De Dood in Polen
De eerste Mei, vroeger en nu
EEN VERSCHRIKKELIJK. DOCUMENT
Gezondheid,
Kracht en Vreugde
Stem men.
van het
ostfront
Correspondentie
De Engelschen schuldig.
Van Edwin Erich Dwinger is in de
uitgave Eugen Diederichs een boek
Uitgegeven, dat waard is door iedereen
gelezen te worden.
Dwinger begint dit werk met een
herinnering aan den eersten November,
van het jaar 82 vóór Christus, toen
Lucius Cornelius Sulla door zijn solda
ten de aanhangers van den volkstri
buun Marius, liet ombrengen, hun
vrouwen schenden en hun huizen en
bezittingen verbranden.
Door middel .van naamlijsten was het
hem mogelijk allen te treffen. Van huis
tot huis gingen de legionairen van
Sulla en moordden en brandstichtten.
'Deze naamlijsten noemde men Pro-
skriptionen en door alle tijden heen
wterd deze benaming een oproep om
vogelvrijen te vermoorden.
De 30sten Maart 1282 na Christus
kwam het volk van Palermo in opstand
tegen de Franschen. In eenige uren
tijdi" werden 4000 Fransche edelen mei
hun vrouwen enrdnderen omgebracht
en op beestachtige wijze gemarteld. De
geschiedenis teekende het op als „Si-
ciliaansche Vesper".
Den 23sten Augustus 1572 na Chris
tus werden de Hugenoten in Frankrijk
uitgemoord. De geschiedenis zette dit
gebeuren te boek als' de „Batholomeus-
nacht".
En nu in "dezen tijd.
Den 3den September 1939 na Chris
tus ging van Warschau het bevel uit
de Engelsche order No. 59 uit te voeren,
hetgeen beteekende dat de uitmoor-
marcheeren zonder één druppel drin
ken of één hap,eten.
Velen stierven onderweg en honder
den, die van uitputting niet meer verder
konden werden met geweerkolven en
bajonetten afgemaakt.
Zelfs de vrouwen en kinderen werden
niet gespaard. De Uhlane'n lieten de
kinderen het veld oploopen, alsof zij
vrij waren en begonnen er dan op te
schieten tot niet één meer overeind
stond.
Het zou te ver gaan al de gruwel
daden te noemen. Men leze dit boek,
maar men Zal het eenige malen ter
zijde moeten leggen, omdat het te erg
is. De eenige troost op deze honger-
marschen was, was 't overvliegen van
Duitsche machines, daar de begelei
dende soldaten dan voor hun eigen
leven vreesden, omdat de Duitsche
piloten de lange kolonnen gevangenen
voor soldaten zouden kunnen aanzien.
De gevangenen mochten dan dek
king in de sloten zoeken en kauwden
gretig het gras en de bladeren, om hun
verdroogde tong en gebarsten lippen
wat te verkoelen.
Erbarmelijk.Erbarmelijk.
Dwinger verhaalt van 'n ouden man,
die bij de inslag van een bom een
granaatsplinter in zijn schouder kreeg.
Toen deze er door een kameraad was
uitgetrokken, hield hij het stuk ijzer in
zijn hand en liet het aan'zijn lotgenoo-
ten zien.
„Duitsch ijzer, van een Duitsche bom,
onze broeders zullen ons bevrijden",'
zeide hij, en had weer nieuwen moed
De lieve Tommies kwamen helpen.
ding begon van 60.000 volksduitschers.
Dwinger eindigt, deze inleiding met
de woorden„Onder welken naam
zal deze gebeurtenis in de geschiede
nis worden opgeteekend
Op sobere wijze'wordt in dit boek
verteld van den lijdensweg die de
Volksduitschers door hekPoolsche land
zijn gegaan.-
Als wij niet de soldaten gesproken
hadden, die in Polen vochten, en niet
het groote boek met de gruwelijke foto's
hadden doorbladerd, zou het bijna on
mogelijk zijn, te. geloovén wat Dwinger
eenvoudig, zonder groote woorden,
verhaalt.
