N.S.B.-ér? Helden UITGAVE VAIM DE IMATIOIMAAL-SOCIALISTISCHE BEWEGING. DISTRICT 21-ZEELAIMD Je hebt menschen en andere menschen Koude douche na de kou! isbruikt 2e Jaargang, No. 2 „U ziet et naar uitmeneer" Waarom werd ik achter de gordijnen! n Maandag 30 Lentemaand 1942 Bidstonden voor Indië A ermaaea Moed nc wU dus mijn [len, om onze li zooveel moge- goede harmo Iche rijk te be- aan mijn Volk legen, maar het Ji. In, heb ik nog ij dat gij in mij Bestormer, geen feocialist is dat feester, ben het |:omen. om eer, vferderven of I dienen en om |naterieel geluk [aan de nieuwe len smaakt de pnade aan den lcialisme doet voorbijHet of hoont oftf bidt men zal het d?n I of geen mén- het heil van .ze goede ge- I applaus.) 3rd van den gter. distributienet in 1 voerde de Be- ij ssaris kort het J dat hij in Zee- |nenschen steeds ar bovenal was ke bekoring op Idat mijn wensch lïchten Westka* [|p 111 mijn bezit 1 was niet alleen n. dijk. De dijk, lettelijke kracht, l gezet door |volk. Zulk een ouwen die hun Jzulke menschen Iten in het bij tte krachtige fi- Jitige dracht en lichten altijd be nden hier enkele J kennen, en wel ■dochter, en hij Trgemeester zeer j den heer Huy- [por de gemeente en zijn arbeid- dat dit* volk, It bij het nieuwe finschap toch I jd zal leeren be- n een goed bur- I ieente ook voor lte ook, dat men I zou beoordee- l)on of personen, Ijemachtigde van I oord van den Ihtigde. Ichtigde vari chu Ia, dan wilde hij lijd en de arbeid I verre Indië. Hij kam. Tuiten daar perlandeis, in één delljke regeering (jde kam. Dekker de Engelschen, verwoest, onze Iriniers doen ver- aan, dat in de I iemand de mui- berheerlijkte. Zoo gij U eenzaam bi\, ga dan naar Jen grootsten ad- I den Führer, de heeft bevochten ■rij moet, hoewel zaagt gaan, zgo (ied dat in Trans deze regels en, te vrees, ouw te wees. hart en gees, De receptie. eele deel was af- en druk bezochte w.o. het gemeente- kwamen den bur- akwenschen, waar- :ameraadschap nog ;n goede dag, tus- e Kringleider van den burgemeester waarop deze met (ankte en het een mer toezegde. eld ook hier in 1 verschillende zagen het op sn, die. anders over de gesne- agen het op de en, en zoowaar zitten. Schande Want icdereei. te symbool hie. ervuild tot eer. el tegen het Nat jiositeit is hie: illeen van eer. 3dslasterlijke re- at de regeering enschen beleedi rbieden. Het iö Va dezer dager, risjesdragers er: en zijn de hetze- ie N.S.B.-ers, dii moeten dragen Daar als reclame K 945 Verschijnt tweemaal per maand ven buis tot huis door geheel Zeeland REDACTIE POSTBUS 58, MIDDELBURG Abonnement buiten Zeeland Hoofdopsteller Martien Beversluis, Veere f 1.50 per jaar. De reactie passeert. Colporteeren is een leerzaam werk. Wie het nog niet deed, moet daar eens mee beginnen. Het is voor enkelen een soort doop, een kleinp vuurdoop. Of is hef een douche In elk geval maakt het je wakker. Je hoort meer dan wanneer je thuis zit, en vooral, je ziet veel. Je ziet menschen, die, zoodra ze Vova ontdekken, hun pas versnellen en haas tig voorbijgaan met een geïicht, waar óp donder en bliksem te lezen staat. „U een Vova meneer?" Het antwoord komf als een snauw. „Nee dank je l" Er komt een dame aan. Ze haalt diep adem, zet haar voorname mond in een plooi als een strijkijzer, kijkt den armen colporteur doordringend aan, als een onderwijzeres annp 1850 met jicht en spataderen. „U een Vova dame?" Ze blikt mij hoog aan gelijk een hen, die naar een pier zal pikkenZe zwijgt en dan struikelt ze licht over een steenpunt. Zij