Heemkunde
Sibbekunde
KUPuAMKE
HART 1
Een roddelaarster.
Oost-Indisch doof!
De niepe sportf'sche»
voorieo Jenptstonn.
aaibeflerf!
-HEBT
U IETS
OP UW
OPROEP
Koorconcert te Amsterdam.
«ld to. atodfc*
ederlandscho
Woudenberg,
st een aantal
hikking aan
sllingen voor
merking voor
jongeren, die
.B.S. hebben
nminste daar-
-opleiding ge-
de vader of
et Nederland-
oeten een bij
zitten en een
dat zij later
de volksge»
n. Tegelijker-
ïtal begaafde
de mogelijk-
'bgar, voorbs-
onderwijs te
den" begaafde
taling van de
irmale studie-
pen die voor
)dig ook voor
en levens ojfc-
en vrije plaats
ïg geen finan-
aanrien van
dsfronr.
een plaats in
men, kunnen
s.) wenden tot
begaafden"
nt, P.C. Hooft-
den man te
van zijn leven
toekomst voor
oor niets doen
ereikt worden,
anders metter-
bewezen, dat
ij den opbouw
Wilt gij U dan
Nederlanders
■n strijden aan
i het alles ver-'
de gelegenheid
raffen-SS of van
Nederland mee
3mietiging van
Strijdt ook gij
uropa, voor een
v eigen Icmd en
van de keurin-
en het Vrijwilli-
verwijzen wij
■bladen. Terwijl i
kommandd Nië-
Corte Vijverberg
1 te ÜUnsterdam,
ihting alle ge-
>ver de gunstige
dienstneming
dacht op geves-
3t kan nemen in
en'oi de Ned.
men in Neder-
sn in Nederland
ciaal voor hen,
n hebben, hun
:en te vervullen,
milligers hebben
Is die van hen,
'affen-SS of het
jrgoeding, koste-
extra levens-
nog.
isme dan natio-
gen de heeren
ihtsche partijen,
nmunisme over-
ras of is, eiken
Idadig uitroeit
>te schaal.
in een artikel
srelden botsen",
December 1938.
er vele z.g. „Ger-
1 binnengesmok-
huidige omstcm-
it dan ooit, is het
'5^om daartegen
propaganda te
ierlandsche Taal-
ndschen Omroep
in daarbij zoo nu
bet gevaar waar-
al zoo nu en dan
Ld" heeft nu een
den veelzeggen-
rk", ortder leiding"
ir. J. vcm Ham en
gaat niet alleen,
maar tegen alle
welken aard dan
nk willen zetten"
:el halen wij r.og
,Wij zijn er. van
t werk niet alleen
epen daarom de
alle kameraden,
aal ter harte gaat
jrgste taalmishcn>
t ze ons toe, komf
zullen trachten ze
rerwerken. Adres-
ctie vtm „Volk en
ran 31, Utrecht"
Onze familienamen.
Bij het samenstellen van een stam
boom stuit men bij het onderzoeken der
beschikbare registers soms op iemand,
die een naam heeft aangenomen.
Omdat het een deel onzer sibbe is,
kómt het ons niet ondienstig voor, de
vraag te beantwoorden, hoe wij aan
die familienamen gekomen zijn.
Tegenwoordig lijkt alles zooreenvou-
dig, daar bij de geboorte van een kind
de vader daarvan aangifte doet op. het
bureau van den burgerlijken siand, al
waar het met vaders naam wordt in
geschreven.
De werkzaamheden, van den burger
lijken stand worden beheerscht door het
burgerlijk wetboek. Juist dat burgerlijk
wetboek bepaalde tot Mei 1934 niet,
dat ieder een geslachtsnaam moet
hebben, maar daarin werd wel veron
dersteld, dat ieder er een zou hebben.
