9e grondslagen voor de toekomst van Nederland 4 Aspecten van onzen strijd Stem van het Oostfront 11' Benoemingen De groetere overwinning Brief aan een gewonde kameraad. Kabinet van den elder Nog altijd beschouwen onze tegen standers het als een groot gevaar, dat de N.S.B. zich de Duitschers tot kame raden gekozen heeft. Men vindt dit min of meer een verraad aan' de Neder landsche zaak en vreest hier te lande een geleidelijke verduitsching, die door de N.S.B. wordt geleid en gepropa geerd Dit is een gedachte, die een deel der Nederlanders beheerscht. Dit is de psychose, die alle haat verklaart, alle gekanker en alle geweeklaag. Wij, Nederlandsche Nationaal-Sqcia- listen, kunnen ons in die stemming direct verplaatsen. Wij kunnen .zoo goed begrijpen, dat de ruwe inbreuk- ip.ons rustige leventje van voorheën de gemoederen heeit verbitterd. -Als wij, denkende aan de geneugten van voor den oorlog, den toestand van heden zien, dan zijn ook wij verbitterd. Ons volk met zijn eigen weermacht en zijn eigen imperium, is als zoodanig te gronde gegaan. We zijn een lijdzaam stukje geworden ergens op den aard bol, want onze weermacht en ons im perium zijn verbrijzeld iusschen de raderer. der geschiedenis. We zijn als een fuifnummer, overreden op eeyt snel- verkeersweg. Ja, wij weten dat zoo goed. Ook wij, N.S.B.-ers, beseffen de bitterheid van Nederlands lot. Waarom ook niet Wij ondergaan dezelfde kwellingen als iedere volksgenoot, ook wij !dragen d9 lasten van den oorlog.' Ook onze ze nuwen zijn gespannen en^ook onze magen hunkeren naar zuurkool met spek. Wij bekleeden geen uitzonde ringspositie in ons volk, waar het de loodzware oorlogslasten betreft. Sterker. Ook wij ballen de vuisten in machtelooze woedeook wij', ver vloeken de veroorzakers van dezen oorlog, van den lOen Mei. 1940 al hebben Wij deze veroorzakers beter „door" dan onze tegenstanders. Wij staan niet apart temidden van ons volk, wij lijden mèt ons volk, van Roode- school tot'Sluis, en van Den Burg tot Vaals 1 De offers moeten ook wij bren gen, onoBikamelijk de ramp is ook» - over onze hobfden 'gegaan. En toch worden we door een deel van ons volk gehaat en geminacht.. Dit deel ls- echter niet zoo groot, nis men soms wil doen voorkomen. Dit neemf echter niet weg, dat onze Neder landsche ruggen sterk zijn. Dat ten eerste. Ten tweede willen we op zoek gaan naar de' verschijnselen, die 'ons onderscheiden van de kleurlooze massa onzer bestrijders. Hoewel samen ver eend en één met alle Nederlanders, ook sinds 1931, spruit uit onze politieke overtuiging voort, dat we op zekere punten den oorlogsdruk anders erva ren dan de kleurlooze massa. Dat wil" in geenen deele zeggenminder zwaar I Want waar wij eenerzijds gemak kelijker dan andere völksgenooten de offers van den' oorlog dragen (omdat we den zin van dit alles weten), lcfden wij anderzijds vrijwillig lastph op onze schouders, die nu niet bepaald uit behaagzucht voortvloeien. Vatten we dcfarbij eerst als zeer be langrijk in hei oog, dat het is nog maals gezegd van oorsprong en. uit eindelijk de N.S.B.