Heemkunde Sibbekunde KUPuAMKE HART 1 Een roddelaarster. Oost-Indisch doof! De niepe sportf'sche» voorieo Jenptstonn. aaibeflerf! -HEBT U IETS OP UW OPROEP Koorconcert te Amsterdam. «ld to. atodfc* ederlandscho Woudenberg, st een aantal hikking aan sllingen voor merking voor jongeren, die .B.S. hebben nminste daar- -opleiding ge- de vader of et Nederland- oeten een bij zitten en een dat zij later de volksge» n. Tegelijker- ïtal begaafde de mogelijk- 'bgar, voorbs- onderwijs te den" begaafde taling van de irmale studie- pen die voor )dig ook voor en levens ojfc- en vrije plaats ïg geen finan- aanrien van dsfronr. een plaats in men, kunnen s.) wenden tot begaafden" nt, P.C. Hooft- den man te van zijn leven toekomst voor oor niets doen ereikt worden, anders metter- bewezen, dat ij den opbouw Wilt gij U dan Nederlanders ■n strijden aan i het alles ver-' de gelegenheid raffen-SS of van Nederland mee 3mietiging van Strijdt ook gij uropa, voor een v eigen Icmd en van de keurin- en het Vrijwilli- verwijzen wij ■bladen. Terwijl i kommandd Nië- Corte Vijverberg 1 te ÜUnsterdam, ihting alle ge- >ver de gunstige dienstneming dacht op geves- 3t kan nemen in en'oi de Ned. men in Neder- sn in Nederland ciaal voor hen, n hebben, hun :en te vervullen, milligers hebben Is die van hen, 'affen-SS of het jrgoeding, koste- extra levens- nog. isme dan natio- gen de heeren ihtsche partijen, nmunisme over- ras of is, eiken Idadig uitroeit >te schaal. in een artikel srelden botsen", December 1938. er vele z.g. „Ger- 1 binnengesmok- huidige omstcm- it dan ooit, is het '5^om daartegen propaganda te ierlandsche Taal- ndschen Omroep in daarbij zoo nu bet gevaar waar- al zoo nu en dan Ld" heeft nu een den veelzeggen- rk", ortder leiding" ir. J. vcm Ham en gaat niet alleen, maar tegen alle welken aard dan nk willen zetten" :el halen wij r.og ,Wij zijn er. van t werk niet alleen epen daarom de alle kameraden, aal ter harte gaat jrgste taalmishcn> t ze ons toe, komf zullen trachten ze rerwerken. Adres- ctie vtm „Volk en ran 31, Utrecht" Onze familienamen. Bij het samenstellen van een stam boom stuit men bij het onderzoeken der beschikbare registers soms op iemand, die een naam heeft aangenomen. Omdat het een deel onzer sibbe is, kómt het ons niet ondienstig voor, de vraag te beantwoorden, hoe wij aan die familienamen gekomen zijn. Tegenwoordig lijkt alles zooreenvou- dig, daar bij de geboorte van een kind de vader daarvan aangifte doet op. het bureau van den burgerlijken siand, al waar het met vaders naam wordt in geschreven. De werkzaamheden, van den burger lijken stand worden beheerscht door het burgerlijk wetboek. Juist dat burgerlijk wetboek bepaalde tot Mei 1934 niet, dat ieder een geslachtsnaam moet hebben, maar daarin werd wel veron dersteld, dat ieder er een zou hebben. Dit blijkt o.a. uit h§t eerste lid van art: 63, waarin gezegd wordt, dat niemand zijn ges'achtsnaam mag veranderen of een anderen bij den zijnen mag voe gen, zonder toestemming. Wel is het de bedoeling van den -wetgever ge weest, dat wij de naam van den vader zullen dragen, daar wij van hem af stammen. Dat blijkt ook uit art. 317 vcm het burgerlijk wetbpek, waarin be paald wordt, dat een wettig kind, wan neer het ontkend wordt, als bewijs zal kunnen aanvoeren, dat het altijd de naam heeft gedragen van den vader, van wien het beweert af te stammen. Doordat de naam dus verband houdt met de afstamming, zal volgens art. 62a van het burgerlijk wetboek een weiiig en door den vader eikend on wettig kind ook' de naam dragen van den vader en een onwettig niet door den vader erkend