kucht boos en loopt trotsch verder, - gelijk een zeilschip. Hou zee, dame Arbeiders wachten. Ik ga naar een groep arbeiders. „Een Vova, mannen?" Men zwijgt. Een van hen lacht 09n beetje scheef/'„Geen geld, meneer!" „Werkeloos 1 Dan juist moet je bij de N.S.B. zijn. Je weet toch, dat we voor de arbeiders strijdenJe weet toch ook, dat er over korten tijd geen werkelooze meer zijn zal?" Dan ontstaat een gesprek. De man nen zijn beleefd en vragen. Zij zijn niet, vergiftigd, ze wantrouwen gedeel telijk, ze durven voor elkaar niet er kennen, dat ze ons toch wel gelooven, diep in hun hart. Ik vertel hen, wat er voor de arbei ders gedaan is. Zij praten even over tabak en vet. Ze hebben gelijk, maar het is oorlog, en Engeland blokkeert zooals in 1914. Wat heeft dat te maken met het Nat.-Socialisme. Nee 1 dat is waar. Weten jelui er wat Vari Nee weinig Nou I begin dan eens te lezen. Eén ervan koopt een blad. Ik vraag hen, of ik niet eens met hen en met meerderen kan praten over allerlei dingen. Ze durven' niet, bekennen ze. Waarom, nietDe buurtDe men schen I Maar jelui hebt toch niks te vreezen, als je werkeloos bent Wie zou je dan dupeeren, erger kan het niet. Dat is waar, maar de buurt zou U, zien. De buurt! o, die buurt! En de heele buurt denkt net zoo en de heele buurt vreest de buurt, ze zijn bang voorvoorja, zegt U het eens Wachtenhet duurt niet lang meer, dan volgen ze elkaar en weten, dat ze eindelijk thuis zijn. Jk posteer mij hij een café. Een zwaarlijvig man komt buiten en steekt zoowaar een sigaar op, een echte. Nog een goeie, meneer De laat ste, zegt hij. Dan zou ik hem maar thuis' op- -jtooken en niet op straat. Och, rooken is rooken, meneer! Ik presenteer hem een Vova. Nee, dank je, aan mijn lijf geen polonaise Ik denk, dat een polonaise hem zeker zwaar zou vallen. Zijn beentjes zijn kort en dik, hij heeft een buikje. Zijn wangen zijn vettig en verzakt. Aan zijn vinger zit een ring en het rose vleesch puilt er over heen. Dan zegt hij hartgrondig. Hebt U misschien /wat bonnen, inplaats van dat krantje Hij beklaagt zich, dat hij zijn brood afstaat voor zijn jongen. Dat rantsoen kan mijn hond op één dag op. Hij klaagt over te weinig vleesch. Alles gaat kapot, meneer l U ook? waag ik te vragen. Öp den duur zeker, alles gaat verhongeren. U ziet er beslist naar uit, meneer z§g ik en beschouw zijn volgevreten gedaante, waar dè zwarte handel van afstraalt. Hij keert zich nijdig om, bromt iets en schuifelt verder. Dit is een type dat alleen maar klaagt en scheldt, maar nog alles heeft. Ik roep hem achterna. Gaat U eens een kijkje nemen aan de overzif, bij die arbeiders Kinderen In Hotel van Heyl is het een drukte van belang. Kam. Groote heeft 40 kinderen uitgenoodigd in zijn hotel ypor een eenpotsmaaltijd. Het jonge volkje zit druk kakelend aan lange tafels. De Winterhulp heeft de leiding hier, en als ik door de ramen kijk, ver geet ik te colporteeren. Indien andéren dit prachtige voor beeld van den hotelhouder nu Sens volgden, .denk ik. Ik zie smalle gezichtjes, lachende tegen elkander. Hun oogen staan groot in de magere snoetjesze schransen en er wordt stil gejubeld als nog een puddinkje nakomt. Een grimmig heertje, met een Nassau- orde op den overjas, passeert en kijkt vluchtig binnen. Snel kijkt hij voor zich. Arme kinderen, denkt hij, gênant Ik draaide me om. Een volgende keer bij U, meneer Hij weert af. Hij is gewend zich niet te bekommeren om den nood van zijn. volk. Wat zou het? Wat zou hetVroeger -zag 'je er toch