Het gezin in het Nieuwe Duitschland
Waarom staat de Duitsche arbeider wel
En U?
Heemkunde
Marschlied
-achter Hitier?
D. M. SSaulfesc "L,
Oproep
Dit alias en nog veel meer, wat in
'de zevéS jaren dèr nationaal-socialis-
fische regeering töt stand kwam, maak
ten dat het wantrouwen van den ar
beider langzamerhand verdween, dat
het zioh veranderde in vertrouwen, be
wondering en instemming.
Ook de laatste arbeider zag nu in,
dat het sterker worden der staatsmacht,
dat de doelbewuste buitenlandsche, po
litiek en het weerbaar maken van het
volk onvermijdelijke voorwaarden wa
ren niet alleen voor den nieuwen op
bloei van het bedrijfsleven, doch ook
voor den sooialen welstand van het
volk. De arbeider had het immers
vroeger aan den lijve ondervonden, dat
een zwak- staatsbestuur niet in staat
was den weg te vinden, welke uit de
crisis moest leiden, hoe het steeds uit
sluitend. naar de internationale ontwik
keling had kunnen verwijzen en'zich
slechts met deze hoop op verbetering
had moeten vleien. Nu was de ban
eindelijk gebroken en een nieuwe,
rechtvaardige sociale ordening tot
stand gekomen. Het nationale bewust
zijn, dat steeds ln den Duitschen ar
beider gehuisd had en dat slechts een
tijdlang bedolven was geweest, trad'
opnieuw aan den dag en maakte, dat
hij fier naar den man opzag, die dit
werk door zijn persoonlijkheid, zijn
energie, zijn niet te buigen wil, had
volbracht.
Aldus werd uit den tegenstander de
meest trouwe volgeling van den Führer.
Niet van vandaag of morgen, hierop
dient nogmaals de nadruk te worden
gelegd. Het wantrouwen, dat dit alles
toch slechts een verkapte reactie zou
blijken te zijn, was hem te grondig in
gestampt en-was te diep in de ziel van
den arbeider ingedrongen.
De feilen met hun onontkoombare
logica ruimden dit wantrouwen van
Jaar tot jaar, van maand tot maand,
uit den weg. De instemming met het
werk van den Führer werd steeds meer
en meer volkomen en werd tenslotte
zonder eenig voorbehoud gegeven.
Misschien waren er wel dingen, die
men niet met een oogopslag kon be
grijpen. Doch het succes van zoovele
maatregelen en het belangelooze idea
lisme, dat den arbeider zoowel uit de
woorden van den Führer als uit die
van zijn gevolmachtigde, Robert Ley,
tegemoetkwam, schepten vertrouwen.
„Het :.al wel goed zijn, wat de Führer
doet" werd steeds meer ook do over
tuiging van zijn vroegere tegenstanders.
Slechts uit den loop der dingen, zoo
als deze zich in de laatste vijfentwin
tig jaren hebben ontwikkeld, kan men
het wonder der ommekeer begrijpen,
vooral echter ook dat deze ommekeer
gemeend en grondig is, zoodat elke
poging om van buitenaf een kloof tus-
schen den Führer en zijn volk tê doen
ontstaan, onzinnig is.
De Duitsche arbeiders zijn hun orga
nisaties en hun,- in elk opzicht in ge
breke gebleven leiders trouw gebleven,
ook toen het meerendeel van hen tot
het besef was gekomen, dat het om
een verloren zaak ging. Nu, nadat zij»
zich stap voor stap van hun oude
ideeënwereld hebben verwijderd en de
idealen van het nationüal-socialisme
in zich opgenomen en verwerkt heb
ben, daar zij hebben ingezien, dat dit
nationafctl-socialisme toch niet de ge
vreesde reactie beteekende, doch dat
het een werkelijke volksgemeenschap
voorstelde, nu staan zij standvastig en
aaneengesloten achter den Führer van
het Rijk. Indien dit niet het geval zou
zijn, dan had het Duitsche Rijk den
oorlog, welken Engeland het opgedron
gen heeft, niet één maand kunnen vol
houden. Want het zijn voor het mee
rendeel de vroegere tegenstanders van
den Führer, die heden in de wapen
smidsen van het rijk werken, den West-
wal bouwen, in de bunkers de wacht
houden en in de strijdende regimenten
voorwaarts stormen.
Zij allen weten, cfcrt geen Engelsch-
man en ook geen Franschman hun een
betere sociale ordening zal schenken.