kind de naam van de moeder, omdat het daaruit geboren Is, daarvan afstamt. We kunnen dus onze naam alleen hebben tengevolge van onze afstam ming in het burgerlijk wetboek is geen andere manier té vinden, hoe we aan een familienaam komen, dan al leen in art. 33, waarin bepaald Wordt, hoe aan een vondeling een naam wordt gegeven en in het tweede lid van art. 63, waarin bepaald wordt, dat degeen, wiens geslachtsnaam niet be kend is, een geslachtsnaam met toe stemming kan aannemen. In zijn handboek voor den burger lijken stand zegt Elenbaas „Men kan een mensch nader aanduiden, trach- ien te onderscheiden vcm anderen, door zijn beroep, zijn uiterlijk voorkomen,'' zijn woning of andere dergelijke bij zonderheden omtrent hem te vermel- deij. Het beste onderscheidingsmiddel is echter de naam. Eerst in hel begin der 19e eeuw is het in, ons land meer algemeen gebruikelijk geworden om door het voeren van een geslachts- of familienaam van een zekeren familie- samenhang te doen blijkende leden der familie worden nader aangeduid door een of meer voornamen." Het hebben van een familienaam is door alle eeuwen heen niet algemeen geweest, doch eerst algemeen gewor den sedert het bestaan der vorige eeuw. Tot ongeveer het begin, der 1 le eeuw had niemand een familienaamde persoon werd aangeduid met deh voor naam, die meestal de doopnaam was. Geen wonder, dat men dan ook voor een betere aanduiding zijn toevlucht nam tot een toenaam, die meestal ver band hield met o.a. lichamelijke of geestelijke eigenschappen, waardoor de namen ontstonden aisKarei de Groote, Pepijn de Korte, Boudewiin met den IJzeren arm, Boudewijn met den Baard, Hendrik de Trotsche, Willem de Rijke, Willem de Veroveraar, enz. Eenigen, voornamelijk ln den Adel, ontleenden hunne namen aan het leen goed of het erfgoed, waardoor namen ontstonden alsWillem van Oranje, Oranie-Nassau, Nassau-Dietz, enz., ter wijl later velen hun naam verrijkten met die van een aangekochte heerlijk heid, waarin we de oorsprong vinden van de dubbele namen (o.a. von Bönninghausen tot Heringhafen). An dere standen bedienden zich meestal vcm een toenaam, ontleend aan 'hun beroep, nering, betrekking, hun uithang bord, de door Kén bewoonde hoeve, de streek of plaats van afkomst, dan wel een of andere eigenschap. Velen noemden zich naar hun vaders voornamen, waardoor namen ontston den alsJanse, Jansen, Janszoon. In Duitschlcmd, ook in Holland en in Vlaanderen, zijfi dubbele namen ont staan, doordat de naam van moeder lichter de eigen naam werd gevoegd, waardoor in 1820 nog de naam Alber- dingk Thijm ontstond. Vooral" in Zeeuwsch-Vlaanderen W.D. is - het nog gebruikelijk twee families met gelijke naam in den gewonen om gang te onderscheiden, door de naam der vrouw achteraan-bii te voegen, b.v. Versprille-de Die, Versprille-Braaksma, Luteyn-Leenhouts, enz. Vóór hef in gebruik nemen der trouwboekjes zijn hierdoor eenige dubbele namen ont staan als de Bruyne Brevet, Luteyn Mazure, enz. Sommigen hadden de gewoonte hun bijnaam aan te duiden door bijvoegin gen als„wel genaamd, ook genaamd, zich noemende of bijgenaamd". Zoo zijn er met de familienamen Kloyn of Meyer, welke ontstaan zijn uit Kleyn bijgenaamd Meyer. Eerst in het begin der 13de eeuw zijn de persoonlijke toenamen of bijnamen erfelijk gewerden. Een overblijf set daarvan vindt men nog in het gebruik van bijnamen of toenamen fn die plaatsen, waar meer dere personen ihet denzelfden familie naam en dan nog vaak met denzelfden voornaam voorkomen, zooals in het land van Cadzcmdde Zwarte Jcm, de dikke David, Jan Schoe(n), enz. ■Zi), die een