n
m
Bondgenooten
Een vraag
Helden in het Oosten
Lafaards thuis hitsen kinderen op
M,
LEZERS?VRAGEN
Fr<notzorg 1943
't Leste Nieuws
De kleppermarsclien
der Jeugdstorm
Prijskamp Muziek
Vroi»
Iedere man of vrouw met karakter
zal eerbied hebben voor die 15000 Ne
derlandsche vrijwilligers, die in het
Oosten dag aan dag hun leven wagen,
om de horden der bolsjewisten te weer
staan. Zij hebben moed en weerstaan
den vijand van alle beschaving, dik
wijls met opoffering van hun leven of
althans hun gezondheid.
Zij staan daar omdat wij zouden
leven. Leven als een vrij Nederlandsch
volk in het nieuwe Europa en ons be
schermend tegen het verderf, de onze
kerheid en- de antichrist, die 't bolsje
wisme tot iederen prijs wil doen heer-
schen over geheel Europa.
Volgens eigen Russische
gegevens
heeft de Russische regeering meer dan
100.000 priesters en predikanten „ver
nietigd". De kerken zijn ingericht voor
danszaal of zijn gesloopt en hier zien
wij, dat velen hunkeren naar berichten
dat „de Russen winnen".
Wanneer zij nu alleen hurt eigen ziel
en toekomst verderven, dan kan men
het betreuren, maar er overigens geen
aandacht aan geven.
De Jeugd vergiftigd.
Zoo zijn er van did sorry-jongetjes,
die te lief zijn om zelf te strijden, maar
probeeren de kinderziel te vergiftigen.
Zij hitsen dagelijks op, met kleine vie-
zigheidjes tegen de Jeugdstorm, enz.,
en als zij er over ondervraagd worden,
danontkennen zulke „helden"
alles. Neen, heusch, echt, neen, zij
hebben heelemaal niets gezegd.
„Meester" K. de Rocy.
te Goes, wonend te Vlissingen, is een
van die viezerikjes, die te laf is om
open den strijd met het Nat.-Socialisme
aan te binden. (Hij is in dienst bij een
Nat.-Soc. burgemeester, enwil
gaarne de centjes ontvangen.) Hij pro-
eert regelmatig de kindertjes op te hit
san en.- zelf buiten schot te blijven.
Kloris de Rooy is het type van een unie-
mannetje volkomen futloos ventje die
meent door zijn onderwijzersacte een
onmisbare steun te kunnen zijn voor
bolsjewisten en daarmede verbonden
Engelschen en plutocraten.
Zoo liet hij dezer dagen het volgende
„verhaal" schrijven in het schoolschrift
der kinderen, welk schrift natuurlijk „op
school" bleef. Dan was er geen ge
vaar. Die kleine kinderen „durven"
toch niet tegen meester Kloris.
Alle schepen hesen de vlag, toen
de book waarop de Koningin zich be
vond, de haven binnenvoer. Zodra Hare
Majesteit het vaartuig verliet hief do
muziek het Wilhelmus aan. De en-
sen verdrongen elkaar, om toch maar
goed te kunnen zien en een luid h-era
A,
De geschiedenis kent geen voorbeel
den ervan, dat een staat, die in het
belang van een anderen staat zich in
den oorlog begeeft, dit met denzelfden
ernst doet alsof het de eigen zaak zou
betreffen. Er werden steeds hulpstrijd
krachten gezonden, die zoo zwak mo
gelijk gelaten werden en men wachtte
dan liever af hoe de zaken zouden
loopen.
Het was dan ook In de Europeesche
politiek gebruikelijk, dat staten in bönd-
genootschapsverdragen beloften afleg
den tot wederzijdschen bijstand en niet
alsof de een de belangen en vijand
schappen van den ander zou deelen.
Het resultaat van de onderhandelingen
was dan ook meestal de belofte van
het zenden van een legermacht van
te voren vastgestelde sterkte, dus zon
der voldoende rekening te houden met'
het doel van den oorlog of de inspan
ningen van den tegenstander.
Alleen in de latere tijden is dat ver
anderd, n.l. als een algemeen gevaar
de gemoederen den natuurlijken gang
van zaken wees, zooals in de oorlogen
tegen Napoleon of als onbeperkt ge
weld hun tot samengaan dwong, zoo
als in de oorlogen onder Napoleon.
