:land Nu, meer dan ooit i Een gnEden voor een emmer mosselen! UITGAVE VAM DE NATIONAAL-SOGALISTISCHE BEWEGING. DISTRICT 14 ZEELAND Wij strijden tegen den bolsjewistischen antichrist tegen joodsche leugens en bedrog. Klacht en Verzoek ie zijn pen 2e Jaargang* No* 14 Donderdag 22 Wijnmaand 1942 Deze toespijs kan het Zeeuwsche arbeidersgezin niet meer betalen en nochtans heeft dit gezin op de eerste plaats recht op mosselen. Wij eischen naleving van de verordening. Uitspraken van den Fflhrer dé jeugd go s geschiedenis Suldensporen- I oe een leger |.en het opnam ruiterscharen Itoch versloeg, loor den geest, (fde, door den er voorouders, ze geest zijn. lal ingeslapen, orgt de Jeugd- |t ons volk ge in de mooie aet in de toe- bft. Een siactl- I jeen opoffe- |?t op de bres achter blijven eland en nog in onzef rijen, foor een nieuw ederland uit het echtig wordt in nst. jongeren, lidswaan. 4 jen Imvaan. Isendracht mrgd eer: linnen ld marcheert 1 Zuid-Beveland. Koopen week heb bent het geluk niet for de Beweging, ks, ondanks alle telkens opnieuw eds de meeste ar- irwsche platteland Jen zijn. let alleen reeds in Fd met he^ landar- |.at een kameraad nog kwam vertel- Jran de Winterhulp (geweest, waar een spontaan zeide |iog ontvangen van nu is dat beslist |in in veel beteren en blij, dat ik van giften zal kunnen die vorig jaar en blokhoofd wilde hg willen, omdat hij I hoe de Winterhulp Heen aan het buurt- lieven", vertelde mij lieestdrift. Men moet Veging zitten om te oo natuurlijke volks- uitgestrooide zaad kt wortel te schieten Idere strijder van de fid voelt van dag tot 'ij groeien, onweer- er men, zooals dit thans tot ons komt, volheid des harten, de ware strijders Weldra zal dit blok- ïi verbeten maar op- :>trek op zijn gezicht i, dat zoovele weige ld niet begrijpen, nog offeren in de roode [isch iedere arbeider Maar diep in zijn Jrij de sterke overtui- ook zij eenmaal zul- In. (ze arbeider met een beleefd blijven, als dienstmeisje hem van ;rt, wetend, dat zijn vergeefs is. hij door zijn daad dat er tegen het Win- eenmaal geen steek- enten zijn aan te voe- omdat iedere volks- re moet beseffen, dat ing dient te dragen olksgenoot. .S.B. Onderteekening t K 915 Verschijn! tweemaal per maand van huis tot huis door geheel Zeeland Hoofdopsteller Drs. G. Schuerman, Middelburg REDACTIE POSTBUS 58, MIDDELBURG. Abonnement bullen Zeelend f 1,50 per jaer „Wij hebben niet meer het recht, nu we doordrongen zijn van het Natio- naai-Socialisme, met onze eigen per- soonlijkheid te rekenenDe Beweging doet op ieder van ons een beroep Nu, meer dan ooit, moeten wij in de N.S.B. het beste van onszelf in daden omzetten. Nu, vandaag, moeten wij bij onszelf uitmaken wat we werkelijk waard zijn. Vandaag en niet morgen. Want mor gen reeds kunnen wij geroepen worden om die plaatsen te bekleeden die ons, als ware Nationaal-Socialisten, toeko men. Laten wij daarom allereerst voor ons zelf uitmaken of wij het vertrouwen, dat in ons wordt gesteld ook waard zijn. Of wij dit vertrouwen ook ver dienen. En laat ons dit hard uitmaken. Wij moeten vooral voor onszelf onver biddelijk weten te zijn. Waar we toe gevend kunnen zijn voor anderen, mogen wij dit nooit of te nimmer zijn voor onszelf. Nu iedereen naar ons opziet moeten wij meer dan ooit bouwen aan onszelf. Alle in ons aanwezige, vaak sluimeren de krachten en deugden, moeien wij ln den door ons gevoerden taaien strijd, groeiend gestalte weten te geven. Onze Leider stelt in ons, op de eerste