familienaam erfelijk had den aangenomen, zagen zich al spoe dig in het voeren van dien naam be dreigd, waardoor veranderen van fa milienamen ontstond. Wanneer iemand of één zijner kinderen op pen andere hoeve kwam te zitten of naar een an dere plaats of streek trok, dan werd meestal tevens de naam gewijzigd of de naam der geboorteplaats bijge voegd. Reeds heel vroeg moest het veran deren beperkt wordenHendrik II ver bood bij de Ordenance d'Amboise van 26 Maart 1555 het veranderen van naam of wapenteeken op verbeurte van hooge boeie zonder patentbrieven, die de naam kregen van brieven van naamsverandering. In ons land was er op dai gebied volkomen vrijheid en kon ieder dus een familienaam of bijnaam naar eigen goeddunken aannemen. Alleen de kerkelijke overheid oefende hij het geven van voornamen bij den doop eenig toezicht. In Holland en de grootste plaatsen, dragen de meesten sinds omstreeks 1650 eep erfelijke geslachtsnaam. In de Middeleeuwen werden door de geestelijken doop- en trouwboeken ge houden, door de schepenen trouw boeken en door-de doodgravers regis ters voor de aanteekenipg van ontvan gen begrafenisrechten. Deze boeken en registers werden niet altijd nauwkeurig bijgehouden, ondanks de door de over heid vaak gegeven voorschriften. Frankrijk is ons voorgedaan in hei aanbrengen van verbeteringen, aan gezien aldaar te lande op 20 Sept. 1792 de burgerlijke stand als staatsinstelling werd ingevoerd. Door de inlijving van ons land bij Frankrijk, op 9 Juli 1810, kwam ook hier eene algemeene verandering. Ingevolge decreet van den Keizer, van 18 Augustus 1811, moest ieder, die nog geen'vasten naam had, 'er binnen een jaar één aannemen, welke termiin eenmaal, bij decreet van 17 Mei 1813, werd verlengd tot 1 Januari 1814, ter wijl bij Kon. Besluit van 8 Nov. 1825 nogmaals een termijn van 6 maandéff" werd gegeven. Toch was. de invoering van den burgerlijken stand nog geeri waarborg voor de juistheid der familienamen. De invoering der trouwboekjes heeft mede veel tot verbetering bijgedragen, om dat dqprdoor voornamelijk in de kleine plaatsen werd voorkomen, dat bij eene geboorteaangifte een 'familienaam werd ingeschreven volgens de uitspraak, waardoor namen zijn ontstaan als Marseilje, Marseilje van Marseille Cuveljé van Cuvelier, Geschiere van Guesquière, enz. Tot slot vermelden wij nog eene eigenaardigheid uit de gemeente West- kapelle, alwaar, doordat de naam Minderhoud er zooveel voorkomt, deze menschen worden aangeduid met hun eigen voornaam, gevolgd door die van vader en grootvader, aldusJaap van Jan van Kees, hetgeen ook gebeurt voor buitenechtelijke kinderenJaap van Mine vcr^ Kq A. Het ïs niet druk op het perron Je Middelburg. Het is ook nog vroeg,- over eerst twintig minuten vertrekt de trein van 19.45 uur richting Roosen daal. Op één da- banken zit een „dame", naar schatting de 60 lentes gepasseerd, gehuld in een lange, don kere regenmantel en een eveneens donkere hoed. Echt zoo het type van „Klessebes". Op de koffer, welke zfj bij zich heeft, staat haar naam. Het Jolijkt te zijn Mevr. Bouwroeester-de Jonge, althans dat staat op die koffer, en verder staat er bijgeëvacueerd naar Arnhem. Wij rijn met ons vieren, drie nemen plaats links en rechts van de „aanval; lige ionge dame". Zelf vind ik het wat kil en zegop verzoek ook te komen, eerst liever wat ie loopen „ijsbeeren", waarop kam. K. zegtzeker vanwege de ijsoorlog te G., hieraan als kwink slag toevoegend dat is nü de nieuwe orde.' Dat is koren op de molen van onze „klessebes" 1 Ze steekt heel parman tig d'r venijnige neus in de wind, snuffelt eens behagelijk in 't rond en opent dan haar „flitspuitje". Nou'dat is niet mooi meer. Moet U 's hooren, mijnheer, ik weet uit zeer goeden bron, dat het niet lang méér zal duren. Mevrouw, zegt een van ons, wij zijn het roerend met U eens. 