Zelfs dan, wanneer beide staten een
gezamenlijk groot belang hadden, kon
men het niet zonder diplomatieke on
derhandelingen af en dan nog zochten
de onderhandelaars zich tot zoo wei
nig mogelijk hulp te verplichten, om
daardoor hun overige krijgskrachten
vrij te houden voor onvoorziene om
standigheden.
De tijd na den oorlog van 1914-1918
bracht ook in dit opzicht een vernieu
wende denkwijze, voortspruitend uit
de vernieuwde grondslagen der staten
gemeenschap.
Men begon te begrijpen, dat de be
trekkingen tusschen staten niet wille
keurig geregeld kunnen worden met
behulp van artikelen en paragrafen, in
een „net van papieren verdragen". Er
wordt nog zoo vaak als een groot©
valschheid het gezegde aangehaald,
dat de verdragen b;v. die de onzijdig
heid van België waarborgen moesten
van Dujtsche zijde als vodjes papier
werden bezien en men vergeet dan
graag-'het- veel oudere woord van Lo-
dewijk XIV, dat verdragen geschreven
v,-orden om iets te kunnen doorscheu
ren. Na den wereldoorlog begon men
echter meer en meer in te zien, dat ver
dragende feitelijke verhoudingen moe
ten weergeven. De geschiedenis heeft
altijd weer opnieuw het bewijs gele
verd, dat een verdrag nooit werd na-
weerklonk, toen de koninklijke auto
voorbijreed.
Blijkbaar bedoelde dit verhaal de
aankomst te demonstreeren van de ge
vluchte koningin in de kapitalisten en
jodenstad, Londen.
Hij vindt het blijkbaar prachtig, dat
"toen onze jongens vochten aan de
Grebbe en in de Peel de menschen
elkaar verdrongen om een gevlucht©
koningin te zien.
Zoo uitzonderlijk was dit schouwspel
toch niet, want er waren reeds allerlei
gevluchte vorsten in Londen bijeen
die daar alleen wegmogen of voor de
Engelsche radio spreken als Churchill
toestemming geeft.
Maar meester Kloris vindt het prach
tig, en denkt dergelijk gif „zonder straf"
te kunnen spuien aan 'de kindertjes.
Mis, Meester Kloris 1
Dat spelletje gaat niet door. Reeds
lang hebt ge „dapper" gestreden. Ter
wijl ge eenerzij ds probeerde een be
trekking in Nationaal-Socialistischen
dienst te krijgen, waart ge denzelfden
avond in den trein op uw werkgever
aan het schelden, meester Kloris. Dat
is niet erg mooi, en niet slim, want.
ge weet niet wie er nog in de coupé
zitten. Dat zouden uw vrienden, de
Russen, u beter kunnen leeren.
Promotie.
Het is bekend dat sommige onderwij
zers zich verbonden voelen met de Rus
sen en hun bondgenooten. En inder
daad is er in Rusland nog heel wat op
te knappen, want in dezen democrati-
schen heilstaat kunnen nog slechts
weinigen lezen en schrijven.
Daarom willen wij meester K. de Rooy
uit Vlissingen, werkzaam aan de open
bare school te Goes, voorstellen ten
spoedigste naar Rusland te vertrekken.
Daar zijn ze dol op zulke verhaaltjes.
En wij willen meester De Rooy Icwïjt.
Wij eischen
in het belang der rust en orde
in het belang van de toekomst van
ons volk,
dat meester Kloris (zoo mogen wij
hem toch wel noemen, hij is toch onder
dien naam min of meer bekend),
direct uit het onderwijs wordt ver
wilderd.
Dit moet tegelijk een voorbeeld zijn
voor anderen, die meenen zich n~g al
lerlei te kunnen permitteeren tegen
Nationaal-Sociaüstische kinderen, of
tegen de nieuwe orde, die door harden
strijd wordt verworven.
In het volgende nummer zu'len wij
mededeelen of meester K. de Rocy is
ontslagen.
Zoo hij nog niet ontslagen zou zijn,
dan beloven wij nog duidelijker dan
thans op deze zaak terug te kor-en.
gekomen, als het in strijd was met het
levensrecht van een volk. Hieruit volgt
het omgekeerdeer is geen verdrag
noodig om de betrekkingen tusschen
twee staten, die gebaseerd zijn op een
werkelijke belangen gemeenschap,
duurzaam te doen worden. De wil om
samen te werken, diplomatiek en mili
tair elkander bij te staan, vormt den
grondslag van de verbondenheid, en
daaruit vloeit de mate en wijze van
hulpverleening voort.