Dit blijkt o.a. uit h§t eerste lid van art:
63, waarin gezegd wordt, dat niemand
zijn ges'achtsnaam mag veranderen of
een anderen bij den zijnen mag voe
gen, zonder toestemming. Wel is het
de bedoeling van den -wetgever ge
weest, dat wij de naam van den vader
zullen dragen, daar wij van hem af
stammen. Dat blijkt ook uit art. 317
vcm het burgerlijk wetbpek, waarin be
paald wordt, dat een wettig kind, wan
neer het ontkend wordt, als bewijs zal
kunnen aanvoeren, dat het altijd de
naam heeft gedragen van den vader,
van wien het beweert af te stammen.
Doordat de naam dus verband houdt
met de afstamming, zal volgens art.
62a van het burgerlijk wetboek een
weiiig en door den vader eikend on
wettig kind ook' de naam dragen van
den vader en een onwettig niet door
den vader erkend kind de naam van
de moeder, omdat het daaruit geboren
Is, daarvan afstamt.
We kunnen dus onze naam alleen
hebben tengevolge van onze afstam
ming in het burgerlijk wetboek is
geen andere manier té vinden, hoe we
aan een familienaam komen, dan al
leen in art. 33, waarin bepaald Wordt,
hoe aan een vondeling een naam
wordt gegeven en in het tweede lid
van art. 63, waarin bepaald wordt, dat
degeen, wiens geslachtsnaam niet be
kend is, een geslachtsnaam met toe
stemming kan aannemen.
In zijn handboek voor den burger
lijken stand zegt Elenbaas „Men kan
een mensch nader aanduiden, trach-
ien te onderscheiden vcm anderen, door
zijn beroep, zijn uiterlijk voorkomen,''
zijn woning of andere dergelijke bij
zonderheden omtrent hem te vermel-
deij. Het beste onderscheidingsmiddel
is echter de naam. Eerst in hel begin
der 19e eeuw is het in, ons land meer
algemeen gebruikelijk geworden om
door het voeren van een geslachts- of
familienaam van een zekeren familie-
samenhang te doen blijkende leden
der familie worden nader aangeduid
door een of meer voornamen."
Het hebben van een familienaam is
door alle eeuwen heen niet algemeen
geweest, doch eerst algemeen gewor
den sedert het bestaan der vorige eeuw.
Tot ongeveer het begin, der 1 le eeuw
had niemand een familienaamde
persoon werd aangeduid met deh voor
naam, die meestal de doopnaam was.
Geen wonder, dat men dan ook voor
een betere aanduiding zijn toevlucht
nam tot een toenaam, die meestal ver
band hield met o.a. lichamelijke of
geestelijke eigenschappen, waardoor
de namen ontstonden aisKarei de
Groote, Pepijn de Korte, Boudewiin met
den IJzeren arm, Boudewijn met den
Baard, Hendrik de Trotsche, Willem de
Rijke, Willem de Veroveraar, enz.
Eenigen, voornamelijk ln den Adel,
ontleenden hunne namen aan het leen
goed of het erfgoed, waardoor namen
ontstonden alsWillem van Oranje,
Oranie-Nassau, Nassau-Dietz, enz., ter
wijl later velen hun naam verrijkten
met die van een aangekochte heerlijk
heid, waarin we de oorsprong vinden
van de dubbele namen (o.a. von
Bönninghausen tot Heringhafen). An
dere standen bedienden zich meestal
vcm een toenaam, ontleend aan 'hun
beroep, nering, betrekking, hun uithang
bord, de door Kén bewoonde hoeve, de
streek of plaats van afkomst, dan wel
een of andere eigenschap.
Velen noemden zich naar hun vaders
voornamen, waardoor namen ontston
den alsJanse, Jansen, Janszoon.
In Duitschlcmd, ook in Holland en in
Vlaanderen, zijfi dubbele namen ont
staan, doordat de naam van moeder
lichter de eigen naam werd gevoegd,
waardoor in 1820 nog de naam Alber-
dingk Thijm ontstond.
