Met den kop in het zand WifoUcomnden, Bevolkingsvraagstuk Hulpkeurmeester. loud I koud neer. [tijd I lijd, ad lis klaar. lid, lir. In ij a f lïloed lioed, ■rouw. bud I koud, 1,'vïARE. |ken vele Klein, Jonge, Jhet haar re Roode, I iding tot I Korthals, I volgende I lilde, De hnWereld ontleend Izeer snel |:n iemand Ie uithang- 1 voorstel- voren 1 gegeven ït verhan- ligvisscher Hein Pa» fenaam op pel voor fraai, Koe- enz. ^ch, Steur, Pan- Ir ijk zijn oorn, Ro- Jput), Dor- I populier), |ijn Van Verder Pijnap- pgen eend aan lis spijzen, heiligena- pamen die gel (wron- ïr, Mantel, n, Penning een munt, 'kon), Cent, Schoonheid, Vrede, Vervolg van de eerste pagina. Het aantal vertrekkenden is in Üeeuwsch Vlaanderen al sedert vele jaren veel hooger dan het aantal ves tigingen. In menig opzicht komen de demografische verhoudingen overeen met de toestanden, die men elders in den lande niet vindt en slechts bekend zijn op het Fransche platteland. In tal üan plattelands-gemeenten, zooals Vo gelwaarde, Axel, Hulst, Hontenisse, Groede, Oostburg, IJzendijfife en Aar denburg, ging de bevolking zelfs in het jaar 1938, toen er toch wat ver mindering van de werkloosheid tg be speuren viel, nog met 1-pct. achteruit. In het stadje Hulst was het bevolkings aantal in 1938 precies gelijk aan dat van tien jaar geleden. Er zijn echter ook verschillende Zee awsch Vlaam- sche gemeenten, waar de bevolking dat jaar nog aanzienlijk gedaald was beneden het cijfer van tien jaar gele den. Noemen we Vogelwaarde, dat in één decennium daalde van 4244 tot 3964 inwoners, terwijl IJzendijke in dien tijd daalde van 2881 tot 2755 in woners, Aardenburg van 2138 tot 2026inwoners en Graauw van 1992 tot 1884 inwoners. De Zeeuwsch Vlaamsche bevolking groeide in dien tijd slechts met onge veer 2.5 pet., terwijl in die periode de bevolking van overig Nederland groei de met 14 pet. Tengevolge van de groote trek van jonge gezinnen naar elders, scheen het of de geboortecijfers al zeer slecht wa ren. Deze geboortecijfers waren ech ter lang niet zoo slecht als sommigen meenden te kunnen afleiden uit de statistiek, die niet vermeldde, hoeveel jonge gezinnen er vertrokken. In feite zijn echter vele van de jonge Zeeuwsch Vlamingen buiten hun land streek geboren. Dit blijkt wel uit het feit, dat zelfs de katholieke lagere scholen in Zeeuwsch Vlaanderen, die in 1938 reeds tien jaaf bestonden, in dit decennium niet vooruitgegaan wa ren in leerlingen-aantal, terwijl de ka- tholieke scholen in Nederland in 1928 380.918 leerlingen telden en in 1938 494.438. De slechte woning-toesta aden. In Nederland, waaf men over het algemeen een enorme' bevolkingsgroei kende, hebben slechts weinigen kun nen bevroeden, welk een ellende voor al op woninggebied is ontstaan in ge bieden "zooals Zeeuwsch Vlaanderen, waar de bevolking niet of niet krach tig genoeg groeide. Wij hebben hier al sedert vele tientallen jaren te wei nig nieuwbouw gekend. Maar in het tijdperk, waarin het woord concurren tie zoozeer opgeld deed, beteekende dit, dat in ZeeUwsch Vlaanderen ook minder concurrentie ontstpnd tusschen nieuwe en oude woningen. Men kende hier niet de opschuiving van slechtere naar betere woningen, zooals elders in Nederland, en voor den huisjesmelker viel het daardoor in Zeeuwsch Vlaanderen heel wat ge makkelijker om een oud krot te exploi- teeren, dan in overig Nederland. De