Het pachtonrecht te Yerseke
Brutale ontMing
Democratische zwendel
Zwij
De gronden moéten opnieuw verdeeld worden.
Hier is dankbaar werk voor den Landstand.
Dc nieuwe Burgemeester
van Wesf-Kapelle
Het recht zegevierel
Dezer dagen heelt, op verzoek vim
de hoofd-redactie van Het Nationale
Dagblad, een publicatie, plaats gehad
over den toestand van de oesterkweek
te Yerseke, van de hand van schrij
ver dezes. Boven deze artikelen liet ik
het opschrift plaatsen: „De slipper-
limped eet de oesters.op en de groote
perceelenbezitters de kleine kweekers".
Dit is in zooverre onjuist, omdat de
slipper-limped-slak geen oesters eet,
doch slechts doet verstikken. Ik behoei
op dit algemeen or heil, dat sinds 1930
de oesterkweek, ie samen met de
schelpziektp heeft bedorven en ten
deele yemietigd, in dit blad niet terug
te komen. Het is algemeen bekend
Maar het schijnt goed te zijn en zelfs
zeer gewenscht, daar tot heden nog
niets is gedaan ter verbetering van de
toestanden, om de vinger te leggen op
■«ie wonde plekken. Want er zal wel
niemand zijn, zelfs niet onder de rijke
kweekers, die niet voelt dat de situatie
om de wille der rechtvaardigheid een
algeheele omwenteling in de exploita
tie noodig maakt.
Ik heb mijn licht opgestoken bij ver
schillende kweekers ter plaatse en
voorts m'jn onderzoek getoetst aan dat
van andeffen voor mij.
Wie het niet eens is met mijn uiteen
zetting, welnu, ons blad staat open
'voor repliek.
In elk geval is de regeering door mij
op de hoogte gesteld, alsmede de
Landstand en ik heb slechts ééft oog
merk met dit onderzoek, n.l. dit, dat
_den gedupeerden eindelijk recht worde
gedaan en dat de schoone, vruchtbare
Ooster-Schelde eindelijk eens voor een
totalen ondergang worde bespaard.
Want 'als het zoo doorgaat, zal deze
ondergang slechts een kwestie van
enkele jaren zijn.
Uit een gesprek met eenige kwee
kers haal ik dan het volgende aan
Pctcht-perikelen.
„En hu mijn vraag," opper ik dan,
zoodra wij om de snorrende kachel
zijn gezeten. -
„Waarom wordt er niets aan de ver:
betering van de vervuilde banken ge
daan
En het antwoord luidt: „Omdat de
groote heeren bezitters, de groote bank-
pachters, hier geen grond afstaan."
„Ze hebben ze zelf dus te veel noo
dig voor de winst?"
„Zelf noodig Wel neenZe laiën
den grond vervuilen, waravoor zij geen
cent pacht betaald hebben en laien
dien liggen tot een kleine kweeker
grond noodig heeft. Dan geven zij de
pacht over voor een hooge premie.
Zij krijgen dus geld en betaalden *er
zelf niets voor."
„Maar wiens eigendom zijn dan
eigenlijk de banken?"
„Het Rijk is eigenaar, maar om de
30 jaar is er een algemeene verpach
ting. Tusschentijds echter kan men de
perceelen z.g.n. „ingeven", b.v. als een
perceel door verzanding onbruikbar
werd. Natuurlijk gebeurt het dus, dat
men dan reeds veel schade heeft ge
leden en schuld aaruhet Rijk heeft."
„Maar, is er dan geen nieuwe pacht-
verdeeling te maken?"
De mannen schuiven hun stoelen
dichter bij en dan komt het volgend
verhaal.
Het verhaal van één
hunner.
„Ik heb u al verteld," vervolgt hij
ons gesprek, „dat er vanaf 1930'ëen
ziekte ontstond in de schelp, waardoor
de sterfte der oesters jaarlijks zóó toe
nam, dat de banken ten doode schenen
opgeschreven. Niettemin moest er nog
drie jaren lang de volle pacht betaald
worden aan het Rijk. Enkelen, die on
der zeer gunstige omstandigheden had
den gewerkt, konden dat doen, maar
het gros, en zeker de kleine- pachters,
hielden het niet vol. Ze konden hun
bedrijf niet in den steek laten, daar er
in cfien tijd geen ander werk te krijgen
was. Zoodoende moest men maar op
allerlei manieren probeeren het hoofd
boven water te houden. En dat ging
zwaar, daar er toch nog altijd een
zeker percentage van dé opbrengst
«an het visscherijgestuur betaald moest
worden. Ook begon de slipper-limped
een woordje mee te spreken. Deze
teelde zoo hard voort, dat na eenige
jaren verscheidene perceelen er dik
mee bezaaid waren. Dit maakte de
zaak niet beter.