Vooral" in Zeeuwsch-Vlaanderen W.D.
is - het nog gebruikelijk twee families
met gelijke naam in den gewonen om
gang te onderscheiden, door de naam
der vrouw achteraan-bii te voegen, b.v.
Versprille-de Die, Versprille-Braaksma,
Luteyn-Leenhouts, enz. Vóór hef in
gebruik nemen der trouwboekjes zijn
hierdoor eenige dubbele namen ont
staan als de Bruyne Brevet, Luteyn
Mazure, enz.
Sommigen hadden de gewoonte hun
bijnaam aan te duiden door bijvoegin
gen als„wel genaamd, ook genaamd,
zich noemende of bijgenaamd". Zoo
zijn er met de familienamen Kloyn of
Meyer, welke ontstaan zijn uit Kleyn
bijgenaamd Meyer.
Eerst in het begin der 13de eeuw zijn
de persoonlijke toenamen of bijnamen
erfelijk gewerden.
Een overblijf set daarvan vindt men
nog in het gebruik van bijnamen of
toenamen fn die plaatsen, waar meer
dere personen ihet denzelfden familie
naam en dan nog vaak met denzelfden
voornaam voorkomen, zooals in het
land van Cadzcmdde Zwarte Jcm, de
dikke David, Jan Schoe(n), enz.
■Zi), die een familienaam erfelijk had
den aangenomen, zagen zich al spoe
dig in het voeren van dien naam be
dreigd, waardoor veranderen van fa
milienamen ontstond. Wanneer iemand
of één zijner kinderen op pen andere
hoeve kwam te zitten of naar een an
dere plaats of streek trok, dan werd
meestal tevens de naam gewijzigd of
de naam der geboorteplaats bijge
voegd.
Reeds heel vroeg moest het veran
deren beperkt wordenHendrik II ver
bood bij de Ordenance d'Amboise van
26 Maart 1555 het veranderen van
naam of wapenteeken op verbeurte van
hooge boeie zonder patentbrieven, die
de naam kregen van brieven van
naamsverandering.
In ons land was er op dai gebied
volkomen vrijheid en kon ieder dus een
familienaam of bijnaam naar eigen
goeddunken aannemen. Alleen de
kerkelijke overheid oefende hij het
geven van voornamen bij den doop
eenig toezicht.
In Holland en de grootste plaatsen,
dragen de meesten sinds omstreeks
1650 eep erfelijke geslachtsnaam.
In de Middeleeuwen werden door de
geestelijken doop- en trouwboeken ge
houden, door de schepenen trouw
boeken en door-de doodgravers regis
ters voor de aanteekenipg van ontvan
gen begrafenisrechten. Deze boeken en
registers werden niet altijd nauwkeurig
bijgehouden, ondanks de door de over
heid vaak gegeven voorschriften.
Frankrijk is ons voorgedaan in hei
aanbrengen van verbeteringen, aan
gezien aldaar te lande op 20 Sept. 1792
de burgerlijke stand als staatsinstelling
werd ingevoerd.
Door de inlijving van ons land bij
Frankrijk, op 9 Juli 1810, kwam ook hier
eene algemeene verandering.
Ingevolge decreet van den Keizer,
van 18 Augustus 1811, moest ieder, die
nog geen'vasten naam had, 'er binnen
een jaar één aannemen, welke termiin
eenmaal, bij decreet van 17 Mei 1813,
werd verlengd tot 1 Januari 1814, ter
wijl bij Kon. Besluit van 8 Nov. 1825
nogmaals een termijn van 6 maandéff"
werd gegeven.
Toch was. de invoering van den
burgerlijken stand nog geeri waarborg
voor de juistheid der familienamen. De
invoering der trouwboekjes heeft mede
veel tot verbetering bijgedragen, om
dat dqprdoor voornamelijk in de kleine
plaatsen werd voorkomen, dat bij eene
geboorteaangifte een 'familienaam werd
ingeschreven volgens de uitspraak,
waardoor namen zijn ontstaan als
Marseilje, Marseilje van Marseille
Cuveljé van Cuvelier, Geschiere van
Guesquière, enz.
