Unie- klanten
f
ZWARTE
RAIVREL
Een mooie armenmeester
Schande
over zulke herders
Jfatodcu&eida®
NOEZEIEZE'
Samenspraaf
ttisscijen Srnte
en Pier be JDie^e.
Aart de lezers.
De Moeder
De provinciale bladen brachten ons
dezer dagen het bericht, dat de .Cen
trale Crisis Controle Dienst eenemstig-
geval van zwarten handel op het spoor
was gekomen.
De 24 jarige koopman W. M. ie
's-Gravenpolder was namelijk bij. den
Plaatselijken Bureauhouder voor de
Voedselvoorziening te Nisse gekomen
en had voor een landbpuwer een be
stelbon voor 16 kg. zaaitarwe gevraagd.
De bon werd afgegeven, doGh ónze
koopman was hiermede blijkbaar niet
geholpen, want hij plaatste achter het
cijfer 16 twee nullen, veranderde ook
het geschreven woerd „zestien" in
„zestienhonderd" en toog met de bon
naar den zaadhandel Vcm der Have
te Kapelle. Ja, de tzaak was in orde,
dus de zaadhandel voerde de bestel
ling prompt uit. Een bode vcm Kapelle
op Goes zou de partij meebrengen,
doch toen het eenmaal zoover was,
kwam onze koopman den bode reeds
tegemoet gereden en verzocht hem
dringend de partij reeds onderweg
over te laden, omdat de boer, voor
wien de partij bestemd was, er schrik
kelijk behoefte aan had. De bode vond
het vreemd, maar deed zooals ge
vraagd was, doch gaf dit hem eigen
aardig voorkomende verschijnsel ver
der door. Van het een kwam het an
dere, en tenslotte kreeg de C. C. C. D.
""Üe lucht van het geval en trof de partij
tarwe acm bij bakker De Regt te Kloe-
tinge; die er ook reeds een gedeelte
van had overgetransporteerd naar den
molenaar daar ter plaatse. Al ras
bleek, dat een dergelijk geval niet het
eerste was, en dat ook andere bakkers
te Goes en omgeving zich met deze
practijken bezig hielden. M. had de
partij tarwe gekocht voor 20 cent en
verkocht voor 60 cent per kg., het geval
bracht dus een winst van 640 gulden.
ging, „omdat hij niet samen met een
N. S. B.-er op de zangvereeniging wilde
staan". Men behoeft aan de kwalitei
ten van dezen héfer dus niet'te twijfelen.
Boontje is nu wel beroérd om zijn
loontje gekomen, wat ook niémand ver
wondert, want elksen zag het pl lang
aankomen. t
Intusschen leert ons dit verhaal, wélk
geboefte er momenteel in ons volk rond
sluipt, om ten koste van eigen volks-
genooten, zichzelf te verrijken. .Want
dat de zwarte handel, ondanks a"llerlei
maatregelen van hooger hand en on
danks scherpe controle, welig tiert, is
aan een ieder bekend. Talloos zijn de
gevallen, waarin artikelen tegen over-,
matig hooge prijzen worden aangebo
den. Sigaren en sigaretten voor prijzen,
waarvan men vroeger niet droomde, -n
borrel van f 1.fietsbanden van
f 25.tot f 100.toe, bloem, tarwe,
vul zelf maar verder aan, worden aan
geboden en grif gekocht. Men hoort
dan dikwijls het excuus als ik siga
ren koop tegen te hooge prijzen, dan
doe ik de voedselvoorziening geen
schade. Accoord, maar men bedenke
wel, dat ten eerste een armen drommel
dergelijke prijzen niet kan geven, en
ten tweede, dat men een schurk, zoo
als een zwarthandelaar gerust kan
worden genoemd, bevoordeelt. Want
ook Minnaar voornoemd, is vermoede
lijk met e'en sigaretje begonnen, maar
hij is tenslotte geëindigd-met een partij
tarwe, waarvan, volgens de distributie
normen, 16 personen een vol jaar kun
nen eten.
