F A Het gezin in het Nieuwe Duitschland Nederlandsch Arbeidsfront? Had hij gelijk? 3« De Middelburgsche Openbare Leeszaal en haar dubbeltjesklanten Ordening V. LE'" <fê\_ Wat wil het Rectificatie Aan den kliekgeest, waarbij de arbeider steeds op de laatste plaats komt, di~nt een einde gemaakt te worden. Eén van de mooiste en zegenrijkste instellingen, die ons goede land rijk is, is wel de Openbare Leeszaal. Zoo ooit, dan heeft deze nu juist een schoone en opvoedende taak te verrichten ten nutte van het algemeen. Wanneer wij even stilstaan bij de juiste betéekenis van den naam, dan beseffen wij dat eerst ten volle, want Openbaar wil toch zeggen voor een ieder, rijk of arm, zonder eenig onder scheid. Nu is het jpmir.er, dat juist die perso nen, die de leiding van deze instelling hebben, 'nog zoo weinig begrip toonen voor den nieuwen tijd, die is ingeluid. Het Bestuur van de Openbare Lees zaal in onze Zeeuwsche hoofdstad be staat nog steeds uit een aantal min of meer deftige personen, die zich ver beelden, dat hun naam alleen reeds verstand van onze schoone letterkunde waarborgt, welk misverstand de won derlijkste resultaten kan opleveren. En dan is er het verfoeilijke dubbel tjesstelsel 1 Weet U wat dit beteekent, lezer De pas-aangekochte, dus de nieuwste aanwinsten, worden uitge stald op een afzonderlijk tafeltje en kunnen z.g. gereserveerd worden, dat wil zeggen de meest kapitaalkrachti gen, de menschen dus, die de meeste dubbeltjes bezitten, kunnen het eerst de nieuwe-boeken lezen, onder vo'or- wendsel, dat het zonde van de mooie boeken zou zijn, wanneer zij het eerst in handen van de arbeiders zouden komen 1 Die zouden ze wel eens vuil kunnen maken I Alleen de dubbeitjes- menschen passen het best op de boe ken, dus moet de arbeider eindeloos lang wachten, eer hij ook eens aan de beurt is om het zoo begeerde boek te mogen lezen. Ontelbare malen krijgt hii ten antwoorddat is nog steeds gereserveerd I Ik kreeg dezer dagen één van de dorpsmolenaars op- bezoek. Hij wou mij spreken, niet over wind of meel, maar over geheel iets anders. Wat, doet er hier niet toe. Nadat deze aan gelegenheid tot beider tevredenheid was afgedaan, bracht ik het gesprek toch even op zijn mooie ranke molen en. het nuttige bedrijf, dat hij daarin Slechts 20.per week bedroegen de inkomsten van een gezin mei zeven gezonde kinderen beneden de elf jaar. Ledikantjes en beddegoed konden niet worden aangeschaft, zoodat drie en vier kinderen teza men in een bed sliepen. (Dit is nog niet eens het sterkste staaltje, dat aangehaald kan worden.) Met geld van de Winterhulp kon hierin ver betering gebracht worden. Winter hulp moet dit geld weer op haar eigen beurt ontvangen van onze eigen volksgenooten. Bedenk dit, als U straks weer gevraagd wordt te offeren. Winterhulp vraagt niet uw vestzakje, doch uw hart. in Wat kan het Nederlandsche'' Arbeids front doen ten aanzien van de loonen De moderne vakbeweging, zooals deze zich in het oude N.V.V. open baarde, stelde zich bewust op het be ginsel van den klassenstrijd, de prin- cipieele tegenstelling tusschen - werk gevers en werknemers. De katholieke vakbeweging, hoewel anti-marxistisch ingesteld, zag in de praktijk een ka tholieke organisatie van werkgevers tegenover zich geplaatst, evenals de christelijke werklieden-organisaties. De vakbeweging moge oorspronkelijk als zuiver economische strijd-organisa- tie zijn bedoeld, later werd zij meer en meer politiek gekleurd. De schei dingslijnen tusschen economische strijd organisaties en politieke partijen ver vaagden. Bij den loonstrijd der loon-acties ging het om een verkrijging van een groo- ter deel van het maatschappelijk pro duct, het nationale inkomen, ten 'koste van andere groepeeringen. Bij de loonpolitiek der vakbeweging ging het in de eerste plaats om de verdeeling van het maatschappelijk product. Op welke wijze kunnen de arbeiders in den liberalistischen zin van 't woord een grooter deel van de koek verwer ven, welke in de maatschappij wordt gebakken. In marxistischen zin ging het om de verovering van de meer