-ers onder denzelf den druk, en vooral ook moreelen druk, van een verloren oorlog staan, met de gevolgen van zoo iets. Het is daaruit verklaarbaar, dat óók een Nationaal- Socialist, zelfs al is hij met de beste bedoelingen bezield, deerlijk kan falen. Dat is Immers, wat des menschqn is. En daarbij komt het jammere feit,, dat ten-eenen male een iegelijk, al is hij desnoods moordenaar, wel het juiste politiek&4nzicht kan hebben I En alles, wat zich aandient als verstaander van den liieuwen tijd, moet aanvaard en beproefd worden I Natuurlijk aanvaar den wij alles, wat zich als verstaander van den .nieuwen iijd aandient dagelijks ontstaan er bruikbare Natio- naal-Socialisten I En wat hun beproe ving als zoodanig betreft, is dat een zéér eigenaardige kwestie Iemand, die met minder goede bedoelingen in de N.S.B. komt, kan voor zijn minder goede bedoelingen héél wat over heb ben.... tot colportage toet Slimme rikken weten zich te draaien en te kronkelen, en zijn niet te vatten. Doch menschen, die van eigen nobelheid zoo zeer overtuigd zijn, ook zij kunnen zich melden. Als harde werkers voor, een nieuw Nederland kunnen zij op klimmen in onze rangen en verwijderen diegenen, waar ze nu zoo tegen foete ren I De garantie is er, dat de Leider er niets tegen heeft. Overigens zijn we hier blj'eep kernkwestie Hoe meer goede Nederlanders be sluiten, metterdaad het heil van ons vaderland te" dienen, des ie scherper zal de- selectie in de Beweging voort gang kunnen vinden. Wat thansgedaan moet -worden in het belang van toekdmstig Neder land, dat zal gedaan woirden, hoe en met welke krachten ook Zij, die de N.S.B, met hun gaven komen ver sterken, heffen de N.S.B. op naar- een hooger peil. Het vaderland is daar mede slechts gediend I Alzoo verwijte géén Nederlander dé~ N.S.B., dat zij slechte leden in haar rijen heeft, want de N.S.B. is een dwars doorsnede van het Nederlandsche volk zelf, doorstaat derljalve denzelfden oor logsdruk op haar moraal en zit te springen om goede Nederlanders, dien tengevolge. Om nu te komen tot de goede Neder landers in de NtS.B: zij' dragen den oorlog op zekere puntéïr anders. Zoo veel lichter eenerzijds, omdat zij het „waarom" begrijpen. De N.S.B.-er, die in Duitschland moet gaan werken, neemt gemakkelijker afscheid van zijn vfpuw en kinderen dan Hij, 'die met zijn gezin reeds van tevoren uitstip pelde, in wat voor een heLhij zal wor- 'den gqvoerd. Zeker, ook de N.S.B.-er, die moet evacueeren, heeft gloeiend het land, maar hij klemt de kaken pp- een, want hij tracht te begrijpen, waar voor het moet. Hij beschouwt zijn offer als.dienend en daarom niet waard, om over te kankeren.'* Dit zijn voorbeelden die leeren,dat den Naiionaal-Socialist de oorlogsdruk lichter is. -JL Ds Führer wil de Nederlanders niet als overwonnen behan delen. De Nederlanders moeten in volstrekte gelijkgerechtigd heid deel hebben aan alle mogelijkheden, die het nieuwe Europa biedt. Zij zullen Hieraan deel hebben door tegelijkertijd de taak en de plichten op zich te nemen, die den dragers van dit nieuwe Europa te wachten staan en die een drager van deze verantwoordelijlsheid op zich zal hebben te nemen. Op de Nationaal-Socialistische (Beweging rust de taak het Nederlandsche völk het Nationaal-Socialism'e bij te brengen. Nationaal-Socialisme is thans, nu het om continenten gaat, geloof en strijd voor Europa en voor de gemeenschap van de Europeesche volken, voor onze Eurepeesche cultuur in onze toekomst en, in engeren zin, het ordenende bijeenhouden van onze Germaansche bloedgemeensóhap ten. Noorden van „de Alpen.