Het gezin in het Nietawe Duitschland
Waarom staat de Duitsche arbeider wel
achter Hitier
De Arbeidsdienst
t
afscheid
Fen"woord tot
Pakketten naar het front
Het gezin in het leven en in het lot van een volk. -
Gezinszorg.
tegelijk
Als de bron van het jonge geslacht
en als de gemeenschap, waarin dit
geslacht telkens opgroeit,, is het gezih
de stevige grondslag van1 een volk. In
deze niet te vervangen z^nc'ing kan
het gezin echter alleen dan van
waarde en duur zijn, indien het in de
eerste plaats op liefde en trouw van
twee menschen gegrondvest is en blijft.
Op zichzelf is het feit, dat gezinnen
gesticht worden, die aan d© volksge
meenschap kinderen schenken, nog
niet beslissend voor de toekomst van
een volk. Kinderen moeten in een or
delijk gézin opgroeien, dat reeds in de
prille jeugd hun zedelijke krachten ont
wikkelt en ze opleidt om een plaats in
de maatschappij te nemen en voor el
kander «fep te komen. De opvoeding
van een degelijk nakomelingschap is
echter in volkomen manier slechts
mogelijk, wanneer de eendrachtige ge
meenschap der ouders in het middel
punt van, het gezin staat.
Het huwelijk uitgangspunt.,
Het gezin staat dus niet alleen in
dienst van de toekomst van het kind
en van de komende volksg, neen-
schap. Het omvat tegelijkertijd het
heden en de toekomst van de echtge-
nooten en daarom moet men bij het
beschouwen van het gezin bij zijn uit
gangspunt, het huwelijk, beginnen.
Toen in de laatste jaren de intus-
schen voltrokken hervorming va.i de
Duitsche echtscheidingswet voorbereid
werd,, is men het ook over taak en deel
van het huwelijk eens geworden. In
de bewoording van een rechtsgeleerde,
die daarbij diepe Duitsche gevoelens
vertolkt, leest men onder meer
„Het huwelijk is de nauwste,' d.w.z.
de völmaakste gemeenschap, waartoe
wij in staat zijn, het is de innigste men-
schèlijke betrekking, de verbondenheid
vcm twee menschen in lief en leed.
Het streeft naar geestelijke en licha
melijke eenheid van man en vrouw
door het medevoelen en medebeleven
van alles. Het is de saamhoorigheid
tegenover de vaak wreede werkelijke
heid van het leven, met en door de
welke het opwast en die het overwint.
De eeuwige verbinding.
De echt wil het grootste overtrouwen,
de algemeene rondborstigheid en de
meest onbevreesde openhartigheid van
twee menschen tegenover elkander. Hij
is de grootste verbondenheid in tact
voller afstand, rriaar tevens ook de
grootste vrijheid in eeuwige verbinding.
Allermeest echter wordt het huwelijk
bepaald dopr het kind als het laatste
doeleinde van de oneindig wonderbare
vereeniging. En hier groeit dan het
huwelijk boven zichzelf uit- in de ver
wekking, de verzorging en vooral in
de opvoeding van het kind namelijk
wordt de kring gesloten, die de ge
meenschap vormt en hier knoopt het
huwelijk op de zichtbaarste wijze aan
aan den zin vcm het leven en vervult
dien zin met onoplosbaren gemeen
schapsgeest."
Hooge opvattingen.
De nationaal-socialistische omwente
ling heeft deze hooge opvatting van
huwelijk en gezin weer tot wet verhe
ven, nadat, marxisme en liberalisme
jarenlang verzuimd hadden, voor de
innerlijke en uiterlijke voorwaarden
van een gelukkig huwelijks- en familie
leven zorg te dragen.
Hier was het echter niet voldoende,
met een zedepreek voor een edeler
opvatting op te komen. Wannéér 'een
volk in het harmonisch gevormde gezin
de bron van niéuw en sterk leven ziet,
rpoet het voor dat gezin ook de levens
voorwaarden scheppen.
-De levensgemeenschap van man en
vrouw mag zich niet tot de overwin
ning van stoffelijke moeilijkheden" be
perken, zoodra talrijk kroost uit den
echt wordt geboren. Het huwelijk als
zoodanig, het levensverbond van twee
menschen, vereischt de bescherming
van de geheele gemeenschap des
volks. En ook als bakermat van het
jpnge geslacht móet acm het gezin alles
ten goede komen, wat een volk in zede
lijk en maatschappelijk opzicht te
aeven vermag.