waarde. De arbeiders zagen zich hier bij tegenover de ondernemers ge plaatst onder het liberalistische stel sel vormde de vakbeweging voor hen, Men zou zoo zeggen, dat een arbei dersvrouw, die weet van zuinig-zijn op alles, toch in de eerste plaats gced voor deze meestal kostbare boeken zal zor gen. Maar het Bestuur van deze Openbare" instelling heeft blijkbaar geen vertrouwen in haar arbeidende leden I De mentaliteit van het personeel ts ook heelerg aristocratisch. Vriende lijk, zeker, maar alleen tegen de dub beltjes-klanten. En de maatregel van de Duitsche overheid tegen het ver spreiden van Jodenhoeken werd met een hoongebaar aangekondigd. Er valt voor deze menschen nog heel wat te leeren, in de eerste plaats dit Dat het in dezen nieuwen tijd niet langer gaat om de dubbeltjes-men- schen, maar om den arbeider, die toch ook graag zich en zijn gezin ontwikke len en verrijken wil met alle goede en edele gedachten, die door begenadig den onder ons, menschen, werden neer geschreven, niet alleen voor dubbeltjes klanten, maar Godlof ook voor hen, die zich voor één enkel dubbeltje vaak in het zweet moeten werken. En laten wij er ook eens aan denken, dat men het publiek niet wint met een 'aristocratisch gezicht en een genadig- toegereikt boek, maar met een lach en een gul woord. Er is ook nog zoo iets als een hart, dat men gebruiken moet bij alles in het leven, zelfs bij het uit- leenen van boeken in een Openbare Leeszaal, die, gelijk reeds gezegd, nog een zegenrijke invloed kan hebben op ons volk. Wanneer komt in de bovengenoem de misstanden eindelijk eens, zij het dan ook vele jaren te laat, een gron dige verandering De arbeider en zijn gezin zullen ons ongetwijfeld dankbaar zijnj. H. reeds zoovele jaren uitoefende. Mole naar, dat is. immers meelmaher I En meeL beteekent brood 1 De molenaar is dus een nuttig lid van de dorpsge- m eenschap. Ongetwijfeld I Ik vroeg, hoe het hem ging in het bedrijf. „Wind genoeg", zei hij, „maar koren niet bijzonder veel". Of dat met oorlog en distributie verband hield, vroeg ik verder. „Neen", antwoordde hij, „maar met de concurrentie. Er zijn in dit dorp vier molens. Drie malen met wind. Eén met electrischen motor. Veel varkens maken de spoeling dun. Vroeger mocht iedereen maar malen die er 'lust in had", zei hii kritisch. "oen ik „Hoop dan op den nieuwen tijd. Die zal ordening brengen. Zal met toestaan, dat de één den ander zonder noodzaak gaat doodconcurree- ren. De nieuwe tijd brengt ook op dat gebied 'bevredigingLet maar eens op. en ik hoop, dat ge er nog getuige van zult mogen zijn't Wordt alles beter De molenaar ziet in den nieuwen tijd nog niet veel heil. Dat is bekend ge noeg. Zijn gelaatsuitdrukking toonde het trouwens ook duidelijk aan. Daarom gaf hij enkel vragend ten antwoord„Zou U "het denken Waarop ik„Denken niet 1 Ik weet het zeker M. T. Hij stond in ons kleine dorpje zijn magere paarden te borstelen toen ik hem voor het eerst zag en een morgen groet met hem wisselde. Een Duitsche artillerist was hij. Een goede dertiger. Gebruind en knokig. Wij praatten wat met elkaar, terwijl ik op de autobus wachtte en hij ijverig zijn rossinanten opknapte. „Een ruw klimaat, hier in Zeeland" meende hij. „Wind, wind en nog eens wind I" En zooals het klimaat lijken mij ook de menschen. Norsch, en weinig op gewekt of vriendelijk. Er is trouwens ook weinig waarover zij zich vroolijk kunnen maken, meem de 'hij verder. Kijk de doipshuisjes maar eens aan. Laag, vochtig, klein. Een gezin kan er niet behoorlijk in wonen. En de slaapgelegenheid voor ouders en kinderen laat veelal alles te wenschen over. Met twee, drie of vier tegelijk in één duffe wandkast (bed stee). Vroeger was het bij ons in Thu- ringen ook zoo op de dorpen, zei hij. Totdat het Nationaai-Socialisme zijn intrede deedEn daarmede allerlei nuttige instellingen, zooals de Volks- dienst, Kracht door Vreugde, enz. Nu slaapt bij ons ieder in zijn^eigen bed (ledikant), Nu is op elk dorp ge legenheid tot sport en spelkan men goede films zien en muziek hooren. Nu is het in de Thuringsche dorpen een lust