Installatie van kam. Tuiten, de nieuwe burgemeester van Westkapelle Het kruis misbruikt De ontvangst. Westkapelle isi een bijzondere plaats in Zee land. Het is het dorp der saamhoorigheid. Westkapelle is één groot, goed gezin, en wie als nieuw lid in dit gezin binnenkomt, zal eerst even moeten afwachten of men hem wel accepteeren wil. De Westkapelnaar heeft sterk trotsch Noorsch bloed en hij houdt niet van veel woorden, doch van daden. Het is voor Westkapelle daarom prettig, dat het kam. Tuiten als burgemeester heeft gekre gen. Wij weten geen beteren en het doet ons goed, dat de loco-burgemeester dan ook zoo spontaan en hartelijk opmerkte bij .zijn opening, pdat de eerste kennismaking goed was uitge vallen". Hoe verschillend was deze eenvoudige wel- komsgroet met die van elders. Er heerschte dan ook dadelijk een goede verstandhouding tusschen gastheeren en gasten, en die bleef tot de receptie en het einde toe. De oranje-blanje-bleu wapperde van het raadhuis, toen de bussen arriveerden. De W.A. en de Jeugdstorm konden, vanwege de verkeers moeilijkheden, geen luister- bijzetten. Daaren tegen waren van alle organisaties afgevaardig den aanwezjg. Als gasten waren aanwezig De Beauftragter yan den Rijkscommissaris, kam. Münzer en zijn yrouw, de referent Lanwer, Hoofd der S.D., Hauptsturmführer Streich, de Otscommandant, enkele officieren. Van onze zijde zagen wij de Gemachtigde van den Leider, kam. Jan Dekker, de Bancommandant der W.A. kam. C. Dekker, de Groepsleidster kam.ske Lens hoek, kam.ske De Rijk namens de N.S.V.O., de Kringleider van Walcheren en de Bevelan- den kam, P. I. Rosiet en zijn Groepsleiders, de Burgemeester van Goes en Axel, kam. Lenshoek en Smalleg'ange, kam. Holthuijzen en Van den Berg namens Winterhulp en de Ned.-Duitsche Culturvereeniging, de Vertegenwoordiger van het N.V.V., de Jonge Baas, e.m. Openingswoord van den w.n. Burgemeester. P Nadat de laca-burgsemeester, dhr. W. Hui- bjregtse Pzn, de bijeenkomst had geopend en de secretaris de stukken, betrekking hebbende op de installatie had doen voorlezen, sprak hij den nieuw benoemden burgemeester als volgt toe i Ofschoon wij nog vreemder, voor eikander KijHr gevoel ik mij verplicht U geluk te wen- gchen met uw benoeming als burgemeester van Onze gemèénte. U komt in een zeer moeilijken tijd, die op feet gewone leven een ze& storen den invloed heeft en het besturen niet gemakkelijk maakt. Onze eerste kennismaking is in uw voordeel uitgevallen en ik hoop dan ook, dat U wijsheid f èn geduld bezit om ons te begrijpen en te ver- j staan en dienende uw krachten zult geven tot heil van onze Bevolking en gemeen te. Spr. eindigde met den hzer Tulten nogmaals $eluk te wenscken «fa hem het teeken zijner Vaardigheid aan te bieden. Daarna hield de nieuwe burgemeester een red~, waaraan vrij het volgende ontleen en vera den nïeu- wen Bttrgfemeftsfoi; Herr Beauftragter des Reict^kommlssars für flie Provinz Zeeland, Gemachtigde van den Leider, Heeren Wethouders, Secretaris, Gasten l éi Kameraden, Benoemd tot burgemeester van de goede ge meente Westkapelle, gevoel ik mij gedrongen Op deze plaats dank te betuigen aan alle auto riteiten en instanties, welke aan de tot stand Koming dezer benoeming hebben medegewerkt. In de eerste plaats aan de hooge Duitsche Auto riteiten in Den Haag en' vervolgens ook aan de Autoriteiten van de provincie Zeeland, in het bijzonder den Beauftragter des Reichskommis- sars für Zeeland, den Gemachtigde van den Leider der N.S.B. en den Wnd. Commissaris dezer Provincie. Verder wensch ik mijn erkentelijkheid tot uitdrukking te brengen tegenover den wnd. burgemeester dezer gemeente, die mij zooeven in wel gekozen bewoordingen heeft welkom, geheeten en mij het attribuut van mijne waar digheid, den ambtsketen, heeft omgehangen. En zoo staan wij dan heden voor de eerste praal tegenover elkander, gij ingezetenen van Westkapelle en ik, uw nieuwe burgemeester. Gij