Het gezin in het Nietawe Duitschland Waarom staat de Duitsche arbeider wel achter Hitier De Arbeidsdienst t afscheid Fen"woord tot Pakketten naar het front Het gezin in het leven en in het lot van een volk. - Gezinszorg. tegelijk Als de bron van het jonge geslacht en als de gemeenschap, waarin dit geslacht telkens opgroeit,, is het gezih de stevige grondslag van1 een volk. In deze niet te vervangen z^nc'ing kan het gezin echter alleen dan van waarde en duur zijn, indien het in de eerste plaats op liefde en trouw van twee menschen gegrondvest is en blijft. Op zichzelf is het feit, dat gezinnen gesticht worden, die aan d© volksge meenschap kinderen schenken, nog niet beslissend voor de toekomst van een volk. Kinderen moeten in een or delijk gézin opgroeien, dat reeds in de prille jeugd hun zedelijke krachten ont wikkelt en ze opleidt om een plaats in de maatschappij te nemen en voor el kander «fep te komen. De opvoeding van een degelijk nakomelingschap is echter in volkomen manier slechts mogelijk, wanneer de eendrachtige ge meenschap der ouders in het middel punt van, het gezin staat. Het huwelijk uitgangspunt., Het gezin staat dus niet alleen in dienst van de toekomst van het kind en van de komende volksg, neen- schap. Het omvat tegelijkertijd het heden en de toekomst van de echtge- nooten en daarom moet men bij het beschouwen van het gezin bij zijn uit gangspunt, het huwelijk, beginnen. Toen in de laatste jaren de intus- schen voltrokken hervorming va.i de Duitsche echtscheidingswet voorbereid werd,, is men het ook over taak en deel van het huwelijk eens geworden. In de bewoording van een rechtsgeleerde, die daarbij diepe Duitsche gevoelens vertolkt, leest men onder meer „Het huwelijk is de nauwste,' d.w.z. de völmaakste gemeenschap, waartoe wij in staat zijn, het is de innigste men- schèlijke betrekking, de verbondenheid vcm twee menschen in lief en leed. Het streeft naar geestelijke en licha melijke eenheid van man en vrouw door het medevoelen en medebeleven van alles. Het is de saamhoorigheid tegenover de vaak wreede werkelijke heid van het leven, met en door de welke het opwast en die het overwint. De eeuwige verbinding. De echt wil het grootste overtrouwen, de algemeene rondborstigheid en de meest onbevreesde openhartigheid van twee menschen tegenover elkander. Hij is de grootste verbondenheid in tact voller afstand, rriaar tevens ook de grootste vrijheid in eeuwige verbinding. Allermeest echter wordt het huwelijk bepaald dopr het kind als het laatste doeleinde van de oneindig wonderbare vereeniging. En hier groeit dan het huwelijk boven zichzelf uit- in de ver wekking, de verzorging en vooral in de opvoeding van het kind namelijk wordt de kring gesloten, die de ge meenschap vormt en hier knoopt het huwelijk op de zichtbaarste wijze aan aan den zin vcm het leven en vervult dien zin met onoplosbaren gemeen schapsgeest." Hooge opvattingen. De nationaal-socialistische omwente ling heeft deze hooge opvatting van huwelijk en gezin weer tot wet verhe ven, nadat, marxisme en liberalisme jarenlang verzuimd hadden, voor de innerlijke en uiterlijke voorwaarden van een gelukkig huwelijks- en familie leven zorg te dragen. Hier was het echter niet voldoende, met een zedepreek voor een edeler opvatting op te komen. Wannéér 'een volk in het harmonisch gevormde gezin de bron van niéuw en sterk leven ziet, rpoet het voor dat gezin ook de levens voorwaarden scheppen. -De levensgemeenschap van man en vrouw mag zich niet tot de overwin ning van stoffelijke moeilijkheden" be perken, zoodra talrijk kroost uit den echt wordt geboren. Het huwelijk als zoodanig, het levensverbond van twee menschen, vereischt de