Als beesten, neen erger, want geen
dier is in staat tot zulk moorden en
martelen, hebben de Poolsche soldaten
en burgers zich op de weerlooze Volks
duitschers gestort, hun vrouwen ver
kracht en hun kinderen op beestachtige
wijze omgebracht.
Van(, de duizenden gevangenen en
weggevoerden zijn enkelen kunnen
ontvluchten. Zij hebben iets kunnen
mededeelen van de ontzetting d?e over
hen gegaan was en verder, spraken de
tallooze afzichtelijk verminkte lijken,
die overal langs de wegen, in de
steden en de dorpen geyonden werden,
hun eigen taal.
Beesten en geen menschen
De Poolsche Uhlcmen drongen de
huizen binnen, onder» voorwendsel
naar wapens te komen zoeken, terwijl
hun slachtoffers reeds maanden lang
bijna dagelijks aan huiszoekingen had
den blootgestaan en ander de ergste
terreur hadden geleefd. De grenzen
waren zoo streng gesloten, dat het on
mogelijk was iets over te smokkelen.
De onmenschen sleepten de weer
looze Volksduitschers door de straten,
mishandelden hen en lieten hen dagen
en nachten langs de stoffige wegen
om zijn lijdensweg verder te gaan, met
de bomscherf tusschen zijn kleeren ver
borgen.
Eenige kolonnes gevangenen komen
na eindelooze omzwervingen en met.
het verlies van honderden hunner in
Warschau aan, waar zij in de gevan
genis het bombardement van deze
stad meemaken en eindelijk .bevrijd
worden door hun Duitsche broeders in
den Veldgrauwen rok.
In dit boek komt wel heel duidelijk
naar voren, dat niet de Polen in dé
eerste plaats de schuld hebben aan
deze ontzettende moorden. Achter hen
stond Engeland, stond Churchill, de
moordenaar van duizenden Nederland-
sche vrouwen en kinderen in de con
centratiekampen van Transvaal'.
Het waren de Engelsche spionnen en
agenten, die het Poolsche volk hebben
opgezet tegen de Volksduitschers. De
slachting onder deze onschuldigen
was op voorbeeldige wijze in elkaar
gezet en al maanden van te voren
beraamd, niet door dePolen, maar
door éen vreemde Natie, zooals de
leider der Volksduitsche beweging zegt.
Bewijs daarvoor was, dat vele vrou
wen gearresteerd werden onder hun
meisjesnaam, terwijl zij al getrouwd
waren, dat anderen die reeds lang ge
storven waren, nog op de lijst stonden.
Het waren de beruchte driekantige
Fransche bajonetten, waarmee deze
ongelukkigen werden omgebracht.
Engelcnd, o Engeland
Hef Poolsche volk heeft door de on-
menschelijke daad zichzelf buiten de
rijen der kuituurvolken geplaatst, het
heeft geen recht meer op zelfstandig
bestaan. Maar achter deze ontzetting
is er maar één hoofdschuldige, en dat
is Engeland.
Indien dit land geen garantie be
loofd had aan Polen, was het nooit in
den oorlog gegaan. Dezelfde lasterlijke
leugens, die wij hier te hooren kregen
in de voor-oorlogsche dagen over
Duitschland, werden ln nog erger mate
onder de Poolsche bevolking versprèld.
Churchill en zijn bende hebben
moeten weten, dat het handjevol Polen
nooit tégen de Duitsche weermacht op
zou kunnen, dat zij zelve niet in staat
waren het vol te houden tot een over
winning, maar juist daarom hebben
zij hun haat en wraak botgevierd op
de onschuldige Volksduitschers, wier
families sinds jaren en sinds eeuwen
in het Poolsche land woonden, en
trouw hun plichten hadden vervuld.