*' r De Nafionaal-Socialistische Beweging der Nederlanden is de draagster dezer politieke^ ontwikkeling en Mussert, als Leider "der Nationaal-Socialistische Beweging, is de Leider van hef Nederlandsche Volk. Wanneer de grenzen van Europa zullen zijn vastgesteld en de vorming der Europeesche orde zal worden bepaald, dan zal de opneming der Nederlanders in deze Europeesche orde en in de Germaansche orde geschieden na bespreking met Mussert Anderzijds zijn daar zijn vrijwillige offersdoor zijn strijd in de Beweging verspeelt hij talrijke kennissen en zelfs vrienden, ontgaan hem de verkwikken de genoegens, waarmede de bijltjes psychopaten elkaar opbeuren, ont gaan hem genoegensvan alle soort door zijn werkzaamheden ten bate van de Idee, pffert hij zijn hoofd op den af loop van den oorlog, offert hij zijn ge zondheid en zijn leven op de slag velden in het Oosten I Hét bloed, dat onze tegenstanders offeren, Ss merkwaardig genoeg op rekening van hun eigen geestver wanten te schrijven i het bloed der gijzelaars door domme streken van heethoofden uit eigen kamp, „het bloed der burgerbevolking door de bomaanvallen van onze hooggewaar deerde beschermers, H.H. Engelschen en Amerikanen. Het beste bewijs, dat er „iets niet klopt" Alle offers van de N.S.B. brengt zljs. in de overtuiging althans, dat deze de toekomst van het vaderland dienen. Dat is iets, waarvoor een fatsoenlijke tegenstander respect moet hebben. Het gepeupel dan ook, dat daaravoor géén respect heeft, hitst en moordt als rasechte bolsjewieken. Dit gepeupel dient te worden verdelgd. Heeft de N.S.B. ooif respect onthouden aan de dapperen, die thans rusten in de Java- zee Strijders kennen eer 1 Niet strijders zijn papzakken. Goocheme jongens zoogenaamd, die hun weetje weten. o O o En wat komt er voor de N.S.B. nog meer kijken? Dat is de samenwerking met de Duifsche autoriteiten, dat is het moei lijke werk, ons nukkig volk op de beste wijze te vertegenwoordigen bij de be zettende overheid I Wji houden Neder lands naam hocg, wij vechten voor Nederland I Een voorloopig nog on dankbaar en grievend karwei, maar 'we moeten en we zullen 1 Want als straks Duitschland over winnend uit d,en oorlog treedt ©n de pührer naar Bferlijn terugkeert om op sociale grondslagen Europa te organi- seeren fiets wat de bankiers van 1919 blijkbaar niet-heljben gekund), dan wordt ook -ons volk onder de loupe genomen Dat is de zuiver politieke reden, of tewel de reden van het gezonde ver-, stand, waarom wij in zee gaan met de Duitschers. Daar kan geen normale Nederlander iets, tegen hebben. En praten we'niet eens. over de tal rijke andere redenen, die óns onzen strijd doen voeren. Over het Nationaal- Socialisme, is genoeg gezegd of ge schreven, dat iedere Nederlander deze redenen kent voor arbeid en vader land strijden ,we xvertrouwend op God. En wij schuwen niei den ergerlijksten laster op onze ruggen te torsen, al be weert ook een ieder, dat wij heulen met den vijand. Wij zetten dóór om wille van ons volk, want voor God en dit vok kunnen,wij onze dadefi ver antwoorden. Wij weten, als de beste Nederlanders te offeren en te handelen. Immers, willen wij op Nederlandsche wijze ons aandeel leveren in. het Ger maansche Rijk van morgen, want a) niet-Nederland^ph Js niet-Ger- maansch- b) en niet-Germaansch zou zijn iedere belemmering van onze nationale ontplooiing naar de Germaansche orde. Leiderwij weten, dat U ons als Nederlanders zult brengen naar een - veilige toekomst in Germanje J. L. A. Tot burgemeester van de gemöettiè St. Annaland is benoemd Kameraar» M. C. 