geen een op straat doodliggen Daar zorgde een diaconie en een lief dadigheid voor, waar hij eiken Zondag een «ent aan gaf. Nieuwe tijd, nonsens Vroeger ging het ook goed. En toen kreeg je nog een lintje, als je- niets deed voor de gemeenschap, doch al leen voor je eigen zaak werkte. Het gekraai der kleuters dringt door tot buiten. Het heertje steekt snel den straat oVer. Hij is woedend, waarom Omdat het hem èrgert, dat die ge- meenekérels, die nüzi's het wagen om arme kinderen hun buikje vol te laten eten. Allemaal nonsens denkt hij. Of, zóu hij wel denken Jawel 1 Hij denkt dan zichzelve, en de rest laat hem steenkoud. Hij denkt aan de geliefdeU weet welonder wier beleid hij alles had, wat zijn hart begeerde en het volk en de arbeiders maar moesten zien rond te komen. Wat zou het Hij denkt er aan, hoe hij via een ploert met een gouden ring om zijn dikke worstvingers, een extra hammetje kan bemachtigen en als hij 's Zondags in de kerk zit, waar dominee listig de bijbel gebruikt om zijn haat te bevre digen, dan is hij een oogenblik geluk zalig. Het is de zaligheid van de armen van geest en van hart. Om het contact Hebt U al eens gecolporteerd, kame raad Neen 1 Doe het dan. Het gaat niet om den verkoop in de eerste plaats. Wees .blij; als ge uit verkocht raakt. Neen, het gaat om het contact met de menschen. Gij zijt daar voor wat bevreesd, gij geneert U wat Zijt gij Nationaal-Socialist Zoo ja, dan kent gij geen vrees en dan zijt ge alleen bezield, uw ideaal letterlijk uit te dragen. Zekerer kunnen belem meringen zijn, wij eerbiedigen die, maar colporteeren moet gij nu en dan .eens doer), want het geeft Uzelf het brevet der bereidheid en het sterkt uw strijdlust. Als ik, vervuld van allerlei gedach ten daarover, mij net zal gereedmaken om weg te gaan, omdat het tijd is, komt een burgerman mij voorbij. Hij draait zich snel om. „Een blad meneer 1" „Dank U, het is zoo goed, die vier cent is voor den strijd." Vlug loopt hij verder. Ik kijk hem na, ietwat verwonderd. Dat dubbeltje van zink "is mij meer waard dan een goudstul:. Door het kanaal donderen twee sleepbooten het ijs stuk. 'Zij vorderen langzaam, maar onverbiddelijk breekt de weerstand kapot op hun ijzeren boegen. Er zit lente in de lucht. De weerstand zal wórden gebroken, en waar geen brekers zijn, daar zal de zon der liefde haar week maken en langzaam doen veranderen in welwil lend vaarwater. Bs. I. Lang voor Mei 1940 werd er iederen Vrijdag gebeld. Er werd opengedaan. „Volk en Vaderland!" hoorde ik dan. „Neen" Wös het antwoord, en de deur ging dicht. Dat was vrijwel het eèfaige contact, dat ik met de N.S.B. had. Ik was er tegen, iedereen was immers tegen. De menschen in m'n omgeving, de couranten die ik las, de radio. Ik nam niet eens de moeite me 'ook maar een keer: verd^pon-lTnd/cj/^w^aina, die in Duitschland baanbrak'. Als Adolf Hitler sprak voor de radio en een groote menigte enthousiast uit-' riep „Sieg Heil, Sieg Heil", dan sprak men van gehuurde krachten, die dat moesten uitroepen, en al dergelijke on waarheden meer. Tot eindelijk den Duitscher Neder land bezette. De plaats waar ik woonde, was.heel gauw ingenomen, en weer hoorde ik een leugen door de radio, wapt er werd medegedeeld, dat deze zelfde plaats weer was heroverd. Niets was er van waar. Integendeel, het waren allen Duitsche militairen, die heel rus tig door de straten gingen en hun rilicht deden. Ook kregen we de vlucht van dp Nederlanglsche regeering. De „barbaren" gedroegen zich cor rect. Ik voelde me toen van alle kan ten bedrogen en ik wilde meer weten van dat „nieuwe", dat zich in Duitsch land had voltrokken. Lectuur was et genoeg, en ja, dan ben je eigenlijk al half gewormen. De aogen worden ge opend voor zooveel dingen', en dan kwam ik eigenlijk tot.de conclusie, dat ik .eigenlijk in wezen altijd Nationaal- Socialist ben geweest, dat het bij me past. En toen wilde ik niet anders als toetreden tot lid der N.S.B. en m'n krachten in dienst daarvan stellen. Een huisvrouw. Waarom werd ik N.S.B.