„Der Tod in Polen" mo^gt dobr iedere
Nederlander gelezen worden, opdat zij
allen weten, dat er afgerekend moet
worden met de aanstichters van zulke
gruweldaden, en de aanstichters van
den oorlog, de Engelsche horden.
Indien er een God zal richten één
maal over hetgeen wij menschen op
deze aarde hebben gedaan, dan zal het
gericht over Churchill en zijn aanhan
gers ontzettend zijn.
Het bloed van duizenden, van tien
duizenden mannen en vrouwpn en
kinderen klaagt hem aan als de groot
ste massa-moordenaar die de /wereld
ooit gekend heeft.
Na een tijd van weelde en onnatuur
lijkheid heeft de omwenteling, die door
de wereld vaart, het Nederlandsche
Volk tot een' betrekkelijke armoede ge
dwongen, armoede in eigenlijk over
bodige weelde.
Wij moeten terug naar een eenvou
dige natuurlijkheid, naar een gezonder
en blijmoediger leven.
Ouden van dagen kan men daartoe
niet-meer brengen. Hun moeten wij
zoo mogelijk laten, wat het leven aan
genaam maakt. Met de jeugd staat de
zaak anders. Onze jongelui dienen de
natuur in te gaan, ota daar een ge-
zond en veerkrachtig leven te leiden in
onze bosschen, op onze meren en
heiden.
De jeugdherbergen zijn daartoe een
onmiskenbaar middel.
Wie aan de jeugdherbergen geeft;
doet een oogenblik afstand van. zich
zelf en bouwt aan de blijde en krach
tige toekomst van ons thans zoo deer
niswekkend volk.
A. F. M i r a n d e,
/Referendaris Departement van
.Volksvoorlichting en Kunsten.
's-Gravenhage, 4 Mei '42.
Het Hoofdkwartier van het Vrijwilli
gerslegioen Nederland deelt mede, dat
een aanvang gemaakt is met de regel
matige verzorging vair zoogenaamde
groetuitzendingen van Nederlandsche
strijders aan het Oostfront.
Van tijd tot tijd zullen de mannen van
het Vrijwilligerslegioen Nederland en
de Nederlandsche S.S. mannen aan het
Oostfront in de gelegenheid gesteld
worden hun groeten via den aether
aan hun familie en bekenden in Neder-,
land over te brengen.
Daar tevoren niet-vaststaat wanneer
zulke uitzendingen zullen geschieden,
worden de luisteraars er opmerkzaam
op gemaakt, dat indien groetuitzendin
gen vanuit het Oosten doorkomen deze
via den zender Hilversum I op golf
lengte 450 meter des Zondags van 11
uur 30 to.t 11 uur 44 worden doorge
geven.
Andere uitzendingen der Nederland
sche P.K. worden Dinsdags en Vrijdags
van 18 uur 35 tot 18 uur 50 over den-
zender Hilversum I doorgegeven.
Luisteraars, die dus de groetuitzen
dingen willen beluisteren, "doen er goed
aan, telkens des Zondags op 11 uur 30
hun toestel op Hilversum I goed af te
stemmen.
A. te Axel. Uw gedichtje, hoewel
het veel aardigs had, was te onvol
komen om het zoo af te drukken.
L. J. S. te Middelburg. Uw bericht
heb ik doorgegeven ter onderzoek. -
Aan een katholiek inzender.
„Spionnen".
Dank voor uw gedicht „Spionnen".