Zwendel met gronden.
„Pas in 1936 heeft het visscherijbe-
stuur maatregelen getroffenmaar
welke 11
„De werkeloosheid in Yerseke was
toen al groot geworden. Men moest
de perceelen schoonmaken. De pach
ter zorgde dan voor de korboot en de
olie en door het Rijk werden werke-
loozen aan boord gezet Het gevolg
daarvan was, dat eenige pachters hun
personeel ontsloegen. Deze menschen
moesten dan gaan stempelen en na
eenigen tijd kwamen ze weer in hun
zelfde werk terug, maar het Rijk be
taalde, daar ze toen werkeïoozen wa
ren
„Eén firma hier, die ook haar perso
neel ontsloeg, heeft tot heden niets
meer gedaan en laat de gronden maar
vervuilen. Alleen als er groot gebrek
dan grond is, geeft ze haar perceelen
aan anderen over, tegen' een hooge
premie. Op diewijze heeft zij reeds
in enkele jaren een klein kapitaal 'aan
gronden overgegeven. ,Maar het vroe
gere personeel, waaronder menschen
die 30 tot 40 jaar in dienst waren ge
weest, werd vergeten. Deze lieden dus,
die zelf geen pacht meer betaalden,
vragen toch maar hooge premies en
laten hun eigen knechts desnoods om-,
komen.
„De kleine kweekers, die met eigen
personeel arbeidden, konden er niet
toe overgaan, werkeïoozen 'in dienst te
nemen, daar ze dan ook hun boot en
motor aan anderen moesten toever
trouwen en dat ging niet. En daar. er
geen ander werk was en ze ook niet
stempelen konden (u weet dat men
dan totaal zonder bezit, zelfs zonder
spaarbankboekje moest zijn) teerden
zij hun laatste opgespaarde centen op.
V erpachtings-knoeierijsn.
„In 1936 kwam er opnieuw een ver
pachting. Velen gaven hun perceelen
in eh hoopten dan het goedkooper
weer opnieuW te kunnen pachten. Er
werd door velen geld geleend, daar
er bekend was gemaakt, dat 25 pCt.
van de pachtsom nu direct betaald
moest worden. Maar ook deze ver
wachtingen vtfn de kleine kweekers
werden bedrogen. De kapitaalkrachti
gen pikten alles in en de kleinen kwa
men zonder een perceel thuis."
„Men zou zoo zeggen," onderbrak ik,
„als.'de pacht tóch niet betaald moest,
worden, wegensde slechte opbrengst
en de ziekte in de schelpen en de
slipper-limped, waarom hadden zij dan
hun perceelen ingegeven, om opnieuw
te verpachten?"
„De reden was," vervolgde een an
dere kweeker, „dat men door de hooge
pachtgelden, die er op drukten, bij een
jaar met tamelijk goede verdienste,
steeds weer h'et volle pond aan percen
tages aan het visscherijbestuur moest
betalen en men wist bij oftdervinding,
dat dit' bestuur ook' zooveel als het kon
zou eischen.
„Er waren verder kleine kweekers,-
die oesters op zeeven moesten kwee
ken en die wilden, als het mogelijk
was, wel graag een stuk grond heb
ben, daar ze dan voordeeliger konden
werken. Maar daar de pachten zoo
hoop liepen, kregen zij natuurlijk geen
kans.
„Nadat de gronden door de kapita
listen onder de kweekers waren ge
kocht, werd bekend gemaakt, dat de
pacht ook nu met betaald behoefde te
Worcen en de direct betaalde 25 pCt.
werd terugbetaald."
„Grootere zwendel bestaat er niet
merkte ik op.
„Er kwam toen nog bij, dat men als
oesterkweeker niet in het mosselbedrijf
'mocht beginnen, dat in dien tijd heel
goed ging. Maar een mosselkweeker
werd wèl toegestaan in de oesters te
beginnen. Dit was van grooten invloed
op de verpachting, daar de mossel
kweekers in -staat waren een hooge
pacht te betalen. Toen er in 1938 weer
een verpachting kwam, werd er be
kend gemaald, dat van deze perceelen
dezen keer dan werkelijk de pacht be
taald moest worden.