plaats zijn vertrouwen, tot den uitbouw van de gave krachten en deugden van «ms Volk, daar wij op dit oogenblik ïioeten zijn, de dragers van deze grachten, de bezitters van deze deug en. Beier dan hei prachtige uniform. Het is echter vanzelfsprekend, dat wij ftiet alleen het bestaan moeten kennen van, en woorden kunnen spreken over de gave krachten en de ware deugden, maar dat wij dit alles zelf moeten be zitten en intens beleven. En hier moe ten wij op letten, dat wij ons niet in vormen gaan verliezen, dat wij vooral niet te veel aandacht besteden aan de vormen, die achteraf weer leeg zouden blijken te zijn. Beter en voornamer is - hef eenvoudige zwarte hemd van den Nationaal-Socialist waaronder het hart klopt van den waarachtigen strijder, dan het prachtigste uniform als daar achter het hart klopt van den burger die slechts bedacht is op eigen eer en glorie. Wie voortdurend op eigen eer en glorie bedacht is, kan hoogstens een brave (I I) burger zijn.' Een Natio naal-Socialist is hij in geen geval. Zoo Iemand kan zich bij ons niet „thuis" voelen, omdat hij geen onderscheid kan maken tusschen de waarachtige waarden van het leven en het lawaai van de straat. Zij die dag aan dag in den strijd Staan, zonder pretentie, zonder beloo ning te verwachten, dulden niet, dat wie opschept en slechts eigen glorie zoekt, het moeilijk verworven werk niet acht en de waarachtige strijder die werkt en zwijgt, voor niets telt en tracht ln de schaduw te stellen. Strijders dulden niet, dat burgers hun werk als niets beschouwen en aan hun geest afbreuk doen. Wie werkelijk strijder Is, de waar achtige Nationaal-Socialist, hij heeft zich met den strjjd van het Nationaal- Socialisme vereenzelvigd, dat zijn groot doel, zijn leven en zijn liefde is. Wie waarachtig liefheeft, heeft „zich zelf" weggeschrapt. Waarachtige liefde is dan ook nooit afhankelijk van re sultaten. Iedere nederlaag versterkt de liefde en de kracht om door te zetten. Waarachtige kracht jammert niet, ze verblijdt zich en groeit. De geest van gevaarlijk leven. De geest van den waarachtigen strij der kan nooit berustend zijn. Die geest moet zijn voortdurend aanvallend daar waar de vijand dreigt, en die vijand is meestal gemakzucht en egoïsme. Onze geest moet zijn een géést van gevaarlijk leven. Wij, Nationaal-Soci alisten, zullen ook nooit geen gedres seerde honden kunnen zijn, die mooi op moeten zitten en pootjes geven aan de eersten de besten. Wij kunnen ons nooit of te nimmer verstaan met de methode van suiker en stroop en vernederend gevlei. Onze geest is een en onverdeelbaar. Voor ons is niet beslissend of wij er komen, maar of wij er groot komen, recht als een soldaat; Liever ten ondergaan in grootheid, j. dan te arriveeren ten koste van ons hoogste goed. Er zal geen Dietschland zijn, dat niet geboren in het vuur van Wolchovfront en Ilmenmeer, S gesmeed werd in 't beslissend uur op het barre veld van eer, Er zal geen Dietschland zijn, dat niet gehard wordt door die [kracht van Ilmenmeer en Wolchovfront, die ginds in sneeuw en nood [en nacht geen meerd're en geen sterk're [vond. Er zal geen Dietschland zijn, als niet een nieuwe geest opstaat van Ilmenmeer en Wolchovfront, die hier - doorwinterd en [gezond - de praatvaars van hun stoelen [slaat. 