-er? Ondanks alle beschimping en ne geering in mijn omgeving jaren vóór Mei 1940 van het Fascisme in Italië en het Nat.-Socialisme in Duitschland,. las ik steeds geboeid de groote redevoe ringen van den Duce en den Führer. Ondanks alle. verdachtmaking in ons land, voelde ik bij intuïtie, dat daar „groote geesten" aan het woord waren, die hun strijd streden en hun stem ver hieven uit diepe liefde voor hun volk. Later zal de massa eerst gaan be seffen, hoe „groot" deze manneVi zijn. Wat zij thans nog miskent en bespot is te benepen om „echte" grootheid en genialiteit te herkennen. We werden^iier welbewust niet voor gelicht over de groote werken, die in Italië en Duitschland tot stand waren gekomen. De infüïtW*' moest* ook hier den weg 'wijzen. We hebben gevochten met de' pro blemen, verstandelijk verworpen en aanvaard, doch het innerlijke gaf steeds de juiste richting aan, We be grepen dat het niet zoo kon voortgaan, dat er vernieuwing, zuivering van ons volk moest komen, of ondergang. De Schepper leeft en werktKleine domme mensch, hoe wilt gij den Schep per in Zijn werk tegenhouden Dage lijks prevelt gij „Uw Koninkrijk kome". Hoe stelt gij U dat Koninkrijk dan voor? Denkt gij, dat dat Koninkrijk er uit zal zien, zooals gii graag wilt, waar ge hét gemakkelijk en rijk zult hebben terwijl anderen verkommeren, dat het ééne volk het kostelijke voedsel kan vernietigen, terwijl het broedervolk gebrek lijdt, alleen maar omdat gij zil verlingen verlangt Neen, neen, kleingeloovigen, die thans rilt en beeft voor de werkelijk heid, v.oor uw Schepper, die Zijn weg gaat De groote vernieuwing en zuivering voltrekt zich ook buiten uw wil, en dit gaat niet zachtzinnig, doch grondig Al wat thans „rot" is, tegennatuur lijk en valsch gaat onder, nu de storm over de volken buldert. Datzelfde pro ces voltrekt zich in het plantenrijk, als de-windvlagen komen. Het Nederlandsche volk zal zich ook 'moeten vernieuwen en zuiveren, of on verbiddelijk ondergaan. De eeuwige wetten van Hoogere Machten, die het leven leiden, kunnen niet worden ont doken. We meenen dat de N.S.B. hier in ons land geroepen is, deze vernieuwing en zuivering tot stand te brengen, en daar om hebben we bewust richting gekozen. Wie deze vernieuwing en zuivering van ons volk niet noodig vindt of be wust tegenwerkt, is zonder Godsver trouwen, bekrompen, of liefde- en harteloos, en heeft nooit echt geleden om het lot van volksgenooten en an deren," die verkommerden. De domme terreur en tegenwerking tegen de N.S.B. en haar leden, waar van ook wij ons deel hebben gehgd, zullen zij, die haar bedrijven, eens voor eigen geweten hebben te verant woorden. Ook hier geldt „Zij weten niet, wat ze doen". Wij zullen echter doorgaan, liefst mèt hen, doch als het "moet, zónder hen, en zullen gerust zijn onze plicht te hebben gedaan, omdat we niet werk loos toezagen, dat de ondergang van ons Volk en Vaderland zich geheel voltrok. De tijd is zwaar, doch grootsch. De storm is geweldig, doch als eens, uit dezen storm, die de Schepper laat woeden, een' herboren volk oprijst, dat -in geluk en voorspoed kan samenleven •met de andere Europeeschp volken, dan is het waard om alle krachten te geven voor dit doeleinde. Een ambtenaar. Een actief Groepsleider te Hansweert, kam. Griep, schrijft het volgende Heden is weer door ons gecollecteerd en is het misschien wel interessant, dat ik hierover wat cijfermaterfbal geef en andere bijzonderheden. Onderstaande gegevens zijn juist, daar ik dit zelf heb bijgehouden. 