De zorg voor het gezin door de meest
uiteenloopende begunstigingen en ver
lichtingen is jarenlang een zeef betwist
viaagstuk geweest. De hulp aan het
gezin mocht geen aalmoes zijn, die uit
medelijden wordt verstrekt. Derhalve
werden geen nieuwe hulpmaatregelen
voor het gezin beraamd, maar wel
werden de maatschappelijke inrichtin
gen zoo verruimd en/of gewijzigd, dat
het gezin met kinderen^ als de biolo
gisch natuurlijke vorm beschouwd
werd en als uitgangspunt van alle
maatregelen diende.
(wordt vervolgd.)
Op 1 Juni heb ik Zierikzee en daar
mede tevens onze goede provincie
Zeeland verlaten om een andere be
trekking te aanvaarden. Het is me een
behoefte om in „De Zeeuwsche Stroom",
het blad waarin ik het genoegen had
eenigen tijd bijdragen te plaatsen, 'een
woord van afscheid te richten tot alle
Zeeuwsch^ kameraden en verdere
lezers.
De reden van mijn vertrek is daarin
gelegen, dat ik de huisartsenpraktijk
vaarwel heb gezegd om me verder te
gaan specialiseeren in de chirurgie.
Het is dus niet zóó, dat ik „door de
politiek" aan een ruim betaalde be
trekking ben geholpen. Integendeel, ik
wil, om misverstanden te voorkomen,
op deze plaats mededeelen, dat mij
thans een waarschijnlijk zware leertijd
wacht, met een bezoldiging, die, of
schoon voldoende, werkelijk geen over
vloedige zal zijn, doch die het noodig
zal maken zeer zuinig en eenvoudig
te leven.
Aan de andere kant is het pok niet,
zooals wel beweerd is, dat ik uit Zie
rikzee moest „vluchten", omdat ik toch
niets meer te doen had.
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat de
boycot van mijn practijk na mijn over
gang tot het Nationaal-Socialisme aan
zienlijk was. Het allergrootste gedeelte
echter is mij in deze bewogen jaren
trouw gebleven,-ofschoon dat voor het
meerendeel -uit tegenstanders bestond,
en zelfs vaak zeer heftige
Ik wil hier gaarne verklaren, dat ik
hen van harte dankbaar ben voor hun -
trouw, omdat het mij bekend is, welk
een zware druk er vaak op hen werd
uitgeoefend door vooraanstaande men
schen uit de afgesloten „democrati
sche" periode, voor wie geen laster te
min, geen scheldwoorden te „onbe
schaafd" waren. In een kleine omge
ving zijn zulke lieden natuurlijk mij
allen /bekend. De warme gevoelens
van aanhankelijkheid die ik in de laat
ste weken vóór mijn vertrek mocht on
dervinden, zullen voor mij onvergete
lijk blijven Aan de eene zijde hebben
deze uitingen mij het vertrek niet ge
makkelijk gemaakt, ~aan ,de andere
zijde hebben zij mij zekerheid gege
ven dat mijn werk in Zierikzee en'
Ouwerkerk, met alle fouten die daar
aan ook 'hebben gekleefd, niet tever
geefs is geweest.
Meer dan officieele huldigingstoe
spraken zouden gekund hebben, heb
ben de eenvoudige en welgemeende
afscheidswoorden van tallooze oud
patiënten een diepen indruk op mij
gemaakt
In velerlei opzicht is gedurende ons
verblijf van twaalf jaren in Zierikzee,
ljef en leed ons niet gespaard.
Op deze plaats wil ik alleen daar
over^ iets vermelden voor zoover dit
verband houdt met den strijd voor het
N ationaal-Socialisme..
De arbeiders trouw.
Niet om de „mindere verdiensten",
maar wèl om de vaak ergerlijke trou
weloosheid die eruit sprak, heeft het
me vaak erg veprdroten, wanneer lieden
om politieke redenen mij in den steek
lieten. In het algemeen kan gezegd
worden, dat, hoe „b'eter" de stand was,
des te ongemomierder velen zich tegen
over mij gedroegen.' Het is een feit,
dat de talrijkste 7— en tevens de be
langrijkste klasse van het volk, de
arbeidersklasse, mij het allertrouwst is
gebleven. En waar deze de basis van
elke huisartsenpractijk uitmaakt, ligt
hierin de oorzaak, dat ik werkelijk niet
„van armoede" weg moest. Het waren
echter in hoofdzaak -zij, die tot de zgn.