En daarom, den oorlog aan deze
sluipmoordenaars van ons volk
Men zal mij dadelijk vele tegenwer
pingen doen, trachten allerlei veront
schuldigingen naar voren te brengen,
en men zal ook graag aankomen met
de bewering „Ook N. S. B.-ers doen
mee aan den zwarten handel I't Is
best mogelijk. Men kan de leiding van
de N. S. B. geen grooter dienst bewij
zen, dan dergelijke feiten onmiddellijk
te rapporteeren. Heusch, ze zullen hun
gerechte straf niet ontgaan.
Maar voor de kameraden van de
De zwarte handel brengt slechts schade.
De Landstand maakt hier ruime paden.
Het slot van de historie was, dat de
koopman M. werd aangehouden, dat
■hij tenslotte bekende, en dat zijn over
brenging naar het Huis van Bewaring
te Middelburg volgde, in afwachting
van wat verder met hem en zijn lotge-
nooten gebeuren zal.
De diefDe Christen
Een woord van hulde aan het adres
van de ambtenaren van den C. C. C. D.
en van den marechaussee is hier zeer
zeker op zijn plaats. Want met de aan
houding van dezen beruchten Zuid-Be-
velandschen zwarthandelaar Willem
Minnaard van 's-Gravenpolder, is de
kroon gezet op een moeizaam en lang
durig onderzoek naar de gangen van
dit heerschap. Het is in de omgeving
genoegzaam bekend, dat dit heerschap
het werken aan de gewilligen overlaat
en zich in allerlei vuile zpakjes steekt,
om op die manier als een groot heer
aan de kost te komen, en zijn mede-
menschen in deze moeilijke tijden van
het noodige le bestelen.
Deze heer is lid van een christelijke
longelingsvereeniging
Hij is bovendien een echte Nederlan
der, want toen ondergeteekende met
zijn vrouw de kwijnende zangvereeni
ging te dezer plaatse door de moeilijk
heden trachtte hee.n te helpen en om
trent mijn persoon geruchten de ronde
deden, cfat ik niet vrij was van natio
naal socialistische gevoelens (wat ove
rigens de waarheid was), was dit heer
schap de eerste die onmiddellijk zijn
ontslag nam als lid van de vereeni-
Beweging ligt hier een dankbare taak,
en wel iede rgeval van zwarten handel
of poging daartoe onmiddellijk door te
geven. Dit kwaad móet worden uiige-
roeidMisschien wordt U ook eens een
kans gegeven een pakje sigarptten
voor een veel te hoogen prijs te koopep.
Doe het nooit, ook al snakt ge op dat
.oogenblik naar een rookertje. Denk
dan eens aan uw kameraden aan het
"Oostfront, die zooveel moéten ontbe
ren en die ook heusch wel eens een
sigaar of sigaret en nog zooveel meer
zouden willen hebben, maar die in de
hitte van den strijd daarvoor geen
schijn van kans hebben.
Weest eerlijk.
Wij willen ons volk voeren naar een
betere toekomst. Dat is een schoone
taak, maar eëri ontzaggelijk verant
woordelijke taak. Daartoe moeten wij
een voorbeeld zijn voor anderen. En
dat niet in het minst op het gebied van
den zwarten handel I
Laat elk op zijn terrein oogen en
ooren wagenwijd openzetten en, ik her
haal, elk geval van zwarten handel
onmiddellijk doorgéven aan de be
voegde autoriteiten.
Misschien kunnen we dan op den
duur ook nog bereiken, dat de straffen
dermate zwaar zullen zijn, dat het be
drijven van deze misdaden wel een
heel groot waagstuk zal worden.
In „Volk en Vaderland" van de laat
ste weken is aan den zwarten handel
een uftvoerige artikelenreeks .gewijd.