Tot slot vermelden wij nog eene
eigenaardigheid uit de gemeente West-
kapelle, alwaar, doordat de naam
Minderhoud er zooveel voorkomt, deze
menschen worden aangeduid met hun
eigen voornaam, gevolgd door die van
vader en grootvader, aldusJaap van
Jan van Kees, hetgeen ook gebeurt
voor buitenechtelijke kinderenJaap
van Mine vcr^ Kq A.
Het ïs niet druk op het perron Je
Middelburg. Het is ook nog vroeg,-
over eerst twintig minuten vertrekt de
trein van 19.45 uur richting Roosen
daal. Op één da- banken zit een
„dame", naar schatting de 60 lentes
gepasseerd, gehuld in een lange, don
kere regenmantel en een eveneens
donkere hoed. Echt zoo het type van
„Klessebes". Op de koffer, welke zfj
bij zich heeft, staat haar naam. Het
Jolijkt te zijn Mevr. Bouwroeester-de
Jonge, althans dat staat op die koffer,
en verder staat er bijgeëvacueerd
naar Arnhem.
Wij rijn met ons vieren, drie nemen
plaats links en rechts van de „aanval;
lige ionge dame". Zelf vind ik het wat
kil en zegop verzoek ook te komen,
eerst liever wat ie loopen „ijsbeeren",
waarop kam. K. zegtzeker vanwege
de ijsoorlog te G., hieraan als kwink
slag toevoegend dat is nü de nieuwe
orde.'
Dat is koren op de molen van onze
„klessebes" 1 Ze steekt heel parman
tig d'r venijnige neus in de wind,
snuffelt eens behagelijk in 't rond en
opent dan haar „flitspuitje". Nou'dat
is niet mooi meer.
Moet U 's hooren, mijnheer, ik weet
uit zeer goeden bron, dat het niet lang
méér zal duren.
Mevrouw, zegt een van ons, wij zijn
het roerend met U eens. 'Ze zullen er.
straks van langs krijgen.
Juist, mijnheer, dat is ook mijn mea
ning. Het is ook verschrikkelijk, tegen- y
woordig. Geen stukje vleesch krijgen
we meer, terwijl duizenden kilo's de
grens over gacm. Maar ook dat zal
spoedig gedaan zijn, ik weel beslist
zeker, dat de menschen in Berlijn om
8 uur binnen moeten zijn. Alles is daar
in staking gegaan. Ze zijn de toestand
niet meer meester.
Moet U hooren, mijnheer, die vul
penhouders en potlooden, welke ze
naar beneden gooien en ontploffen als
je ze opraapt, dat hebben ze natuurlijk
zelf gedaan, net zoowel als ze hier Mid
delburg zelf kapot hebben gegooid en
het op anderen *Bchuiven.
Onderwijl een sigaret draaiend, zeg
ik zoo langs m'n neus wegook al
surrogaat, waarop ze kwinkeleert
„zeker van Klootó uit Goes". (Tusscheit
twee haakjes, ik weet wel dat kam
Klootó nog al bekendheid heeft, maar
dat zijn naam en adres zelfs weerklank
heeft gevonden bij onze „klessebesjes",
dat is een openbaring.)
Haar flitspuitje véFder ledigend, zegt
ze Fijn dat de natuur zoo meewerkt
en er bijna geen fruit schijnt te zijn.
Met,dit uitbraaksel loopt de emmer
over en ontpoppen wij ons als N.S.B.-
efs.
Haar flitspuitje schrompelt ineen, en
haar. plaats op de bank wordt al
kleiner.
Het heeft veel weg van een slak,
raakt men ze aan, dan trekt ze zich
samen op een klein hoopje.
Een oogenblik wordt er niets gezegd,
waarop ze haar koffertje wil pakken
en vlug tusschen ons uit wil verdwij
nen onder het Inmiddels op loet andere
Dat was al te kras.