élite behoorqn of zich verbeelden
dat zij daartoe' behooren wat ont
wikkeling ens geldbuidel betreft, die
zulke gemeene leugens en vuile laéter
verspreidden, dat men er niet eens
kwaad om kon zijn, doch er alleen nog
maar om lachen kon.
Ofschoon ik reeds jaren tevoren het
gevoel had, dat er veel haperde, is mij
in de laatste twee jaren volkomen
zeker geworden, dat de leidende lagen
van ons volk geestelijk en moreel totaal
verworden zijn door het vergift dat het
jodendom vooral in de laatste twintig
jaren via de 'krant, radio, school en
kerk hen druppel voor druppel heeft
ingegeven, zonder dat zij het zelve
gemerkt hebben. De laffe, èejrlooze en
trouwelooze houding, die zij tegenover
de gróote vragen van onzen tijd inne
men is bedroevend.
Een kleine plaats als Zierikzee is
m daartoe een niet te overtreffen leer
school, doordat men daar iedereen
kent, weet met wie hij omgaat, wie hem
beïnvloedt, aan wien en door wien hij
geld verdient, enz.
Men kent daar zeer 'nauwkeurig,
haast tot op de cent af, aan wat voor
betaalde baantjes men in de bovenste
laag (de Zierikzéesche plutocratie el
kaar helpt of vroeger heeft geholpen.
■En ik kan uit ervaring spreken, wan
neer ik zeg, dat het een heele toer is,
om daarin moreel niet teh onder te
gaan.
In de arbeidersklasse daarentegen
vindt meft nog cje echt-Nederlandsche,
eerlijke en onverpeste kern, de men
schen die aan den lijve ondervonden
hebben, tot welk een onrecht de af-
geloopen joodsch-kapitalistische perio
de heeft geleid, welk een armoede en
leed er in hunne gezinnen in den
„goeden tijd van voor den lOën Mei"
heeft -geheerscht, onder het motto „er
is geen geld" 1
Waarom zoo
Velen hiervan zijn anti-Duitsch, anti-
Nationaal-Socialistisch met den mond,
omdat zij nog steeds huri eenmaal ge
geven vertrouwen in. hun vroegere
leiders maar niet kunnen verbreken,
omdat zij zich ten eenemale niet kun
nen voorstellen, dat er menschen op
de wereld zijn,- die zooals de joden
zoo doortrapt gemeen zijn, dat zij'
ach'ter een vaak beminnelijk gezicht
alleen aan eigen hebzucht en schraab-
- zucht denken. Ook bij hen zal echter
op een goeden dag het inzicht Baan
braken dat zij bedrogen zijn, dat alle
armoede en 'achteruitgang waaronder
zij te lijden hebben gehad volmaakt
onnoodig zijn geweest, dat alleen de
jood en zijn betaalde trawanten onder
de Nederlanders, daaraan schuldig
zijn, met deze bedoeling, dat de armoe
de en verwording van steeds grooteite
lagen van ons Nederlandsche Volk,
ons Volk rijp en murw moest maken
om de jood tot nu toe nog vrijwel
alleen achter de schermen, maar daar
door des te gemeener en gevaarlijker
ook openlijk als heer en meester te
aanvaarden, geheel volgens de jood-
sche profetieën adie ieder in het Oude
Testament kan lezen. Op dien dag zal
de arbeider achter ons staan en mede
werken aan den geestelijken weder
opbouw van ons Volk.
Tot mijn kameraden wil ik zeggen
gedraag U waardig, denk vooral niet
dat de strijd reeds gestreden is, in
tegendeeldeze begint pas
Wilt gij de maatschappij hervormen,
geef dan het goede voorbeeld
Verval niet in de helaas vaak ge
maakte fout van een houding aan te
nemen, dat gij meer zijt dan een ander
Verdiep U in al de vrije tijd die gij
bezit in Nationaal-Socialistische lectuur,
niet alleen in kranten, vooral ook in
boeken
Sla geen enkele vormingsbijeen
komst over
Wees op uw werk een voorbeeld van
plichtbetrachting Nog tjl te vaak hoort
men klachten over zoogenaamde Nat.-
Socialisten die er de kantjes aflooper^.
Of meedoen aan zwarte handel, be
drog van de Duitsche Weermacht, enz.
