n m Bondgenooten Een vraag Helden in het Oosten Lafaards thuis hitsen kinderen op M, LEZERS?VRAGEN Fr<notzorg 1943 't Leste Nieuws De kleppermarsclien der Jeugdstorm Prijskamp Muziek Vroi» Iedere man of vrouw met karakter zal eerbied hebben voor die 15000 Ne derlandsche vrijwilligers, die in het Oosten dag aan dag hun leven wagen, om de horden der bolsjewisten te weer staan. Zij hebben moed en weerstaan den vijand van alle beschaving, dik wijls met opoffering van hun leven of althans hun gezondheid. Zij staan daar omdat wij zouden leven. Leven als een vrij Nederlandsch volk in het nieuwe Europa en ons be schermend tegen het verderf, de onze kerheid en- de antichrist, die 't bolsje wisme tot iederen prijs wil doen heer- schen over geheel Europa. Volgens eigen Russische gegevens heeft de Russische regeering meer dan 100.000 priesters en predikanten „ver nietigd". De kerken zijn ingericht voor danszaal of zijn gesloopt en hier zien wij, dat velen hunkeren naar berichten dat „de Russen winnen". Wanneer zij nu alleen hurt eigen ziel en toekomst verderven, dan kan men het betreuren, maar er overigens geen aandacht aan geven. De Jeugd vergiftigd. Zoo zijn er van did sorry-jongetjes, die te lief zijn om zelf te strijden, maar probeeren de kinderziel te vergiftigen. Zij hitsen dagelijks op, met kleine vie- zigheidjes tegen de Jeugdstorm, enz., en als zij er over ondervraagd worden, danontkennen zulke „helden" alles. Neen, heusch, echt, neen, zij hebben heelemaal niets gezegd. „Meester" K. de Rocy. te Goes, wonend te Vlissingen, is een van die viezerikjes, die te laf is om open den strijd met het Nat.-Socialisme aan te binden. (Hij is in dienst bij een Nat.-Soc. burgemeester, enwil gaarne de centjes ontvangen.) Hij pro- eert regelmatig de kindertjes op te hit san en.- zelf buiten schot te blijven. Kloris de Rooy is het type van een unie- mannetje volkomen futloos ventje die meent door zijn onderwijzersacte een onmisbare steun te kunnen zijn voor bolsjewisten en daarmede verbonden Engelschen en plutocraten. Zoo liet hij dezer dagen het volgende „verhaal" schrijven in het schoolschrift der kinderen, welk schrift natuurlijk „op school" bleef. Dan was er geen ge vaar. Die kleine kinderen „durven" toch niet tegen meester Kloris. Alle schepen hesen de vlag, toen de book waarop de Koningin zich be vond, de haven binnenvoer. Zodra Hare Majesteit het vaartuig verliet hief do muziek het Wilhelmus aan. De en- sen verdrongen elkaar, om toch maar goed te kunnen zien en een luid h-era A, De geschiedenis kent geen voorbeel den ervan, dat een staat, die in het belang van een anderen staat zich in den oorlog begeeft, dit met denzelfden ernst doet alsof het de eigen zaak zou betreffen. Er werden steeds hulpstrijd krachten gezonden, die zoo zwak mo gelijk gelaten werden en men wachtte dan liever af hoe de zaken zouden loopen. Het was dan ook In de Europeesche politiek gebruikelijk, dat staten in bönd- genootschapsverdragen beloften afleg den tot wederzijdschen bijstand en niet alsof de een de belangen en vijand schappen van den ander zou deelen. Het resultaat van de onderhandelingen was dan ook meestal de belofte van het zenden van een legermacht van te voren vastgestelde sterkte, dus zon der voldoende rekening te houden met' het doel van den oorlog of de inspan ningen van den tegenstander. Alleen in de latere tijden is dat ver anderd, n.l. als een algemeen gevaar de gemoederen den natuurlijken gang van zaken wees, zooals in de oorlogen tegen Napoleon of als onbeperkt ge weld hun tot samengaan dwong, zoo als in de oorlogen onder Napoleon. Zelfs dan, wanneer