In het nummer van Vrijdag 17*April is
een reeks brieven van lezers opgeno
men, waarin de straffen worden ge
noemd, die men meent, dat dergelijke
lieden toekomen. Het zijn o.a. verbeurd
verklaring 'van eigendom, dood door
den kogel, doch ik kan me uitstekend
vereenig^n met de slotconclusie van
het stuk, namelijk Deporteer d^zwarte
handelaars naar Oost-Europa en laat
hen daar werken, dat de stukken eraf
vliegen. Het zal èn hunzelven, èn_pns
Volk èn het Nieuwe Europa tot zegen
strekken 1
Mijn vriend Minnaard gun ik dit heel
gaarne, hij heeft lang genoeg den lijn
getrokken.
I. A. de Moor,
Burgemeester-v. Is H.' Abtskerke.
„Eer gaat een kemel door
het oóg van een naald"
Het is "buitengewoon leerzaam om te
bemerken wélke menschen het God
gevallig werk der Winterhulp op erger
lijke wijze saboteeren:
Het zijn .meest diegenen, welke door
aardsche goederen gezegend .zijn, of
die er voor gezorgd hebben, dat zij
- zich zelve met deze goederen zegen
den ten koste van den kleinen man.
Zoo iemand is te Veere de taxi
chauffeur, vrachtauforijder, armenmees
ter, vischopkooper, mijnmeester en
hoe is 't mogelijk lid van den kerke-
raad, de heer G. M. P.
Deze heer G.M.P. is te Veere een
der weinige aangesloten Unieleden
geweest. Natuurlijk I Van de Unie zou
de glorie herbeginnen of in stand ge
houden worden, de glorie'van kapi
taalvorming.
De heer G.M.P. geniet per jaar een
zekere toelage als armenmeester en
zegt aan de deur tegen, de Winterhulp-
collectant „Nee hoor I daar kunnen
we -niet aan beginnen, er zijn hier geen
armen."
Weet U waar de heer G.M.P. wèl
aan begonnen is, en wat hij van den
beginne af gedaan heeft Dat is het
uitbuiten van zijn arbeiders, die in de
schardijntijd zelfs geen harinkje moch
ten meenemenen het weren van
lieden, die ook schcirdijn wilden koo-
pen en daartoe het volstë. recht had
den, zooals de heer D.V. te Veere.
Deze V. heeft reeds driemalen zijn
vrachtauto moeten afstaan als er wa
gens gerequireerd werden en G.M.P.
rijdt nog rond en heeft niets af moeten
staan. Het zou interessant zijn, hier
eens een nader onderzoek in te stellen.
Er is in Veere óver -dezen G.M.P.
hij moge dé pin hebben of
niet al heel wat te doam geweest,
en nóg, en terecht. Het is geen wonder
dat men de p aan dezen P. heeft.
Zoo zijn onze manieren.
Deze man, die zelf de visch koopen
kan en den verkoop regelt een bui
tengewoon lucratief baantje in den
zilveren schardijntijd heeft het geld
bij schoppen binnengebracht.
Nu gunnen wij ieder, dat hij goed
verdient. Maar hoe ging het bij P.?
Hij stelde als vischkoopman aan, ten
eerste zichzelve, ten tweede zijn vader,
ten derde zijn zoon en ten vierde zijn
knecht. Van vier kanteh haalde deze
veelvraat de visch binnen zijn netten,
zijn beurs.
Buitendien is deze P. ook nog kolen
handelaar en heeft hij een andere
kolenhandelaar te Veere er uit gewerkt.
En toch zit hij maar in de kerk, en
maakt zijn knecht verwijten, als deze
eens een keer enkele krachttermen
gebruikt, waar men wel toe komen
zou, als men zoo'n. baas heeft.
Weer een baantje er bij.