Een slecht Nationaal-Socialisl breekt
moor af dan honderd goede met hard
werken kunnen opbouwen
Eerst wanneer aan deze voorwaar-
V,
den door alle kameraden wordt vol
daan, bestaat de zekerheid dat men
ons in de kern eerlijke Volk mede
krijgt. Want de groote massa verlangt
naar een beginsel waarop wij allen
elkaar de hand kunnen reiken. Het
oude wenscht vrijwel niemand terug.
Men wil alleen de zekerheid, dat de
voortrekkers van dén „nieuwen tijd"
ook met de daad toonen dat zij beter
zijn dan de thans uitgeschakelde oude
heerschende en bezittende klasse.
Toont men dit niet, dan is alle pro
paganda tevergeefs.
Persoonlijk zeg ik de eerstkomende
jaren de politiek vaarwel en ga mij
geheel toeleggen op eigen vak en
studie. Mede omdat in de komende,
Nat.-Socialistische periode ieder volks
genoot het maximum uit zichzélf dient
te halen van wat er volgens aanleg uit
hem tfe halen .valt. Eerst wanneer ieder
zulks doet, kan de nieuwe wereld
waarvoor thans zooveel bloed en
tranen vloeien, ook werkelijk worden
opgebouwd. Met schoone redevoerin
gen alleen is zulks niet te bereiken
Ik groet dan nu alle lezers van „De
Zeeuwsche Stroom" en wenscl> alle
kameraden een goeden strijd
C. J. M. Boogerd.
Adres vanaf 6 JuniPius-l^ospitaal,
Oldenburg (Oldenburg).
Het Hoofdkwartier van hét Vrijwil
ligers Legioen Nederland deelt mede,
dat de mogelijkheid geopend is, - om
pakketten te zenden aan vrijwilligers,
die in lazaretteh in Duitschland ver
pleegd worden. Vanwege het Hoofd
kwartier worden enkele honderden
kistjes aangemaakt waarin geschen
ken aan de gewonden toegezonden
kunnen worden. In deze kistjes kun
nen dan tevens de goederen worden
bij gepakt, die familieleden aan. hen
willen afzenden.
Zij die van deze gelegenheid gebruik
willen maken, zenden daartoe hun pak
ketten aan het Hoofdkwartier van Het
Vrijwilligers Legioen Nederland, Ko
ninginnegracht 22, Den Haag.
Het verdient aanbeveling de pakket
ten aangetee'-errd af te zenden. Men
gelieve op de pakketten nauwkeurig
opgave van. het lazeret of ziekenhuis
"■waar de gewonde verpleegd wordt.
De pakketten dienen zoo spoedig
mogelijk afgezonden te worden.
Bebel's woorden uit zijn groote rede
in den Rijksdag in het voorjaar 1904
gehouden, waarin hij den burgerlijken
partijen toeriep „Voor het geval dat
Duitschland in een oorlog de aange
vallene zou zijn, in een oorlog, Waarin
het om het bestaan van Duitschland
gaat, dan, ik geef U hierop mijn woord,
zijn wij tot den laatsten man bereid,
met inbegrip van de oudsten onder
ons, om het geweer op den schouder
te nemen teneinde onzen- Duitschen
bodem te verdedigen", hebben de Duit
sche arbeiders nooit kunnen vergeten.
Dat heeft het jaar 1914 onomstoote-
lijk bewezen.
De huitenlandsche, meestal joodsche
leiders nebben dan ook meerdere ma
len den Duitscher zijn nationaal gevoel
•verweten.
Men behoeft slechts de briefwisseling
na te slaan, welke tusschen den Duit
schen vakvereenigingsleider Carl Le-
gien en zijn vroegere Fransche en En-
gelsche vrienden bij het begin van den
wereldoorlog werd gevoerd.
Dit nationalejgevoel kon een tijdlang
dood schijnen. De vijanden van het
rijk hebben er voor gezorgd, dat het
weer opleefde.
De last der tribuutbetalingen, die in
de eerste plaats door. den arbeider ge
dragen werd en waardoor iedere ver
betering van zijn levensstandaard on
mogelijk werd gemaakt, was een harde
leerschoolditzelfde geldt ook voor het
protest der Geallieerden tegen het plan,
dat Oostenrijk zich bij Duitschland zou
aansluiten, hetgeen juist door den ar
beider geeischt werd.