Het is hun vaste overtuiging, dat het
Duitsche Rijk moet leven, opdat de
sociale wederopbouw, die op zoo groote
schaal is aangevangen, ten einde kan
worden gevoerd. Zij allen weten, dat
de woorden van den ouden Bebel in
de Rijksdagzitting van den lOen De
cember 1914 uitgesproken, heden ten
dage meer dan ooit van kracht zijn
„Wij weten maar al te goed, dat op
hetzelfde oogenblik, *waarop Duitsch-
land in stukken uiteengereten zou
worden, noodzakelijkerwijze het gehee-
le geestelijke en sociale leven der natie,
zoo lang een dergelijke overheersching
van vreemden duren zou, ten gronde
zou zijn gericht".
In den loop 'van veertien ondraag
lijke „vredes"-jaren hebben zij de be-
teekenis van deze woorden leeren
kermen. Zij staan heden achter Adolf
Hitler, standvastiger en vastberadener
dan ooit, omdat ze weten, dat deze
man hen nooit en te nimmer, zooals
Bebel's opvolgers het in het jaar 1918
hebben gedaan, zal verraden en te
leurstellen.
wij Bij elk gezond mensch leeft de
wensch naar nakomelingschap, omdat,
indien leder zeker was vcm een eeuwig
leven, hij zich om zijn nageslacht niet
zou bekommeren.
Nu heeft de ontwikkeling der erfelijk-
heidswetenechap onsgeleerd hoe be
paalde geestelijke en lichamelijke
eigenschappen niet alleen vcm ouders
op kinderen, maar zelfs mét oversprin
gen van één of meer generaties op
onze nakomelingen overgaan.
Daarom moeten wij er volgens Gam-
betta een eer in stellen het erfgoed van
hen, dfe ons zijn voorgegaan, vermeer
derd en verbeterd over te dragen aan
de geslachten, die na ons komen.
Is het dan niet gewenscht, dat wij
iets weten van de lotgevallen onzer
sibbe of toch minstens iets van: die
onzernaaste voorouders
Deze vraag kunnen wij zeker beves
tigend beantwoorden, omdat het ons
kan behoeden voor geestelijke, licha
melijke en materieele schade.
Behalve, dat wij de gelaatstrekken
van onze ouders'of voorouders kunnen
hebben, kunnemwij goede eigenschap
pen bij overerving hebben, als daar
zijn bepaalde liefhebberijen, organisa
tietalenten, lust in het vereenigingsle-'
ven, enz. Hoe vaak zien wij niet, dat
iemand een goede hand van schrijven
heeft, terwijl hetzelfde geconstateerd
werd bij moeder en/of grootvader. Maar
ook ten nadeele kunnen we overerven,
doordat ouders of voorouders met be
paalde ziekten behebt waren, waar
door zij vroeg stierven en /vaak van
ouder op ouder aan dezelfde doods
oorzaak. Moeten we in dit verb-md
In den strijd voor. Leider, Volk en
Vaderland is op 2 Nov. aan net
Oostfront gevallen on-e trouwe
kameraad
geb. 23 Juni 1918.
Zijn nagedachtenis leeft in onze
rijen voort.
Namens de groep Zierikzee,
De Groepsleider,
H. STOUTEN.
niet denken aan de gevreesde ziekten
als t.b.c. en kanker?
Eigen leven en Volksleven kan men
niet van elkaar scheiden. Volgens
naar volksche beginselen bestuurde
landen heeft de Staat hier dan ook een
groote taak te vervuilen om voor het
heil en het welzijn van het volk te
waken, waartoe o.a. behoort het ge
neeskundig onderzoek vóór het huwe
lijk.
Hierdoor alleen kan een gezond en
sterk nageslacht opgroeien en zal be
waarheid worden wat Rückert heeft ge
schreven „Wees zoon van wien gij
wiltmaar gij moet er naar streven
dat boven stamboom gij door daden
zijt verheven. De man is die: dat ben
ik I zeggen kan, niet hij die zeggen -
moetmijn vader was de man."
A.
IX.
Ieder huls of ieder huizenblok moet
op den duur een buurtgemeenschap
worden en de hierin voor de buurthulp
verantwoordelijke vertrouwensvrouw
heeft in de eerste plaats tot taak, de
menschen, die door verschil van be
roep, inkomen en levenswijze elkaar
vreemd geworden zijn, weer samen te
brengen en in ieder gezin begrip en
deelneming ln de zorgen van het gezin
van den buur op te wekken. Dan zul
len de menschen ln stilte onder elkaar
regelen, wat'thans nog hulp van bui
tenaf behoeft. Voorloopig zijn het nog
bijzondere buurthelpsters, die bij be
valling, ziekte of alle andere, dringende
gevallen van dien aard moeten helpen,
omdat de onderlinge hulp van de buurt
gemeenschap nog niet gevormd 's.