1-7-42. A. van Kersbergen. Zien wij daarbij steeds op naar den Leider, naar hem die steeds is geweest en steeds opnieuw is, het nobelste voor beeld, de waarborg voor de zuiverheid en de zekerheid van onzen strijd. In hem kregen onze oude Volksche deug den, die eens dit Volk der Lage Landen tot onsterfelijkheid schiepen, opnieuw gestalte. De eenvoud, het kenmerk van ware grootheid, van onderlegde gedegen heid, de eerste en voornaamste der sol daten-deugden. De moed, die geen gevaren kent. De eer en openhartigheid. De trouw, die ons allen verbindt op leven en dood. Het heeft voor velen van ons lang geduurd eer wij ons deze deugden weer hadden eigen gemaakt, vergif tigd als wij waren door de leuzen van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, met alle gevolgen hiervan. Leeren dienen. Het is een reuzenstap, van de ban deloosheid van het Liberalisme naar een streng geordend en rechtvaardig leven. Het is moeilijk geweest om te begrijpen dat men weer zichzelf wordt door zich in dienst te stellen van een orde die hooger en eeuwiger is dan wij. Door het dienen van het Nationaal-" Socialisme, dat is het bevrijden en ge stalte geven aan ons Volk en Vader land, dienen wij het leven, dienen en vergrooten wij onszelf. Practisch moe ten wij zijn in de minste onzer daden. We moeten onze daden leiden. Wij moeten steeds de omstandigheden de baas zijn, wij moeten ze desnoods zelf scheppen. Ieder van ons moet aller eerst leeren dienen. Dit vergeten wij zoo gemakkelijk. We laten dat met vreugde aan anderen over, we trachten onszelf wijs te majeen dat de anderen het beter doen. (Vervolg op de derde pagina.) Hoezeer had Mussert gelijk toen hij onlangs betoogde, dat veel van het geen wij thans beleven nog in de verste verte niet gelijkt op Nationaal- Socialisme. Wij denken aan den arbeider van de Fitting in Middelburg of de arbei dende vrouw in de breigoederenfa- briekjes van Zeeuwsch-Vlaanderen, wilr loonen nog altijd niet of nauwe lijks hooger zijn dan vóór den oorlog. Zij waren het, die vóór 1940 zich ten minste eens een keer in ds week of in de veertien dagen te goed konden doen aan ons uitstekende Zeeuwsche product: de mossel. Maar'nu betaalt ge ook in Zeeland een gulden voor een emmer mosselen. Dat is, vervloekt nog aan toe, in strijd met de verordening. Een kind kan dit uitrekenen. Best mogelijk, dat de Zeeuwsche mosselleverancier aan den maximumprijs van een gulden voor een emmer mosselen bij verkoop in Amsterdam nauwelijks verdient, zooals hij beweert. Maar dat geldt toch niet voor Zeeland, waar hij veel minder voor zijn vracht moet betalen. En al wordt de „maximumprijs" ook bij verkoop tegen een gulden in Zee land niet overschreden, er bestaat toch ook nog een bepaling die zegt, dat er niet meer verdiend mag worden dan vóór 1940. Wordt er bij verkoop in Zeeland momenteel niet veel meer verdiend dan vóórden oorlog Geen mosselkweeker of -verkooper zal dit durven ontkennen. Vandaar ook, dat men de mossel momenteel zoo gaarne verkoopt in de provincie zelf. Daar heeft men geen hooge vervoers kosten en wordt er extra aan verdiend. Maar dat is nu juist de kapitalisti sche monstruositeit, waarvan 't Zeeuw sche arbeidersgezin weer eens de dupe is. Want al worden er momenteel in sommige deelen van Zeeland meer mosselen dan ooit verkocht, de man die ze vóór den oorlog at, krijgt ze nu vrijwel niet. Hij kan het niet betalen. Hij zou ze, evenals vroeger, moeten kunnen eten tegen een belangrijk lageren prijs dan welke thans geldt. Wij eischen daarom naleving van de verordening, zeker Ten aanzien van dit zoo uitstekende Zeeuwsche volksvoedsel. En dan moet het daar bij niet zóó gaan, dat nu er niet meer aan verdiend kan worden zooals