kent mij en ik omgekeerd U nog nietToch Zijn wij niet geheel vreemd voor elkaar. Immers zijn wij allen van één en hetzelfde bloed van Nederlandschen of juister nog misschien van Germaansche bloede. Wij spreken één en dezelfde taal onze moedertaal. Wij zijn geboren en getogen op hetzelfde „dierbaar J plekje grond" ons eigen Vaderland. En boven dien zijn wij allen nog, gij, Westkappelnaren en ik, uw nieuwe burgemeester, van oorsprong, gevoel en staat, rasechte en zuivere Zeeuwen Gij van de Westelijkste punt van het schoone Walcheren en ik'van den Noordrand van het eiland Schouwen. Bloed kruipt waar het niet gaan kanEen Zeeuw is een, Zeeuw H" wordt Zeeuws geboren leeft en iieft Zeeuw., gelooft en bidt en sterft Zeeuws. Eenvoudig, stug en stoerHet wapen van Zzeland is hem bekend en lief de roode leeuw zwemmende In blauwe baren en de spreuk er onder „luctor et emergo", past bij zijn laaien en vasthouden- den aard. Lukt het vandaag niet, dan lukt het allicht mèrrege. En dus, aanpakken maar en volhouden, tijdig en ontijdig, naar een bekend Apostel woord. Neen, geheel vreemd staan wij tegenover elkander niet Hakende uw dorp. Westkapelle is mij bovendien ook niet gansch onbekend. Uw sterk vuurtorenlicht-zag ik reeds als knaap vanaf den Schouwscjien wal. Uw duinen vanaf den Schouwschen vuurtoren. Van uw beroemden dijk lazen en leerden wij op de lagere school. En hoe mooi en zuiver rassig uw menschen ziji toonden ons reeds vóór jaren schilders en teekenaars als* Toorop en later o.a. Van Dijk. Hun sprekende koppen werden en worden alom bewonderd c geprezen, evenals destijds ook uw bekende zangvereeniging die op vele plaatsen in den lande optrad en bijval oogstte. Westkapelle is een goede gemeente. En ik stel mij voor, mij onder de Westkapelaren zeer spoedig en volkomen op mijn plaats te zullen gevoelen. Zóó volkomen, dat ik eerlijk zal kunnen verklarenUw land is ïnijn land, uw zee is mijn zee, uw dijk is mijn dijk, uw duin mijn duin, uw volk mijn volk en uw God pok mijn vader, uw zorgen mijn leed, uw blijdschap mijn vreugde en omgekeerd, mijn idealen ook uw hoop en verwachting Zóó moge het worden En spoedig Wie ben ik? Mij aangaande ik stél mij voor, dat gij bij Uzelf, of onder elkaar wel eens de^vraag zult hebben gesteld„Onze nieuwe burgemees ter, wie en wat zou hij eigenlijk* zijn Welke plannen zou hij hebben voor onze gemeente V' Als die vragen inderdaad bij U zijn gerezen, dan is dit zeer natuurlijk en gaarne wil ik daarop van mijn kant goed rond, dat is goed -Zeeuwsch en goed Nationaal-Socialistisch, een antwoord geven. Dan weet gij van meet af aan, met wien gij van doen krijgt en wat gij van mij te wachten hebt Wie en wat ik ben dus 7 Betrekkelijk veel en velerlei. In mijn jeugd en jonge jaren een gewone boeren dorpsjongen. Letters eten en rekenen leerde ik in een platte- landsschool. Practische boerenarbeid heb ik geleerd en verricht van mijn 12e tot mijn 18e jaar. Ik"* ken het landwerk en het landbouw- bedrijf daardoor zeer wel. Spitten, ploegen, eggen, zaaien, wieden en maaien hebban voor mij geen geheimen. Met5 paarden leerde ik om gaan; koeien melken heb ik reeds jong^gedaan. Ik ken de hitte van het hooiland, de koude en kilheid van het najaars- en winterwerkDe weinige vreugden van hef eenvoudige landvolk. Het zware en dagelijks vele lange uren durende werk en de veeltijds slechts geringe belooning. Ik ken het alles door eigen eryaring, die nog altijd de beste leermeester is, en, vergeten heb ik het niet. Mijn politieke meening. Maar ik heb ook gestudèerd en veel en lang, zgn. geestelijken- of hersenarbeid verricht. Ik heb bijna 30 tjaren in Indië gewoond en gewerkt. Vele vreemde volken leeren kennen en vreemde talen geleerd, en gesproken. Ik heb arme, naakte heidenen gezien en schatrijke dikke «plantagebezitters. Ik heb, ^ls eenige blanke, gewoond onder fanatieke Mohameda- nenl lk heb Evangelie gepredikt, zieken