Terwijl in dezelfde gemeente de ga
ragehouder C„ wiens eenigste zoon
door de Engelschen is meegevoerd
(P. wist zijn zoon vrij te houden van
militairen dienst), terwijl C. geen-rijver
gunning meer heeft wegens benzine-
schaarschte en straks ook zijn bus
dienst .kwijt is, volkomen geruïneerd
is, maakt de burgemeester den zoon
van P. mijnmeester. En waarom
Had het niet in de rede gelegen,
dat C. ook eens iets gekregen had,
temeer daar hij jaren lang visch en
garnalen heeft verreden met zijn vracht
auto
Wij hebben in ons land den laatsten
tijd dergelijkedingen veelvuldig be
leefd. Elkaar de balletjes toegooien en
bevoordeelen. Waarom den één alles
en den ander niets
'Iemand die voor de armen van
Veere, hoewel hij .prmenmeester is met
toelage, of hoe hij dat noemen mag,
geen cent over heeft, iemand die de
arbeiders beknibbelt op hun zwaar
verdiend loon en hen geen haring gunt
te midden van zijn weelde, met zóó
iemand .hebben wij geen genade. Hij
moge dan psalmodieeren in de kerk.
en zich verbeelden tot de verkorenén
te behooren, dat zal alles niets heipén.
Wij zijn begonnen Nederland te rei
nigen van dergelijke kapitalisten in het
klein, zulke lieden, die niets voor de
gemeenschap over hebben en een ar
beider amper het leven gunnen daar
voor is in een Nationaal-Socialistische
samenleving geen plaats.
Wij raden G.M.P. aan, eens goed
Mattheus 25, vers 41—46 te lezen en
te overdenken.
Voorts .hebben wij nog een ander
appeltje met dezen man te schillen,
doch dat doen wij pas wanneer «het
wat belegen is, dan gaaf het gemak
kelijker.
I
„Goede" en „Slechte"
Clingencrars.
Vanwaar die aanhalingsteekens
Het zal u straks 'duidelijk worden,
waarde lezer 1 Goed of slecht zijn n.l.
twee begrippen, die in dezen tijd niet
zoo gemakkelijk te verstaan zijn, als
in „den goeden ouden tijd".
Het is Paschen geweest. Op dien
dag wordt de,Opstanding van Christus
herdacht. Elke katholiek, die het ernstig
meent, zal zich dan naar de kerk be
geven om, zooals het hier heet, „Pa
schen te houden". Dit bestaat dan uit
het gaan naar de kerk en het deel
nemen aan de communie.
Nu zijn er echter ook katholieken, die
aan de communiebank geweigerd wor
den. Dit weigeren komt echter niet voor
aan de commüniebank zelf. Van te vo
ren worden deze menschen verwittigd,
dat ze geweigerd zullen worden. En
waarom Wel, dat is duidelijk. Er zijn"
n.l. N.S.B.-ers in Clinge. Menschen die
inzien, dat met den „goeden ouden tijd"
gebroken moet worden. Die inzien, ddt
hei gaai vóór al tégen 't afschuwelijke
bolsjewisme.
Echter niet alléén N.S.B.-ers worden
geweigerd. Ook de werklieden, die
aangesloten zijn Hij het 'N.V.V. Ook
deze menschen behooren bij de lieden,
die uitgestooten worden uit de kerk.
Dit zijn dus de „slechte" Clingenaars.
Gelukkig zijn er o<5k- goede. Men
schen die nog niet beseffen waar hef
Pm gaat. Maar ook „goede". Men
schen die hopen op een Anglo-Bolsje-
wistische overwinning. Die er nooit aan
denken, hun pogen open ie doen, om
te zien Wat qr rondom hen gebeurt.