om te leven 1 Erf hoe hebben wij ons destijds tegen het Nationaai-Socialisme verzet Tot bloedens toe Zoo kwaad waren wij l Ik geloof de menschen op deze eilanden moesten ook Nationaal-Socia- listen worden. Dan zou er veel ten goed.e bij hun veranderen. In hun hui zen, op hun dorpen en ook in hun hart Er zou dan licht, hoop, vreugde en op gewektheid zijn Zóó zeide hij, de ar tillerist. Toen kwam mijn autobus. Ik groette en ging. Maar zijn opinie over ons, Zeeuwen, moet ik ter kennisneming verder geven. Ter overdenking M. T. In ons verslag van den Oogstdank- dag te Goes heeft 't drukfoutenduiveltje ons parten gespeeld. In zijn perroratie sprak de Beauftragte, de heer Münzer, over de Siegfriedsage en niet over de Siegfriedlinie. VI. Practische hulp aan het gezin. In hooge mate hangt het welzijn van een gezin af van de gezondheid en de geestelijke frischheid der moeder. Moet de vrou.w zich in de verzorging van den man en van talrijke ..kinderen aftobben en afmatten, en hebben ziek ten,- waarvan zij niet behoorlijk kon her stellen, haar krachten gesloopt, dan kan zij aan haar gezin geen tehuis bieden, waar zich allen behagelijk voelen. Een huiselijke kring, waar de moeder overbelast is, kan op den duur geen oord van verkwikking zijn, dat tot scheppend werk opwekt. En het huis gezin, dat het centrum behoort te zijn, waar de beste krachten van het volk groeien en rijpen, verliest dan weldra zijn zin. Daarom moet het gezin zoowel in zedelijk als in stoffelijk opzicht ge schraagd worden door een tot in bij zonderheden doordringende practisché hulp. Deze hulp wordt nu op verschillende wijzen uiterlijk vooreerst aan de vrouw geboden en aan de door haar verzorg de kinderen. Evenwel is alles, wat in die richting wordt gedaan, dienst aan het gezin. Want niet alleen de vrouw als dusdanig geniet hulp en verlich-_ tingals gezellin van den man en als de moeder der kinderen wil men haar nieuwe lichamelijke en geestelijke krachten geven, opdat zij zelf nieuwe drijfkracht aan het leven, aan het wer ken van haar gezin en dus aan haar eigen leven kan bijzetten. De dienst aan het gezin. De dienst aan het gezin, waarvan hier sprake is, kan het best door een aan een dicht bewoonde wijk van een tamelijk gröote stad ontleend voorbeeld worden toegelicht. In een kleine, aan licht arme woning leeft een werkmansfamilie met vier kin deren. De vrouw verwacht weldra het vijfde en het werk in het huishouden valt haar reeds zeer moeilijk, zoodat zij bezwaarlijk de vier overige hinde ren kan verzorgen. Nu wordt een dezer kinderen ziek en in haar nood doet de moeder beroep op de bevoegde plaatselijke groep van den Nationaal-Soc. Vrouwenbond (Duitsch Vrouwenwerk). Hier wordt de "\5> -scljufa he foerelh met.-Pmsrljenb u Ijaar. JHèi fa he hottltere nooit, he blaufae hag, Perifoijfimgafereet ett he hernteelle hromtt, j@e muur her fwagett ett her sierrettfjettteL aarzel niet. <§aai uit- <&eef geljetL jiHerfe, gij èerlteai tt tttei. dij blijft, gij jijt, ÖBebnorjaattt aatt he stem hes licijta ïtt u. JHIie ja jegi ia bebrtjh. derljarh ^cJpttttatm. Uit: Grool-Duitsche Dichtkunst. Een reeks vertolkingen door Joh. H.^Eekhoul.' zgn. buurthelpster, d.w.z. de vertrou wenspersoon, in wier buurt het huis van de bewuste vrouw ligt, van het feit ap de hoogte gebracht en zij stelt zich nu iederen dag een paar uren ter beschikking van de familie om het zwaarste werk te doenzij zorgt voor de wasch, houdt de kamers zindelijk, doet de boodschappen en maakt het eten klaar. Burenhulp. Wonen echter in hetzelfde huis nog andere vrouwen, die over wat vrijen tijd heschikken, dan poogt de buurt- helpster de wederzijdsche hulp van de vrouwen in dat huis te regelen. Want de burenhulp van het Duitsche Vrou wenwerk wil geenszins iets nieuws „organiseeren", maar enkel de oude overlevering van vanzelfsprekend we- derkeerig dienstbetoon overal tot nieuw leven verwekken, waar- het door bij zondere omstandigheden ietwat inge slapen blijkt te zijn. Zij wil bemiddelen, waar er ergens in een huis overbelaste moeders met talrijk kroost zijn terwijl