be handeld, opvoedingsgestichten geleid, tucht- en armwezen geïnspecteerd. Ik ken ons rijke In- sulinde en weet, hoe en door wie het werd bestuurd. Ik weet ook, waarom wij het hebben verloren! Hierom n.l., dat.men er geen acKt heeft gegeven op getijN en stroom. Toen het getij kenterde en verliep hier in Europa en ginder in Azië heeft men trots ernstige en her haalde waarschuwingen speciaal ook van den Leider der N.S.B. geweigerd de bakens te verzetten Met lipt gevolg, dat de zaak is vastgeloopen en Indië verloren moest gaan. Plutocratische hebzucht en demoliberale lam lendigheid hebben dat op hun geweten. Zonder eenigen twijfel. Gebrek aan Nationaal gevoel en zelfrespect zijn fataal gebleken. De Jan Saliegeest is hen ten verderve geworden In Indië althans. Voor ons eigenlijke Vaderland kan en moge nu nog gelden: „Een schip op- strand een baken in zee Het is voor ons hier in Nederland nog niet te laat. Maar de tijd dringt 1 Het is zaak, om goed wakkef te worden en werkelijkheidszin te toonen. Het Ijzer te smeden, terwijl het heet is. En dat wel zelf en uit alle kracht Mijn werk hier. Tenslotte moge ik U nog spreke** over wat ik hier in deze gemeente denk te zullen doen. Dit punt is eigenlijk het allerbelangrijkste zoowel voor U, als voor mij. Wat ik denk te doen, zeide ik met voordacht. Want ik weef„De mensch overdenkt zijnen weg doch de He ere bestiert zijnen gang". Ik stel mij voor, hier veel en velerlei te doen, want:" NaÜonaskSocialisme is daad, zooals Mussert leerde daad en dienen, en offeren ik tfeken er bij voorbaat op, dat ik daarbij zal kunnen steunen op de welwillende en serieuze medewerking van allen, die krachtens hun po sitie of betrekking, zakelijk of moreel tot mede werking verplicht zijn. Dat men zou trachten zich onder welk voorwendsel ook, aan dien plicht te onttrekken, wil ik op dezen dag ook zelfs niet eenmaal veronderstellen. Ik zie mij als Nationaal-Socialistise^ burge meester onder U geplaatst voor een dubbele en tweeledige taak. De ee\\e 'zal zijn van voor-® lichtenden, dus getuigenden en missionairen aard de andere zal zijn uw gemeente te besturen in den geest van de nieuwe orde. Deze t§ken echter zullen niet gescheiden van elkander worden ten uitvoer gebracht, doch tel kens in elkaar grijpen en in elkander overgaan. Ik b'edoel daarmede, dat ik niet enkel bij het voeren van propaganda, maar ook bij de be stuurszaak goed Nationaal-Socialistisch zal zijn. Deze mededeeling moge U noch verbazen, noch mishagen. Een goed Nationaal-Socialist kan en mag niet neutraal zijn. Zijn levenshou ding; zijn doen- en laten moet Nationaal-Socia listisch gericht en geladen zijn. Hij ma5 zijn licht niet onder een korenmaat zetten Hij moet spreken en getuigen Zijn hart is vol en dus loopt hem den mond overDe nood is hem opgelegd l Waarom Nat. Socialist? Er zijn nog vele menschen, die zeggen, niet te kunnen begrijpen, hoe men goed vaderlander zijn kan en tevens volgeling van Mussert. Zij beschouwen Nationaal-Socialisme als landver raad en een Nationaal-Socialist als een schob- bert. En dus een onwaardig en eerloos en ge vaarlijk' mensch Er zijn Christelijke en kerkelijke menschen, die niet willen of niet kunnen aannemen, dat een geloovige een eerlijk aanhanger kan zijn en een bewonderaar zelfs van de gedachte van den nieuwen tijd. Een Nationaal-Socialist im mers, zoo denkt mendis een Godsverzaker, een "Tferkverwoester, een duivelsdienaar, of nog erger. Bolsjewiek en Christen dat gaat - maar Christen zijn en Nationaal-Socialist dat gaat niet 1 Zóó denkt, zoo schrijft, zoo praat, zoo gelooft men Helaas Helaas Ik wil daarom1 kortelijks uiteenzetten, waarom ik Nationaal-Socialist ben geworden. Een kort, persoonlijk getuigenis, als^ ge wilt. Welnu dan Mijn geloof en mijn verstand zeggen mij. dat God regeert. Ook de Schrift leert dat. Niet menschen, maar God houdt de teugelsNiet de booze, doch de Heilige Schrift heeft het hoogste