Ik had het net noodig, was het mijne
kwijt. -
Dat zat zoo. Door de Katholieke
geestelijken, gesteund door zekere jo
den instanties, werd destijds de mare
verspreid, dat zekere lieden lichtsig
nalen gaven. Dat was natuurlijk non
sens, omdat zij dat zelf deden, maar
ook waren zij wel zoo leep, niet té
zeggen dat het N.S.B.-leden waren,
Later wèl natuurlijk, toen zij er nog bij
fantaseerden, dat van 1017 Mei deze
leden verraad hadden gepleegd. Dit
moesten ze wel verzinnen na hun smce
delijk vluchten. Begrijpt U 't nu beter
U moet eens aan uw geestelijke toe
zenden wat hij vroeger over de bolsje
wisten schreef, en herinnert U zich dat
bidprentje nog wel, waarin alle heili
gen worden.aangeroepen om het god
deloos beest te Moscou te verpletteren
Wat verandert de wereld toch, niet
waar
Ja, er zijn heel wat schrijvers er des
tijds ingevlogen, dat is waar, maar ja,
gelukkig dat enkelen ervan het bedrog
doorzien hebben, vindt U ook niet
O zoo.
Fragment uit een Meirede van den hoofdopsteller te Rotterdam.
Wat zei Colijn?
De eerste Mei vroeger l Het waren
dagen van verbittering, van oplaaien
de haat, van vurig verlangen naar re
volutie, naar omverwerping van alles,
naar de barricade.
De joden, die het apparaat der par
tijen bedienden, die de Nederlandsche
arbeiders verdeelden in S.D.A.P. met
linker en rechter vleugel, in R.S.A.P.,
in 'N.A.S., in Liga, in C.P.H., in V.V.S.U.,
in A.J.C. en Comm. Jeugd en in veel
meer secten en neven-secten, deze
joden hebben ons arbeidende volk de
romantiek ingegoten van eén eens
komende dag, van de dag der ver-
lossing en triomf, van de groote af
rekening, en nu van bijltjesdag.
Want immers in deze revolutie door
het Marxisme had een deel van het'
volk_het andere deel moeten afmaken I
De Joden, zij wisten het volk op te
zweepen tegen de kerken, en zij zou
den op.hun revolutiedag een tweede
beeldenstorm hebben geënsceneerd,
een Russische uitmoording van alle
beschaving onder het parooleen
nieuwe arbeiderscultuur vervangt de
oude. kapitalistische
Alles leugen, alles zwendel I En hoe
hebben velen geloofd in deze verlos
sing door het proletariaat, Hoe voelden
zij bij het zingen van de Internationale
het bloed in hen koken, want eenmaal
zou het uur komen, waarin zij
met hunne vijanden zouden afrekenen.
De joden hebben ons wraak en ge
meenheid geleerd, als waren dit de
schoonste begrippen.
En, wie goed luistert, hoort nu deze
zelfde Marxistische jodenleer van haat
weer klinken. Maar nu nog brutaler
en openlijker.
Nu is het zoo ver, dat in Engeland
de bloedvlag van het bolsjewisme
over het altaar gespreid wordt en het
Te Deum wegruischt over een vaan,
in wier naam duizenden priesters en
geloovigen werden vermoord en ver
minkt op de meest gruwelijke wijze.
Nu- is het zoover gekomen, kam era
den, dat h^el de bende van godzalige
ja-knikkers van vrijzinnig tot rechtzin
nig, van opgehitste H.B.S.-lummels tot
beschimmelde kwezelende oude da
mes met knoopschoenen en een knoe
del op hun schuddende hoofdjes, mee-
hoopt op hei binnenrukken van dier-^
lijke horden,.die godloos, gewetenloos-
en erbarmingloos, dit gansche koste
lijke Nederland zouden maken tot één
Lembsrg, tot een mestvaalt van leugen
en bedrog en. jpden-verloedering.
Nu nog.
Nu nog, op 1 Mei 1942, nu men heeft
gezien en ervaren dat de Duitschers
alleen het geluk van dit land bedoelen,
nu de Fuhrer in zijn grootmoedigheid r
onze jongens heeft vrijgelaten, nu
betere wetten voor, de altijd onderdruk
ten elke maand werkelijkheid worden,
nu men toch kan zien(als men niet
stekeblind is) dat wij eiken dag be
zwendeld zijn en nog worden door
joden en gevluchte marxisten uit Lon
den en New-York en Moskou, nu nog,
ondanks de wekelijksche redevoerin
gen van de radio, de dagbladen met
uitnemende voorlichting, gelooft men
niet in recht en rede, nu nog be
schouwt men de Duitschers als Hunnen
en de Führer, dezen genialen.ons van
God gegeven merisch, als een onheil
brenger. Wat in hemelsnaam heeft
ons volk bewogen, wie heeft hef zoo
begoocheld, gefascineerd en gebiolo
geerd? Ik zeg U de stem van .het
egoïsme, de verraderlijke radiostem
van Juda, en de piepende scharnieren
der brandkast.