Zoo is het mogelijk, dat twee staten,
zonder een gesloten verdrag, blijken
ten nauwste verbonden te zijn. Dit nu
is het geval geweest met Duitschland
en Italië. De kracht van het verbond
lög juist in het afwezig zijn van een
speciaal verdrag. Daardoor was een
einde gekomen aan de oude onnatuur
lijke overschatting van internationale
verdragen (vaak afgesloten voor een
bepaald aantal jaren). Het samengaan
van Duitschland en Italië was er een
voorbeeld van, dat verdragen slechts
de formaliteiten zijn en dat de lotsver
bondenheid overheerscht.
Niet ais een de betrekkingen bepa-
lenden formaliteit, maar als een for
maliteit voortvloeiende uit de reeds
bestaande verhoudingen moet dan ook
het bondgenootschap bezien worden,
dat op 7 Mei 1939 door dé beide minis
ters van buiienlandsche zakeA van
Duitschland en Italië te Milaan werd
geformuleerd en daarna op 22 Mei te,
Berlijn werd onderteekend. Het was
slechts de bevestiging der reeds van
kracht zijnde verhoudingen.
Op dezelfde wijze moet men de ver
houding DuitschlandJapan beoordee-
len. Vóór het sluiten van bovenbedoel
de overeenkomst tusschen Duitschland
en Italië bestonden reeds gemeenschap-
-pelijke belangen tusschen Duitschland
en Japan. Beide siaten zagen de nood
zakelijkheid in van een georganiseer-
den afweer der communistische propa
ganda. Dit inzicht voerde tot een for
meel verdrag van 25 November 1936
tegen de communistische internatio
nale waarvan het doel was en is (zeg
liever is geweest) de ontbinding en
overweldiging van bestaande staten,
mede door inmenging in de binnen-
landsche toestanden dier staten. Fer-
meel ging het hier niet tegen een
anderen staat, doch tegen een daar
(schijnbaar) buitenstaande internatio
nale .organisatie.
De Zwarte Soldaat.
Bij den inzet als Oostlandboer
viel, tijdens de uitoefening van zijn
plicht voor Leider, Volk en Vader
land, onze trouwe kameraad
C. Ta-aas
geb. 15 April 1904.
Zijn nagedachtenis leeft in onze
rijen voort.
Namens de groep Goes,
De Groepsleider,
C. NOOM.
Bij den inzet als Oostlandbber
viel op 10 November 1942 tijdens
de uitoefening van zijn plicht voor
Leider, Volk en Vaderland, onze
trouwe kameraad.
ar. van
Klink
en
geb. 21 Juli 1892.
Zijn nagedachtenis leeft in onze
rijen voort.
Nar-ens de Groep Nieuwerkerk,
De Groepsleider,
J. BOM.
o
Dat ons Zeeuwsche Volk vertrouwd
is geraakt met „De Zeeuwsche Stroom"
blijkt wel uit de vele, vaak zeer sterk
uiteenloopende vragen, welke regel
matig worden ingezonden.
Dit is dan ook de aanleiding ge
weest, dat vanaf Eeden een vragenru-
briek zal worden ingesteld, waarin alle
mogelijke vragen van lezers zullen be
antwoord worden.
Dus, Volksgenooten, vraagt U maar,
„De Zeeuwsche Stroom" brengt U het
antwoord. A. K.
J. L. te Goes. Vraag: lk heb al
geruimen tijd (sinds Juni '42) een schoe-
r.enbon 1 aangevraagd. Nog ncoit heb
ik een schoenenbon ontvangen. M'n
schoenen zijn geheel en al versleten.
Ook kunnen ze niet meer gerepareerd
worden, zoodat ik dus dringend verle
gen ben om een schoenenbon. Wat
moet ik Au gaan doen om een schoe
nenbon te verkrijgen? Zou het mis
schien aanbeveling verdienen om den
Directeur van den Distributiedienst m'n
moeilijtrheden voor te leggen of meet ik
w;eer opnieuw een aanvrage indienen
Antwoord: Er is een groot ge
brek aan schoenen, maar op diverse
distrih ijekantoren is een even groot
gebrel: can'schoenenbonnen. De aan
vragen ~ijn zeer vele, terwijl de toewij
zingen r'i'e de Distributiekantoren ont
vangen er klein zijn. U behoeft niet
weer opnieuw aan te vragen, aange
zien Uw aanvrage in behandeling blijft,
terwijl Uw aanvrage evenmin bespoe
digd zal worden, als U zich tot den Di
recteur der Distributiedienst wendt. De
aanvragen worden behandeld op volg
orde van binnenkomst. U dient dus
geduldig Uw beurt af te wachten.