en laatste woord. Maar Hij regeert door middel van menschen. Hij zet koningen af en roept knechten tot den troonHij ver nedert en verhoogtEn doet dat alles vrij machtig, als hoogste Souverein. Goedkeuring van geestelijkheid, synoden, of politieke partijen behoeft hij niet. De grondwet van zijn regee ring is o.a. eeuwige verandering. Voortdurende vernieuwing Wat oud is, sterft. Wat ontaard is, vergaatNiets is blijvendAlles vloqit Panta rheï, zooals de Grieken zeiden. De ge schiedenis leert, dat volken, beschavingen en machten opkomen, blinken en verzinken. Dit laatste echter pas dan, wapneer zij innerlijk door bederf zijn aangetast! Ik heb in mijn leven veel meegemaakt, veel gezien, gelezen en ondervonden. Op politiek, maatschappelijk „en kerkelijk gebied. En ik wist reeds vele jaren geleden, dat er in de wereld ontzettend veel onrecht en verderf, boosheid en verwor ding was. Dat kleine klieken het geheel uit mergelden en beheerschten. Dat goud én mam mon troef waren Dat internationale zwende laars de menschheid teisterden. Dat vrijmetse laars en joden intrigeerden. Dat bepaalde vol ken, o.a. Duitschland, ten onrechte veracht, ontrecht en geknecht werden En .dat helaas ook de kerken ziende blind geworden waren en hun stem niet meer verhieven tegen alles wat er gebeurde in flagranten strijd met Godes heiligen wilOfschoon geen profeet, wist en voelde ik, dat er iets groots stond te gebeuren': Dat ef revolutie, wedergeboorte, verandering in de lucht zat. En toen op Gods tijd de Bren gers van den nieuwen tijd verschenen de Duce in Italië en de Führer in'Germanië toen heb ik hen niet gehoond in den geest vankan uit Nazareth wat goeds komen hen niet veracht op de wijze van Jeruzalem, dat de profeten doodde en steenigde, die tot haar gezonden werdenmaar toen heb ik God gedankt en geloofd, in den trant van Simeon in den tempel en gezegd „Mijn ziel aanschouw Gods wondere wegen. Wat is Zijn werking hoog geduchthetzij Hij 't aardrijk met Zijn zegen bezoekt, of met Zijn strenge tucht". Voor de wachtenden, de bezorgden, de verdrukten, de rechteloozen kwamen Führer en Duce, als van hooge Macht geroepen. Als Redders en als Wegwijzers uit velerlei nood en ellende. Omdat ik in God geloof, en Zijn bestuur erken, daarom ben ik Nationaal-Socia list en vereer ik Adolf Hitler. En omdat ik een oprecht Nederlander ben, daarom ben ik een aanhanger van Anton Mussert. Dienen, alleen dienen Want de Führer meent het goed met alle Germanen en met geheel Nederland en met gansch Europa voor zoover het van goeden wille is. Maar hij toornt tegen ongerechtigheid, tegen mammondienst, tegen de machten van den duivel, als daar zijnbolsjewisme, plutocratie, vrijmetselarij en internationaal jodendom. En de leider der N.S.B. lijdt en strijdt niet voor zichzelf, maar voor U en mij en voor het geheele Vaderland !- Dienen en offeren, arbeiden en strijden voor Volk en Vaderland, dat is immers zijn leus en de leuze zijner volgelingen. Trots hoon en laster, trots miskenning p.n tegenstandZonder Mussert en de N.S.B. heeft Nederland geen toekomst meerOf ge het gelooft of niet, het is zooVoor mij staat dit in ieder geval vast als een paal boven wSter en daarom wil ik U van dit geloof getuigen. „Credo-pugno". k Ik geloof daarom strijd ik. Met Duitschland tegen plutocratie en bolsjewisme voor een vrij Nederland én een nieuw Europa En ik heb vertrouwen in de overwinning. Want licht zegeviert over de/duisternis. Het goede over het kwadé. En Bet nieuwe over het. oude. Waarom Omdat God goed iseen Licht zonder duisternis. En omdat Hij zelf gezegd heeft„Ziet ik maak alle dingen nieuw". Ik verzoek U, mijne gemeentenaren, daarom drin gend, werkelijkheidszin te hebben. Alle dingen te onderzoeken én het goede te aanvaarden. Nu Vóór het te laat is Mijn plannen. Als bestuurder uwer gemeente stel ik n»ij voor, steeds te handelen volgens het Nationaal- Socialistisch beginsel', gelijk