beide staten een gezamenlijk groot belang hadden, kon men het niet zonder diplomatieke on derhandelingen af en dan nog zochten de onderhandelaars zich tot zoo wei nig mogelijk hulp te verplichten, om daardoor hun overige krijgskrachten vrij te houden voor onvoorziene om standigheden. De tijd na den oorlog van 1914-1918 bracht ook in dit opzicht een vernieu wende denkwijze, voortspruitend uit de vernieuwde grondslagen der staten gemeenschap. Men begon te begrijpen, dat de be trekkingen tusschen staten niet wille keurig geregeld kunnen worden met behulp van artikelen en paragrafen, in een „net van papieren verdragen". Er wordt nog zoo vaak als een groot© valschheid het gezegde aangehaald, dat de verdragen b;v. die de onzijdig heid van België waarborgen moesten van Dujtsche zijde als vodjes papier werden bezien en men vergeet dan graag-'het- veel oudere woord van Lo- dewijk XIV, dat verdragen geschreven v,-orden om iets te kunnen doorscheu ren. Na den wereldoorlog begon men echter meer en meer in te zien, dat ver dragende feitelijke verhoudingen moe ten weergeven. De geschiedenis heeft altijd weer opnieuw het bewijs gele verd, dat een verdrag nooit werd na- weerklonk, toen de koninklijke auto voorbijreed. Blijkbaar bedoelde dit verhaal de aankomst te demonstreeren van de ge vluchte koningin in de kapitalisten en jodenstad, Londen. Hij vindt het blijkbaar prachtig, dat "toen onze jongens vochten aan de Grebbe en in de Peel de menschen elkaar verdrongen om een gevlucht© koningin te zien. Zoo uitzonderlijk was dit schouwspel toch niet, want er waren reeds allerlei gevluchte vorsten in Londen bijeen die daar alleen wegmogen of voor de Engelsche radio spreken als Churchill toestemming geeft. Maar meester Kloris vindt het prach tig, en denkt dergelijk gif „zonder straf" te kunnen spuien aan 'de kindertjes. Mis, Meester Kloris 1 Dat spelletje gaat niet door. Reeds lang hebt ge „dapper" gestreden. Ter wijl ge eenerzij ds probeerde een be trekking in Nationaal-Socialistischen dienst te krijgen, waart ge denzelfden avond in den trein op uw werkgever aan het schelden, meester Kloris. Dat is niet erg mooi, en niet slim, want. ge weet niet wie er nog in de coupé zitten. Dat zouden uw vrienden, de Russen, u beter kunnen leeren. Promotie. Het is bekend dat sommige onderwij zers zich verbonden voelen met de Rus sen en hun bondgenooten. En inder daad is er in Rusland nog heel wat op te knappen, want in dezen democrati- schen heilstaat kunnen nog slechts weinigen lezen en schrijven. Daarom willen wij meester K. de Rooy uit Vlissingen, werkzaam aan de open bare school te Goes, voorstellen ten spoedigste naar Rusland te vertrekken. Daar zijn ze dol op zulke verhaaltjes. En wij willen meester De Rooy Icwïjt. Wij eischen in het belang der rust en orde in het belang van de toekomst van ons volk, dat meester Kloris (zoo mogen wij hem toch wel noemen, hij is toch onder dien naam min of meer bekend), direct uit het onderwijs wordt ver wilderd. Dit moet tegelijk een voorbeeld zijn voor anderen, die meenen zich n~g al lerlei te kunnen permitteeren tegen Nationaal-Sociaüstische kinderen, of tegen de nieuwe orde, die door harden strijd wordt verworven. In het volgende nummer zu'len wij mededeelen of meester K. de Rocy is ontslagen. Zoo hij nog niet ontslagen zou zijn, dan beloven wij nog duidelijker dan thans op deze zaak terug te kor-en. gekomen, als het in strijd was met het levensrecht van een volk. Hieruit volgt het omgekeerdeer is geen verdrag noodig om de betrekkingen tusschen twee staten, die gebaseerd zijn op een werkelijke belangen gemeenschap, duurzaam te