Kam. L ging zcoala eenieder rau
doen, voor het raam kijken om te zien.
of daar misschien eenig teeken van
leven te bespeuren viel. En jawel hoor
daar zaten mijnheer en mevrouw knus
ges voor het raam een krantje te lezen.
Mijnheer, die zich nu niet langer dooi
kon houden, schudde van „neen", na
een blik geworpen te hebben op de'
VoVa, ctie onze Kam. hem voorhield
en ging met het onschuldigste gezicht
van de wereld rustig verder met zijn
krantje te lezen;
Wat een mentaliteit 1
Dat gij VoVa niet wilt koopen, dat is
Uw goed recht, maar dat U, iemand
voor de deur laat staan, wie het ook
moge zijn, is meer dan schandelijk.
Uw houding getuigt dan ook van een
zeer gebrekkige opvoeding,
Dil bast U niet cdè ambtenaar. Laat
een W.A.-man niet voor niets bellen,
opdat Uw buren maar goed zullen zien
dat U niets van „den nieuwen tijd"
wilt weten. Er komt een tijd, dat die
zelfde buren U dat kwalijk zullen
nemen.
En wanneer gi) dat niet gelooft, wees
dan hiervan verzekerd, dat doet niets
af aan het feit, dat het nieuwe Europa
komt. P. A. T.
•t leste
NIEUWS VAN DE
M
HERVORMINGEN. Het laatste Congres van de Komintern.
Hoort U dat: het laatste CongresI De Komintern wordt zeker opgeheven.
(LTit brochure welke-in 1936 werd verspreid door De Zeeuwsche Beker.)
perron aangroeiende publiek.
Blijft U nog even zitten, mevrouwtje,
en realiseert U nog eens even heel vlug
wat U met het openen van uw flitspuitje
in zoo'n korten tijd hebt uitgebraakt.
Dat U durft te zeggen: fijn, dat de
natuur meewerkt, zoodat er bijna geen
fruit zal zijn, is wel zoo laag, dat, wan
neer U een kerel was, U oogenblikke-
lijk een flink pak rammel zou krijgen.
Ze zit niet meer op d'r gemak, het is
nu zoo'n echt onbeholpen oudbakken
schepsel geworden, zoo van het type
je 'zou ze een cent geven.
Haar naam noteerend komt het me
voor, dat de nqtuur ook op haar danig
Inwerkt, want haar heele houding van
„klessebes ln opiimaforma" wijzigt zich
zienderoogen in de reeds omschreven
slakkengedaante.
Mevrouwtje, U kunt thans wel .gaan,
en roddelt dan straks op uw verdere
reis en bij uw familie weer maar lustig
verder, want types zooals U en dat op
dien leeftijd, kwijnen weg, zonder iets
te begrijpen van hetgeen geschiedt
Ik noem Het een geluk, dat de „na
tuur" meewerkt om zulk soort „echte"
Nederlanders een slakkenhouding te
doen aannemen, zoodra ze in aanra
king komen met Nationaal-Socialisten.
Eén trap en er blijft niets van over,
dan een vieze, natte plek.
Weg er mee I J. K. D.
Elke Donderdag en Zaterdag trekken
onze pioniers er op uit om met „Volk
en Vaderland" ie colporteeren. Zoo
hadden eenige van onze kameraden
Donderdagavond, 27 Mei, de Veersche-
weg te Middelburg als doelwit gekozen.
Daar men toch op en neer moet,
namen onze kameraden eerst de eene,
daarna de andere zijde van den weg.
Kam. J. L. kwam acm No. 45, Huize
„Onje Wensch", waar dhr. L. Geertse,
distributieambtenaar van de Gemeente
Middelburg woont. L. wilde het tuin
hekje openen^ doch hij bemerkte, dat
het stevig met een touw-dichtgebonden
was.