'Ze zullen er. straks van langs krijgen. Juist, mijnheer, dat is ook mijn mea ning. Het is ook verschrikkelijk, tegen- y woordig. Geen stukje vleesch krijgen we meer, terwijl duizenden kilo's de grens over gacm. Maar ook dat zal spoedig gedaan zijn, ik weel beslist zeker, dat de menschen in Berlijn om 8 uur binnen moeten zijn. Alles is daar in staking gegaan. Ze zijn de toestand niet meer meester. Moet U hooren, mijnheer, die vul penhouders en potlooden, welke ze naar beneden gooien en ontploffen als je ze opraapt, dat hebben ze natuurlijk zelf gedaan, net zoowel als ze hier Mid delburg zelf kapot hebben gegooid en het op anderen *Bchuiven. Onderwijl een sigaret draaiend, zeg ik zoo langs m'n neus wegook al surrogaat, waarop ze kwinkeleert „zeker van Klootó uit Goes". (Tusscheit twee haakjes, ik weet wel dat kam Klootó nog al bekendheid heeft, maar dat zijn naam en adres zelfs weerklank heeft gevonden bij onze „klessebesjes", dat is een openbaring.) Haar flitspuitje véFder ledigend, zegt ze Fijn dat de natuur zoo meewerkt en er bijna geen fruit schijnt te zijn. Met,dit uitbraaksel loopt de emmer over en ontpoppen wij ons als N.S.B.- efs. Haar flitspuitje schrompelt ineen, en haar. plaats op de bank wordt al kleiner. Het heeft veel weg van een slak, raakt men ze aan, dan trekt ze zich samen op een klein hoopje. Een oogenblik wordt er niets gezegd, waarop ze haar koffertje wil pakken en vlug tusschen ons uit wil verdwij nen onder het Inmiddels op loet andere Dat was al te kras. Kam. L ging zcoala eenieder rau doen, voor het raam kijken om te zien. of daar misschien eenig teeken van leven te bespeuren viel. En jawel hoor daar zaten mijnheer en mevrouw knus ges voor het raam een krantje te lezen. Mijnheer, die zich nu niet langer dooi kon houden, schudde van „neen", na een blik geworpen te hebben op de' VoVa, ctie onze Kam. hem voorhield en ging met het onschuldigste gezicht van de wereld rustig verder met zijn krantje te lezen; Wat een mentaliteit 1 Dat gij VoVa niet wilt koopen, dat is Uw goed recht, maar dat U, iemand voor de deur laat staan, wie het ook moge zijn, is meer dan schandelijk. Uw houding getuigt dan ook van een zeer gebrekkige opvoeding, Dil bast U niet cdè ambtenaar. Laat een W.A.-man niet voor niets bellen, opdat Uw buren maar goed zullen zien dat U niets van „den nieuwen tijd" wilt weten. Er komt een tijd, dat die zelfde buren U dat kwalijk zullen nemen. En wanneer gi) dat niet gelooft, wees dan hiervan verzekerd, dat doet niets af aan het feit, dat het nieuwe Europa komt. P. A. T. •t leste NIEUWS VAN DE M HERVORMINGEN. Het laatste Congres van de Komintern. Hoort U dat: het laatste CongresI De Komintern wordt zeker opgeheven. (LTit brochure welke-in 1936 werd verspreid door De Zeeuwsche Beker.) perron aangroeiende publiek. Blijft U nog even zitten, mevrouwtje, en realiseert U nog eens even heel vlug wat U met het openen van uw flitspuitje in zoo'n korten tijd hebt uitgebraakt. Dat U durft te zeggen: fijn, dat de natuur meewerkt, zoodat er bijna geen fruit zal zijn, is wel zoo laag, dat, wan neer U een kerel was, U oogenblikke- lijk een flink pak rammel zou krijgen. Ze zit niet meer op d'r gemak, het is nu zoo'n echt onbeholpen oudbakken schepsel geworden, zoo van het type je 'zou ze een cent geven. Haar naam noteerend komt het me voor, dat de nqtuur ook op haar danig