Menschen die rustig blijven dommelen
in hun bijna eeuwigdurShden winter
slaap. Maar onder deze dommelende
gemeente zijn er, die op een ander ge
bied „uitgeslapen" zijn. Die. verschij
nen met een vroom gezicht aan de
communiebank, om daar d£ Sacramen-,
ten der Kerk te ontvangen eh onder-
tusschen bedenken, dat ze étraks nog
„zaken" moeten doen met zwarte han
delaars uit België of Nederland. Men
schen die, gebruik makend van de
slechte voedsel-positie van België, hun^
eieren verkoopen voor f0.30 per stuk,
of tarwe voor prijzen die varieeren van
f 0.50 tot f 1.00 per kg. Maar dat is toe
gestaan. Wel heeft Christus zelfr met
de scherpste woorden, zich uitgespro
ken tegen die woekeraars, maar dat
schijnt de goé-gemeente niet te besef
fen. Trouwens, - dat behoeft ook niet.
Deze menschen zijn „anti". En dat is
voldoende, om de Genademiddelen der
Kerk të ontvangen. Zij verwachten
blijkbaar, dat hen later zal gezegd
worden„En gij, Ik weet dat gij u hebt
schuldig gemaakt aan woekerhandel,
maar Mij is ook bekend, dat gij anti-
naliónaal-socialistisch waart. Gij goe
de en getrouwe dienstknecht, gaat in
in de vrë&gae uws F "eren."
De geestelijke herder van déze ge
meente is eveneens (uit hoofde van zijn
ambt?) heyig anti. Deze'pastoor hoopt
eerder op een bolsjewistische overwin
ning, dan op een overwinning van de
genen die voor de redding van chris
tendom en beschaving strijden. Niet
dat deze pastoor communistische sym
pathieën koestert. Dat niet. Maar in 't
geval van een communistische over
winning, kan hij een „schoonen marte
laarsdood" sterven, zooals hij het zelf
acpi een N.V.V.-lid meedeelde. Sterven
■voor Christus is goed en schoon, doch
leven voor Christus en Zijn Wobrd uit
dragen, is dé roeping van een nog
levenden pastoor.
Lezer, is u duidelijk geworden, wat
er bedoeld werd met de aanhalings
teekens? De zwarte handelaar wofdt
zonder eenig voorbehoud toegelaten tot
de Genademiddelender Kerk en de
N.S.B.-er, die strijdt voor een betere en
gelukkiger toekomst, wordt geweigerd.
Vroeger zou dit „hemel-tergend"' ge
noemd worden. En nu?
Een katholiek uit Clinge.
Er wordt hard voor U gewerkt
Het is den boeren en boerenarbeiders
bekend, dat «enige weken geleden de
Landstand werd opgericht, en dat kam.
W. van Gorsel tot boerenleider van
Zeeland werd benoemd.
Vlak na deze benoeming is de Land
stand dadelijk flink aan den arbeid
getogen en is thans bezig met onder
zoek naar de loonen der arbeiders.
Dat deze loonen nog vStel te Wenschen
overlaten, is ieder, die iets van deze
toestanden op het platteland afweet, -
volkomen bekend. Er is dan ook geen
sprake van, dat dit zóó blijven kan.
De landarbeiders zijn voor de voedsel
voorziening van ons land onmisbaar,
en derhalve verdienen zij een volko
men waardig loon, dat tot op heden,
in de democralisch-kapitalistische sa
menleving, beneden het peil der fa
brieksarbeiders stond. Bovendien heb
ben deze arbeiders een zeer zworen
arbeid te verrichten.
Het is ons bekend, dat eerstdaags
belangrijke vergaderingen plaatsvin
den over dit onderwerp, en het zou ons
dan ook niet verwonderen, dat de
Landstand op dit terrein haar eerste
successen zal boeken.
Indien dit zoo zou zijn, dan lijkt het
ons aan geen twijfel onderhevig, of de
landarbeiders zullen het belang van
den Landstand spoedig gaan inzien en
zich derhalve aansluiten.
PierKaerel, Leune, wat kiek je
duuster, gaef't niet goed?
Leune Nee, net nie 'k Bin glad uut
m'n doen, 't is vreed.
PierWat is 'ter dan gaende.
Zukken mooien weer en dan
de musse scheef
LeuneJae, 't is te zeien, mee die En-'
gelsche.'die bin maer
kort van memoriealles
zegge en niks doe.