bescherming van de geheele gemeenschap des volks. En ook als bakermat van het jpnge geslacht móet acm het gezin alles ten goede komen, wat een volk in zede lijk en maatschappelijk opzicht te aeven vermag. De zorg voor het gezin door de meest uiteenloopende begunstigingen en ver lichtingen is jarenlang een zeef betwist viaagstuk geweest. De hulp aan het gezin mocht geen aalmoes zijn, die uit medelijden wordt verstrekt. Derhalve werden geen nieuwe hulpmaatregelen voor het gezin beraamd, maar wel werden de maatschappelijke inrichtin gen zoo verruimd en/of gewijzigd, dat het gezin met kinderen^ als de biolo gisch natuurlijke vorm beschouwd werd en als uitgangspunt van alle maatregelen diende. (wordt vervolgd.) Op 1 Juni heb ik Zierikzee en daar mede tevens onze goede provincie Zeeland verlaten om een andere be trekking te aanvaarden. Het is me een behoefte om in „De Zeeuwsche Stroom", het blad waarin ik het genoegen had eenigen tijd bijdragen te plaatsen, 'een woord van afscheid te richten tot alle Zeeuwsch^ kameraden en verdere lezers. De reden van mijn vertrek is daarin gelegen, dat ik de huisartsenpraktijk vaarwel heb gezegd om me verder te gaan specialiseeren in de chirurgie. Het is dus niet zóó, dat ik „door de politiek" aan een ruim betaalde be trekking ben geholpen. Integendeel, ik wil, om misverstanden te voorkomen, op deze plaats mededeelen, dat mij thans een waarschijnlijk zware leertijd wacht, met een bezoldiging, die, of schoon voldoende, werkelijk geen over vloedige zal zijn, doch die het noodig zal maken zeer zuinig en eenvoudig te leven. Aan de andere kant is het pok niet, zooals wel beweerd is, dat ik uit Zie rikzee moest „vluchten", omdat ik toch niets meer te doen had. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat de boycot van mijn practijk na mijn over gang tot het Nationaal-Socialisme aan zienlijk was. Het allergrootste gedeelte echter is mij in deze bewogen jaren trouw gebleven,-ofschoon dat voor het meerendeel -uit tegenstanders bestond, en zelfs vaak zeer heftige Ik wil hier gaarne verklaren, dat ik hen van harte dankbaar ben voor hun - trouw, omdat het mij bekend is, welk een zware druk er vaak op hen werd uitgeoefend door vooraanstaande men schen uit de afgesloten „democrati sche" periode, voor wie geen laster te min, geen scheldwoorden te „onbe schaafd" waren. In een kleine omge ving zijn zulke lieden natuurlijk mij allen /bekend. De warme gevoelens van aanhankelijkheid die ik in de laat ste weken vóór mijn vertrek mocht on dervinden, zullen voor mij onvergete lijk blijven Aan de eene zijde hebben deze uitingen mij het vertrek niet ge makkelijk gemaakt, ~aan ,de andere zijde hebben zij mij zekerheid gege ven dat mijn werk in Zierikzee en' Ouwerkerk, met alle fouten die daar aan ook 'hebben gekleefd, niet tever geefs is geweest. Meer dan officieele huldigingstoe spraken zouden gekund hebben, heb ben de eenvoudige en welgemeende afscheidswoorden van tallooze oud patiënten een diepen indruk op mij gemaakt In velerlei opzicht is gedurende ons verblijf van twaalf jaren in Zierikzee, ljef en leed ons niet gespaard. Op deze plaats wil ik alleen daar over^ iets vermelden voor zoover dit verband houdt met den strijd voor het N ationaal-Socialisme.. De arbeiders trouw. Niet om de „mindere verdiensten", maar wèl om de vaak ergerlijke trou weloosheid die eruit sprak, heeft het me vaak erg veprdroten, wanneer lieden om politieke redenen mij in den steek lieten. In het algemeen kan gezegd worden, dat, hoe „b'eter" de stand was, des te ongemomierder velen zich tegen over mij gedroegen.' Het is een feit, dat de talrijkste 7— en tevens de be langrijkste klasse van het volk, de