Zwijnen te Axel Tïoe jeie 5è De PUdedattd&che Burgemeester kam. Smallegange ontdekt geheime slachterij door gemeentepersoneel. Samerrspraaf tusscfyett £eune Scute en Pier be JDie^e. astie. boe- :wen- Van feest, rakje was :e De heer Van Eendègem, ex-burgemeester, hoofd schuldige. Er ls mij eens in hét begin van het verschijnen der Zeeuwsche Stroom medegedeeld, dat men ons blad „De Zeêuwsche Modderstroom" zou noe men. - Welnu I Dit is het geworden Wij wierpen al heel wat modder en vuiligheid, die yrij op dit Zeeuwsche land ontdekten, omhoog, en wij zullen dit blijven doen, tot we de riolen van bedrog, de mestvaalten van schijn heiligheid en de dammen van gee^Je- lijke onreinheid hebben opgeruimd 1' Dat geeft veel stank, dat weten- wij, .maar deze mest zal vruchtbaar blijken te zijn voor de opbloei van een nieuw leven in Zeeland, het Nationaal-Socia- lisme. Toen ik, bij de installatie van kam. Smallegangie tot burgemeester van Axel de heer P. van Bendegem, die met zijn schijnheilige rede waarschijn lijk zichzelf in het zonnetje zette en zich op den Heer beriep, scherpe woorden gebruikte in mijn verslag, heb ik nog even gedacht „ben ik te fel geweest tegen dezen man'?" Maar nu blijkt het dat ik mij niet te hekelend had kunnen uitlaten. Deze man, die met hemelsche oogén nota bene uitriep „God alleen is rech ter" zal zich straks eerst eens voor een aardschen rechter hebben te verant woorden. De. varkens van Axel. Wat is het geval? In Axel worden sinds eenigen tijd varkens gehouden. Ik bedoel dan hier „varkens op vier pooten", die niét het Wilhelraus blazen. Deze varkens, ge voederd door afval uit de gemeente nü (10 in getal nog wel) werden ge kweekt ten bate vcmden heer Van Bendegem en het gemeenteper soneel en dus niet voor de arme men- schen uit Axel, doch voor „eigen prkus gezondheid". Wij kregep hierover van kam. Smal legange de volgende bijzonderheden te hooren. Het is waarlijk hartverhef fend. Feesf-varkans geslacht. Kort na mijn installatie te dezer v plaatse op 20 December j.l. verncm ik al zeer spoedig, dat er door de ge- "meenfe werklieden op de boerderij „Knorrenburg" een aantal var" :ens geStiest werd met huisafval, dat even als in andere plaatsen des lands van wege de gemeente bij de ingezetenen wordt opgehaald. De gemeente-werk lieden zouden gedurende hun dienst tijd de afval voornamelijk aardap pelschillen koken en de varkens voederen en verzorgen. Mijn eerste taak was dus, te weten te komen aan wien deze varkens in eigendom toebehoorden, 't Veeboekje der gemeente werd daarom geraad pleegd. Daaruit Joleek, dat de vee stapel der gemeente had bestaan uit twee paarden (reinigingsdienst) en twee varkens. De beide varkens' waren echter door de benoeming van een Nationaal- Socialist tot Burgemeester van Axel zoo zwaar ziek geworden, dat zij in nood als feestvarkens gedood moesten worden. De schamele veestapel der stad Axel' bestond dus nog uit één paard. De eigenaar van de bewoners van Knorrenburg bleef mij echter onbe kend. De laatste dagen kwamen echter weer voortdurend mededeelingen bin nen, dat de varkensmesterij op volle toeren werkte. Ook Öe zoojuist binnen gekomen jaarrekening van den smid wees in die richting, 'want na. mijn komst in de gemeente waren de voe derketels reeds driemaal gerepareerd en ook daarvoor werd de gemeente de rekening gepresenteerd. Op heeterdaad. Toen ik Donderdag 29 'Januari des morgens om kwart voor tien een be richtje kreeg, dat in het bedrijf groote drukte heerschte, dat de schoorsteenen der voederketels rookten en dat krui wagens met dampende aardappel schillen den