P. S. te Yerseke. Vraag: Eén on
zer familieleden neemt actief deel aan
den strijd aan het Oostfront. Daarom
hebben wij nu ontvangen van het Ar-
beitsbereich in- den Niederlanden van
de N.S.D.A.P. een kaart, waarop staat
Berechtigungsschein. Hierop stond, dat
wij levensmiddelenkaarten en koleii
konden' ontvangen. Toen wij hiermee
echter ons gingen vervoegen bij het
Distributiekantoor, optvingen wij wel 'n
kleine toeslagkaart, maar geen kolen-
bonnen. Waar moeten wij ons nu ver
voegen om in het bezit van extra kolen
te komen? r
Antwoord: Nederlandsche gezin
nen, waarvan een der leden vrijwillig
in dienst is getreden van den Duitschen
Weermacht of van de Waffen-SS. ko
men op grond hiervan in aanmerking
voor voorziening van vaste brandstof
fen door de JLS.D.A.P. U wordt door
genoemde instantie op dezelfde basis
van vaste brandstoffen voorzien als
Rijksduitsche gezinnen hier te lande.
Voor het verkrijgen van de U toekomen
de kolenjgelieve U zich te vervoegen
bij de plaatselijke besturen (Ortsgrup-
pen) der N.S.D.A.P.
„Op onze generatie rust de
laak om het werk van dep groo-
ten Zwijger te voleindigen."
MUSSERT
op 9 December 1933.
De ouderen herinneren zich, hoe ze
als schoolmeisje of -jongen klepperden
met twee eikenhouten plankjes tus
schen de vingers.
- De muziekcorpsen hadden hun kope
ren blaasinstrumenten enz. enz., doch
de jeugd maakte „muziek" op hun ma
nier, met hun kleppers.
We konden na eenlge oefening mar-
schen met roffels ten beste geven.
Welk een saamhorigheid en gezamen
lijk beleefde vreugde bezielde zulk een
klepperend groepje.
Fier stapten we op het rhytme van
onze „marschmuziek". Met éen ver
hoogde kleur 'en stralende oogen mar
cheerden we voer;. goecj-lachsi nage
zien door de „groote rn zc-heri.', die
zich even tijd gunden om naar onz^
kleppermarsch te luisteren.
Wij voelden dan geen wind, noch
kou. We gingen gehëel op in onze
klepper-muziek en marcheerden ons
warm.
Nu ik over vele dingen nadenk, besef
ik, dat dergelijke spelen behooren tot
onzen aard en passen in ons klimaat.
Waarom verdween dat heerlijke on
schuldige klepperen uit het leven onzer
jeugd? Het was de laatste jaren een
poosje mode om te jo-jo-en, te diobolo-
en en meer geïmporteerde spelen te
doen. Wat is er al niet van ons volks
eigen verdrongen en verwaarloosd.
Die geïmporteerde spelen moge zich
een poosje handhaven, doch blijvende
vat op de jeugd, vooral op de boeren-
jeugd hebben ze niet. Immers, ze zijn
vreemd aan hun diepste wezen
Het doet me een waar genoegen, dat
onze Jeugdstorm weer gaatklep
peren. Eiewijs dat onze jeugdstorm de
weder gezondmaking wil van onze
jeugd. Een gezonde Nederlandsche
jeugd.klepperten hoepelt en tolt
en spring-bocht en meer dergelijke echt
nationale spelen.
De jeugdstorm marcheertZe heffe
kleppermarschen aan met de allereen
voudigste „muziek-instrumenten" die er
wellicht bestaan, de twee houten plank
jesde kleppers I
v. R.
Ook aii jaar wordt de actie „Front-
zorg" voortgezet. Uit het groote aantal
brieven welke door de kameraden van
het Oostfront worden gezonden, blijkt
steeds weer 'hoe zeer de ontvangen
pakketjes op prijs worden gesteld. Ver
schillende kameraden en volksgenoo
ten zonden thans weer bonnen voor
sigaretten en tabak en snoepbonnen.
Dit is echter nog nlèt genoeg.
Laat iedere Zeeuwsche Volksgenoot
en kameraad nog eens nagaan, of het
hem wellicht mogelijk is nog een extra
offer te brengen voor Frontzorg.
Elke gift is welkom.