arbeidersklasse, mij het allertrouwst is gebleven. En waar deze de basis van elke huisartsenpractijk uitmaakt, ligt hierin de oorzaak, dat ik werkelijk niet „van armoede" weg moest. Het waren echter in hoofdzaak -zij, die tot de zgn. élite behoorqn of zich verbeelden dat zij daartoe' behooren wat ont wikkeling ens geldbuidel betreft, die zulke gemeene leugens en vuile laéter verspreidden, dat men er niet eens kwaad om kon zijn, doch er alleen nog maar om lachen kon. Ofschoon ik reeds jaren tevoren het gevoel had, dat er veel haperde, is mij in de laatste twee jaren volkomen zeker geworden, dat de leidende lagen van ons volk geestelijk en moreel totaal verworden zijn door het vergift dat het jodendom vooral in de laatste twintig jaren via de 'krant, radio, school en kerk hen druppel voor druppel heeft ingegeven, zonder dat zij het zelve gemerkt hebben. De laffe, èejrlooze en trouwelooze houding, die zij tegenover de gróote vragen van onzen tijd inne men is bedroevend. Een kleine plaats als Zierikzee is m daartoe een niet te overtreffen leer school, doordat men daar iedereen kent, weet met wie hij omgaat, wie hem beïnvloedt, aan wien en door wien hij geld verdient, enz. Men kent daar zeer 'nauwkeurig, haast tot op de cent af, aan wat voor betaalde baantjes men in de bovenste laag (de Zierikzéesche plutocratie el kaar helpt of vroeger heeft geholpen. ■En ik kan uit ervaring spreken, wan neer ik zeg, dat het een heele toer is, om daarin moreel niet teh onder te gaan. In de arbeidersklasse daarentegen vindt meft nog cje echt-Nederlandsche, eerlijke en onverpeste kern, de men schen die aan den lijve ondervonden hebben, tot welk een onrecht de af- geloopen joodsch-kapitalistische perio de heeft geleid, welk een armoede en leed er in hunne gezinnen in den „goeden tijd van voor den lOën Mei" heeft -geheerscht, onder het motto „er is geen geld" 1 Waarom zoo Velen hiervan zijn anti-Duitsch, anti- Nationaal-Socialistisch met den mond, omdat zij nog steeds huri eenmaal ge geven vertrouwen in. hun vroegere leiders maar niet kunnen verbreken, omdat zij zich ten eenemale niet kun nen voorstellen, dat er menschen op de wereld zijn,- die zooals de joden zoo doortrapt gemeen zijn, dat zij' ach'ter een vaak beminnelijk gezicht alleen aan eigen hebzucht en schraab- - zucht denken. Ook bij hen zal echter op een goeden dag het inzicht Baan braken dat zij bedrogen zijn, dat alle armoede en 'achteruitgang waaronder zij te lijden hebben gehad volmaakt onnoodig zijn geweest, dat alleen de jood en zijn betaalde trawanten onder de Nederlanders, daaraan schuldig zijn, met deze bedoeling, dat de armoe de en verwording van steeds grooteite lagen van ons Nederlandsche Volk, ons Volk rijp en murw moest maken om de jood tot nu toe nog vrijwel alleen achter de schermen, maar daar door des te gemeener en gevaarlijker ook openlijk als heer en meester te aanvaarden, geheel volgens de jood- sche profetieën adie ieder in het Oude Testament kan lezen. Op dien dag zal de arbeider achter ons staan en mede werken aan den geestelijken weder opbouw van ons Volk. Tot mijn kameraden wil ik zeggen gedraag U waardig, denk vooral niet dat de strijd reeds gestreden is, in tegendeeldeze begint pas Wilt gij de maatschappij hervormen, geef dan het goede voorbeeld Verval niet in de helaas vaak ge maakte fout van een houding aan te nemen, dat gij meer zijt dan een ander Verdiep U in al de vrije tijd die gij bezit in Nationaal-Socialistische lectuur, niet alleen in kranten, vooral ook in boeken Sla geen enkele vormingsbijeen komst over Wees op uw werk een voorbeeld van plichtbetrachting Nog tjl te vaak hoort men klachten over zoogenaamde Nat.