Ik wilde aan de arbeiders en vooral
aan hen die vóór Mei 1940 de karwats
der werkeloosheid over hun lichaam
hebben voelen striemen, toeroepen
„Kameraden denkt toch even na
Luistert toch naar ons, één oogenblik,
zet van U af de idee, als zouden wij
U paaien met leuzen. Want ziet naar
Duitschland en spreekt met zijn arbei
ders en gaat heenen onderzoekt en
aanschouwt het zelve, zooals gij vroe
ger (maar dan thans niet onder ge
leide) naar Rusland hebt gereisd.
En als gij terugkomt, weet ik, dat gij
één der onzen zijt en meemarcheert.
En dan weet ik, dat gij, ziende hoe wij
bedrogen zijn, zooals uwe kameraden,
zooals ik zelf datzelfde geweldige vuur
en enthousiasme (maar nu edeler en
gezuiverd) in U zult voelen branden.
- Dan weet ik, arbeiders, vroegere
kameraden, die nu nog twijfelt of ons
haat, dat gij eerder zult springen op
de wallen van het Oostfront San op
dé barricaden van de Jordaan. Want
in de Jordaan vocht gij 'ongewapend
en zonder hoop en met énkelen uit ver
bittering en ginds vecht gij in 't groote
rythme van millioenen, vol geestdrift
en temidden van bezielden, uit wezen
lijke liefde voor uw gezin niet alleen,
maar ook voor het gezin van uw ka-
"meraad, uw volk, uw land, uw ras,
uw werelddeel.
Het is geen voorrecht voor ons, maar
voor u zelve, mee te mogen strijden in
een phalan<eVan kameraden, wier lot
in de handen ligt van een man, die
zelve eens arbeider en soldaat bewezen
heeft zijn volk van arbeiders lief te
hebben dis geen voor hem, en die
voor dit volk alles opbouwt wat ande
ren vernielden en het ontnamen. Die
thans temidden van zijn soldaten uur
na uur zorgt eh bouwt en arbeidt en
hardnekkig vecht ook voor uw toe
komst, den grooten Adolf Hitler
Dan zou willen vragen Is er
één man in dit Nederland geweest, die
mét zoo weinig begonnen, zoo gehoond
en belasterd, zoo bezoedeld en be
zwadderd, alleen en met enkelen heeft
als onze leider, Anton Mussert
Heeft hij ooit uw loon door list en
bedrog als de bonzen, verkwanseld
aan de kapitalisten?
Heeft hij U misleid van de eene
voorspiegeling in de andere
Heeft hij niet week op week in zijn
geschriften U den goeden weg gewe-t
zen, zonder dat gij hem wildet zien?
De eerste Mei vroeger en
de eerste Mei thans.
Vroeger met de valsche romantiek
in het hart van sikkel en hamer en
barricade thans met de zekerheid
bezield, met als symbool het zwart
dezer vruchtbare aarde en ons roode
Germaansche bloed, bezield met het
symbool der driehoek, de delta tus
schen onze groote rivieren.
De eerste Mei vroeger I Tusschen
de haveloosheid van klasse en elkaar
bestrijdende partijtjes, wanhopig kam
pende, maar dansend als marionetten
aan de koorden van het jodendom, de
vrijmetselarij en democratie. De
eerste Mei thanstusschen de opbloei
en de groote verwachting van een
weer sterk wordend bewust Neder-
landsch volk, vrij maar gebonden ja
ten bloede gebonden aan de eigen
wetten van trouw, tucht, van liefde
voor volk en voor vaderland.