doen worden. De wil om samen te werken, diplomatiek en mili tair elkander bij te staan, vormt den grondslag van de verbondenheid, en daaruit vloeit de mate en wijze van hulpverleening voort. Zoo is het mogelijk, dat twee staten, zonder een gesloten verdrag, blijken ten nauwste verbonden te zijn. Dit nu is het geval geweest met Duitschland en Italië. De kracht van het verbond lög juist in het afwezig zijn van een speciaal verdrag. Daardoor was een einde gekomen aan de oude onnatuur lijke overschatting van internationale verdragen (vaak afgesloten voor een bepaald aantal jaren). Het samengaan van Duitschland en Italië was er een voorbeeld van, dat verdragen slechts de formaliteiten zijn en dat de lotsver bondenheid overheerscht. Niet ais een de betrekkingen bepa- lenden formaliteit, maar als een for maliteit voortvloeiende uit de reeds bestaande verhoudingen moet dan ook het bondgenootschap bezien worden, dat op 7 Mei 1939 door dé beide minis ters van buiienlandsche zakeA van Duitschland en Italië te Milaan werd geformuleerd en daarna op 22 Mei te, Berlijn werd onderteekend. Het was slechts de bevestiging der reeds van kracht zijnde verhoudingen. Op dezelfde wijze moet men de ver houding DuitschlandJapan beoordee- len. Vóór het sluiten van bovenbedoel de overeenkomst tusschen Duitschland en Italië bestonden reeds gemeenschap- -pelijke belangen tusschen Duitschland en Japan. Beide siaten zagen de nood zakelijkheid in van een georganiseer- den afweer der communistische propa ganda. Dit inzicht voerde tot een for meel verdrag van 25 November 1936 tegen de communistische internatio nale waarvan het doel was en is (zeg liever is geweest) de ontbinding en overweldiging van bestaande staten, mede door inmenging in de binnen- landsche toestanden dier staten. Fer- meel ging het hier niet tegen een anderen staat, doch tegen een daar (schijnbaar) buitenstaande internatio nale .organisatie. De Zwarte Soldaat. Bij den inzet als Oostlandboer viel, tijdens de uitoefening van zijn plicht voor Leider, Volk en Vader land, onze trouwe kameraad C. Ta-aas geb. 15 April 1904. Zijn nagedachtenis leeft in onze rijen voort. Namens de groep Goes, De Groepsleider, C. NOOM. Bij den inzet als Oostlandbber viel op 10 November 1942 tijdens de uitoefening van zijn plicht voor Leider, Volk en Vaderland, onze trouwe kameraad. ar. van Klink en geb. 21 Juli 1892. Zijn nagedachtenis leeft in onze rijen voort. Nar-ens de Groep Nieuwerkerk, De Groepsleider, J. BOM. o Dat ons Zeeuwsche Volk vertrouwd is geraakt met „De Zeeuwsche Stroom" blijkt wel uit de vele, vaak zeer sterk uiteenloopende vragen, welke regel matig worden ingezonden. Dit is dan ook de aanleiding ge weest, dat vanaf Eeden een vragenru- briek zal worden ingesteld, waarin alle mogelijke vragen van lezers zullen be antwoord worden. Dus, Volksgenooten, vraagt U maar, „De Zeeuwsche Stroom" brengt U het antwoord. A. K. J. L. te Goes. Vraag: lk heb al geruimen tijd (sinds Juni '42) een schoe- r.enbon 1 aangevraagd. Nog ncoit heb ik een schoenenbon ontvangen. M'n schoenen zijn geheel en al versleten. Ook kunnen ze niet meer gerepareerd worden, zoodat ik dus dringend verle gen ben om een schoenenbon. Wat moet ik Au gaan doen om een schoe nenbon te verkrijgen? Zou het mis schien aanbeveling verdienen om den Directeur van den Distributiedienst m'n moeilijtrheden voor te leggen of meet ik w;eer opnieuw een aanvrage indienen Antwoord: Er is een groot ge brek aan schoenen, maar op diverse distrih ijekantoren is een even groot gebrel: can'schoenenbonnen. De aan vragen ~ijn zeer vele, terwijl de toewij zingen r'i'e de