tot nu toe, er opeens schaarschte aan mosselen ontstaat in de provincie, doordat de sjacheraar de mosselen dan naar elders gaat verkoopen, waar men niet zoo goed bekend is met den mosselhandel en tegen eiken prijs afnemer wil zijn. Neen. zelfs al zouden de inkomsten voor den kleinhandelaar vóór den oorlog te klein zijn geweest, dan nog kan het mogelijk gemaakt worden, dat de Zeeuwsche arbeider met de smalle beurs tegen redelijken prijs mosselen kan eten. Al zouden we desnoods den Volksdienst in moeten schakelen, die ongetwijfeld gaarne zijn vrijwilligers apparaat, bijvoorbeeld samen met onze W.A., ter beschikking wil stellen om er voor te zorgen, dat de goedlcoope mosse len in die gezinnen komen, waar men op de eerste plaats recht heeft mos selen te eten. Want het arbeidersgezin met de smalle beurs heeft op de eerste plaats recht op mosselverbruik, zoo goed als de landarbeider op de eerste plaats recht heeft om een varkentje en een geit te houden, zooals hij dit ook vroeger deed. Vanouds heeft het Zeeuwsche arbeidersgezin dit Immers tot zijn gezinsbehoeften kunnen reke nen en evenmin als het niet aangaat, dat nu degenen, die vroeger hun neus ophaalden voor „verbeeld je" zoó'n vies varkenshok achter in hun „zalig Engelsch rotstuintje" opeens omdat ze over afvallen kunnen beschikken var kens mogen gaan houden, terwijl de landarbeider er eenigën tijd geleden mee moest ophouden, omdat hij de dure big niet kon betalen, zoomin moet het kunnen voorkomen, dat nu de Zeeuwsche arbeider, die steeds mos selen gegeten heeft, dit producf niet meer kan koopen,. terwijl thans op de eerste plaatH* degenen er zich aan te goed doen, die het vroeger ver bene den hun waardigheid achtten om zulk een goedkoop volksvoedsel te eten. Daarom eischen wij zeer ln het bij zonder ook op dit punt Natlonaal-Socia- listische rechtvaardigheid. De Zeeuwsche arbeider moet des noods vóór anderen zijn mosselen kunnen blijven betrekken. Er voltrekt zich in Europa een revolutie. Het Natlonaal-Socialisme en Fascisme hebben den strijd aangebonden tegen de machten, die er waren. Er wordt in Europa gestreden op leven en dood. Ouders verliezen hun kinde ren in den strijd, vrouwen verliezen hun man nen er worden ongekende offers gebracht. De offers worden gebracht en de nieuwe mensch weet, waarom zij gebracht worden. Het gaat om chaos of orde, om armoede of rijkdom, om oorlog of vrede* om het rijk van Satan of godsdienstvrijheid, om vernietiging van het volk of verheffing, om de overwinning van het Communisme of Nationaal-Socialisme en hier bij ons om Moskou of Mussert. De kameraden in de Beweging zijn geen leden van een politieke partij, die hoopt eens wat te zeggen te krijgen, doch zij zijn fakkel dragers van een revolutie. De N.S.B.-er heeft een zware taak en een groote verantwoording rust op hem. Hij staat hier aan een front en zal moeten strijden, zonder moe te wprden, zonder te breken. Wij hebben vijanden en wij hebben vrienden. Onze vijanden moeten wij verslaan, onze vrienden moeten wij aan ons binden en schouder aan schouder met hen strijden. Een goed soldaat kent den aard van fcijn vijand en weet hem te vinden. Vele kameraden kennen den vijand slechts bij name, zij hebben hem gezien en van hem gehoord, maar kennen zijn macht en zijn kracht niet. De vijand tast het volk aan in den geest. Hij is als de Indische God Wishnoe, die honderd armen heeft en overal ingrijpt, ook daar, waar men hem piet vermoedt. Zijn werktuigen weten soms niet, dat zij