Dal is voor een W.A.-man een baga
tel, hij stond dus na eenige oogenblik-
ken voor de deur en belde aan.
Niqmand deed open. N
Belde nog eens en nog eens,geen
gehoor.
De 2e Beroepskaderleergang
van den Jeugdstorm.
Op 15 Hooimaand (Juli) a.s. begint
de tweede beroepskaderleergang, die
den Jeugdstorm weer een aantal uit
stekende jeugdleiders zal leveren.
Arische jongemannen in den leeftijd
van 18 tot 25 jaar, die zoo mogelijk hun
Arbeidsdienstplicht vervuld hebben,
kunnen zich schriftelijk melden bij het
Stafkwartier, Koningslaan 9, Utrecht. In
den linkerbovenhoek van de enveloppe
te vermelden„2de Beroepskader-
leergang".
Het lidmaatschap van dèn Jeugd
storm is voor deelname niet vereisshi.
Zij, die voor den eersten leergang
werden afgekeurd, kunnen zich thans
opnieuw melden.
Sedert de oprichting der Beweging is
-door ons (gezongen. Tallooze zahgko-
ren, die onder leiding stonden-van be
kwame dingen.an, hebben den zang
in de Beweging" gemaakt tot wat hij
nu is. De vormende waarde van het
gemeenschappelijke zingen heeft haar
uitwerking "op onzen strijd niet gemist.
Op Zondag 20 Zomermaand (Juni)
nu, wordt door- den Dienst Muziek van
de Hoofdafdeeling Vorming een groet
koor-concert georganiseerd, waar \an
verscheidene zangkoren der Beweging
hiia medewerking verleenen...
Koren der N.S.V.O. uit Amsterdam,
Utrecht, Middelburg en Nleuwer-Amstel,
de gemengde Zangvereeniging „De
Zaanstreek", „De Zingende Dietschers"
uit Amsterdam en het Nationaal-Socia-
listisch ^Koor „Glück Auf" uit Geleen,
voeren hier werken van Nederlandsche
componisten uit, terwijl het radio-orkest
van Otto Hendriks tevens aan het pro
gramma medewerkt.
Het concert vangt aan om 14.30 uur.
Da toegangsprijs bedraagt 60 cent.
Deze gelegenheid om te genieten van
volkschen zang moet men niet laten
voorbijgaan I
Ariaon: 'Oe is 't er mee, mensen
Pier: 'k Kan d'r nie over klaege.
Jewannes: Me leve nog, mae daer
is dan 'ok oolles^mee gezeld. 'k 'Ore
mee d'n dag mae^erder.
Arjaon: Jaet mensen, me kun - wé
merke, da 't totaele oorlog is.
Jewannes: Da z'n boer as burge
meester, zette, da's zeker ok totaele
oorlog
A r j ao n 'Oe bedoel .je dat
Jewan n-e s Bel, dat weet ie toch
ök wè Dae is 'i er 'n sluiiie ge'eje
nog een geïnstalleerd in Zaamriag.
Noe v'raege ik julder toch, wae gaet
- 't mee ons nae toe, 'n burgemerster
zou graeg boer weze en 'n boer 'oor
burgemeester.
Arjaon: Jie praet nae da ie vers-and"
'eitWat docht jie noe eigenlijk
da de taek van 'n burgemeester is
Vertel mien dat noe 's precies.
Jewannes: Da 's toch gemak'-elijk
genoeg te zegge, 'n Burgemeester
die mó in de eerste plekke aolle
wetten,wetjes en wetsartikels üut
z'n 'ood kenne, da z'um tenminste
nie bemietere en dan mot 'n aoller
'ande formelieren enzö op z'n duum-
pje kennen, 'k E zelft 'n neef op
de sekreterie en 'k weetle wè, dd
't lang gin flauwe kul is 1 Dóe weet
je zo mè de weg nie in I En dae
wouë ze dan 'n boer voo zette
Lae 'k nie lache»)
Pier: Nee, Jewannes, noe bin 'k 't
toch nie mee je eens 1 Zo-as Ik 't
zieë, mót 'n burgemeester eerst en
vao aolles op aolle meugelijke ge
bied kunne 'elpe en biestae en.