- Socialisten die er de kantjes aflooper^. Of meedoen aan zwarte handel, be drog van de Duitsche Weermacht, enz. Een slecht Nationaal-Socialisl breekt moor af dan honderd goede met hard werken kunnen opbouwen Eerst wanneer aan deze voorwaar- V, den door alle kameraden wordt vol daan, bestaat de zekerheid dat men ons in de kern eerlijke Volk mede krijgt. Want de groote massa verlangt naar een beginsel waarop wij allen elkaar de hand kunnen reiken. Het oude wenscht vrijwel niemand terug. Men wil alleen de zekerheid, dat de voortrekkers van dén „nieuwen tijd" ook met de daad toonen dat zij beter zijn dan de thans uitgeschakelde oude heerschende en bezittende klasse. Toont men dit niet, dan is alle pro paganda tevergeefs. Persoonlijk zeg ik de eerstkomende jaren de politiek vaarwel en ga mij geheel toeleggen op eigen vak en studie. Mede omdat in de komende, Nat.-Socialistische periode ieder volks genoot het maximum uit zichzélf dient te halen van wat er volgens aanleg uit hem tfe halen .valt. Eerst wanneer ieder zulks doet, kan de nieuwe wereld waarvoor thans zooveel bloed en tranen vloeien, ook werkelijk worden opgebouwd. Met schoone redevoerin gen alleen is zulks niet te bereiken Ik groet dan nu alle lezers van „De Zeeuwsche Stroom" en wenscl> alle kameraden een goeden strijd C. J. M. Boogerd. Adres vanaf 6 JuniPius-l^ospitaal, Oldenburg (Oldenburg). Het Hoofdkwartier van hét Vrijwil ligers Legioen Nederland deelt mede, dat de mogelijkheid geopend is, - om pakketten te zenden aan vrijwilligers, die in lazaretteh in Duitschland ver pleegd worden. Vanwege het Hoofd kwartier worden enkele honderden kistjes aangemaakt waarin geschen ken aan de gewonden toegezonden kunnen worden. In deze kistjes kun nen dan tevens de goederen worden bij gepakt, die familieleden aan. hen willen afzenden. Zij die van deze gelegenheid gebruik willen maken, zenden daartoe hun pak ketten aan het Hoofdkwartier van Het Vrijwilligers Legioen Nederland, Ko ninginnegracht 22, Den Haag. Het verdient aanbeveling de pakket ten aangetee'-errd af te zenden. Men gelieve op de pakketten nauwkeurig opgave van. het lazeret of ziekenhuis "■waar de gewonde verpleegd wordt. De pakketten dienen zoo spoedig mogelijk afgezonden te worden. Bebel's woorden uit zijn groote rede in den Rijksdag in het voorjaar 1904 gehouden, waarin hij den burgerlijken partijen toeriep „Voor het geval dat Duitschland in een oorlog de aange vallene zou zijn, in een oorlog, Waarin het om het bestaan van Duitschland gaat, dan, ik geef U hierop mijn woord, zijn wij tot den laatsten man bereid, met inbegrip van de oudsten onder ons, om het geweer op den schouder te nemen teneinde onzen- Duitschen bodem te verdedigen", hebben de Duit sche arbeiders nooit kunnen vergeten. Dat heeft het jaar 1914 onomstoote- lijk bewezen. De huitenlandsche, meestal joodsche leiders nebben dan ook meerdere ma len den Duitscher zijn nationaal gevoel •verweten. Men behoeft slechts de briefwisseling na te slaan, welke tusschen den Duit schen vakvereenigingsleider Carl Le- gien en zijn vroegere Fransche en En- gelsche vrienden bij het begin van den wereldoorlog werd gevoerd. Dit nationalejgevoel kon een tijdlang dood schijnen. De vijanden van het rijk hebben er voor gezorgd, dat het weer opleefde. De last der tribuutbetalingen, die in de eerste plaats door. den arbeider ge dragen werd en waardoor iedere ver betering van zijn levensstandaard on mogelijk werd gemaakt, was een harde leerschoolditzelfde geldt ook voor het protest der Geallieerden tegen het plan, dat Oostenrijk zich bij Duitschland zou aansluiten, hetgeen juist door den ar beider geeischt werd. In den tegenstand van de Separisten in het Rijnland, evenals