Maar zulks is enkel als overgang ge
dacht. Op vele plaatsen ls de nage
leend. Eveneens bemoeien zich d$
consultatieafdeelingen om moeders en
kinderen in tehuizen voor ontspanning
te doen opnemen.
Hoe voortreffelijk moeder en kind ge
baat worden door de nauwe samen
werking en door de verdeeling van het
werk over de drie inrichtingenhulp
werk „Moeder en Kind" van de N.S.V.,
buurthulpwerk van het Duitsche Vrou
wenwerk en consultatie-afdeelingen
van den gezondheidsdienst, zal weer
uit een voorbeeld blijken.
Toen in het begin van 1940 de ge
zondheidsdienst opdracht kreeg, door
een grootscheepsche daad de rachitis"
te bestrijden, waarbij alle moeders met
haar zuigelingen werden ontboden,
bleek weldra,' dat de beschikbare lo
kalen voor de onderzoekingen en het
vakpersoneel van de consultaiieafdee-
bu> J3:er van het Duitsche Yrou»
w=>nwerü zich hiermede.
Slechts op deze wijze wordt menige
maatregel eerst practisoh uitvoerbaar.
Niet» anderr, is het bij het uitzenden
der moeders naar ontspanningsverbllj-
ven, dat hoogstens in theorie denkbaar
geweest ware. Bij de moeder toch komt
het er niet alleen op aan, dat zij op
genomen wordt, dat de kosten voor
haar betaald worden, enz,, want bij
velen is die ontspanning niet eens een
kwestie van geldmiddelen. Wat haar-
daarentegen aan het huis bindt en wat
haar jaren, vaak haar leven langj
iedere ontspanning onmogelijk maaktf
is de zorg voor de kinderen en voor
het huishouden. Pas wanneer .de moe
der weet, dat in haar plaats een ver
standige vrouw thuis alles in orde
houdt, besluit zij, ook maar eens aan
zichzelf te denken.
Menschen te vinden en op te leiden,
die steeds tot zulk een dienst aan de
familie bereid zijn, was daarom van
even groot belang als het uittrekken
der noodige gelden en het oprichten
der verblijven.
(wordt vervolgd.)
Wat doet Gij voor Uw Volk?
Hebt gij al een werkzaam aandeel
in den strijd van heden
Ruk U los uit de bedompte en ge
drukte sfeer van hen, die steeds maar
afwachten.
Maak ons ideaal tot de Uwe en ge
zult ondervinden, dat de troostelooze
dingen van eiken dag weer kleur
krijgen.
Ons Volk is het waard dat er voor
gestreden wordt. Treedt toe tot de ge
lederen van den Leider, Mussert.
Wacht niet langer meer, doch geeft
U nog vandaag op als lid van' de
N.S.B. A. K.
Alle leden van de Nationaal-Socia-
lisfische Beweging der Nederlanden,
die ontslagen zijn uit den dienst van
de Duitsche Weermacht, Organisatie
Todt, N.S.K.K...of andere weermachts-
onderdeelen oï nevenorganisaties en
in of door d.en dienst eenig letsel heb
ben bekomen, waardoor zij niet meer
of niet ten volle hun beroep kunnen
uitoefenen, kunnen in aanmerking ko
men voor een Beroepsscholing door be
middeling van den Dienst ArbeicCont
wikkeling. Zij worden verzocht tun
naam en adres schriftelijk op te g. /en
aan de districtshoofden van de afd~e-
ling Arbeidsinzet en Arbeidsverhsfti q.
In hun schrijven dienen zij teven? 'e
vermelden, duur van het diens'
band, aard van het letsel .en wa" -
MAX BÜ.OXZIJL KOMT NAAR ZEELAND
Het begrip sibbe.
In de provincies Friesland, Gronin
gen en Drente werd het woord sibbe
gebruikt in de beteekenis van verwant
schap.
In het Landrecht der Groninger Om
melanden heet het„Welvergtaande
dat volle Sibbe half Sibbe in gelijken
graad uitsluit"
In het Landrecht van Selwerd heet
het„Welverstaande dat in dezen hal
ve Sibbe zoowel als volle Sibbe ge
meend word."
In het Landrecht van Wedde en Wes-
terwolde wordt gesproken van „Hiel
Sibbe van Vader und van Moder van
rechter Echtschap, die vortastet half
- Sibbe van aanstorven guderen, ten
ware Sake,-dat daer ware vorwart ge-
scheen, dat salmen holden."