krot-woningen in het bevolkings-arme Zeeuwsch Vlaanderen, met zijn rijken bodem, zijn waarlijk een schande voor Nederland. Niet alleen werd echter de krotwoning-exploitatie beneden de Weste.ccnelde door d'e hierboven be schreven omstandigheden in de hand gewerkt, maar bovendien ook nog doordat c' :ocr~n rr«zco ellendig laag waren. Velen kc „en nieijneer huur betalen "dan 1.25 per week. Wat zij dacfrvoor konden huren, waren krotjes, die bij verkoop voor afbraak meestal niet veel meer waard waren Han en kele honderden guldens, waardoor-met deze lage huren ook nog w '~erwin- sten werden gemaakt. O O jO Wij hébben dit Zeeuwsch Vlaam sche bevolkingsprobleem eens op den voorgrond willen plaatsen, omdat hét zoozeer bèhoort tot de kernvraagstuk ken van dezen tijd. Wanneer wij be denken, dat Nederland nog steeds een der dichtstbevolkte gebieden van Europa is en slechts Vlaanderen en Saksen de gebieden in Europa zijn, die met Nederland in bevolkingsdicht heid kunnen wedijveren, dan moeten wij bij een beschouwing van hét Zeeuwsch Vlaamsche bevolkingsvraag stuk toch wel- eens te meer beseffen, hoezeer een uitblijven van verbetering der bevolkingscijfers voor ons Zeeu wen niet alleen,doch voor geheel Europa beteekent, dat wij op den duur ten zijn opgeschreven. De materialistische gemakzucht. Het is rtiét alleen dat onze huizen verslechteren en verouderen, zooüls in Zeeuwsch Vlaanderen, ook het volk veroudert. De volkskracht wordt daardoor ten zeerste ondermijnd, met als gevolg een geweldige economische ontredde ring, doordat namelijk steeds minder menschen in staat zullen zijn om voor het toenemende aantal half- én on productieve ouderen van dagen te zorgen. Men denke daarover heuschf niet te gering. Wat wij thans ook in Neder land zien gebeuren, is een voortdu rende verslechtering" der bevolkings cijfers ten gevolge van den liberalen materialistischen geest, die ons in het verleden en heden ten dage nog be- heerscht. Van 1925 tot 1930 bedroeg het gemiddeld aantal kinderen per hu welijk in óns land drie, en dit cijfer is sedertdien nog verslechterd. Het groote gezin behoort al tot de zeld zaamheden. Wij hebben echter een gemiddeld aantal van vier kinderen per gezin noodig, om de opwaarts stuwende wolkslaacht van voorheen te kunnen blijven behouden. Wij zullen dit cijfer eerst terug krijgen, wanneer de slechte loonen, vooral ook voor de jongeren, verdwenen zijn, welke thans ooizaak zijn van late onproductieve huwelij ken en materialistische gemakzucht. Onder nation&al socialis tische leiding. Alleen deze sociale verbeteringen zullen in staat zijn een einde te ma ken aan hef verschrikkelijke twee- kinder-stelsel, dat na dertig jaar reeds }n staat is om een bevolking tot drie- vijfde te doen slinken, na 60 jaar. tot twee-vijfde en na enkele eeuwen prao fisch het uitsterven van een volk be teekent. In dit opzicht zal ook in ons land veel bereikt kunnen worden door uit- keeringen aan jonge menschen, die hen. in staat stellen zich in te richten voor het huwelijk, door gankoop van meubilair en zoo voprts. "Onder nationaal socialistische lei ding is zulks ook geschied in Duitsch- land, met als gevolg, een stijging van de geboortecijfers. Wanneer de Zeeuw dit alles be denkt, dan moet hij, die op zijn rij ken bodem toch zooveel sociale ont reddering kent toch wel gemakke lijk tot de overtuiging kunnen ge bracht worden, dat het