Distributiekantoren ont vangen er klein zijn. U behoeft niet weer opnieuw aan te vragen, aange zien Uw aanvrage in behandeling blijft, terwijl Uw aanvrage evenmin bespoe digd zal worden, als U zich tot den Di recteur der Distributiedienst wendt. De aanvragen worden behandeld op volg orde van binnenkomst. U dient dus geduldig Uw beurt af te wachten. P. S. te Yerseke. Vraag: Eén on zer familieleden neemt actief deel aan den strijd aan het Oostfront. Daarom hebben wij nu ontvangen van het Ar- beitsbereich in- den Niederlanden van de N.S.D.A.P. een kaart, waarop staat Berechtigungsschein. Hierop stond, dat wij levensmiddelenkaarten en koleii konden' ontvangen. Toen wij hiermee echter ons gingen vervoegen bij het Distributiekantoor, optvingen wij wel 'n kleine toeslagkaart, maar geen kolen- bonnen. Waar moeten wij ons nu ver voegen om in het bezit van extra kolen te komen? r Antwoord: Nederlandsche gezin nen, waarvan een der leden vrijwillig in dienst is getreden van den Duitschen Weermacht of van de Waffen-SS. ko men op grond hiervan in aanmerking voor voorziening van vaste brandstof fen door de JLS.D.A.P. U wordt door genoemde instantie op dezelfde basis van vaste brandstoffen voorzien als Rijksduitsche gezinnen hier te lande. Voor het verkrijgen van de U toekomen de kolenjgelieve U zich te vervoegen bij de plaatselijke besturen (Ortsgrup- pen) der N.S.D.A.P. „Op onze generatie rust de laak om het werk van dep groo- ten Zwijger te voleindigen." MUSSERT op 9 December 1933. De ouderen herinneren zich, hoe ze als schoolmeisje of -jongen klepperden met twee eikenhouten plankjes tus schen de vingers. - De muziekcorpsen hadden hun kope ren blaasinstrumenten enz. enz., doch de jeugd maakte „muziek" op hun ma nier, met hun kleppers. We konden na eenlge oefening mar- schen met roffels ten beste geven. Welk een saamhorigheid en gezamen lijk beleefde vreugde bezielde zulk een klepperend groepje. Fier stapten we op het rhytme van onze „marschmuziek". Met éen ver hoogde kleur 'en stralende oogen mar cheerden we voer;. goecj-lachsi nage zien door de „groote rn zc-heri.', die zich even tijd gunden om naar onz^ kleppermarsch te luisteren. Wij voelden dan geen wind, noch kou. We gingen gehëel op in onze klepper-muziek en marcheerden ons warm. Nu ik over vele dingen nadenk, besef ik, dat dergelijke spelen behooren tot onzen aard en passen in ons klimaat. Waarom verdween dat heerlijke on schuldige klepperen uit het leven onzer jeugd? Het was de laatste jaren een poosje mode om te jo-jo-en, te diobolo- en en meer geïmporteerde spelen te doen. Wat is er al niet van ons volks eigen verdrongen en verwaarloosd. Die geïmporteerde spelen moge zich een poosje handhaven, doch blijvende vat op de jeugd, vooral op de boeren- jeugd hebben ze niet. Immers, ze zijn vreemd aan hun diepste wezen Het doet me een waar genoegen, dat onze Jeugdstorm weer gaatklep peren. Eiewijs dat onze jeugdstorm de weder gezondmaking wil van onze jeugd. Een gezonde Nederlandsche jeugd.klepperten hoepelt en tolt en spring-bocht en meer dergelijke echt nationale spelen. De jeugdstorm marcheertZe heffe kleppermarschen aan met de allereen voudigste „muziek-instrumenten" die er wellicht bestaan, de twee houten plank jesde kleppers I v. R. Ook aii jaar wordt de actie „Front- zorg" voortgezet. Uit het groote aantal brieven welke door de kameraden van het Oostfront worden gezonden, blijkt steeds weer 'hoe zeer de ontvangen pakketjes op prijs worden gesteld. Ver schillende kameraden en volksgenoo ten zonden thans weer bonnen voor sigaretten en tabak en snoepbonnen. Dit is echter nog nlèt genoeg. Laat