in het geplëeg- de lijdelijk verzet na het binnenrukken der Franschen in het Roergebied, heeft zich het voorhanden zijn van dezen nationalen wil bij den Duilgchen arbei der gedemonstreerd. Want hij heeft in dezen harden en zworen strijd iri elk opzicht zijn man gestaan. En deze wil is in den loop der daar aanvolgende jaren steeds weèr hier en daar opgevlamd. Hoofdzakelijk blèef het natuurlijk slechts bij een on bewust, doch nooit geheel uitgedoofd gevoel. De vakvereenigingsleidérs w.aren te zwak om het aan te wakke ren, de joodsche partij-leiders wilden het zeer zeker niet opgewekt hebben. Doch' némen we nog eens den tijd na den wereldoorlog in beschouwing. De droom vgn het socialisme was zeer snel vervlogen. Tengevolge .van den door het buitenland uitgeoefenden druk, moest hij volkomen worden op gegeven. Men troostte zich met de ge dachte, dat men dan toch in elk geval de democratie had verwerkelijkt! Doch ook aan dit feit begon men reeds spoe dig te twijfelen. Voor een paar honderd leiders, die in den Rijksdag of in het parlement der afzonderlijke Duitsche staten huri in tocht hadden gehouden, was met deze democratie weliswaar de sociale vraag opgelost, doch voor de groote massa bleef alles bij het oude. De loonen stegen niet, de inflatie nam nog het laatste beetje overgespaard geld weg, ■na de stabilisatie van de mark was het loonpeil lager dan ooit en slechts na moeizaam en onophoudelijk worstelen gelukte het de loonen op een hooger niveau te brengen. Men moest echter al gauw toegeven, dat ook vele van deze loonsverhoogin- gen misleidend waren. Want, al steeg dan het standaardlaon, de prijzen der goederen stegen dikwijls nog sneller, zoodat het werkelijke loon zich eerder in ees dalende dan in een' stijgende lijn bewoog. En men wees den arbeider dan steeds weer op den ontzettenden druk, welke door.het dictaat van Ver sailles werd uitgeoefend. Teneinde de betalingen der opgeleg-, de oorlogsschattingen mogelijk te ma ken, was men gedwongen te expbr- teeren. Tengevolge van dén meedoo- genloozen concurrentiestrijd op de we reldmarkten eischte de export lage prijzen, dus ook lage productiekosten, en dat wil in de eerste plaats zeggen lage arbeidsloonen. De socialistische „leiders"-probeerden weliswaar meest al den waren samenhang der dingen te verbloemen, doch de arbeiders kwamen er toch steeds weer achter. Het nationaal-socialisme heeft dan aangetoond, hoe de vork in den steel zat. (wordt vervolgd.) Wie niet werkt, die zal niet eten. Dat het meerendeel der z.g. gegoede burgers de Arbeidsdienst verwerpt, is bij eenig nadenken begrijpelijk. Want zoo goed als het voor het gros der rijkelijk, of althans meer dan voldoende met aardsche goederen gezegenden §en onbestaanbaar iets is, om door een volksgenoot, die minder fortuinlijk geweest is in het veroveren van een maatschappelijke positie, met "kame raad" te worden aangesproken, zoo voelen zij hef als iets verschrikkelijks aan, dat hun zoon of dochter hetzelfde werk Zou moeten verrichten en op pre cies dezelfde manier zou behandeld worden als het kind van zoo'n maat schappelijk minder geslaagde. Toch zijn er nog erger dingen dan de Arbeidsdienst. S Dat is onzedelijk I Verschrikkelijk, onchristelijk en on zedelijk is bijvoorbeeld één der pro ducten van de „oude orde", n.l. dat meisjes en jongens van nauwelijks vijftien jaar,, van 's morgens vroeg tot 's avonds op het land moeten werken, hard moeten werken, voor een joden- fooi., Wij kennen het volwassen type Van deze landarbeidersvrouw en njan, met Run vroeg-oude en verweerde ge zichten. Wij. kennen de typische krom gebogen rug van de afgedankte arbei der op hoogen leeftijd. Wij Weten, dat de hoofdoorzaak hiervan ligt in de slechte sociale verhoudingen en ver- wenschen het systeem van het kapita lisme, dat gezonde arbeid niet tot een zegen, maar tot een vloek maakt. En duizendmaal overtuidsd zijn wij, dat die jongens en meisjes de Arbeidsdienst, wanneer zij hierin'treden, niet aan den lijve zullen ondervinden als iets ver schrikkelijks, zij'zijn niet arbeidsschuw en hebben geen last van een te weeke opvoeding, maar dat zij er naar li chaam en geest'wèl bij zullen varen. Voor deze een verfrissching.