Wenscht U een gift té doen in na-
tura
Prachtig
Zendt U geruftzeep, scheermesjes,
scheerkwasten, scheerapparaten, bors
tels voor alje mogelijke doeleinden,
scheerzeep, schoensmeer, sigaretten,
sigaren, tabak, nijpen, pakjes soep,
bonbons, en verder alle mogelijke
duurzame levenmsiddelen en genots
middelen.
Elk pakje, dat door Uw hulp verzon
den kan worden, brengt vreugde in
een bunker aan het Oostfront, en geldt
als een schoone groet van het Zeeuw
sche land.
Het adres zoowel voor financieele als
andere giften voor Frontzorg Zeeland
luidtDiensthuis N.S.B., Koningstraat
4, Goes.
De Oostelijke kanaal-arm van het
kanaal Gent-Teineuzen heeft den laat-
sten tijd een droevige reputatie door
'de talrijke verdrinkings-ongevallen, die
aldaar plaatsvonden.
Uit piëteit tegenover de nabestaan
den van de slachtoffers, willen we hier
geen bijzonderheden vermelden, doch
alleen het feit constateeren, dat sedert
de verduistering hier reeds zes men
schen jammerlijk den dood vonden.
Als veiligheidsmaatregel werd van
overheidswege direct na het eerste on
geval een gedeelte van den kanaal
kant met draad afgespannen. Toen
echter in het begin van dezen winter
Temeuzen opnieuw werd opgeschrikt
door een verdrinkings-drama, werd
versperring nog uitgebreid en wel zoo
danig, dat het hierdoor practisch on
mogelijk werd, door duisternis misleid,
in het water te loopen.
Korten tijd daarna moesten wij ech
ter tot onze ontzetting en verwondering
vernemen, dat twee menschen beiden
op iwee verschillende plaatsen waar
de versperring wegens het verrichten
van werkzaamheden bij dag verwij
derd was, in het water waren geloo-
pen en verdronken...
Ten slotte het verhaal dr-'-t bijna
eentonig te worden, is ee geval
van recenten datum bekend, waarbij
de te water gevallene gelukkig nog
gered kon worden.
Wordt het, gezien al deze feiten, niet
hoog tijd, de vraag te beantwoorden,
of het totaal onmogelijk is, de ter be-,
hoeding van menschenlevens aange
brachte versperring langs kanaal en
sdhutkolk, wanneer deze-wegens werk
zaamheden bij dag verwijderd wordt,
vóór het donker weer in orde te bren
gen
Is het niet dringend noodzakelijk,
dat de plaatselijke politie tot taak wordt
gesteld, toe te zien, of deze versperring
's avonds intact is en, indien dit niet
het geval is, de daders van deze na
latigheid op te sporen en te doen straf
fen, liefst niet licht?
Een maatregel in dien zin genomen,
zou zeker toegejuicht worden door alle
inwoners van Terneuzen en or toe
medewerken de gemoedsrust te ver
zekeren van hen, die, uit hoofde van
hun werkzaamheden of anderszins,
verplicht zijn den waterkant bdj duis
ternis te passeeren.
Ha.
var. de
Pier: Arjaon, noe mö jie mien es
zegge, wat dienk jie dat 'r nae d'ri
oorlog mee joe en joe soort gebeurt
Arjaon: Noe mö 'k toch es erven om
je lache, Pier I 'k Begriepe'eel goed
wat a je bedoeld. Natuurlijk wee
't ouwe liedje van an den 'oogsten-
jjoom 'ange enzo. Mae noe vergeet
je toch 'n. paer dingen. In d' eerste
plekke za 't zoverre nie komme,
dank zij de Duitsers, die zo vast as
'n 'uus d' oorlog zullen winne en
in de tweede plekke is 't ök vo joe
t' open dat de Duitsers winne, want
anders dienk 'k dat me neffen me-
kaore komme te hangen. Je geloof
toch nie dat de bolsjewieken je dan
poeslief zoüe laete gae. Die 'ebbe
immers de ondergang van d' ele be-
schaefde wereld op 't oog en uut
dY eige zulle ze 't nie laete
Jewahnes: Mae dan is Engeland
d'r ok nog as de Russen te varre
gae I
Arjaon: Jewannes, wat bi jie toch
'n stumper. Dienk je nee wezenlijk,
dat as Duitsland de Rus nie baes
kan, dat Engeland het dan wé zou
kunne
Neent, zegge ik je, dan zou de Rus
'eel Europa onder de voet lope en
Engeland was ok uutgepraet
Pier: Maer ik zegge, Duitsland ver
liest en aol die van joe soort, die
gae d'r an. D' hoge pieten in elk
geval
Arjaon: Kan je nie zegge 'oe varre
dat strekt, dat „hoge pieten" Ik
komme in de durpsboerenraed mö
je wete, en dat zouë ze ok wê 's as
„hoge positie" kunnen beschouwe 1
Jewannes: Aje't goed bekiekt,
binne m'n d'r toch nie vee mee op-
geschote.