bevolkings vraagstuk werkelijk behoort tot de kem-problemen van onzen tijd. Wij Zeeuwen moeten er allen gemakke lijk van doordrongen kunnen wor den, dat zonder een oplossing van het bevolkingsvraagstuk onze be-, schaving werkelijk met den onder gang bedreigd wordt Waar wij buiten Nederland schier overal nog slechtere bevolkingscij fers kennen dan ten onzent al zijn de Nederlandsche cijfers over het algemeen lang niet zoo slecht ais in Zeeuwsch Vlaanderen is het duidelijk, dai het th'ns practisch wel bezworen gevaar der vloedgolf van Aziatische barbaren over Eu ropa nog wel eens in heviger mate kan terugkeeren bij een verdere verzwakking der volkskracht bij de onderscheidene volkeren van Eu ropa. De Volksdienst De beteekenis van de totstandkoming van een Nederlandschen Volksdienst is daarom zoo groot. Immers streeft deze Volksdienst naar een gezond en kinderrijk volk. De Volksdienst wil den materialistischen geest, gebbren uit het liberalisme, gaan bestrijden. De Volks dienst wil sterker maken, wat gezond is. Vandaar zijn jeugd-uitzending en moeder-uitzending op groote schaal, zijn diensten aan moeder en kind door algemeenen bijs'and in den vorm van zuigelingen-uits. tien. voor de jninder draagkrachtigen, de tandverzorging, en zoo voorts. Zeeuwen, kent ge uw voorouders, die uw geslacht in stand hielden, kent ge uw sibbe? Weef ge hoeveel geluk er gelegen is in de kennis van uw heem Vele Zeeuwen kennen zelfs die zoo mooie, eigen, rijk genuanceerde kleederdrachten in onze provincie al niet eens meer. Hierboven kleederdrachten uit het Land van Cadzand en het Land van Hulst in het midden der vorige eeuw. De fraaie, rijk contrasteerende kap in het midden uit het Land van Hulst is zelfs geheel uitgestorven. „Ik ben niet voor Engeland en Duitschland, mijnheer I Ik ben voor Nederland l" De onnadenkenden. Er zijn heel wat menschen, die het goed meenen met dit land en dit volk. Zij zijn bezield met het voornemen in dit leven een goed figuur te maken, voor .zichzelve en voor de buitenwereld. Zij doen hun plicht, op hun leven is niets aan te merken. Ook zed men niet vergeefs een beroep op hen doen als het er om gaat anderen, die in moei lijkheden zijn, te helpen. Zij. hebben den oorlog en wat er aan vast zit, met kloek verstand over zich heen laten gaan. Ook waren zij niet blind en doof voor het andere,-, het nieuwe. Eerst keken zij den kat eens uit den boom, lieten alle tamtam aan zich voorbij gaan en kwamen tenslotte tot bepaalde conclusies. Zij luisterden niet naar de Duit- sche uitzendingen, doch ook niet naar de Engelsche. Zij zeiden: „beiden liegen", hoewel zij nimmer de Duitsche berichten op leugens konden betrap pen, doch de Engelsche herhaaldelijk bewijsbaar zagen overdrijven, ontken nen en falen. Over de vroegere regee ring en de koningin schortten zij hun oordeel op, daar zij zeiden, pas na terugkeer van deze, dit te kunnen uit brengen. Zij begrepen niets van de politieke corruptie, zij snapten ook niets van de diepere oorzdken van deze vlucht, en zij hadden een aandoenlijk, doch kinderlijk vertrouwen in de kreu- keloosheid. en onfeilbaarheid van vroe gere autoriteiten. Da autoriteit was iets onaantastbaars. Zij vonden de lieden, die ons in hoogste Instantie regeerden vanzelfsprekend „achtenswaardig". Naïf tot in het tragi :che. Als zij dan bemerkten dat deze on kreukbare lieden er dezelfde sluwe streken