1 U begrijpt wet, vee( kan ik niet-missen, maar hier is tien cent. Van de menschen die voor de Ge meente werken of er aan leveren, geeft n.l. 40 pet., terwijl van die 40 pet. het grootste gedeelte, voor hun doen, vèel te weinig geeft. Van de ambtenaren van Rijk en Ge-, meente geven er 11 van de 55, dus 20 pet., terwijl ook deze 20 pet. te weinig geeft. Is het b.v. niet diep treurig, als zoo'n mevrouw dan nog naar voren komt en dan één cent in de bus gooit, of dat ze, achtf r de gordijnen verscho len, toezien, hoe lang de collectant ge duldig zal blijven wachten (in de felle koude) aan de deur, die ze stiekum op slot gedraaid heeft. Op een plaats (geen ambtenaar), bij iemand die be slist kapitaal bezit en wiens familie van Winterhulp krijgt, kregen we ten ant woord - „Neen,dank je wel, koop man." i Winterhulp? Mevrouw is niet thuis Dominee geeft ook niet. Dominee geeft niet. aan Winterhulp, omdat het een Duitsche instelling is. Maar even zoo goed spreekt dominee dèn volgenden Zondag over na<fcieo- lietde, barmhartigheid, over 4en barm- hartigen - Samaritaan; enz. Totdat da toehoorders gaan inzien, dat dit niet klopt en dat Christus niet gepredikt heeft voor een bepaald busje, waar aan je wel of niet moet geven. Gevolgen? Men keert zich af. De Engelsche radio moet verzocht hebben aan de geestelijken hier, om in de kerken te bidden veor 't behoud van Indië. Hoe durft een regeering die wegge vlucht is, die het moederland me* bom men bestookt en honderden dooden en verminkten maakt, die zelve den oorlog- aan Japan verklaard heeft, zich nog tot God wenden om hulp En hoe d^rft Van Kleffens daartoe het initiatief nemen, die in zijn brutale pro-Engelsche politiek, den Führer naar het leven gestaan heeft 1 Men-moet maar brutaal zijn. Van toepassing is voor deze bidders dit woord: God laat zich niet bespot ten dat wat de mensch gezaaid heeft, dat zal hij maaien. Dat heeft men trouwens bemerkt. Voor God zijn allen gelijk? Ofschoon ik mij in het algemeen niet. wil mengèn in kerkelijke kwesties, heeft het mij echter wel geërgerd, dat de Gereformeerden in Goes een aparte inzameling hielden voor brandstof van *en voor de Gereformeerden. Zij, die zóó beweren, dat alle men schen voor God gelijk zijn, brengen toch wel veel verschil, wanneer zij zien, dat twee gezinnen kou lijden, waafvan het ééne Gereformeerd is, dat wél kolen krijgt, terwijl- het andere, dat niét Gereformeerd is, geen kolen krijgt. Wanneer men op deze wijze werkt, dan mag men dit de Gemeenschap der Heiligen noemen, maar dan verwaar loost men toch op schandelijke wijze de liefde jegens den volksgenoot. Zeer gunstig steekt hier tegenover af de actie, die burgemeester Lenshoek organiseerde, waarbij een 24-tal N.S.B.- leden zich belangeloos beschikbaar stelden om van huis tot deur brandstof op te halen en dit verdeelde onder iederen volksgenoot, die arm was, ziekte had o.d., zonder onderscheid des geloofs. Een inzender.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 1