dat door Mussert zoo schoon is omschreven met deze woorden Voor den zedelijken en lichamelijken welstand van een Volk is noodig 1. Een krachtig staatsbestuur; 2e zelfres pect van de Natie3e tucht en orde4e solidariteit van alle bevolkingsgroepen en 5e het voorgaan van" het algemeen belang boven groepsbelang en van het groepsbelang boven het persoonlijk belang welk beginsel ook al weer volgens onzen Leider, behoort gedragen te worden door de volgende drie steunpilaren (ook bronnen genoemd) van het Nationaal- Socialisme 1 e Godsvertrouwen2e liefde voor het Va snd3e eerbied voor den arbeid. Goede bronnen. Ik vraag U in gemoede en ernst, of deze Bronnen en dit Beginsel niet schoon, niet eerlijk, niet eenvoudig, niet volksch en niet Christelijk zjjn en dus ten volle waard er kennis van te nemen, er voor te leVen en er voor te strijden En voorts of ze geen goede basis vormen voor een heilzaam, lpnd- en zegenrijk gemeentebe stuur Ik geef toe, het is heel wat ajiders, dan de beginselverklaringen der nu verdwenen meer dan 50 Nederlandsche politieke partijen, maar die hebben ons dan ook tenslotte weinig anders dan geharrewar, haarkloverij en onvruchtbaar ged^batteer gebracht. Die hebben het Land en het ^£>lk verdeeld en krachteloos gemaakt, het zelfrespect der Natie vernietigd, de tucht en orde ondermijnd en corruptie in allerlei vorm in de hand gewerkt. Het beginsel der N.S.B. bedoelt de eenheid van het Volk te bevorde-, ren, de kracht en -het zelfrespect der Natie te verstevigen, corruptie, de bron van zooveel s kwaad, te voorkomen. Dat geldt voor de Natie in haar geheel, dat bedoelt ze ook voor de gemeenten. Mijn streven zal er dus op gericht zijn, uw moreel en materieel welzijn te bevorderen Uw saamhoorigheidsgevoel, uw liefde tot eigen land en Volk en ras, geschiedenis en cultuur aan te wakkeren en uwe genèigdheid, om de groote Germaansche Volkeren Gemeenschap te er kennen en uit de innigp en kameraadschappelijke samenleving en samenwerking daarvan' heil te verwachten, voor zoover* noodig op te wekken en levendig te houden Eerbied voor den arbeid. A. Nationaal-Socialisten achten arbeid een zegen. Een voorwaarde voor een bron van zedelijk en materieel geluk. Er moet dus, als het eenigszins mogelijk is, arbeid zijn voor allen. Arbeid is niet enkel plicht, arbeid is ook een recht. Een arbeider moet ook behoorlijk worden betaald. Een arbeider is zijn loon waardig Dit klinkt niet liberalistisch of plutocratisch, maar het is dan ook Nationaal-Socialistisch. En dit is geheel iets anders.. Arbeid brengt brood, arbeid brengt tevredenheid. Arbeid is geen straf op de zonde. Arbeid is een geluk. Werkeloosheid is schande en de dood voor man en volk. Als Nationaal-Socialistisch burge meester zal ik. er naar streven, zooveel in mijn vermogen is, den willigen werkers aan arbeid te helpen. Gezondheid. B. Om te kunnen arbeiden moeten men ge zond zijn. Gezond van lijf, gezond van geest. „Mens sana in corpore sano" noemden de La tijnen dat. Daarom zal mij veel gelegen zijn aan ziektebestrijding en aan algemeene hygiëne, dus aan voorkoming van ziekten Tandverzor- ging, goed drinkwater, zindelijke erven en stra ten en woningen moeten er zijn en blijven. Ook lichamelijke reinheid dus baden is van groote beteekenis. Ik wil daarom met en voor U in deze richting loan, wat mogelijk is. Ontspanning. C. Een uiting van, en voorwaarde voor de gezondheid van lijf en ziel is gepaste levens vreugde. Het Nationaal-Socialisme heeft oog en aandacht voor dit feit en zijn beduidenis. Vreugde en vroolijkheid zijn geen zonde, maar een gave Gods en een medicijn des levens. Ze hebben deswege recht op gepaste beoefening en openbare belangstelling. Muziek en zang, spel en sport zal ik daarom onder U bevor deren, zooveel in mijn vermogen ligt, onder het motto„Vreugde en Arbeid". Volksche kunst. D. Hetgeen uw bezit is aan Volksche kunst erl waarden heeft recht op oordeelkundige be scherming en liefdevolle verzorging. Uw mooie kleederdrachten en andere dingen vallen hier onder. Zij zullen in mij steeds een warm en trouw behoeder vinden. Recht op verzorging. E. Arme en zieke volksgenooten gezamen lijk en voldoende te verzorgen is epn dure en onontkoombare Volksplicht. Zóó leert het de N&t.