Pier: Mee wat dan?
Jewannes: E, mee dien nieuwen
ited, netuurlijk. Ei jie 't dan zovee
beter as vroeger En as je geld eit,
kan je niks kope«!
Arjaon: Bel jaet, en dat mö je dan
maer op den nieuwen tied steken
ok. Wat dienk jie noe, as 't noe ':er
es geen oorlog was, mae mobi'i-a-
tie, dienk je dat m'n et dan een zier
beter zoue
As je toch an d'n vorigen c g
dienkf, ei je toch je buuk d'r a vol
van Dienk maer 's an 't broed,
en an d' eenheidswosteNesnt,
Jewannes, dat £OU nie eerlijk w -e
om dat op den nieuw=n tied i<= -dïU
steke.
En je kan d'r van ov^rtuug^ w
dat as m'n geen Mussert had'"
zou 't in aolle opzichten nog
slechter wezen. Dat is in elk gev
foch iemand, die voor ons Icrd -
komt en onze belangen beplei
Pier: Maer iemand die z'n land ve-
raje heit, dèr kan 'n mens toch nie
mee sympathisere
Arjaon: Verraje Gered bea. el je
zeker J* Wat zou d'r van Nederland
terecht gekomme weze as in Meie
1940 Mussert d'r nie gewist wa-
v An wien ebbe m'n et te dank dat
Nederland nae d'n oorlog ah re'f-
standige staat za' voo-bestae, r at
m'n ok noe in 't binnenlands best var
nog zeggenschap 'ebbé Wien
danke m'n 't onts'ae van 'n Land
stand, 'n ArJj/BidsYont, Winterhulp
en Volksdienste Wat wou je noe
nog mee je land verraje
Pier: Noe mö jie mien nog es wat
zeggen. Mien zeuntje zit in de 'oog-
ste klasse op schole. Waerom motte
die guus noe in 's hemelsnaam Duits
lere
Je zei zelf dat m'n toch wee 'n zelf
standig Nederland worde 1
Arjaon: Zeker 'n zelfstandig Neder
land, ma dan as geliek berechtegd
lid van den Germaansen Staeten-
bond. In dien Germaansen Staeten-
bond za' de Duitse tael 'n belang-
rieke plaets inneme, omdat de ver
schillende volken der eige toch on-
derlieng verstaanbaar motte kunne
maeke. Daerom leert die jo-en
land, mae in 'n Europa, waarin
Duitsland de voomaemste roïle za'
spele. Duits 'oort dus een zeer voor-
Pier: Noe, 'k za mè wee net doeë,
alsof 'k je gelove 1
Arjaon: Je weet d'r niks op te zeg
gen, dat |is t' em.
Jewannes: Noe,- 'k wense julder
'n goeien nacht.
Arjaon en Pier: Ok zo I
Voor het te houden groote Zangtour-
nooi op 14 Jura, 2en Pinksterdag 1943,
waaraan wordt deelgenomen door de
koren der Beweging, schrijft de Dienst
Muziek van de Hoof daf deeling Vorming
een prijskamp uit voor de beste com
positie a capella voor gemengd koor
en vrouwenkoor, tijdduur niet langer
dan ongeveer acht minuten,, zetting niet
te moeilijk.
De volgende prijzen worden uitge
loofd- Een eerste prijs van honderd
gulden en een tweede prijs van vijftig,
zoowel voor de beste composities voor
het gemengd, als voor het vrouwen
koor.
De bekroonde werken blijven eig«i»-
dom van den componist, «enter ge
schiedt de eerste uitvoering vanwege
den Dienst Muziek van de Hotfdafdea
ling Vorming.
Inzending, onder motto, vóór '3 Febru
ari 1943, aan de Hoóf daf deeling Vor
ming, Dienst Muziek, Maliebaan 41,
Utrecht. 'Hetzelfde motto worde ge
plaatst op een bijgaande brief omsla®
waarir. naam err adres zijn vermeld.