iedere Zeeuwsche Volksgenoot en kameraad nog eens nagaan, of het hem wellicht mogelijk is nog een extra offer te brengen voor Frontzorg. Elke gift is welkom. Wenscht U een gift té doen in na- tura Prachtig Zendt U geruftzeep, scheermesjes, scheerkwasten, scheerapparaten, bors tels voor alje mogelijke doeleinden, scheerzeep, schoensmeer, sigaretten, sigaren, tabak, nijpen, pakjes soep, bonbons, en verder alle mogelijke duurzame levenmsiddelen en genots middelen. Elk pakje, dat door Uw hulp verzon den kan worden, brengt vreugde in een bunker aan het Oostfront, en geldt als een schoone groet van het Zeeuw sche land. Het adres zoowel voor financieele als andere giften voor Frontzorg Zeeland luidtDiensthuis N.S.B., Koningstraat 4, Goes. De Oostelijke kanaal-arm van het kanaal Gent-Teineuzen heeft den laat- sten tijd een droevige reputatie door 'de talrijke verdrinkings-ongevallen, die aldaar plaatsvonden. Uit piëteit tegenover de nabestaan den van de slachtoffers, willen we hier geen bijzonderheden vermelden, doch alleen het feit constateeren, dat sedert de verduistering hier reeds zes men schen jammerlijk den dood vonden. Als veiligheidsmaatregel werd van overheidswege direct na het eerste on geval een gedeelte van den kanaal kant met draad afgespannen. Toen echter in het begin van dezen winter Temeuzen opnieuw werd opgeschrikt door een verdrinkings-drama, werd versperring nog uitgebreid en wel zoo danig, dat het hierdoor practisch on mogelijk werd, door duisternis misleid, in het water te loopen. Korten tijd daarna moesten wij ech ter tot onze ontzetting en verwondering vernemen, dat twee menschen beiden op iwee verschillende plaatsen waar de versperring wegens het verrichten van werkzaamheden bij dag verwij derd was, in het water waren geloo- pen en verdronken... Ten slotte het verhaal dr-'-t bijna eentonig te worden, is ee geval van recenten datum bekend, waarbij de te water gevallene gelukkig nog gered kon worden. Wordt het, gezien al deze feiten, niet hoog tijd, de vraag te beantwoorden, of het totaal onmogelijk is, de ter be-, hoeding van menschenlevens aange brachte versperring langs kanaal en sdhutkolk, wanneer deze-wegens werk zaamheden bij dag verwijderd wordt, vóór het donker weer in orde te bren gen Is het niet dringend noodzakelijk, dat de plaatselijke politie tot taak wordt gesteld, toe te zien, of deze versperring 's avonds intact is en, indien dit niet het geval is, de daders van deze na latigheid op te sporen en te doen straf fen, liefst niet licht? Een maatregel in dien zin genomen, zou zeker toegejuicht worden door alle inwoners van Terneuzen en or toe medewerken de gemoedsrust te ver zekeren van hen, die, uit hoofde van hun werkzaamheden of anderszins, verplicht zijn den waterkant bdj duis ternis te passeeren. Ha. var. de Pier: Arjaon, noe mö jie mien es zegge, wat dienk jie dat 'r nae d'ri oorlog mee joe en joe soort gebeurt Arjaon: Noe mö 'k toch es erven om je lache, Pier I 'k Begriepe'eel goed wat a je bedoeld. Natuurlijk wee 't ouwe liedje van an den 'oogsten- jjoom 'ange enzo. Mae noe vergeet je toch 'n. paer dingen. In d' eerste plekke za 't zoverre nie komme, dank zij de Duitsers, die zo vast as 'n 'uus d' oorlog zullen winne en in de tweede plekke is 't ök vo joe t' open dat de Duitsers winne, want anders dienk 'k dat me neffen me- kaore komme te hangen. Je geloof toch nie dat de bolsjewieken je dan poeslief zoüe laete gae. Die 'ebbe immers de ondergang van d' ele be- schaefde wereld op 't oog en uut dY eige zulle ze 't nie laete Jewahnes: Mae dan is Engeland d'r ok nog as de Russen te varre gae I Arjaon: