
van voordurende conflicten geweest tusschen
de heeren op de bureaux in Kopenhagen cn
het IJslandsche„ volk, dat nimmer verloochende
dat het van vrijheidslievende, eigengeërfde boe
ren afstamde. Steeds meer rechten eigende
IJsland zich toe, en tenslotte kwam het in zeer
los verband te staan met Denemarken.: een
personeele, opzegbare Unie. De konijg v?n
Denemarken was tevens het hoofd van het
staatsbestuur in IJsland. Dit beteekende. dat
IJsland, dat slechts qirca 100.000 inwohers telt
tégen Denemarken 4.000.000 zelden of
nooit den koning in zijn midden zag. Benige
rol van beteekenis heeft de Deensche kon;ng
er dan ook nooit vervuldf ea reeds vóór den
oorlog wezen alle telkenen er op, dat de laat
ste officieele verbinding met Denemarken na
afloop van den gestelden termijn, zonder eenige
vijandschap overigens, zoqden verbrokerf wor
den omdat ze „hun natuurlijken dood gestor
ven" waren.
Door de bezetting van IJsland door de En-
gelsch-Amerikaansche troepen, is dit proces
verhaast. In 1944 zijn alle banden 'verbroken
en zaPlJsland een der vijf Scandinavische, on
afhankelijke staten zijn, die de St. Eriksvlag
(met het liggende kruis oo verschillend ge-
kleurden grond) voeren. Oï er nog iets van
IJslands onafhankelijkheid in werke'::1heid-_zal
overblijven, is wel zeer de vraag. r_ .:-Lge een
aantal artikelen in de Zuid-Amerikaansche pe
riodieke- en dagbladpers, dre betoogm dat IJs
land dichter bij de Amerikaansche kust ligt (in
waarheid dichter bij de Groenlandsche kust),
dan bij de Europeesche, in casu de Noorsche
kust. En dat Groenland reeds heel vroeg, lang
voor dat Columbus Amerika ontdekte, door
Noorsche vikingers bevolkt werd. Enkele dron
gen zelfs tot in het Canadeesche en Noord-
Amerjkaansche gebied door. Dit laatste feit
zou eerder aanleiding kunnen zijn om Amerika
een oude Noorsche kolonie te noemen, dan
om IJsland tot een kolonie van de U.S.A. te
verklaren. Maar de Vereenigde Staten hebben
IJsland als reusachtig „vliegtuigmaederschip"
in het Noorden van den Atlantischen Oceaanr
nabij de Noordgjijke IJszee op weg naar Noord-
Rusland, hard noodig en dan ontdekt men Spoe
dig argumenten om zoo'n gebied als vanzelf
sprekend tot „kolonie" te verklaren
Voor IJsland is de bezetting een ware ramp.
Uit de weinige, berichten, die tot ons door
dringen blijkt wel, dat de bezetting, die nu
meriek niet veel minder moet zijn dan de helft
van de geheele bevolking en dus nog heel wat
meer bedraagt dan de vrouwelijke bevólk:ng
tusschen 20 en 40 jaar een allerneodlottigste
invloed heeft. Toename van een' aantal be
denkelijke ziekten, allerlei ongewenschte zede
lijke toestanden door gebrek aan loonruimte,
verviervoudiging van het aantal bioscopen en
dancings, schaarschte aan bepaalde artikelen
en levensmiddelen, veramerikaniseering van dit
kleine volk dat tot nog toe als een der meest
zuiver Germaanscb gebleven gebieden go ld wat
ras, taal, zeden en gewoonten betreft. Want
Amerika vecht met soldaten die het recrutcert
waar ze maar te vinden zijn en in het Ameri
kaansche garnizoen bevinden zich, evenals dat
indertijd met de Rijnlandbezetting door het
Fransche leger het geval was, vele kleurlingen
negers, halfbloeden,mestiezen, enz., vooral uit
de Zuidelijke staten van de U.S.A.
W. M. C.
FRONTZORG
Ontvangen gelden voor Frontzorg, Distr^t
Zeeland.
J. D. te Goes 100.—', J. B. K. te Zierikzee
ƒ2.50, P. W. te Middelburg ƒ2.50, J. H. P.
te Yerseke ƒ50.—', J. P. te Yerseke ƒ10.—,
Fr. te Hulst 10.—, N. N. te Kruiningen ƒ2.50,
K. te Veere 10;—, N. N. te Kruiningen 2.—,
kam.avond groep Clinge ƒ8.50, N.S.V.O. afd.
Middelburg 100.—groep Breskens ƒ52.76,
groep Vliss. ƒ41.70, groep Breskens ƒ65,—»
groep St. Annaland 67,35.
Totaal ƒ524.81.
Antwoord aan J. R. te Zuidzande
U kunt zich opgeven als sympathlseerend
lid van de N.S.B.
Indien gij dan werkelijk een strijder toont
te zijn voor het Nati rr s.'-Socialisme,- kunt U
worden ingeschreven als lid, <s