zijn woorden spreken en zijn daden doen. De vijand, die onze tegenstanders doet ge- looven dat Engeland wint en wij worden op gehangen, die geestelijken doet bidden voor een regeering, die er in de ure des gevaars van doorging en ons vervloekt, die door den communist onzen kameraad doet sterven, dié vijand is de jood, en zijn joodsche geest. De invloed van den jood Was geweldig op bijna alle gebied. De eiwitten, de vetten, de koolhydraten voor de voeding werden door joden gemaakt of verhandeld. Denk aan het vleesch van Sally Zwanenberg, de marga rine van de Unilever. De geneesmiddelen indus trie was in joodsche hand, denk aan Organon te Oss van Max Zwanenberg. Wij leefden met behulp van den jood, doch konden ook niet dood gaan zonder hulp van den jood. Duitsch- land verloor den vorigen oorlog door den jood. De jood Albert Ballin te Hamburg gpf langs een particuliere telefoonlijn de geheimen van zijn. keizerlijken vriend naar Amsterdam door, waar de Engelsche geheime dienst ze in ont vangst nam. Achter de schermen werkte steeds de jood. Zijn wegen zijnkapitalisme, commu nisme, vrijmetselarij. Óveral waar men dieper kijktde jood. De jood in de legers, de jood in de staatsmacht, de jood in de opvoeding, de jood in den handel, overal de jood, behalve in het handwerk. Vóór Mei 1940 kon men niets meer koopen, of de jood had er aan ver diend. In de protocollen van de Wijzen van Sion staat. „Vergiftig de volkeren met alle ten dienste staande middelen, dan kunt gij-, jood, heerschen". Die micraelen zijnrassenmenging, bolsjewisme, pers, genotzucht, klassenstrijd. Als de volkeren moede zijn, komt voor den jood de tijd der machtsovername. De maatregelen tegen de joden moeten genomen worden.- Zijn zij er uit, dan verdwijnt langzamerhand ook hun geest. Wij kunnen pas een gaaf Natlonaal-Socialis- tisch Vaderland opbouwen als de jood weg is. Voor den joodschen geest moet in de plaats komen de fiere Germaansche geest van den Nationaal-Socialist. Het gaat niet om den jood persoonlijk, doch om zijn geest, er zullen jaren gestreden moeten worden om dien geest uit te roeien. Die taak is gelegd in de handen van de 'Nationaal-Socialisten. Wij kunnen niet spreken over den joodschen geest of we moeten ook spreken over de dragers van dien geest in ons volk. Deze zijn te vinden bij de politieke geestelijken en politieke onder wijzers. De politieke geestelijkehaat ons, hij kent nog slechts macht en geld en het Evangelie is hem vreemd geworden. Zij ruien het kerkvoll op om ons te haten, terwijl zij liefde moeteö prediken. Zij zijn bereid met den communiste schen düivel een verbond te sluiten om ons te verdelgen. Hier weigert een pastoor een Mis te lezen voor. een diep bedroefde moeder, di< haar eenigen zoon aan het front verloor, daal noemt een dominee aan het Heilig Avondmaal een Winterhulp-collectant„Judas". Toch ver. geten deze menschen, dat de gesneuvelde ka meraad ook viel voor hun vrijheid. Als dezq kameraden dat offer niet brachten, werd dö geestelijke door den bolsjewist vermoord als hij hier binnentrok. Hiermede belaagt de gees telijke zijn eigen lijfwacht. Zoo wordt de kerk afgebroken met mokerslagen. Gelukkig zijn er in ons land nog goede geestelijken. Door hen zal de Kerk gered moeten worden. In de Kerk zoekt de ziel zijn God en geen jodenwraak Tegenover de terreur van den politieke gees telijke en zijn trouwe hulp, den politieken onder wijzer, kan de N.S.B.