Het woord Sibbe werd ook gebruikt
in de beteekenis van gezamenlijke ver
wanten. In den zin „verwant aan" zei
men dan „besibt". In hetzelfde Land
recht van Selwerd vindt men daarom
trent „De geswoorene sullen hyrna-
maels malkander in Bloedverwant
schap ofte Swaeger-sohap in den der
den graedt niet wesen besibbet."
In Klioos Kraam van lateren tijd
vindt men„Dit hebt ghy wel gesien,
aen Volokjen u besibt, en ander vreem
de Li'en."
In het Noorden zei men daarom voor
ons woord verwantschap dan ook sib-
schap.
In het Landrecht der Ommelanden
kende men ook het woord sibiaeL
waarvan het volgende voorbeeld
„Noch is te weten, dat de echte Sib-
tael mach erffnisse opbeuren hen in
den thienden graedt" en in het volgen
de voorbeeld „De onechte sibtael, die
daar neemt haar aanvanok van de
Kinderen die buyten der Heyliger Echt-
schap of anders in verboden Staet ge
wonnen worden."
Naast de woorden Sibbe, sibschapt,
besibt en sibtael kent men in het Noor
den in de streektaal ook het woord sib
in de beteekenis van verwant. Ook dat
vinden we in het Landrecht der Omme
landen in dezen zin
„De generaal Reghel dat Sibste bloet,
neemt des Dooden goet" en „De ver
storvene (verervet) alle syne aange-
ervede goederen an de sibbeste hand
van de sydt ofte dat geslachte daervan-
de goederen uyt ende heergekommen
*ijn, alwaert schoon dat an d' ander
■ydt sibber in levende wesen."
Behalve, dat het woord sib dan de^
beteekenis'had van verwant, kreeg het
ook de beteekenis van gerechtigd, zoo
als» daadwerkelijk blijkt uit de zin
„Wie bin d'r gelicke sib tou".
Het begrip Sibbe is onverbrekelijk
met den Germaa'nschen volksaard ver
bonden.
In de Germaansche wereld vervulde
de sibbe een taak, die later meestal
door de gemeenschap of den Staat is
overgenomen.
Zoo rustte op haar b.v. de bloed
wraak, terwijl zij dikwijls ook een land-
bouwgemeenschap vormde en de
voogdij over onmondige kinderen en
vrouwen uitoefende.
Uit het voorgaande volgt, dat men
voor geparenteerd zou kunnen zeggen
besibt voor onze familieonze sibbe
en voor mijn familielidmijn gesibbe.
V/aarm Sibbekunde-beoefening.
Doordat de s;bbekundige niet alleen
naar het ver!den, maar ook naar de
toe'mmst van onze nakomelingen ziet,
is de beoefening der sibbekunde ook
van zooveel belang om ons die gege
vens te verschaffen, welke voor onze
nakomelingen van zoo groot belang
kunnen zijn.
Moeder natuur heef thaar kinderen
twee wijze lessen ingeplant
le. Zorg voor instandhouding van
henzelven
2e. Zorg voor instandhouding van de
soort, d.i. „de Hunger" en „Liebe"
van Schiller.
Steeds nog geldt de natuurwet zoo
als Alexander van Humboldt die om
schreef „Elke natuurwet, die zich den
waarnemer openbaart, - laat tot een
hoogere, nog onbekende besluiten,
want de natuur is het eeuwig groeien
de, eeuwig vormende en ontplooiende."
Zoo leeft sedert de oudste tijden de
vraag naar de oorsprong aller dingen,
dus ook naar de afstamming ('t eeuwig
groeiende, Vormende en ontplooiende),
en dit zoowel bij de minder beschaafde
volken als in de hedendaagsche be
schaafde wereld, die gaarne het waar
om en hoe van haar bestaan wil weten,
van de voorouders, wier bloed door
onze aderen, stroomt, vcm hen, wier'on
telbare levens zich als een netwerk
over alle eeuwen heenspande.
Zoo ontstond de verbondenheid tot
de aarde, waarop ook onze wieg stond
en waarop ook die van onze nakome
lingen zal staan onder den hemel,
waartegen zij opzagen en waaronder
ook wij leven.
Want waarvoor zwoegen en sloven
streefde toestand reeds verwezenlijkt
en zulks is dan het geval, wanneer men
van de daar wonende gezinnen niets
meer hoort. Zij helpen dan elkaar zelf,
als goede kameraden van huis tot huis,
en zij bieden elkaar wederkeerig be
teren hteun in allen nood dan de beste
organisaties dit ooit zouden kunnen
doen.