varkensstal werden bin nengereden, achtte ik het mijn plicht om te onderzoeken. Dwars over de bevroren akkers ging ik recht op mijn doel af. De eerste dien ik op Knorrenburg ontmoette was de gemeentewerkman Sorber, aan wién ik de vraag stelde wat hij zooal uitvoerde. Hij verklaarde mij, dat hij de varkens aan het voeren was. Op mijn tweede vraag antwoord de hij,, dat de varkens toebehoorden aan het secretariepersoneeL Eerst begaf ik mij met Sorber naar Knorrenburgs keuken. De uitgezochte sintels welke volgens onzen zegsman zoo af en toe werden aangevuld met een emmertje brandstof gehaald uit de opslagplaats bij de Marechausseeka zerne, branden goed. En dat terwijl het nijpende gebrek aan brandstof vele oude menschen in de'kou doet zitten, die ik helaas niet kon helpen met een emmertje'brandstof De dampende inhoud eener ketel was juist voor verder transport in een kruiwagen gedeponeerd. Op dat mo ment kwam ook de gemeente-opzich ter zich overtuigen van de goede wer king van Knorrenburgs mesterij. Mijn eerste vraag dien ik hem stelde was, of hij aan Sorber opdracht had gegeven voor hetgeen hier geschiedde, waarop hij een bevestigend antwoord gaf. Ik stelde hem als hoofd.van den dienst daarvoor aansprakelijk en deel de hem mede, dat hij te zijner tijd daarvoor ter verantwoording zou wor-" den geroepen. Terwijl de straten spiegelglad waren en de menschen zich slechts met de grootste moeite voortbewogen, werd hier ten eigen bate een man aan den gemeentedienst onttrokken, inplaats van hem met zandstrooien te belasten. Vervolgens begaven de opzichter, Sorber en ik ons naar de varkens. Bij controle bleken in een eenigszins achteraf gelegep schuur tien vajkens te zijn ondergebracht. Na dit feit geconstateerd te hebben werd Sorber door mij bevolen onmid dellijk het „voeren der dieren" te sta ken om zijn plichten ten opzichte van de gemeente te gaan vervullen, terwijl ik den gemeente-opzichter een onder houd toestond tegen halftwaalf. Schoone jongens! Ten stadhuize werd door mij direct gehoord de Wd. Secretaris. Deze ver klaarde dat de tien varkens in eigen dom toebehoorden aan P. J. van Bendegem, wethouder, be last met de waarneming van het Bur gemeesterschap tijdens eventueele ver hindering mijnerzijdsM. Oggel, Wd. SecretarisW. A. den Boggende, ge meente-ontvanger M. Zegers, agent der rijksarbeidsbemiddeling Van Hil- ten, ambtenaar distributiekantoorDe Koning, ambtenaar distributiekantoor; De Ruijter, idem Wolfert, id=m Over- dulve, idem-; Olijslager, ambtenaar Rijksbouwbureau, en nog anderen. Verder verklaarde de Wd. Secretaris mij, dat wethouder Van Bendegem zich destijds als Wd. Burgemeester met het kantoor der Landbouwcrisisorgani satie te Hulst erile Goes telefonisch in verbinding heeft gesteld en dat hij niet beter wist of alles was in orde voor zooveel betreft' de crisisvoorschriften. Het verzorgen der varkens door de ge meentewerklieden in diensttijd vond hij niet zoó erg, want, voegde hij. er aan toe, als men iemand zoekt, kan men- altijd wel een stod vinden. Ambtenaar als vatrkens- boar. - Nog meer bedrog. Toen de eigenaren bekend waren, heb ik mij onmiddellijk gewend tot den crisisambtenaar De Putter alhier, met het verzoek een onderzoek in te stel len op de naleving der wettelijke voor schriften met betrekking tot deze var kenshouderij. Dieambtenaar, die ook pas in de 'gemeente Axel is komen wonen en voor wien ik waardeering heb voor de juiste wijze waarop hij Zich van zijn taak gekweten heeft, deelde mij later mede, dat niet tien varkens, doch zes tien op Knorrenburg ondergebracht warén. In een