Inwerkt, want haar heele houding van „klessebes ln opiimaforma" wijzigt zich zienderoogen in de reeds omschreven slakkengedaante. Mevrouwtje, U kunt thans wel .gaan, en roddelt dan straks op uw verdere reis en bij uw familie weer maar lustig verder, want types zooals U en dat op dien leeftijd, kwijnen weg, zonder iets te begrijpen van hetgeen geschiedt Ik noem Het een geluk, dat de „na tuur" meewerkt om zulk soort „echte" Nederlanders een slakkenhouding te doen aannemen, zoodra ze in aanra king komen met Nationaal-Socialisten. Eén trap en er blijft niets van over, dan een vieze, natte plek. Weg er mee I J. K. D. Elke Donderdag en Zaterdag trekken onze pioniers er op uit om met „Volk en Vaderland" ie colporteeren. Zoo hadden eenige van onze kameraden Donderdagavond, 27 Mei, de Veersche- weg te Middelburg als doelwit gekozen. Daar men toch op en neer moet, namen onze kameraden eerst de eene, daarna de andere zijde van den weg. Kam. J. L. kwam acm No. 45, Huize „Onje Wensch", waar dhr. L. Geertse, distributieambtenaar van de Gemeente Middelburg woont. L. wilde het tuin hekje openen^ doch hij bemerkte, dat het stevig met een touw-dichtgebonden was. Dal is voor een W.A.-man een baga tel, hij stond dus na eenige oogenblik- ken voor de deur en belde aan. Niqmand deed open. N Belde nog eens en nog eens,geen gehoor. De 2e Beroepskaderleergang van den Jeugdstorm. Op 15 Hooimaand (Juli) a.s. begint de tweede beroepskaderleergang, die den Jeugdstorm weer een aantal uit stekende jeugdleiders zal leveren. Arische jongemannen in den leeftijd van 18 tot 25 jaar, die zoo mogelijk hun Arbeidsdienstplicht vervuld hebben, kunnen zich schriftelijk melden bij het Stafkwartier, Koningslaan 9, Utrecht. In den linkerbovenhoek van de enveloppe te vermelden„2de Beroepskader- leergang". Het lidmaatschap van dèn Jeugd storm is voor deelname niet vereisshi. Zij, die voor den eersten leergang werden afgekeurd, kunnen zich thans opnieuw melden. Sedert de oprichting der Beweging is -door ons (gezongen. Tallooze zahgko- ren, die onder leiding stonden-van be kwame dingen.an, hebben den zang in de Beweging" gemaakt tot wat hij nu is. De vormende waarde van het gemeenschappelijke zingen heeft haar uitwerking "op onzen strijd niet gemist. Op Zondag 20 Zomermaand (Juni) nu, wordt door- den Dienst Muziek van de Hoofdafdeeling Vorming een groet koor-concert georganiseerd, waar \an verscheidene zangkoren der Beweging hiia medewerking verleenen... Koren der N.S.V.O. uit Amsterdam, Utrecht, Middelburg en Nleuwer-Amstel, de gemengde Zangvereeniging „De Zaanstreek", „De Zingende Dietschers" uit Amsterdam en het Nationaal-Socia- listisch ^Koor „Glück Auf" uit Geleen, voeren hier werken van Nederlandsche componisten uit, terwijl het radio-orkest van Otto Hendriks tevens aan het pro gramma medewerkt. Het concert vangt aan om 14.30 uur. Da toegangsprijs bedraagt 60 cent. Deze gelegenheid om te genieten van volkschen zang moet men niet laten voorbijgaan I Ariaon: 'Oe is 't er mee, mensen Pier: 'k Kan d'r nie over klaege. Jewannes: Me leve nog, mae daer is dan 'ok oolles^mee gezeld. 