op na hielden als bepaalde handige kooplui, als zij zagen dat de geestelijken, zonder soutane en bef, vaak de akeligste soort egocentrische handelaars in religieuse zaken werden, die weinig interesse hadden voor het daadwerkelijk naleven van de wetten der liefde, ja, dan waren zij wel even pijnlijk getroffen, doch dan bedekten zij dit alras met de troost: „och we zijn allemaal gebrekkige menschen, en niemand is volmaakt". Daar de meesten hunner weinig meer gelezen hadden, dan hun belletristische lectuur, hun kranten en tijdschriften, doch nimmer ernstig hadden bestu deerd, welke de onderstromingen dezer maatschappij waren, konden zij ook niet anders denken, dan in- hun eigen c kleine gemoedelijke kringetje en eer- tijk gezegd, ze hadden er ook geen lust In om daar maar even buiten te treden. Dit lieten zij over aan sprekers, idealis ten, politici, dichters en fantasten. Zij- waren naïf tot in hei tragische toe. En indien zulke goedaardige menschen, wier leven eenigszins harmonieert aan dat van een geit, die aan een pin graast, 's morgens hun eitje niet meer aan het ontbijt vinden, en geen be schuitje met kaas, als deze achtens waardige, volstrekt niet verkeerde dames en heeren het dagelijksche prd- ^ramma zien verstoord door nieuwe wetten en besluiten, wier porié zij niet kunnen doorzien, worden zij kregel, bitter of indolent. Spreekt men met hen, dan zeggen zij twee dingen steevast„ik doe niet aan politiek" en „ik ben niet voor den Duitscher, maar ook niet voor Enge land, ik ben voor Nederland". Zij meenen dan, dat zij met deze ondoor dachte opmerking een, voldoende ant woord hebben gegeven aan alle stor mende tijdsvragen. Zij zijn voor gezapig Nederland. „Ik ben voor Nederland". Wat dat zeggen wil, weten zij ook niet goed I Eigenlijk bedoelen zij „ik ben voor wat ik vroeger bezat". Het ging voor mij let wel I voor mij /hier" best, en waarom zal ik over het leven van anderen denken? Ik gaf aan de liefdadigheid, het kerkzakje, ik gaf zelfs aan de deur, ik kocht welda- digheidspostiegels, en nou ja, er waren wat werkeloozen, maar in Nederland was het zoo kwaad nog niet. Niemand leed honger. ZIJ achtten het onbegrijpelijk, dat men, als men het zelf goed hcjd, cdles prijs gaf, ja gevaarlijk leefde en offer de, teneinde grooter en idieeler doel einde na te. streven. Zooiets doe je niet. Je zorgt eerst voor jezelf en dan, ja dandan zullen we nog er is zien. Deze lieden waren voor een gezapig Nederland. Indien zij het werkelijk voor Neder land opnamen, dan zouden .zij tenmin ste nu, nu de koloniën weg zijn, nu de hoogste belangen voor altijd om kantelen, meer aandacht gaan beste den aan wat er zooal gebeurt buiten Nederland. Indien zij een boer spreken, dan zul len zij hem hooren zeggén, dat de landbouw het niet hebben moest van Engeland. Dat men hier margarine moest eten (80 der bevolking) omdat onze boter hier te duur was, maar spot goedkoop in Engeland verkocht werd. Dan kunnen zij vernemen, dat Neder land alleen baat heeft bij een nauwe samenwerking met Duitschland en het verdere vasteland. Als'zij den midden- stander'hooren, zullen zij hetzelfde ver nemen. Spreken zij een tuinder, dito. En zouden zij een arbeider ontmoeten (iets wat hun zelden overkomt, dan op hun voordeurmatje) dan zouden zij wel licht begrijpen, dat deze ook meer be lang heeft bij een Duitsche, dan een Engelsche-, Amerikacmsche-, Russische