-Socialislische levensbeschouwing. Deze verzorging behoort niet het karakter te dragen van een aalmoes. Ze is een recht en geen gunst, en mag niet afhankelijk zijn van min of meerdere innige verbondenheid aan eenige kerk, of politieke organisatie. Elite arme Nederlan der heeft aanspraak op verzorging, omdat hij lid is van onze volksgemeenschap, die behoort te leven en te handelen,uit het beginsel: „Eén voor allen en allen voor één". Tegenover dit recht staat de verplichting. Deze dat wie niet arm, of hulpbehoevend ris, behoort te offeren' en bij te dragen, om*den nood van arme Volks genooten te lenigen. „Draagt elkanders lasten" leerde de Apostel immers? Kérken en politieke partijen en de meer dan 800 instellingen van liefdadigheid hier te lande zorgen veelal uit sluitend, of voornamelijk voor éigen kinderkens of de huisgenooten des geloofs. Het Natjonaal- Socialisme staat er op en leert, niet enkel de kinderkens, maar ook zelfs de hondekens be- hooren gespijzigd te worden van de tafel dei- Natie. Vandaar dat Winterhulp en de Neder landsche Volksdienst zijn opgericht en in ,actie zijn gekomen. Deze echt "nationale, echtef* niet politieke armenverzorgingsdienst moet populair worden bij rijk en arm. Bij stedelingen en plat telanders. Deze dien^. moet nooden leenigen en de bezitters van veel of weinig leeren te offeren, dat is te dienen. Zonder offers en dienen, is er geen geluk. Ontvangen is zalig, maar te geven is zaliger. Er is geen middel, om de eenheid en de saamhoorigheid des volks in al zijn lagen en geleidingen meer en beter te bevorderen dan deze dienst. Het is dienst voor het Vaderland in den besten zin des woord En daarom moeten wij er oog en hart voor leeren krijgen. Om der wille van de armen, vaü ons Vaderland en van ons Volk. In mij zal Winterhulp een ijverig bevorderaar vinden, want voor mij staat vast, dat ik daar mede ons Volk een dienst en mijn God eere bewijs 1 m Ras-gemeenschap. F. En dan heb ik nog een oogmerk, dat mij zeer na aan het hart ligt. Naast volkseen heid in engeren zin, wil ik ook ijveren voor de bevordering van het saamhoorigheidsgevoel niet volken, welke met ons één rasgemeenschap vormen. Met \3e Germaansche Volken dus, en in de voornaamste plaats daarom met het groote en bewonderenswaardige Rijk van den Führer. Met Groot-Duitschland derhalve. Vele eeuwen Jang, tot1648 was ons land een deel - van dat Germaansche rijk. Wij zijn van het zelfde, van Duitschen bloede. Van denzelfden, dat is van Germaanschen geest. Wij zijn familie, bloedverwanten en buren. En altijd zijn wij goede buren geweest. De oneenigheid is gekomen door gestook en gewroet van bui- tenlandsche plutocratische intriganten. Helaas Bloed kruipt waar. het niet gaan kan, eri een goede buur is beter dan een verre vriend. Economisch, cultureel en geestelijk zijn wij op Duitschland aangewezen." En Duitschland, Volk en Führer zijn ons zeer welgezind. Datfis vol doende gebleken uit woorden en daden van den Führer, en uit de geheele houding der burgerlijke en militaire bezettingsmacht, die tegenover ons in alle opzichten bewonderens- t waardig en beslist niet vijandig is. Ons is door Hitler in uitzicht gesteld een vrij volkrie kunnen blijven, onder voorwaarde, dat wij het niet houden, openlijk of verborgen, met Duitsch- lands doodsvijanden. Dat wij loyaal met Duitschland samenwerken en opmarcheeren en dat wij ons laten leiden en bezielen door den zelfden geest en hetzelfde ideaal, die Duitsch land uit zijn diepste vernedering na den wereld oorlog van 1914—1918 ónder leiding van Adolf Hitler, in 6 jaren tijds tot den