A r j a® n en dderom, Qmdat um
die bevolking mot 'elpe en biesiae,
daerom is 't noodzaekelijk, dat um
zelf ok vookomt uut die bevolking.
Degene die a die menSen d'r belan
gen mot be'artigen, za dat nooit
beter kunne doeë, as wanneer um
zelft die belangen kent, wanneer
't um zelft de nooden en be'ofeften
van die mensen kent, Pier
Arjaon: Zo is 'i, daer ei jie gelieke
in. Zie je, ik voo mien vinde „bur-
gervaeder" een vee mooier woord
as „burgemeester". Ie is eigenlijk
vee meer „vaeder" voor de gemeen
schap die a zo'n durp vormt as
„meester". Dpt '„vaeder" geeft vee
dudelijker an, dat de taek van 'n
burgemeester 'n dienende taak tó
en 't „heersende" daeron onderge
schikt.
De gemeente is 't er nig. voor de
burgemeester, mae de burgemees
ter is 't er voo z'n gemeente. Zo
siae de zaeken.
Pier: Geliek ei je, a gebeurt
nie vee.
Jewannes: Jae, Pier, je weet op
aolles nog wat te zegge. Bie -joe
pas 't er op ielk potje nog wè 'n
dekseltje. Mae wat zei'je dan van
de gemene menier, waerop de boe
ren ons d'r ingeluusd 'ebbe I
A r j a o n Gae vaerder, 'k gelove da
m'n 't noe zee kriege.
Jewannes: Bel, de- boeren mietere
de melk in de dulve en ons motte
14 daegen langer mee de beuter
doeë. De boeren weigere d'r koeien
te leveren en ons motte 14 daegen
langer mee de vleesbonnen doeë.
En dan nog 't mooiste van aolles,
zuldër die a d'r de schuld an
die^motte d'r rantsoentje nie misse.
Arjaon: 'k Wil d'r kort over weze,
Jewannes. Mae wie a 't dichtste bie
't vier zit, wermt z'n eige 't best. Ten
tweede kan je d' 'ele boerenriand
nie beoordeele nae de daeden van
'n paer van die lammeliengen, nie
waer? En 'iermee slute 'k de. dis
cussie. Tot ziens.
Jewannes en Pier: 'i Zelfde.
In het Kaderblad „Dienst" van den
Nationale - Jeugdstorm komen deze
maand de nieuwe eischen voor, die
gesteld zijn voor het verwerven van
het Jeugdstorm-Spprtdraagteeben.
De stormers, stormsters, meeuwen en
meeuwkes, alsook de Kaderleden, die
aan deze eischen voldoen, zullen een
bronzen meeuw op ffun uniform mogen
dragen als teeken van hun vaardig
heid. De bedoeling hiervan is, de spoiV
beoefening aan te moedigen en de
prestaties te verhoogen.
Voor lederen leeftijd zijn de eischen
anders: van 10 tot 18 jaar nemen zt)
geleidelijk ln zwaarte toe, om dan voor
^ie kaderleden te verminderen.
Een stormei van 17 jaar moei zijn
kunnen toonen op de 100 en 3000 meter
hardloopen,- in ver- en hoogspringen,
kogelstooten, knoiswerpen, speer- of
discuswerpen ep touwklimmen. Een
zwemproef en een gfstandsmarsch
staan eveneens op het progrtimma.
Het sportdoel van den Jeugdstorm is
niet uitsluitend favorieten te kweeken.
Indien iedere jongen en ieder meisje
echter zijn of haar lichaanl staalt door
een juiste sportbeofefening, zullen wij
eerst het gezonde, krachtige volk van
morgen krijgen, dat de Jeugdstorm zich
als toekomstbeeld voor ooger. houdt I