vrier,,Jochap. Wat is Nederland dan? Nederland is voor velen maar een klank, een slagwoord, een idee, een begrip. Een veilig idee, dat welVoor enkelen. Maar Nederland is wat anders. Ne derland bestaat uit aarde, uit weilan den en rivieren, en wordt bewoond door een arbeidend volk.Dus wie over Nederland spreekt, moet allereerst denken over het welzijn van onzen bodem en van hen die daarop arbei den. Als men voor Nederlqnd wil zijn, zalmen derhalve voor hèn moeten zijn, jiie dit welzijn voorstaan en be vorderen. Hebt -gij al het bovenstaande wel eens bedacht in verband met de actie van den Nederlandschen Volksdienst Doordring U van dit kern-vraagstuk van onzen tijd en eens te beter zuli gij dan ook begrijpen, waarom de Volksdienst U zoo na aan het hart moet liggen. Wanneer ge dit vraagstuk in zijn vollen omvang begrijpt, dan zult ge ook geen dag langer meer willen aar zelen om lid te worden van dezen dienst. Daartoe kunt ge U aanmelden bij het plaatselijke buurtschapshoofd of op het provinciaal bureau, Singelsiraat 35 te Middelburg. H. Wie zijn dat Engeland? Amerika? De Sowjets? De Joden Het kapitaal NeenEn nogmaals neen 1 Deze machten, die op leven en dood strijden met het jonge Nationaal-Socialistische Duitschland, wenschen alleen de in. standhouding van een verouderd stel sel, dat neerkwam op bodemonteige ning, dictatuur van bezit tegenover niet- bezittenden, concentratie van macht aan bepaalde partijen en kerken ten koste van ons crezamenlijk volk en zijn levensbelangen. Geklassineer. Er bestond in zulk een Nederland niet het minste interesse voor het groote al- gemeene Nederlandsche belang, doch alleen voor het klassenbelan'g. Daar uit kwamen voort klasse-justitie, klasse- politie, klasse-onderwijs, klasse-kunst,, klasse-sport, klasse-moraal (zoozeer ge prezen door de Sowjets 1) klasse-geds- dienst en klasse-handel. Dit alles werd overkoepeld, door de klasse-politiek, die naar willekeur of stemmen in het klassineer-parlement, ons Nederland zoogenaamd regeerde. Deze regeeringswijze nu, die overal heerschte, vond baar ineenstorting in Duitschland, waar men totaal regeerde, d.w.z., waar men het welzijn van het gansche volk tot uitgangspunt nam, waaraan al het andere onderdanig moest zijn. Dit nu, er is natuurlijk veel meer over te zeggen, was één der grondstel lingen van de nieuwe leer, die men Nationaal-Socialisme noemde. Zulk een leer is geen import. Zij is universeel aanvaardbaar of verwerpelijk? Zij heeft echter bewezen voor Duitschland uit stekend te functioneeren, wat men al lang reeds ziet uit de geweldige disci pline en kracht, en ook het enthousias me, waarmee dit groote volk zijn vijanden weet van het lijf te houden. Zou het nu voor Nederland ook niet goed zijn,.dit Nationaal-Socialisme? Zou bet niet beter zijn dan wat wij voordien bezaten Zou land, volk, arbeid., onderwijs, enz., niet beter flpreerén, indien een einde werd gemaakt aan de dictatuur dér klasse en van het kapitaal? Gij weet, dat wij daarvan overtuigd zijn, en dat wij 8ns volk vroegen en nog vragen, het met ons, in samen- Hoe breng ik de lange door Dit is een vraag, die voor vele ménschen niet gemakkelijk is te beantwoorden: Wij zullen U hierin tegemoet komen en geven U een goeden raad. Koopt elke maand uit onderstaande boe ken en brochures één exemplaar- aan. U ontvangt waarde voor Uw geld en U verkrijgt door zelf te