- Wij kennen het adspirant-dienst- meisje van het platteland, dat naar de naburige provincieplaats of groote stad trektwe hebben hen zien staan achter de toonbanken van café's als buffetjuffrouw 'en al wat aan deze be- -trekking vastzit, zooals het moeten meedrinken met de bezoekers en het aanhooren van minder nette grappen, en dit alles voor een jodenfooi en met zeer weinig vrije uren. En wij weten, dat ook zij niets tegen den Arbeids dienst zouden hebben als zij ermee bekend waren. Ook de dienstboden en werksters-in gesloten huizen, ook zij weien wat werken beteekent, in de meeste ge vallen tegen een geringe belooning. - Ook zij kennen geen arbeidsvrees. en ook voor hen -beteekent de Arbeids dienst een verfrissching. Wij kennen de sociale voorwaarden van 0 landarbeidster, cafémeisje en dienstbode en we weten, dat ook hier voor het Arbeidsfront nog veel te ver richten is. 9 Voor Zondagskinderen een leerschool. Inderdaad is er een categorie, die het in den Arbeidsdienst niet gemakkelijk zou hebben. Dat zijn de verwende en'Verwaten zondagskinderen, die nooit geleerd hebben de handen uit de mouwen te steken. Die van huis uit, door hun op voeding een valsch superioriteitsgevoel meegekregen hebben, dat hen verheft boven het gewone arbeiderskind. Maai; juist voor hen is de Arbeids dienst eén scholing waar hen behalve de arbeid ook nog getracht zal worden bij" te brengen socialistisch gemeen schapsgevoel, kameraadschap, liefde tot den medemensch. Wat door hun opvoeding aan hen is bedorven, zal de Arbeidsdienst weer probeeren goed te maken. Gij, tegenstanders van den nieuwen tijd, gij veroordeelt den Arbeidsdienst. Maar hebt gij ooit geprotesteerd tegen één van de hierboven geschetste toe standen? Hebt ge dit nagelaten? Dan was dat niet omdat ge er geen ge legenheid toe had, onze kranten had den in den voor-oorlogstijd rubrieken die openstonden voor het publiek, en eindelooze kolommen' werden meer malen verknoeid aan vruchtelooze po lemieken. Ge hebt het dus nagelaten omdat ge er geen oog voor had, omdat het U niet kon schelen hoe een groot deel van ons volk verkommerde. Ge had er geen oog voor, omdat ge toen leefde in uw gezapige rust en uw on uitstaanbare pedanterie. Maar nu is de nieuwe tijd aangebroken en heeft U wakker geschud, dè nieuwe tijd, die van U verlangt, dat ook gij daadwer kelijk bouwer wordt aan de Socialis tische gemeenschap. De nieuwe tijd, die Arbeidsdienst verlangt, ook van uw jongen of meisje. In de nieuwe rechtvaardige gemeenschap die op komst is, ondanks uw tegenstand, zal den werkers gelijke kansen geboden worden, voor alle volksgenooten zal dan het devies geldendie niet werkt zal ook niet eten. Dienstbaarheid aan den arbeid, met gelijke kansen voor alle volksgenoo ten, waarbij ten slotte slechts het ge heele valk wèl kan varen. De nieuwe tijd heeft ook U noodig, omdat zij nie mand die van goeden wil is, uitstoot, en omdai slechts een eendrachtig volk welvarend kan zijn. De Arbeidsdienst is trots alle laster en verdachtmaking een pracht instel- ling van den nieuwen tijd, en een stap op den weg naar het waarachtig So cialisme, m

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 3