„Het gebeurde dat er voor een per
ceel, waaruit de oude pachter nog
geen winst had kunnen halen, nu 9000
gulden geboden werd. Dit dfbor een
mosselkweeker o. a.
„Later' bleek echter alweer, dat de
pacht niet betaald moest worden aan
het Rijk. Het werd duidelijk, dat de
heeren van alles op de hoogte waren
geweest, maar door te zeggen dat er
nu wèl betaald moest worden, durfden
de kleine kweekers niet -tegen de groo
ten opbieden, ze zouden dat toch nooit
kunnen volhouden en zoodoende wer
den ze uitgeschakeld.
„De kleine kweekers, die geloofd
hadden wat de voorzitter van het vis
scherijbestuur hun vertelde, waren
weer de dupe géworden.
Vele kleine kweekers
kunnen een perceel
goed gebruiken.
„De zaak is dus zooer zijn genqeg
kleine kweekers, die graag een per
ceel willen pachten. De heeren doen
niets met de gronden, maar wachten
tot er door de omstandigheden één ge
dwongen is een perceel over te nemen'
en dan natuurlijk tegen een dikwijls
veel te hooge premie. De kapitalisten
strijken dit geld op, en nogmaals, zélf
betalen ze niets. Een fraaie toestand,
nietwaar?"
„Een vraag: Meent u, dat het van
belang is, dat de kleinen grond krijgen
voor de oesterkweek?"
„Ja I want ten eerste worden de per
ceelen dan flink bewerkt, terwijl zij nu
verwaarloosd liggen. Deze bewerking
is noodig, daar, als» men oesters wil
zaaien, de grond goed schoongemaakt
moet zijn en ook geregeld schoonge-
houden moet worden. De oesters wor
den jaarlijks opgevischt en daarmee
ook het vuil, dat dan vernietigd kan
worden.
„Vooral nu er veel oesterbroed op de
pannen gevallen is, zou het een uit
komst zijn. Want de meeste kleine
kweekers, die op zeeven kweeken, zul
len dit wegens gebrek aan materiaal
niet kunnen blijven doen. En dan, nog
een voordeelAls ze een perceel had
den, zouden ze ook voor een volgend
jaar verdienste hebben, want zij kun
nen niet al hun oestertjes op zeeven
zetten. Ze zijn dus gedwongen een ge
deelte ervan te Verkoopen, wat niet
aan den prijs ten goede komt. Op
zeeven kweeke'n gaat maar één sei
zoen, want dan moet-men verkoopen."
Verandering is drin
gend noodig.
Ka dit relaas kwamen zij tot de con
clusie, dat het wel dringend noodig
is geworden, een groote verandering
te weeg te brengen, willen de kleine
kweekers (en dit zijn gr velen) niet to
taal verpauperen. Maar bovendien, de
mooie oesterteelt dreigt door dezen
mëer dan oneruchtbaren toestand ge
heel ten gronde te gaan.
Nog meer schrijnende dingen kwa
men bij ons onderzoek aan het licht,
waarop wij later nog eens -terug ko
men. O.a. .er wordt olie verstrekt aan
de visschers. De kleine oesterkweeker
kan die zeer moeilijk krijgen, terwijl
de groote kweeker ovej reserves be
schikt, Tjvant c'ie vaart nog geregeld.
De Ooster-b'chelde, esn vruchtbaar
terrein voor de oesterteelt, is bezig
langzaam maar zeker te vervuilen,
dank zij het totale wanbeheer eener
vroegere democratische regeering,
waarbij zwendel tot in het ongeloof
lijke mogelijk was.
Mooi werk voor den
Landrand.
Ziehier nu een prachtig terrein voor
den Landstand, waaronder dit emplooi
ressorteert. Ook hier gelde de produc
tieslag.' Maar dan ook moge haar eer
ste taak zijn o.i., om óver te gaan tot
een geheel nieuwe verdeeling van de
gronden, naar billijkheid en recht.'
Het zal dan noodwendig worden om
bepaalde pachters, wier gronden niet
in exploitatie worden gebiacht, zooals
thans, tot de orde te roepen. Men dient
dan den .grond aan andere kweekers
te geven.
Er zijn lieden die eens beweerden,
dat de kleine kweekers niet pachjen
wilden, hoewel ze dit konden.
Hoe komt dit?