lezen een ruimen blik over hetgeen U moet weten. Laat U niets wijs maken, maar onderzoek zelf door eigen studie. Boeken. Voor Volk en Vaderlapd 6.50 Het Nationalisme v'èn de N.S.B. 3.25 Het Socialisme van de N.S.B. „3.50 Mijn Kamp (Nederl. vert.) „4.70 Nogmaals het verraad der N.S,B. 0.95 Van de Vos Reynaerde „1.50 Brandende Kwesties (M. Blokzijl) 2.50 Luisteraars Antwoorden (Max Blokzijl 2.10 Zes-Eeuwen Engeland „4.10 Langs de wegen van Gewond Vlaanderen „2.90 Mijn Tocht naar Scapa Flow „3.90 Hij leefde om te bouwen „4.90 Brochures. De N.S.B, in Nederland en de Cultuur 0.20 Pe Drie Bi'onnen 0.10 Groen v. Prins ter er, Dr. Kuyper en Mussert 0.40 Een beroep op h. gezond verstand „0.15 De Joden in Nederland it 0.25 Neerland's Toekomst „0.15 Waarom Mussert? „0.25 De Blinddoek af (Die goede oude tijd) 0.12 Het Joodsche Vraagstuk in Neder land „0.15 Roep om recht en orde ,0.06 Verkrijgbaar Diensthuis, Koningstraat 4, Goes. Kring huis N.S.B. te MTburg» Kromme Weele. Kringhuis N.S.B. te Terneuzen, Burgem. Geijlstraat^ en bij alle Groepsleiders. De Districtsmateriaalbeheerdèr. Bij den Keuringsdienst van Vee en Vleesch te Goes is met ingang van 1 November te vervullen de vaste betrekking van Rijksdiploma hulpkeprmeester is vereischt. Gezegelde sollicitaties vóór 8 October 1942 in te zenden aan den Burgemeester van Goes. werking met geheel Europa, onder leidmq van Duitschland, te wagen. Nederland, jawel maar in groot verband. Zeker wij zijn ook voor Nederland, maar niet voor een Nederland, dat, den ouden koers volgende (alleen de beurskoers van Amerika) zich verbeeldt zonder Duitschland en zonder Europa alleen zijn wegje te kunnen gaan. Dit Nederland is een utopie voor egoïsten. Wij zijn voor Nederland, wij zijn voor een eigen cultuur, voor eigen boeren, arbeiders, kunstenaars, tac.l, enz. enz., en daarvoor is ook Duiisch- land. En wees verzekerd, dat wij dit alles behouden zullen 1 Maar wij zijn niet voor'een 'Neder- - land, dat in schijn onafhankelijk, zich buiten de wil van dit volk, door enkele politieke hasardeurs, verkoopt, en dat zich laat vertegenwoordigen door avon turiers, als thans via Londen naar Ame rika zijn gevlucht en ons allerlafhar- tigst in den steek laten, juist als men hun voorlichting en steun van noode heeft. Neen 1 Daar zijn wij vierkant .tegen. Wij zijn voor een Nederland in groot verband met Duitschland en Europa samenwerkende, tot heil van ons geheele volk en niét van een heel klein deel. 'Het zou voor velen, die toch verstand genoeg hebben om daarover eens dieper na te denken, niet kwaad zijn, indien zij- beide Nederlanden eens gin gen bezien, een Nederland met hon derdduizenden van werkeloozen, ont- erfdé boeren, verarmde jaiddenstan- ders, stakende arbeiders én vergeten kunstenaars, of een Nederland onder Nationaal-Socialistisch bewind, dat door recht, orde, arbeid en opbloei- zal worden gekenmerkt. Wij twijfelen niet, of velen, die zeg gen voor-Nederland te zijn,'dit laatste lsedoelen. -- Dan zjjn wij het eens, en dan be hoeft ge heusch niet direct een inschrijf- biljetje in te vullen. Neen, wij hebben een volk noodig, dat alleen maar be grijpt, dat wij voor dit volk arbeiden willen in ons nog klein verband, er.i dat wij gelukkig zullen zijn, ihdie*! anderen dat ook doen. Dan zullen wij elkander immers toch eenmaal ont moeten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 3