'v. d. Weele te St. Annaland. Stamboeknummer 42139. Tot wethouder te Middelburg Ka meraad C. Th. Wolders te Middelburg. Stomboeknummer 24143. De waarlijk groote oogenblikken in een menschenleven zijn zeldzaam en staan eenzaam boven de andere ge beurtenissen van den tijd, zooals wij izelf eenzaam zijn bij het beleven dezer kostbare, ja heilige uren. Wij weten slechts weinig van het zijn van zulke ondervindingen, die bijna de epuwigheid aanraken,, omdat zij buiten de wereld van het grijpbare en verklaarbare liggen, omdat zij ónbe- wust geschieden. Zcoals het een gevoel van de jube lend - vreugde van hei*, juichende geluk geëfi. dat sléchts een enkele maal in een harmonisch accoord van het in tense verlangen ons hart vervult, zoo geeft het eok een smart, dte ver boven een lichamelijke pijn in ons binnenste grijpt fen in ons wezen dat beroert, wat tot nu toe verborgen» sluimerde, om zich in een verheven uur breed en machtig-te ontwikkelen. Het is deze smart, die de menschen daarheen voert, waar het geen hongeren, geen koude, geen tranen meer geeft. Deze diepste smart gelijkt op de hoogste, gelukkige vreugde heeft de nief te begrijpen kracht -ons het hoogste heiligdom van hei leven nader te laten komenom ons een begrip van dat gene te geven wat wij zijn. Wie uit het bitterste beleven zoo ge louterd te voorschijn komt, dat hij weet hóe het met hem gesteld ls, die heeff begrepen, wat meer en wat grooter is, dan bezii en rijkdom ie verwerven en een klinkenden naam te dragen. In de paar regels, waarin je mij je zwafe verwonding mededeelde, heb ik dit weten bemerkt, en je geest cjie zoo veel helderder en rijper geworden is. Jij hebt in de laatste weken verschrik kelijke gebeurtenissen beleefd en ern stige uren moeten doormaken. Zooals*reeds vele malen iri de laatste jaren heb je den dood in de oogen gezien en hebt een niet te vergeten in druk van de laatste dingen in je Op genomen. Slechts kort heb je daarvan geschre- 'ven, omdat ikzelf toch te goed weef, hoe waar dat alles is. Jij hebt ook van de bloedend smar telijke verwonding slechts met - een enkel wóórd gerept, omdat, -een rest toch ongezegd blijven zal. Altijd en altijd moet ik 'weer aan het uur denken, dat wij in Duitschland afscheid van elkaar namen, wij had den toen een paar heerlijke dagen van het weerzien genoten, wij hadden uit gloeiend verlangen gesprekken ge voerd over onze toekomst en die van het Vaderland, wij hadden gezongen en gelachen en waren zoo gelukkig dat wij onze kameraadschap hadden. Ik kan niet vergeten.dat je laatste woorden toen tot mij waren „Het komt er niet op aan, wanneer en hoe ik een maal naar huis kom, maar van ge wicht is, dat ik. mijn laatste belevenis mede riaar huis nemen „kan en dat ik dan werken kan, zooals het de elemen taire grootte van onze verplichting van ons vergt." En jouw linker hand, die ik nog in de mijne mocht houden, ik zal ze niei weerzien. Ook jij moest ze daarginds laten bij de kameraden, die'als.de voorposten van het Vader land op het veld van eer bleven. Maar je hebt het offer van Se bloed niet vergeefsch