De frontèn in beweging.
Wij staan, mijne kameraden, voor
de geweldige eindstrijd. Aan de fron
ten verzamelen zich de krachten voor
front en tegenfront.
De eerste schermutselingen zijn als
verre rommelingen van -een naderend
onweer. Wij weten dat dit voorbij gaat
en straks de zon zal schijnen en op
de tranenverblinde wereld zal fonke
len, maar wij houden bij deze botsing
de 'adem in.
In ons leeft goddank de zekerheid der
overwinning, wij zijn met ontzag ver
vuld voor de donkere samenballende
krachten, die in een ontzaggelijke sa-
menstorting over het lot van U en mij
en vcm ons allen beslist. Wij hebben
in deze periode van afwachting echter
niet stil te staan. Wij hebben hier thuis
en in elke plaats een tweede front,
kameraden. v Wij hebben de plicht
door een sterke linie van weerstand
hier heen te breken. Wij moeten stoot
troepen zijn, wij staan vaak op een
zame posten en wachten de nadering
af van een overmacht.
Te lang verdedigden wij ons tegen
Unie, tegen Churchill's satellieten,
tegen lafhartige Ozo-roepers en joodsch
canaille, wij moeten in het offensief
gaan, vanaf dezen, dag, vanaf deze
eerste Mei, nu het ijs der verstarring
smelt. s
KameradenWij moeten al zijn
wij met weinigfen, wij moeten en wij
breken het verzet. De Leider vertrouwt
op ons. Wij hebben er niets aan om
voor elkaar te paradeeren, wij moeten
desnoods tot de borst door de modder
-heen, wij moeten stormloopen en pio
niers zijn.
Wanneer wij vernemen dat een stad
genomen is bedenkt dan
Welk hart heb ik veroverd 1
Als wij straks lezen van omsinge
ling, welken criticus hebt gij den pas
afgesnedenals gij leest van zooveel
brutoregister ton naar den bodem der
zee gejaagd, welke gevaarlijke redena
tie hebt gij getorpedeerd
Niet de tijd doet het, niet de val van
Engeland of Moskou brengt het Nat.-
Socialisme hier, doch uw arbeid, uw
woord, uw propaganda, uw liefde.
Hebben wij niet staar? in ons paroal
„liefde voor ons volk"? s
Liefde ons parool.
En hoe zwaar het is, lief te hebben
hem die ons haat, weten wij allen.
Maar ons parool is ijdel als we 't niet
kunnen waar maken. Er staat even
eens geschreven „Godsvertrouwen" I
Welnu danWie bij dien strijd op
God vertrouwt en in dit vertrouwen
werkelijk uitgaat, hij zal overwinnen.
Toont dat gij dit Godsvertrouwen hebt
en bewijst het. Uw tegenstander heeft
respect voor een die waagt en vol
houdt. Hij zal eerst koel en zelfs bits
zijn, maar gij zult zijn hart week maken
'en toegankelijk.
De eerste Mei thans Uw eerste Mei
thans, nu het is een dag van groote
belofte, van ernst en bezinning. De
groote eindstrijd begint zich af te tee
kenen, de helm wordt vastgesnoerd, de
affuiten geladen, alles zet zich in be
weging over de onmetelijke wegen en
vlakten en over rivieren en heuvels.
KameradenEr is voor ons allen
veel werk in de komende dagen. Maar
wij doen dat graag, - want we doen dit
voor onze kameraden, voor den Führer,
voor den Leider, voor ons land en volk,
onze groote toekomst.
Daarom is de strijd niet die van
leuzen, zooals de 1 Mei vroeger, niet
een dag van vaandels en zangspel
alleen, niet van daverende redevoe
ringen, doch een dag van ernstige be
zinning, van elk mensch afzonderlijk.