krachtigsten en best georganiseerden staat van de wereld heeft gemaakt Onze demoliberale geestesgesteldheid en ide alen, onze vriendschap met de misdadige pluto cratische Angelsaken, onze geestelijke gebon denheid aan internationaal jodendom en vrij metselarij, onze futloosheid en onze aanbidding van gouden en onmogelijke politieke kalveren, hebben ons gekost in vier en 'n halven dag oorlog j>lm. 3000 gesneuvelden, een bézetting door legers van het land, waartegen onze re- geeritig, onze pers, onze handel, enz., geweten loos en misdadig samenspanden, en tenslotte het algeheel verlies van ons kostelijk en rijke koloniaal bezit in Zuid-Amerika en in Zuid- Oost-Azië. Een schande. Een schande Een verlies en een schade, om niet overheen te komen. Er was schande lijk gezondigd en de straf is niet uitgeble ven. Velen zien' dat niet. Kunnen, of willen dat niet zien. Helaas. Maar toch is het zoo Het is alles eigen, absoluut eigen sclluld. Wij zijn begonnen, en hebben de afstraffing uitgelokt. Nu echter staan de Overwinnaar en zijn volk met grootsch gebaar tegenover ons, en zeggen „Wat gebeurde, is jammer Maar' het is en was/ noodzakelijk. Laat het echter nooit meer zoover komen. Laat ons vrienden, goede buren, laat ons weer Germaan sche broeders zijn. Ongelooflijk, maar waar is het!' Welnu, ik heb geloof in die woorden en verzekeringen. En ook onze Leider, Mussert, heeft daarin vast vertrouwen. Ik bewonder die geste en acht haar een onverdiende en edele daad. Er achterdochtig of afwijzend te genover te staan, geeft geen pas, en is boven dien, gelet op ervaring en politieke wereld situatie, ook kortzichtig, of zelfs wezenlijk dom. Onze Leider Mussert zegt„Ik neem de toe gestoken broeder- en vriendenhand aan".^Alle Nationaal-Socialisten in Nederland £taan geheel achter hem. En ik zelf ook en van harte En dat uit liefde voor Volk en Vaderland, en omdat de stem van mijn Germanen kleed mij dat nadrukkelijk gebiedt 1 Ik wil dus mijn burgemeestersambt ook benutten, om onze volkseenheid en saamhoorigheid zooveel moge lijk te helpen versteviger, en een goede harmo nische verhouding tot het Duitsche rijk te be vorderen. En ik meen daarmede aan mijn Volk en Vaderland geen verraad te plegen, maar het een wezelijken dienst te bewijzen. Tenslotte, mijne gemeentenaren, heb ik nog één dringend verzoek. Dit n.l., dat gij in mij geen Godverzaker, geen kerkbestormer, geen volksvijand ziet. Een Nationaal-Socialist is dat niet >en nooit en ik, uw burgemeester, ben het ook niet. Ik ben niet tot U gekomen, om eer, of gewin, of loon, niet om të vferderven of te schaden, maar enkel om t.' dienen en om te behouden. Om uw. zedelijk en materieel geluk te bevorderen. Gewen U, als hef mogelijk is, aan de nieuwe orde en den nieuwen tijdgeest en smaakt de .vruchten, die God zelf in zijn genade aan den boom van het Nationaal-Socialisme doet groeien en rijpen.. Het oude gaat voorbijHet nieuwe kómtOok al vloekt of hoont of^ scheldt of dreigt of kuipt, jazelfs aJ bidt men er tegen. Als God werkt, wie zal het dan keeren Geen mensch immers, of geen men schen macht is daartoe in staat I En daarom met Mussert voor het heil van Volk en Vaderland en van onze goede ge meente Westkapelle. Hou Zee (Hierop volgde een hartelijk applaus.) Kort woord van den Beauftragter. Na deze rede, die door het distributienet in de gemeente werd uitgezonden, voerde de Be auftragter van den Rijkscommissaris kort het woord. Kam. Münzer bekende, dat hij in Zee land gekomen, het land en de menschen steeds meer had leeren liefhebben, maar bovenal was van Westkapelle een zeer sterke bekoring op hem uitgegaan. Ik ben gelukkig dat mijn wensch vervuld is en dat ik van een echten Westka* pellenaar een geschilderden kop in mijn bezit heb, want, wat mij hier boeide was niet alleen de zee, maar ook de geweldige dijk. De dijk, als een symbool van onverzettelijke kracht, hier gebouwd hier steen voor stemi gezet