-er wat zetten, dat meer in de lijn van het Christendom ligt. De Nationaal-Sodalist is geloovig, is fier, want zijn geloof kan bergen verzetten. Hij breekt niet in den storm, want hij vaart op Mussert's compas 1 Hij brak nooit, hij bleef de baken in den storm, zullen dan zijn vol gelingen ooit mogen verslappen. Zij weten dat zij zullen overwinnen l Wij, N.S.B.-ers steken de laffe leugenaars, de verraders niet in den rug, maar wij vechten, tien tegen één, Is dat niet moedig 1 Wij zijn oprecht, eerlijk en open, wij zien de nooden van ons volk en doen alles wat in ons vermogen is, die te lenigen. Daarvoor verdragen wij hoon, wij laten ons uitstooten uit onze families. En dit alles omdat wij bet volk liefhebben. Velen van ons staan aan het front en geven hun leven, omdat zij het volk liefhebben. Zij brengen bun offer voor een volk, dat hen nu nog veracht, doch la^er zal begrijpen. Kan de politieke geestelijke hier tegen op met zijn kleingeestig geprevel Kent hij de beteeke- nis van het offer, zooals wij die kennen Wij strijden tegen geen kleine ongerechtigd heid, doch tegen den antichrist, het bolsjewisme, tegen leugen en huichelarij en tegen jodenwraak 1 De strijd is zwaar, doch de zwarte soldaat ziet vooruit 1 De Nationaal-Socialist heeft een groote opdracht, een machtige taak en een zwaren strijd. Dien wint hij als zijn medestrijder ook zijn kameraad is en dat is hij, als wij onze plicht doen. Alle klein gedoe moet weg uit ons micjden, wij strijden voor het leven van onze vrouwen, van onze kinderen, van ons volk. Wij moeten ons zwarte hemd verdienen. Dat is een eerekleed, dat alleen een strijder mag dragen. Wij moeten moedig, eenvoudig en trouw zijn. Dan kan de Leider Nederland de plaats in Europa geven, die hij wenschteen parel in de kroon der Germaansche Staten 1 De tanden op elkaar, de blik vooruit en óp achter Mussert. Dr. M.~ Werther. De groote omwenteling. Ongetwijfeld gaat onze wereld een groote omwenteling tegemoet. En de eenige kwestie, welke nog op een op lossing 'wacht, is dezezal ze tot heil van de Arische menschheid, of tot dat van den eeuwigen jood leiden De volksche staat zal er, door een Juiste opvoeding, voor moeten zorgen, dat er wanneer die dag eenmaal komt, een geslacht klaar staat, dat bereid ls, alles te wagen voor de laatste en groot ste beslissingen. Maar het volk, dat als eerste dezen weg betreedt zal overwinnen. Er gaat geen week voorbij, of mij bereiken brieven van Frontkameraden, die klagen, dat rij toch zoo weinig brieven krijgen van onze Zeeuwsche ^kameraden van het Thuisfront. j Ieder lid en ieder sympathiseerende moet het zich tot een eer rekenen geregeld contact te onderhouden met verschillende kameraden, ook al kent hij die niet persoonlijk. -j Op het Diensthuis to Goes rijn lijsten verkrijgbaar van Frontkameraden, die aan het Oostfront rijn ingezet Kleine pakjes tot 100 gram mogen vrij verzonden worden. A (fa Van het Diensthuis worden geregeld vele brieven gewisseld met de vuu uci JL/Lcuaiuu» wuiucu ^cieyciu veie uuovou yewisaciu uici uc kameraden, waarbij ik gaarne een kleine versnapering, bijv. een doosje sigaretten insluit Zeli heb ik maar twee bonnen per week. Ik zou gaarne zien, dat mij een aantal bonnen werd toegezonden, opdat ik de vele kameraden, die mij schrijyen. bij de beantwoording van hun brieven (j een kleine verrassing kan bijsluiten. d Ook al zijn het bonnen, die nog niet geldig rijn. AdresKoningstraat 4, Goes. Hou Zeu Gemachtigde van den Leider. IAN DEKKER. l

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 1