andere schuur zaten nog zes varkens. De reeds door mij gehoorde personen hadden dit al dan niet opzettelijk verzwegen. Deze varkens behoorden toe aah een tweede groep van gemeente-per soneel, n.l. D. van den Berg, gemeente- opzichter; Sorber; De Groot en De Kraker, gemeente-werklieden. Deze groep van personen had alle voorschriften met betrekkihg tot de varkenshouderij in acht genomen, doch tegen, de eerst genoemde perso nen is door de crisisambtenaren pro- ces-verbaal opgemaakt, wegens over treding van het vee-registratiebesluit, want de „heeren" stonden wel allen als „varkensboer" ingeschreven, doch waren niet in het bezit van een vee boekje. Het is jammer dat Van Ben degem door zijn vermeende slimheid de ambtenaren meesleurt. Biggen gekocht. Vervolgens is door mij gehoord de gemeente-opzichter D. van den Berg. Deze verklaarde dat de varkensmes terij zoo langzamerhémd tot de huidige is uitgegroeid. Naast de beide varkens die de ge meente had en die in December in nood moesten worden gedood, had den de gemeente-werklieden en hij eenige varkens in eigendom, die met het opgehaalde huisafval tegelijkertijd werden gemest. Het opgehaalde afval overtrof echter de benoodigde hoeveel heid in die mate, dat door den Wd. Bur gemeester Van Bendegem het plan geopperd werd nog meer varkens aan te schaffen. Met de desbetreffende crisisorgani satie werd door hem overleg geleegd, waarna de groep gemeente-ambtena ren bestaan uit de 18 personen door den Wd. Secretaris opgegeven, tien biggen werden aangekocht. Al deze varkens werden door de gemeente werklieden tegelijk met de gemeente lijke varkens in diensttijd der gemeente verzorgd. Na het slachten der beide varkens van de gemeente werd daar mede voortgegaan. Ik wist dat zulks niet 'oorbaar was, doch door den Wd. Burgemeester is er nimmer aanmerking op gemaakt. Tot het gebruik van brandstof van de gemeente voor het koken van varkens voer had hij (opzichter) nimmer op dracht verstrekt. Op mijn vraag waarom hij mij hedenmorgen niet gezegd had dat nog meer varkens aanwezig waren, gaf hij ten antwoord dat ik daar niet naar gevraagd had. Naar aanleiding van dezg ernstige onregelmatigheden, waarbij het ge- heele gemeeptepersoneel betrokken is en Waarbij onmiddellijk de vraag naar voren komt, wie in deze aansprakelijk moet worden gesteld) komen m.i. voorloopig daarvoor twee personen in aanmerking, t.w. De grooiste saboteurs! 1. De Wd. Burgemeesier P. J. van Bendegem, die zeer waarschijnlijk ge ïnspireerd door een circulaire van den Prov. Directeur van de Winterhulp tot het inrichten eener varkensmesterij ten bate van den Nederlandschen Volksdienst, het wenschelijker achtte deze ten eigen bate' aan te wenden. 2. De gemeente-opzichter D. v. d. Berg, die al dan niet in opdracht van den Wd. Burgemeester de gemeente werklieden heeft opgedragen de var kens in diensttijd te verzorgen. Hangende het onderzoek naar dezen opdrachtaever, heb ik het noodig ge acht in deze ernstige aangelegenheid den gemeente-opzichter onmiddellijk i'n zijn functie te schorsen en den Com missaris der Provincie te verzoeken maatrege'en te nemen tegen den wét- houdér Van Bendegem als saboteur van de voedselvoorziening. Wijl es heeren de gewoonte hadden vclh tijd tot tijd een varken te slachten en in strijd met de bepalingen op de huisslachting, onder elkaar te verdee- len, bls"£n de arme menschen van •v'eesch verstoken, halgeen irbij. een varkensir ssterij onder den Nèderland- r "hen 17 '"sdienst niet het geval zou geweest rijn. Ontslaan en straffen. Tot zoover de mededeelingen van kam. Smallegange Wij ha :ben