door dit krachtige, stoere en trot&che volk. Zulk een dijk kunnen alleen menschen bouwen die hun land zeer liefhebben en van zulke menschen houden wij, Nationaal-Socialisten in het bij zonder. Spr. had hiér de groote krachtige fi guren der inwoners, hun prachtige dracht en hun van arbeid doorploegde gezichten altijd be wonderd. Ook had spr. de laatste maanden hier enkele menschen van nabij beter leeren kennen, en wel 'de heer Huybregtse en zijn dochter, en hij heeft daardoor deze wnd. burgemeester zeer leeren bewonderen. Hij dankt den heer Huy bregtse zeer voor zijn arbeid voor de gemeente en ook den anderen wethouder en zijn arbeid zame secretaris. Spr. eindigde "met te hopen, dat dit volk, dat stoer is en twijfelachtig staat bij het nieuwe en - dat is een goede eigenschap toch eindelijk de nieuwe komende tijd zal leeren be grijpen en dat Tuiten voor hen een goed bur gemeester zal zijn en de gemeente ook voor hem goede burgers. Hij hoopte ook, dat men nooit het Nationaal-Socialisme zou beoordee- len naar ,ee)n bepaalden persoon of personen, maar naar de idee. Na deze rede sprak de Gemachtigde van den Leider, kam. Jan Dekker. Kort woord van den Gemachtigde. Als kam. Dekker als Gemachtigde van den Leider hiel* kort wou spreken, dan wilde hij vooral even wijzen op den tijd en de arbeid die kam. Tuiten liet in het verre Indië. Hij herinnerde er aan, hoe al wat kam. Tuiten daar had verricht, met zoovele Nederlandets, in één slag door een onverantwoordelijke regeering was te niet gemaakt. Sterk legde kam. Dekker den nadruk op de schuld van de Engelschen, die onze bezittingen hebben verwoest, onze booten doen zinken, onze mariniers doen ver drinken. Spr. herinnerde er aan, dat in de Tweede Kamer destijds zelfs iemand de mui terij op de Zeven Provinciën verheerlijkte. Zoo ver waren wij gezonken. Als gij U eenzaam en moedeloos voelt, aldus Spr., ga dan naar het beeld van De Ruyter, den grootsten ad miraal ter wereld, volgens den Führer, de eenigste die deze Engelschen heeft bevochten tot in de Theemsmonding. Gij moet, hoewel gij uw werk ginds ten gronde zaagt gaan, zoo eindigde spr., denken aan het lied dat in Trans vaal is geschreven, zeggende deze regels Wees trouw Daar is 'n Volk te leer om homself te eer, te bou om God, en God alleen, te vrees, aan aard en taal .getrouw te wees. gesond en waar van hart en gees, Komaan De receptie. Nadat hiermede hetofficieele deel was af- geloopen, had een prettige en druk bezochte receptie plaats. Verschillende autoriteiten, w.o. het gemeente- persoheel, de marechaussée, kwamen den bur gemeester en zijn vrouw gelukwenschen, waar na allen samen in gezellige kameraadschap nog eenige, uren bijeenbleven. Een goede dag, tus schen goede menschen. Tot slot overhandigde de Kringleider van Walcheren, kam. P. Rosier den burgemeester het portret van .den Leider, waarop deze met enkele hartelijke woorden dankte en het een goede plaats in zijn werkkamer toezegde. Wij zagen het kruisbeeld ook hier in Zeeland op de jas van verschillende dames en heeren. Wij zagen het op de jas van protestanten, die. anders den mond vol hebben over de gesne den beeltenissenvfij zagen het op de revers van ongeloovigen, en zoowaar op die van een jood zitten. Schande over zulk een profanie. Want icdereei weet wel, dat dit hoogste symbool hie. wordt verlaagd en vervuild tot eer: laaghartige politieke rel tegen het Nat. Socialisme. Van religiositeit is hie: geen sprake, doch alleen van eer- platte, vulgaire en godslasterlijke re clame. Wij hoopen dat de regeerinc, dit voor geloovige menschen beleedi gende teeken zal verbieden. Het i hoog tijd. Terecht schreef VoVa dezer dager, een artikel over kruisjesdragers er. kruisdragers. De eersten zijn de hetze makers, de tweeden de N.S.B.-ers, di< werkelijk een kruis moeten dragen doch die het niet Stchtbaar als reclame ronddragen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 4