twee, drie huizen verder kinderlooze vrouwen graag de helpènde hand aan zulke moeders willen reikën. De buurthelpster, die nu een juisten kijk op de toestanden in het aan haar zorg toevertrouwde gezin heeft gekre gen, doet nog meer om deze huish :u- ding te ontlasten. Zij zorgt er voor, dat de twee nog niet schoolgaande kinde ren. in een bewaarschool van de Natio naal-Soc. Volkswelvaart (N.S.V.) wor den opgenomen, waar zij 's middags een voedzaam warm noenmaal krijgen. Zij hoeven dan nog enkel 's morgens en 's avonds verzorgd en gevoed te worden. Het jongste, dat thans ziek is, zal, zoodra het gevaar geweken is, in 'een kindérkrib derzelfde inrichting wor den gebracht totdat de moeder een paar weken later zelf voor het kind kan zorgen. Hoe de N.S.V. de overb.;ste moeder helpt. Omstreeks- 20.000 bewaarscholen, kribben en oogstbewaarscholen wer den in den doop der laatste jaren door de N.S.V. opgericht om de moeders te helpen, en zij verzorgen-reeds over de 700.000 kinderen. Waar trouwens een zoodanige inrichting nog niet in het leven kon worden geroepen, richt de N.S.V. 'zgn. kinderkamers in, zoodat thans overal in den lande overbelaste moeders haar kinderen ten minste voor een paar uren daags kunnen uitbeste den. De oudste jongen van onze familie gaat al naar school. Hij is echter zwak en schiet op school niet op. Herhaal delijk heeft de onderwijzer reeds voor gesteld, hem ergens heen te sluren voor herstel. De buurthelpster, die dit te weten komt, neemt dadelijk voeling met de bevoegde plaatselijke groep van de N.S.V. en verzoekt om opname van den jongen in een tehuis voor ont spanning van de N.S.V. Het verzoek wordt ingewilligd en een paar weken later, juist ten tijde, dat de moeder zich haast niet om hem kan bekommeren, vertrekt hij voor zes weken naar een mooi gelegen verblijf. Meer dan 176.000 herstelbehoeftige kinderen worden er jaarlijks door de N.S.V. In ongeveer 400 tehuizen voor ontspanning der jeugd opgenomen. Bovendien komen jaarlijks een 300.000 kinderen door be- middeling van de N.S.V. op het land, om daar op verhaal te komen. (Wordt vervolgd). als economisch zwakkeren, het eenige middel om zich te verweren. Kapitalisme als phrase in I de geschiedenis, moet af gedaan raken. Deze tegenstelling van arbeiders en ondernemers, van werkgevers en werk nemers, nam onder het ongebreidelde kapitalisme steeds scheiper vormen aan. De massale werkloosheid maakte de' economische afhankelijkheid van den werknemer steeds grooter en derhalve zijn economische positie steeds zwak ker. Het gaat er nu juist om, den ar- beider ervan te doordringen, dat het kapitalisme als phrase in de wereld geschiedenis definitief heeft afge daan. De nieuwe orde wordt gedragen door den arbeider kan derhalve principieel geen sprake meer zijn van een tegenstelling tusschen ar beiders eri ondernemers. Dat zulks in de praktijk op ver schillend terrein wel het geval is, weien wij zeer goed, en het is Juist de taak van het N.A.F. ervoor te waken, dat in de allereerste plaats het recht van den arbeid wordt er kend. Waar oude tegenstellingen voortleven en misbruik wordt ge maakt van verworden economische machtsposities, en het recht van den arbeid wordt ondergraven, zal het N.A.F. dienen in te grijpen. In de gedachtenwereld van den arbeider dient zicheen omschake ling te voltrekkenzoolang de prac- tijk zich nog in oude, in kapitalis tisch waas gehulde vormen voor doet zal deze omschakeling den ar beider niet gemakkelijk vallen. Hij zal hierbij het N.A.F. steeds aan zijn zijde vinden. Echter ook van den ondernemer wordt eèn-andere principieel gewijzigde instelling verwacht en dit is absoluut noodzakelijk. De ondernemer voert een taak uit, en wel een leidende functie, in de productie, niet ten behoeve van zichzelf of een groep aandeelhouders. De begrippen werkgever en werknemer. De nieuwe sociaal-economische orde ning kent de begrippen werkgever en werknemer niet meer, omdat er slechts één werkgever is en wel de volksge meenschap. Er wordt door het volk ge arbeid ten behoeve van de behoefte bevrediging van dat