hieraan weinig tce te voegen. Aileen ditdat wij onmid dellijk on'slag eischen van deze lieden, welke, riet geschikt zijn om een functie als amfc naar te vervullen. Als men nu deze heer Van Bende gem heeft hooren janken van zorgen voor zijn lieve gemeentenraen, die nu aan kam. Smallegange waren toever trouwd, als men hem heeft zieh draaien om de spil zijner eigen gewichtigheid en onkreukbaarheid en men bemerkt np wat dit individu met God op de lippen, inmiddels klaarkookte, dan krijgt men niet alleen eert gevoel van grenzelooze walging, maar ook van medelijden met 'hen, die nog hebben geloofd in dezen edel-acht-baren.' Uitmesten deze' stad met varkens I Varkens op twee pooten, die voor de goedgeloovige bedrogen gemeente met een krul in de staart liepen van ge wichtigheid. Wasschen deze varken tjes en grondig B. De Schooltandverzorging in Zeeland. De chef van den persdiest der Ned. Volksdienst voor Zeelgnd, A. M. D. v. d. Berg, schrijft onsT Zooals men zich zal herinneren, heeft de school-tandverzorging, uitgaande van den Nederlandschen Volksdienst, haar werkzaamheden in onze provincie aangevangen in Oost- en West-Sou burg. In deze gemeente werden 75 leerlin gen van de eerste klassen der bijzon dere lagere schblen en van de open bare lagere school door het hoofd der afdeeling, den heer G. Wijker en door den districtstandarts, den heer G. H. J. van der Drift, onderzocht. Totaal werden 243 blijvende vullin gen gelegd. Slechts eenige ouders van genoemde scholen weigerden hun kinderen te laten behandelen. Van vier kinderen waren de gebitten van dien aard, dat de heer v. d. Drift den ouders adviseerde hun kinderen een particulieren tandarts te laten bezoe ken, daar de Behandeling hunner ge bitten niet- paste in het kader der be handelingen, die de school-tandverzor- gingsdienst gewoonlijk uitvoert. Na Souburg is Arnemuiden aan de beurt gekomen. Ook in deze gemeente blijken de meeste ouders, zeer terecht, het op prijs te stellen, dat de gebitten hunner kinderen worden nagezien en behan deld 'en ook de Arnemuidsche school jeugd heeft haar aanvankelijke .vrees voor den „dokter", die in het school lokaal, waar hij zitting houdt, door zoo veel glimmende instrumenten wordt omringd, al spoedig afgelegd. Dit laatste iê volkomen begrijpelijk als men den districtstandarts en zijn assistente, mejuffrouw Koch, met de dorpsjeugd ziet omspringen. De kinderen, die onderzocht zullen worden komen in ploegjëb van vijf tot zes de „spreekkamer" binnen en als ze gezeten zijn gaan de tandarts en zijn assistente een gezellig babbeltje over alles en nog wat met hen opzet ten. Daardoor ontstaat al spoedig een genoeglijke sfeer en het duurt meestal niet lang, ,of de jongens en meisjes, die nogal schoorvoetend binnenkwa men, zijn er achter, dat het „eigenlijk niets griezeligs is". Als de heer v. d. Drift een van hen tenslotte uitnoodigt maar eens op den onderzoekstoel te klauteren, wordt grif aan het verzoek voldaan. Zoodra hij zijn onderzoek in den mond begint, teekent zich welis waar op alle gezichtjes weer -spanning af, maar als de kinderen bemerken, dat de dokter alleen maar kijkt en on begrijpelijke woorden zegt, die de juf frouw opschrijft, is het ijs andermaal snel gebroken. Elk gebit wordt bij het onderzoek in kaart gebracht. De behandeling levert later, evénmin als het onderzoek, in hef algemeen geen moeilijkheden op. Deze geschiedt ook in het bijzijn van andere patientjes. Geen overbodige weelde. De kinderen hebben n.l. gauw door, dat het hier om „beter maken" gaat, dat een klein pijntje heusch zoo erg niet is. Meestal zijn