gebracht, jij hebt het Vaderland een stuk van jezelf gegeven en dit heeit jou aan-den rand van het oneindelijke gevoerd, opdat jij ln je zelf inkijken kondet en erkennen mocht hóe en al-geweldig en rijk de macht- van het onnoembare is. Of is het niet zoo, dat men in zulke oogenblikken door de Voorzienigheid geleid wordt. Ik heb mij als soldaat nooit met de gedachte beziggehouden, dat ik een arm of een been zou moeten missen, neen, ik kon mezelf- niet voorstellen hoe ik daar overheen' komen zou. Maar toen ikzelf verwond werd, was het alsof ik daar cd altijd op voorbe reid geweest was. -Als een begenadigd mensch zag ik op eenmaal de tyereld var. den menschelijken geest en als dorre schubben viel van m% af, wat voorheen nog gewichtig schijnen wilde. Mijn goede oude vriend. Jou is het toch ook zoo gegaan, datr'weet ik, om dat wij in den oorlog vrienden gewor den zijn. Daarom, laat je nu van mij eenige kameraadschapswoorden zeggen. De tijd, die wij in het oorlogs:hospi- taal beleefden? was de mooiste en de reinste. Men is dan nog onder kame- rtrden, die allen hetzelfde zagen en doorproefden en men heeft dan tijd en diepte om te. denken' en te onderzoe ken. Er kwamen lange, zeer lange nachten, dat wij niet slapen konden en dat jij altijd weer gelooide dat jè je linkerhand nog bezatj omdat je lederen vinger en elke zenuw als het ware nog bespeurde. Bij stukjes en beetjes is je het dan ingevallen, wat je alles verloren hebt en dat in de toekomst veel anders wor den zal. Maar je zult ook bemerken, wat je alles gewórmen hebt. Het Vaderland verlangt niets voor niets, omdat het ook niet iets zoo maar weggeeft. Slechts hetgeen wij als tribuut op het altaar van onze plichtsvervulling leg gen, bekomen wij tot op den laatsten penning terug. Maar ook geen penning meer. En ddt is de groote gerechtigheid, dat wij slechts dat zijn, wat wij onszelf maken. Wanneer je eenmaal naar huis komt en met anderen spreekt, dan alleen zal je dit rijpe gewin behoeden kunnen. Zeker in den beginne zal je je een zaam gevoelen, omdat de kloof te groot is. Je^ zult hef medelijden van de an- deren" haten, gelijk ook ik het gehaat heb. Maar de ihenschen meenen het goed met je eri je mag deze goedheid niet verstoren, hoe„moei^k en hoe zwaar dit soms ook vallen moge. Het is nu eenmaal voor ons moeilijk ons weer in hét oude ierecht te vinden. Mcrar volg dan dien weg, die de groote geesten ons gewezen hebben, de weg die ons leidt naar de onom koopbare deugden van moed, open hartigheid, eenvoud en trouw. Toen ik na mijn verwonding de eenige opéra van Beethoven hoorde, schaarpde ik- mij mijn vochtige oogen niet en toen ik een klassiek schouw spel van Goethe zag, was het mij alsof ik voor de eerste maal het geluk be leven mocht, weer in het Vaderland terug te keeren. En dan bespeurde ik in mij een gees telijken hongerik verdiepte mij in de werken van onze wijsgieren en dichters en Ik zag in, dat hef net" was alsof veel van dit alles slechts voor Steunt het werk der Stichting „Fonds voor Gezins- en Jeugdzorg", Malie baan 13 ie Utrecht, hetzij door. Uw giften, hetzij bij testament Gij be zegelt daarmede Uw socialistische beginselen en helpt hen, die in nood verkeeren. NIEUW/VAN DE KLAPBANKE Pier: Zo, Arjaon, mó jie ok nog nie nae Duitschland Arjaon: Daer a'k van weete nie, landerrebeiers moite