volk. Het kapitalisme kende zijn perioden van op- en neergaande productie, zijn^ conjunctuur mét perioden van veel en' 1 weinig vraag naar arbeid. De nieuwe sociale orde kent een recht op arijéid en verwacht van iederen werker, dat hij zijn arbeidsplicht nakomt. Het gaat hier dus om een productie-probleem. Hij die produceert, arbeidt, heeft recht op een deel van de opbrengst van dien arbeid. Het loonvraagstuk is derhalve geen verdeelings-probleem, .maar een productie-probleem. Bij de loonyorming en loonpolitiek dient men zien nu. eenmaal met beide voeten op de werkelijkheid te plaatsen, zooals die historisch is gegroeid én der halve van de historisch gegroeide loon- verhoudingen uit te gaan. Dat ook langs indirecten weg, via de belastingen, onrechtvaardig gegroeide inkomensverhoudingen kunnen worden weggenomen, zij hier slechts aange duid, doch is een probleem op zichzelf. Loonvraagstuk houdt ver band met de productie. Het loonvraagstuk in de nieuwe so ciale ordening houdt dus ten nauwste verband met de productie. En nu moet ons land lotsVerbonden met de overige landen van Europa, in de gigantische worsteling om de vestiging van de nieuwe orde, een groot deel van zijn arbeid inzetten voor een productie, welke onze welvaart niet vergroot. Er worden minder gebruiksgoederen ge maakt en meer goederen, welke voor de oorlogsvoering zijn bestemd. Dat wil zeggen, dat er voor het ge- heele Nederlandsche volk minder goe deren beschikbaar zijn. Dit sluit der halve thans een algeheele herziening van het loonpeil en een verhooging daarvan uit. Verhooging van de loo nen in geld helpt hieraan geen zier; integendeel, de prijzen zouden alge meen worden opgejaagd. Verhooging vari het loonpeil is alleen mogelijk in dien een productie-vergrooting hieraan vooraf gaat. Het gaat er om die vergrooting van de productie mogelijk te maken door den arbeid der arbeidsproductiviteit, dus door het verrichten van een groo- tere arbeidsprestatie. Juist na den oor log zal van den Nederlandschen wer ker veel worden verwacht. Hst N.A.F. wil die grootere arbeidsproductiviteit organiseeren en de werkers ervan doordringen, dat hiermede reeds thans moet worden begonnen. De lage loonen. Is een verhooging van het alge- meene loonpeil thans derhalve niet mogelijk wel kunnen wellicht spre- kende onbillijkheden in de bestaan de loonsverhoudingen worden weg genomen en dit geldt met name ten aanzien van de lage loonen. Het Nederlandsche Arbeidsfront voert In opdracht van den Staat een zeer gewichtige taak uit. Het vormt de belichaming van de arbeidsge meenschap der Nederlandsche wer kers en zoo het die werkers in ma- teriëelen en ideëelen zin niet goed gaai dan- kan ook die arbeidsge- mèenschap niet gedijen. De Staat zorgt in de eerste plaats, dat er arbeid is voor een iedet, die in staat is te werken. Het behoort tot het wezen van dé nieuwe economische ordening, dat de Staat de algemeene richtlijnen voor de productie aangeeft. In stede van de chaotische schijnbaar door zijn trusts en kartels gebon den productiewijze onder het ka pitalisme, was de winst de motor der productie In een socialisti sche orde zijn de behoeften bepa lend. Die behoeften zijn niet alleen onbeperkt, maar er valt op het ge bied van de levensbehoeften, voe ding. klseding, woning en verkeer een dergelijke achterstand in. te ha len, dat men de vraag kan stellen, hoe in die nieuwe socialistische orde ooit sprake kan zijn van werk loosheid, en het recht op arbeid derhalve niet in vervulling kan gaan. Werkloosheid en de wisse ling der seizoenen. Zelfs in een geordend bestel echter, blijft de mogelijkheid bestaan. Eenige werkloosheid is onvermijdelijk, omdat de mensch weliswaar vele natuur krachten aan zich dienstbaar heeft ge maakt, maar de wisseling der seizoei nen heeft te aanvaarden. De natuur», lijke orde brengt ons die seizoen» wisselingen, met haar begeleidende!, verschijnselen. Men denke aan dé wisselende bedrijvigheid in de land*: en tuinbouw. En verder aan den wo» ningbouw. (Wordt vervolgd). r

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 2