r'9 behandelde jongens en meisjes ware gangmakers voor de kinderen, die nog niet aan de beurt waren. Dat dè school-tandverzorging in ons gewest geen overbodige weelde is, blijkt o.a. al uit het aantal blijvende vullingen, hierboven vermeld, want Souburg neemt natuurlijk geen uitzon deringspositie in. Als men k als leek zoon school-tandonderzoek bijwoont, schrikt men waarlijk van den toestand waarin het meerendeel der getoonde gebitten verkeert en kan men niet an ders dan tot de erkenning komen, dat de Nederlandsche Volksdienst met deze verzorging een hoogst belangrijke hygiënische taak vervult. Het stemt tot voldoening, dat de be- teekenis van deze taak ten platteland door de meeste ouders, ofschoon zij er nog wat vreemd tegenover staan, op de juiste waarde wordt geschat, en dat zij hun kinderen laten onderzoeken en behandelen. Er zijn helaas ook nog ouders, die niet willen inzien welk een goed werk op deze wijze aan hun spruiten wordt verricht. Gehoopt mag worden, dat binnen niet te langen tijd ook hun oogen zul len opengaan, opdat eerlang het gebit van het Zeeuwsche schoolkind weinig meer te wenschen over zal laten, en- Zeelands jeugd -in gezondheid zal toenemen. PierGoeien dag, Leune, je kiek maer bedrukt, is 't er wat an d' and? Leune; Ochjae en nee...... Ik glocfte dat den bovenmeester gin vertrouwen meer eit in d' Engelsche. PierOe zo dat, Leune Leune: Wel, ie zeit, die Rommel is 't er nog al maer nie an en het duur zo lank eer -dat de Sow- jets in Duischland bin. Pier"En ze zouwe toch deur Spanje en Frankrijk komme, as ze be ginnete gliek mee de Sow- jets van d' andere kant ze wachte op mekaare. LeuneJae, maer as den eenen noe op den anderen wacht, dan kan 't lank duure. Pier: 'Dat zal 't ook! In der eeuwig heid komme ze nie an wal, Leunfje, d'r is gladweg gin sprake van. LeuneDat zei- jie, maer ik achte den bovenmeester een goed vader lander, een man van kerir.sse. Pier: 't Kan best wqze, maer noe is z'n dan toch de planke mis. LèuneZou dat waèr zien, dat die gele lui in bns Indië zitte? Pier: Die wat? Die menschel ebbe een naeme, dat bin Japanners, en ze bin eel wat mans mee ulder schuine oogen, al dochte julder dat ze nie rechte mikke kgnde. Engeland zit 't er lillik mee. Jaenoe ebbe julder p.aas, maer zonder die lui, was Duischland d'r cm «gew -st, mannetje. wou anders maer zeie, New-York is ook nie nes .de deure en de Duischers ebbe daer in de buurte flienk uus- gouwe. - LeuneJae, mee ulder geschreeuw van,, we zulle Amerika niks doe. Zie je wel dat ze de zaak bedriege, nee't is niks mee ulder. PierUust is, Leune, as ik joe eigen dom verdisteleweere en al maer m'n vuust tegen je op- steke, wat zou jie dan doe? Leune: Ik diene dat 'k je een ge ven draai rond je n'ooren ga„ PierNet zodat doe Duischland noe ook. En glooft dat die Roo sevelt mee een opgezwolle kaeke en een blauw ooge zit. Leune Ze zulle zo'n groot land d'r toch nie onder kriege, dat gae nie." Pier: Den tied zal 't leere, maer ze zulle an den anderen kant van den oceaan nog wel is suuze- bolle. Leune: Ze zull§ wel is wat trug doe. PierZeker al die kinders Isrels, die daer de laekens uutdeele Dat bin nog al lieve joengers om wat te doen. Die probeere wet te verdienen, maer klappen op- loope( doen ze liever nie. Le.uneOver de joden praate we nie, dat is 't uutverkore volk. Pier: 't Uuigestoote volk, meen je. Daer praate we op een r iere keer is over. Leune PierIk W.A.-huwelijk in Zeeland. W.A.-man wan Loon, verlaat met zijn bruid kam.ske Vroonland, het Middelburg scha raadhui*.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 3