d'r toch nog nie Pier: D'r is anders nie vee dat. a nie mot. Mien broer, Bram de Puut, die is 'n Maendag vort gegae. In de buurte van Keulen zit ie. Jewannes: En mien zwaeger die is gistere nae de keuring gewist en die mot kommende weke weg. Pier: En dan spreke ze hog over vrijheid 1 Ze slepe aol wat mae h bitje man is, weg Arjaon: Jae, mae noe laèt je je eige wee te vee gae 1 Ik wil nie zegge voo 'n getrouwde veint is 't beroerd netuurlik, maer dae bin toch nog erger diengen. En voo 'n ge zonden jongen kaerel vinde ik 't glad nie erg. Jewannes: Jie zei noe wè, dat 'r nog vee-*-erger diengen bin, mae zei dan mè 's wat Arjaon: Noe, wat zou jie d'r be- voorbeeld van 'dienke, as ze joe en 'k weèt nie oevee veinters oppikten en in Rusland of Siberi" \n de mijnen liete verke Jewannes: O 's, zo varre is 'i nog nie Zo- varre za 't.nie komme ok Arjaon: Da 't zo varre nie is, dat cjcmk je aan Duitschland, dat dae- voo z'n beste bloed 'eit opgeofferd en da 't zo varre nie kómt, -daevoo gae aol die, mensen in'Duitschland werken'Óe sterker de Duitse in dustrie, 'oe sterker de afweerkracht tegen de Bolsjewisten. As jé dat mae onthoudt Pier: Maer ons 'ebbè toch .nie ge- vraegd of Duitschland tegen Rus land wou gae vechte Arjaon: 'k docht da jie niks van de Bolsjewisten most 7, Pier: Dat mo 'k ok nie, om den mieter nie, want 't is vuul tuug. Arjaon: Noe dan, dan mos je des te blieër weze, dat Duitschland 't ongevrdegd doet I Uut joe kan je ok gin wies Jewannes: D'r bin wè meer dien gen, - wae a 'k gin wies uut kan. Waerom mó je roe' wee die briefjes van 500 en 1009 gulden inlevere A rjjlo n Bel, da's toch hog a dude- KFEou 'k zégge. Kiek 's, as->iè as boer bevoorbeeld, voor 'n paer koeien briefjes van 500 gulden gq-, kregen 'eit op de banke, dan bin jie daer^perlijk cmgekomme en dan krieg je niks geen last ergens mee. Mae as jie zwarthandelaer bin, en je 'eit voo duzend pakjes shag, brief jes van500 gekrege, dan mó jie d.' ambtenaeren van de belastinge mae 's vertelle, 'oe a jie d'r an komt, Dan zeggé ze jie bin 'n arrebe'er mée vuuf en twintig guide in de weeke, waer komme dan die brief jes van 500 vandaen As ze d'r dan achter komme, wcfer 'at van daen komt, dan kan je ze wè goeien- dag zegge Jewannes: Mae die bewaere ze netuurlijk tot nae d'n oorlog, as de Koniginne wé vrom is Arjaon: Dat gebeurut nie, dat mo's je Joch ok weete. In élk geval bin die zwar'.handelaers noe d'r be- driefskapitael kwietZe bin a ver kocht voo 20 van de waerde" Pier: Wat waer is, is waer, ze 'ebbe ze goed te pakke Arjaon: Dat docht 'k ok Het kabinet van den Leider is vanaf Donderdag 11 Maart 1943 voorloopig gevestigd op Plein 1813, no. 1 te 's-Gra- venhage. Telefoon 116424-, ons geschreven was. En dat dit alles altijd geldig blijven zal, zoolang wij ons met het goede en het echte bemoeien. De onuitgesproken smart van toen is de woordelooze vreugde gevolgd, het bezitten van een geloof. Wat wij ook voor eerefeekens op de borst dragen mogen, hoe ver onze poli tieke macht ook reikt en hoe glansrijk onze wapen verrichtingen ook "waren. Hiertoe moet toch komen de bekentenis van" het geesielijk element en dat zal ons de vervulling vari ons leven nog nader brengen. En dat is de grootere overwinning. Een Frontsoldaat"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1943 | | pagina 3