'k 'Ore mee d'n dag mae^erder. Arjaon: Jaet mensen, me kun - wé merke, da 't totaele oorlog is. Jewannes: Da z'n boer as burge meester, zette, da's zeker ok totaele oorlog A r j ao n 'Oe bedoel .je dat Jewan n-e s Bel, dat weet ie toch ök wè Dae is 'i er 'n sluiiie ge'eje nog een geïnstalleerd in Zaamriag. Noe v'raege ik julder toch, wae gaet - 't mee ons nae toe, 'n burgemerster zou graeg boer weze en 'n boer 'oor burgemeester. Arjaon: Jie praet nae da ie vers-and" 'eitWat docht jie noe eigenlijk da de taek van 'n burgemeester is Vertel mien dat noe 's precies. Jewannes: Da 's toch gemak'-elijk genoeg te zegge, 'n Burgemeester die mó in de eerste plekke aolle wetten,wetjes en wetsartikels üut z'n 'ood kenne, da z'um tenminste nie bemietere en dan mot 'n aoller 'ande formelieren enzö op z'n duum- pje kennen, 'k E zelft 'n neef op de sekreterie en 'k weetle wè, dd 't lang gin flauwe kul is 1 Dóe weet je zo mè de weg nie in I En dae wouë ze dan 'n boer voo zette Lae 'k nie lache») Pier: Nee, Jewannes, noe bin 'k 't toch nie mee je eens 1 Zo-as Ik 't zieë, mót 'n burgemeester eerst en vao aolles op aolle meugelijke ge bied kunne 'elpe en biestae en. A r j a® n en dderom, Qmdat um die bevolking mot 'elpe en biesiae, daerom is 't noodzaekelijk, dat um zelf ok vookomt uut die bevolking. Degene die a die menSen d'r belan gen mot be'artigen, za dat nooit beter kunne doeë, as wanneer um zelft die belangen kent, wanneer 't um zelft de nooden en be'ofeften van die mensen kent, Pier Arjaon: Zo is 'i, daer ei jie gelieke in. Zie je, ik voo mien vinde „bur- gervaeder" een vee mooier woord as „burgemeester". Ie is eigenlijk vee meer „vaeder" voor de gemeen schap die a zo'n durp vormt as „meester". Dpt '„vaeder" geeft vee dudelijker an, dat de taek van 'n burgemeester 'n dienende taak tó en 't „heersende" daeron onderge schikt. De gemeente is 't er nig. voor de burgemeester, mae de burgemees ter is 't er voo z'n gemeente. Zo siae de zaeken. Pier: Geliek ei je, a gebeurt nie vee. Jewannes: Jae, Pier, je weet op aolles nog wat te zegge. Bie -joe pas 't er op ielk potje nog wè 'n dekseltje. Mae wat zei'je dan van de gemene menier, waerop de boe ren ons d'r ingeluusd 'ebbe I A r j a o n Gae vaerder, 'k gelove da m'n 't noe zee kriege. Jewannes: Bel, de- boeren mietere de melk in de dulve en ons motte 14 daegen langer mee de beuter doeë. De boeren weigere d'r koeien te leveren en ons motte 14 daegen langer mee de vleesbonnen doeë. En dan nog 't mooiste van aolles, zuldër die a d'r de schuld an die^motte d'r rantsoentje nie misse. Arjaon: 'k Wil d'r kort over weze, Jewannes. Mae wie a 't dichtste bie 't vier zit, wermt z'n eige 't best. Ten tweede kan je d' 'ele boerenriand nie beoordeele nae de daeden van 'n paer van die lammeliengen, nie waer? En 'iermee slute 'k de. dis cussie. Tot ziens. Jewannes en Pier: 'i Zelfde. In het Kaderblad „Dienst" van den Nationale - Jeugdstorm komen deze maand de nieuwe eischen voor, die gesteld zijn voor het verwerven van het Jeugdstorm-Spprtdraagteeben. De stormers, stormsters, meeuwen en meeuwkes, alsook de Kaderleden, die aan deze eischen voldoen, zullen een bronzen meeuw op ffun uniform mogen dragen als teeken van hun vaardig heid. De bedoeling hiervan is, de spoiV beoefening aan te moedigen en de prestaties te verhoogen. Voor lederen leeftijd zijn de eischen anders: van 10 tot 18 jaar nemen zt) geleidelijk ln zwaarte toe, om dan voor ^ie kaderleden te verminderen. Een stormei van 17 jaar moei zijn kunnen toonen op de 100 en 3000 meter hardloopen,- in ver- en hoogspringen, kogelstooten, knoiswerpen, speer- of discuswerpen ep touwklimmen. Een zwemproef en een gfstandsmarsch staan eveneens op het progrtimma. Het sportdoel van den Jeugdstorm is niet uitsluitend favorieten te kweeken. Indien iedere jongen en ieder meisje echter zijn of haar lichaanl staalt door een juiste sportbeofefening, zullen wij eerst het gezonde, krachtige volk van morgen krijgen, dat de Jeugdstorm zich als toekomstbeeld voor ooger. houdt I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1943 | | pagina 3