In den tegenstand van de Separisten
in het Rijnland, evenals in het geplëeg-
de lijdelijk verzet na het binnenrukken
der Franschen in het Roergebied, heeft
zich het voorhanden zijn van dezen
nationalen wil bij den Duilgchen arbei
der gedemonstreerd. Want hij heeft in
dezen harden en zworen strijd iri elk
opzicht zijn man gestaan.
En deze wil is in den loop der daar
aanvolgende jaren steeds weèr hier
en daar opgevlamd. Hoofdzakelijk
blèef het natuurlijk slechts bij een on
bewust, doch nooit geheel uitgedoofd
gevoel. De vakvereenigingsleidérs
w.aren te zwak om het aan te wakke
ren, de joodsche partij-leiders wilden
het zeer zeker niet opgewekt hebben.
Doch' némen we nog eens den tijd
na den wereldoorlog in beschouwing.
De droom vgn het socialisme was
zeer snel vervlogen. Tengevolge .van
den door het buitenland uitgeoefenden
druk, moest hij volkomen worden op
gegeven. Men troostte zich met de ge
dachte, dat men dan toch in elk geval
de democratie had verwerkelijkt! Doch
ook aan dit feit begon men reeds spoe
dig te twijfelen.
Voor een paar honderd leiders, die
in den Rijksdag of in het parlement der
afzonderlijke Duitsche staten huri in
tocht hadden gehouden, was met deze
democratie weliswaar de sociale vraag
opgelost, doch voor de groote massa
bleef alles bij het oude. De loonen
stegen niet, de inflatie nam nog het
laatste beetje overgespaard geld weg,
■na de stabilisatie van de mark was het
loonpeil lager dan ooit en slechts na
moeizaam en onophoudelijk worstelen
gelukte het de loonen op een hooger
niveau te brengen.
Men moest echter al gauw toegeven,
dat ook vele van deze loonsverhoogin-
gen misleidend waren. Want, al steeg
dan het standaardlaon, de prijzen der
goederen stegen dikwijls nog sneller,
zoodat het werkelijke loon zich eerder
in ees dalende dan in een' stijgende
lijn bewoog. En men wees den arbeider
dan steeds weer op den ontzettenden
druk, welke door.het dictaat van Ver
sailles werd uitgeoefend.
Teneinde de betalingen der opgeleg-,
de oorlogsschattingen mogelijk te ma
ken, was men gedwongen te expbr-
teeren. Tengevolge van dén meedoo-
genloozen concurrentiestrijd op de we
reldmarkten eischte de export lage
prijzen, dus ook lage productiekosten,
en dat wil in de eerste plaats zeggen
lage arbeidsloonen. De socialistische
„leiders"-probeerden weliswaar meest
al den waren samenhang der dingen
te verbloemen, doch de arbeiders
kwamen er toch steeds weer achter.
Het nationaal-socialisme heeft dan
aangetoond, hoe de vork in den steel
zat. (wordt vervolgd.)
Wie niet werkt, die zal niet eten.
Dat het meerendeel der z.g. gegoede
burgers de Arbeidsdienst verwerpt, is
bij eenig nadenken begrijpelijk. Want
zoo goed als het voor het gros der
rijkelijk, of althans meer dan voldoende
met aardsche goederen gezegenden
§en onbestaanbaar iets is, om door
een volksgenoot, die minder fortuinlijk
geweest is in het veroveren van een
maatschappelijke positie, met "kame
raad" te worden aangesproken, zoo
voelen zij hef als iets verschrikkelijks
aan, dat hun zoon of dochter hetzelfde
werk Zou moeten verrichten en op pre
cies dezelfde manier zou behandeld
worden als het kind van zoo'n maat
schappelijk minder geslaagde.
Toch zijn er nog erger dingen dan
de Arbeidsdienst.
S
Dat is onzedelijk I
Verschrikkelijk, onchristelijk en on
zedelijk is bijvoorbeeld één der pro
ducten van de „oude orde", n.l. dat
meisjes en jongens van nauwelijks
vijftien jaar,, van 's morgens vroeg tot
's avonds op het land moeten werken,
hard moeten werken, voor een joden-
fooi., Wij kennen het volwassen type
Van deze landarbeidersvrouw en njan,
met Run vroeg-oude en verweerde ge
zichten. Wij. kennen de typische krom
gebogen rug van de afgedankte arbei
der op hoogen leeftijd. Wij Weten, dat
de hoofdoorzaak hiervan ligt in de
slechte sociale verhoudingen en ver-
wenschen het systeem van het kapita
lisme, dat gezonde arbeid niet tot een
zegen, maar tot een vloek maakt. En
duizendmaal overtuidsd zijn wij, dat die
jongens en meisjes de Arbeidsdienst,
wanneer zij hierin'treden, niet aan den
lijve zullen ondervinden als iets ver
schrikkelijks, zij'zijn niet arbeidsschuw
en hebben geen last van een te weeke
opvoeding, maar dat zij er naar li
chaam en geest'wèl bij zullen varen.