Pier: O! Ol Wat oor ik noe. Birt-
jie kwaed op die brave luitjes
Leune; Stae me nie vor de gek
't ouwen." Onze vrachtriër eif
't- er egn oop schae van. 't Is
gin maniere van doe.
Pier Juldere vrachtriër Oe dat zo,
Leune
Léune Bel d'r was ,vor de vaste waer-
eid gezeid.^ dat ze de knoop
punten zouwe bombardeere;
en dat 't er gin éen goeie Ne
derlander moch'reize.
Pier: Wat vertel je me noe, Leune.
En wanneer ad dat moete ge
schiede 7
LeunèVerloope Diesendag volgens
zeien, wan ik ebbe zelft gin
radio.
PiqrZozoen oe zit dat dan
mee die vrachtriër, moch dié
soms bommen elpe ver-uuze
Leune: Spot maer nieje dag
kom wèzo lange duurt
dat nie. Maer dé vrachlriër
kon nie van uus, dat spreekt.
Pier Moch de goeie man dan op
reis Dat is zeker d' eeste
keer in z'n levend
Leune Glad nie, maer ie kon toch nie
rieën.
PierWaerom nie, Léune D'r is
gin vuultje an .dé" lucht.
LeuneJe bifl" een sufferd. Ie moch
toch vorbie Westdurp en daer
komme vier wegen bie me-
kaare.
PierEnoedat weet ikwat
zou dat v
Leune Joe sufferd, 'dat is toch een
knooppunt.
Pier: Eeneenkpoop
punt.Zou je dienke
LeuneNatuurlikweet je soms
nie wat dat is, dan raekt dat
tied,"voral as" je H.S.B.-er bin,
PierIk dienke over dat knooppunt.
.Daer loopt een-wégt naer Stros-
kerke.éen naer Gaepienge
éen naer St. Laurens en
éen den oek in.
Leune 't Is een knooppunt van ver
keer.
Pier: Suust.... verkeer' van kruu-
waegèns en fietsen en af en
toe een karre. Maer ik moe
zeie, net wat vor die lieve
joengers.
LeuneEn noe is de vrachtriër thuus
gebleve, gliek as z'n gezeid
was en ze ebbe niks gedae.
dat is gin werk. De man zit
mee de schae.
PierEen rekeniengetje naer Chur-
chill of naer Maupie, dat is de
wégt.
t'
Geen viaagbaak.
Ik ontvang de laatste weken stroo-
meh van brieven, waarin klachten
over allerlei aangelegenheden, 'welker
oplossing men aan mij vraagt.
- Men bedenke, dat men zich alleen
-voor redactioneele aangelegenheden
tot de Zeeuwsche Stroom kan wenden.
Kameraden dienen dit te weten, an
deren dienen het te gaan begrijpen.
Voorts is ons blad geen orgaan om
persoonlijke wraakgevoelens te luch
ten. Brieven zonder porti worden niet
beantwoord.
(Voor de Moeders van het Oostfront)
Vóór twintig jaren werd je mij gegeven.
Hoe heugt mij nog die bange, zaal'jge nacht!
Toen zong in mij het weten dat het leven
Op jou, mijn jongen, zeker had gewacht.
Hoe fier heeft jou mijn moederarm gedragen
Welk kind was in mijn oog zóó sterk en schoon l
Ik wist: zijn kracht zal ééns de zwakken schragen.
Dan zal 'k hem noemen mijn beroemde zoon.
Toen heeft de nieuwe tijd je weggeroepen.
Hoe heugt mij nog je felle jongenswoord
„Ik wil naar 't Oosten, met de grijze troepen»
'k Wil van U keeren alle .leed en moord."
Na twintig jaren hebjk moeten geven
Jou als mijn offer aan de oorlogsnacht.
Nu bindt één vraag mij vast nog aan het leven t
Heeft toch de nieuwe tijd op Jou gewacht?
Maria Mart.