Jewannes, wat bi jie toch 'n stumper. Dienk je nee wezenlijk, dat as Duitsland de Rus nie baes kan, dat Engeland het dan wé zou kunne Neent, zegge ik je, dan zou de Rus 'eel Europa onder de voet lope en Engeland was ok uutgepraet Pier: Maer ik zegge, Duitsland ver liest en aol die van joe soort, die gae d'r an. D' hoge pieten in elk geval Arjaon: Kan je nie zegge 'oe varre dat strekt, dat „hoge pieten" Ik komme in de durpsboerenraed mö je wete, en dat zouë ze ok wê 's as „hoge positie" kunnen beschouwe 1 Jewannes: Aje't goed bekiekt, binne m'n d'r toch nie vee mee op- geschote. Pier: Mee wat dan? Jewannes: E, mee dien nieuwen ited, netuurlijk. Ei jie 't dan zovee beter as vroeger En as je geld eit, kan je niks kope«! Arjaon: Bel jaet, en dat mö je dan maer op den nieuwen tied steken ok. Wat dienk jie noe, as 't noe ':er es geen oorlog was, mae mobi'i-a- tie, dienk je dat m'n et dan een zier beter zoue As je toch an d'n vorigen c g dienkf, ei je toch je buuk d'r a vol van Dienk maer 's an 't broed, en an d' eenheidswosteNesnt, Jewannes, dat £OU nie eerlijk w -e om dat op den nieuw=n tied i<= -dïU steke. En je kan d'r van ov^rtuug^ w dat as m'n geen Mussert had'" zou 't in aolle opzichten nog slechter wezen. Dat is in elk gev foch iemand, die voor ons Icrd - komt en onze belangen beplei Pier: Maer iemand die z'n land ve- raje heit, dèr kan 'n mens toch nie mee sympathisere Arjaon: Verraje Gered bea. el je zeker J* Wat zou d'r van Nederland terecht gekomme weze as in Meie 1940 Mussert d'r nie gewist wa- v An wien ebbe m'n et te dank dat Nederland nae d'n oorlog ah re'f- standige staat za' voo-bestae, r at m'n ok noe in 't binnenlands best var nog zeggenschap 'ebbé Wien danke m'n 't onts'ae van 'n Land stand, 'n ArJj/BidsYont, Winterhulp en Volksdienste Wat wou je noe nog mee je land verraje Pier: Noe mö jie mien nog es wat zeggen. Mien zeuntje zit in de 'oog- ste klasse op schole. Waerom motte die guus noe in 's hemelsnaam Duits lere Je zei zelf dat m'n toch wee 'n zelf standig Nederland worde 1 Arjaon: Zeker 'n zelfstandig Neder land, ma dan as geliek berechtegd lid van den Germaansen Staeten- bond. In dien Germaansen Staeten- bond za' de Duitse tael 'n belang- rieke plaets inneme, omdat de ver schillende volken der eige toch on- derlieng verstaanbaar motte kunne maeke. Daerom leert die jo-en land, mae in 'n Europa, waarin Duitsland de voomaemste roïle za' spele. Duits 'oort dus een zeer voor- Pier: Noe, 'k za mè wee net doeë, alsof 'k je gelove 1 Arjaon: Je weet d'r niks op te zeg gen, dat |is t' em. Jewannes: Noe,- 'k wense julder 'n goeien nacht. Arjaon en Pier: Ok zo I Voor het te houden groote Zangtour- nooi op 14 Jura, 2en Pinksterdag 1943, waaraan wordt deelgenomen door de koren der Beweging, schrijft de Dienst Muziek van de Hoof daf deeling Vorming een prijskamp uit voor de beste com positie a capella voor gemengd koor en vrouwenkoor, tijdduur niet langer dan ongeveer acht minuten,, zetting niet te moeilijk. De volgende prijzen worden uitge loofd- Een eerste prijs van honderd gulden en een tweede prijs van vijftig, zoowel voor de beste composities voor het gemengd, als voor het vrouwen koor. De bekroonde werken blijven eig«i»- dom van den componist, «enter ge schiedt de eerste uitvoering vanwege den Dienst Muziek van de Hotfdafdea ling Vorming. Inzending, onder motto, vóór '3 Febru ari 1943, aan de Hoóf daf deeling Vor ming, Dienst Muziek, Maliebaan 41, Utrecht. 'Hetzelfde motto worde ge plaatst op een bijgaande brief omsla® waarir. naam err adres zijn vermeld.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1943 | | pagina 3