Voor deze een verfrissching.-
Wij kennen het adspirant-dienst-
meisje van het platteland, dat naar de
naburige provincieplaats of groote
stad trektwe hebben hen zien staan
achter de toonbanken van café's als
buffetjuffrouw 'en al wat aan deze be-
-trekking vastzit, zooals het moeten
meedrinken met de bezoekers en het
aanhooren van minder nette grappen,
en dit alles voor een jodenfooi en met
zeer weinig vrije uren. En wij weten,
dat ook zij niets tegen den Arbeids
dienst zouden hebben als zij ermee
bekend waren.
Ook de dienstboden en werksters-in
gesloten huizen, ook zij weien wat
werken beteekent, in de meeste ge
vallen tegen een geringe belooning. -
Ook zij kennen geen arbeidsvrees. en
ook voor hen -beteekent de Arbeids
dienst een verfrissching.
Wij kennen de sociale voorwaarden
van 0 landarbeidster, cafémeisje en
dienstbode en we weten, dat ook hier
voor het Arbeidsfront nog veel te ver
richten is. 9
Voor Zondagskinderen een
leerschool.
Inderdaad is er een categorie, die het
in den Arbeidsdienst niet gemakkelijk
zou hebben.
Dat zijn de verwende en'Verwaten
zondagskinderen, die nooit geleerd
hebben de handen uit de mouwen te
steken. Die van huis uit, door hun op
voeding een valsch superioriteitsgevoel
meegekregen hebben, dat hen verheft
boven het gewone arbeiderskind.
Maai; juist voor hen is de Arbeids
dienst eén scholing waar hen behalve
de arbeid ook nog getracht zal worden
bij" te brengen socialistisch gemeen
schapsgevoel, kameraadschap, liefde
tot den medemensch. Wat door hun
opvoeding aan hen is bedorven, zal de
Arbeidsdienst weer probeeren goed te
maken.
Gij, tegenstanders van den nieuwen
tijd, gij veroordeelt den Arbeidsdienst.
Maar hebt gij ooit geprotesteerd tegen
één van de hierboven geschetste toe
standen? Hebt ge dit nagelaten? Dan
was dat niet omdat ge er geen ge
legenheid toe had, onze kranten had
den in den voor-oorlogstijd rubrieken
die openstonden voor het publiek, en
eindelooze kolommen' werden meer
malen verknoeid aan vruchtelooze po
lemieken. Ge hebt het dus nagelaten
omdat ge er geen oog voor had, omdat
het U niet kon schelen hoe een groot
deel van ons volk verkommerde. Ge
had er geen oog voor, omdat ge toen
leefde in uw gezapige rust en uw on
uitstaanbare pedanterie. Maar nu is
de nieuwe tijd aangebroken en heeft
U wakker geschud, dè nieuwe tijd, die
van U verlangt, dat ook gij daadwer
kelijk bouwer wordt aan de Socialis
tische gemeenschap. De nieuwe tijd,
die Arbeidsdienst verlangt, ook van
uw jongen of meisje. In de nieuwe
rechtvaardige gemeenschap die op
komst is, ondanks uw tegenstand, zal
den werkers gelijke kansen geboden
worden, voor alle volksgenooten zal
dan het devies geldendie niet werkt
zal ook niet eten.
Dienstbaarheid aan den arbeid, met
gelijke kansen voor alle volksgenoo
ten, waarbij ten slotte slechts het ge
heele valk wèl kan varen. De nieuwe
tijd heeft ook U noodig, omdat zij nie
mand die van goeden wil is, uitstoot,
en omdai slechts een eendrachtig volk
welvarend kan zijn.
De Arbeidsdienst is trots alle laster
en verdachtmaking een pracht instel-
ling van den nieuwen tijd, en een stap
op den weg naar het waarachtig So
cialisme,
m