In nauwe samenwerking met de in
richtingen van de N.S.V. en van den
Duitschen Vrouwenbond (Duitsch Vrou
wenwerk) staan ook de 744 openbare
gezondheidsdiensten steeds bereid om
aan het gezin hulp te verleenen. Voor
zoover zij nog niet bestonden, werden
zij sedert April 1935 ln alle stad- en
landdistricten ingericht. Hun voornaam
ste taak is de zorg voor de gezondheid.
Hun bemoeiingen beginnen reeds bij
de nog ongeborenenzij worden voort
gezet bij de zuigelingen, dan bij de
jonge kinderen, de schoolkinderen, en
eindelijk bij de volwassenen, en steeds
met het doel, het naar lichaam en geest
gezonde kind te waarborgen. In plaats
van de vroeger sterk naar voren treden
de voorzorg voor het individu wordt
thans de voorkeur aan de zorg *6ar
het gezin gegeven. Men is tot de over
tuiging gekomen, dat een openbare ver
zorging, die de kern van de zaak wil
treffen en den grondslag voor verder
welslagen wil leggen, het geheele ge
zin en niet den enkeling in het middel
punt van haar' bemoeiingen moet stel
len.
Meer bepaaldelijk zijn wel de ge
zondheidsdiensten met hun consulta
ties voor moeders, zuigelingen en jonge
kinderen in staat om rechtstreeks op
het welzijn van het gezin invloed uit
te oefenen. Er bestaan in het geheel
15.837 dergelijke instanties van ver
zorging en zij oefenden in één jaar
tijds (1937) toezicht uit op den gezond
heidstoestand van 1.128.890 zuigelin
gen en 514.830 jonge kinderen. Een
gopd gedijen van de kinderen, vooral
in de eerste jaren van hun leven, is
immers het hoogste geluk van iedere
moeder en beteekent voor ieder gezin
gerustheid en tevredenheid.
Aangezien het bezoek aan alle ad-
viseerende afdeelingen geheel koste
loos is, heeft iedere moeder zonder uit
zondering gelegenheid, hier in alle
vragen van raad gediend te worden.
Het onderzoek door den geneesheer
geeft haar de zekerheid, dat de kinde
ren gezond zijn, want anders zouden
onverwijld de noodige stappen gedaan
worden. Aan toekomstige moeders en
aan kraamvrouwen wordt overigens in
bijzondere gevallen extra steun ver-
lingen ontoereikend waren. Dadelijk
stelde het hulpwerk „Moeder en Kind"
zijn tot in de kleinste plaatsen van het
land verspreide posten ter beschikking
■en in de gevallen, waar de moeder niet
zelf het kind netar den geneesheer kon
brengen, omdat zij buitenshuis werk
zaam of wel ziek was, belastte de
bekomen is, alsook of zij op dit oogen
blik werk hebben in hun beroep of
genoodzaakt zijn een ander beroep uit
te oefenen. Afschrift van ontslagbrief
dient te worderr bijgevoegd.
Opgaven in te zenden aan den heer
M. W. Welleman, Laan van Nieuwen-
hove 8. Middelburg.
Kameraden, sterk in vast vertrouwen,
Scharen w' ons om Mussert heen.
Dienend gaan den Nieuwen Staat weer bouwen
Eén voor allen allen één.
Wij rukken op,
De vlag in top,
En daav'rend klinkt ons lie_
De bolsjewiek,
De bonzenkliek.
Zij krijgen Dietschland nietl
Kameraden, niets kan ons verwinnen,
Als wij één vctn willen gaan,
Als geen twist vernielt ons hart en zinnen,
Als wij trouw om Mussert staan.
Wij rukken op,
De vlag in top,
En daav'rend klinkt ons lied:
De bolsjewiek,
De bonzenkliek, i
Zij krijgen Dietschland nietl
Kameraden, vreest geen hoon of laster,
Wapens uit het lafaardskamp!
Mussert wint, ondanks den criticaster,
Die vernieuwing schuwt als ramp.
Wij lukken op,
De vlag in top,
'En daav'rend klinkt ons lied:
De bolsjewiek,
De bonzenkliek,
Zij krijgen Dietschland niet!
Kameraden, laat den moed nooit zakken!
Weet, dat straks ons uur genaakt,
't Uur wöarnaar wij allen strijdend snakken
't Uur, dat Neerlands toekomst maakt.
Wij rukken op,
De vlag in top,
En daav'rend klinkt ons lied:
De bolsjewiek,
De bonzenkliek,
Zij krijgen Dietschland nietl
I
A