In de eerste plaats moet de kleine
pachter twee borgen hebben. Boven
dien werd altijd boven de waarde ge
pacht. Tenslotte zijn"er z.g.n. percee
len die niets waard zijn, daar zij tot
zandbanken werden, terwijl immers de
oesters op z.g.n. spier-achtigen, d. i.
veen-achtigen en klei-achtigen grond
moeten groeien.
De zaak staat dus in 't kort gezegd
zoo, dat er lieden zijn, die te veel
perceelen hebben en ze niet onder
houden of niet kunnen gebruiken voor
de cultuur, en dat anderen, die graag
kweeken, schreeuwén om land.
Het parool zij hier: Eerlijke verdee-
ling der notuurperceelen op de boven-
banken.
Bovendien kan de Landstand nog
meer doen. Zij kan een ontwerp tot op
bouw van de Ooster-Schelde maken.
Het is ons, ria deze bezoeken, duide
lijk jjeworden, dat "die ontwerpen er
zijn. Laat men die eens doen indienen
op het bureau en nagaan in hoeverre
deze bruikbaar zijn voor de reiniging
van het water. De bacteriologische
dienst heeft tot heden weinig resultaten
bereikt. Laten de kweekgrs, de man
nen van de praktijk, nu eens met hun
ideeën op de propen komen. Men hun
kert er hier naar.
Maar laat men er dan ook op letten,
dat een kweeker ook een' kweeker is
en dat niet een willekeurige winkelier
ook eens een kansje waagt en een
grondje pacht. Ook hier gelde de
leuze: „Oesterland in kweekershand".
Veere, Jan. 1942.
Bs.
De nieuw benoemde Burgemeester
van Westkapelle op Walcheren ka
meraad M. Tuiten is een Zeeuw.
Hij is geboren te Duivendijke op
Schouwen den 27. November 1882. Na
de lagere school te hebben afgeloopen
heeft hij enkele jaren praktisch meege
werkt in het landbouwbedrijf. Op zijn
18e levensjaar ging hij, na voorberei
dende lessen van onderwijzer -en pre
dikant, studeeren aan de Zendings
school te Rotterdam. Deze studie duur
de van 1900-1905 en omvatte.Theo
logie, Zendingswetenschappen, Talen,
Land- en Volkenkunde vap Nederi. In-
dië, Beginselen van Ziekenbehandéling
en Hygië.
Na -het' diploma Zendeling-Leeraar
en Hulpprediker bij de Protest. Kerk in
Ned. Indië te hebben behaald, vertrok
hij naar Indië, waar hij van. 1906 tot
1933 heeft gewoond en gewerkt. Eerst
als Zendeling-leeraar en beheerder van
een Zendingélandbouwonderneming in
West-Java, daarria gedurende 2 jaren
als geestelijk verzorger van het Protest.
Ziekenhuis „Tjikini" te Batavia. Van
1916 tot 1933 was.kameraad Tuiten in
dienst van het Ned. Indische Gouver
nement. Als Ambtenaar aan het De
partement van Binnenlandsch Bestuur
twee jaar; als Directeur van een 3-tal
Landsopvoedingsgestichten 10 jaar en
als Inspecteur van het Tucht-Opvoe-
dings- en Armwezen in Ned. Indië, 5
jaren.
In 1933 gerepatrieerd, woonde kam.
Tuiten sedert dien te Arnhem.
In Indië heeft kam. Tuiten in Tijd
schriften, Dag- en Weekbladen veel ge
schreven over onderwerpen van pae-
dagogischen-, folkloristischen-, taqjkun-
digen-, agrarischen- en zedekundigen
aard. Ook schadelijke volksgewoonten
en asociale verschijnselen hadden al
tijd zijn groote belangstelling. Zoo
schreef hij en hield hij voordrachten
ver: het Opium-vraagstuk, Prostitutie,
Woeker, Koelie-werving, Alcohol-mis
bruik, Jeugdmisdadigheid,* enz. enz.
Ook verschenen geschriften en tijd
schrift-artikelen van zijn hand in de
Maleische en Soendaneesche taal.
Fascisme en Nationaal Socialisme
hadden van den aanvang af zijn groote
belangstelling en instemming. Hij had
gelegenheid op vele reizen de waarde
en beteekenis daarvan, zoowel in Italië
als in Duitschland, te leeren kennen.
Een jarenlange sterke verbondenheid
met d^ kerk deden hem eerst in 1940
besluiten, pis lid openlijk tot de N.S.B.
toe te treden, en wel nadat hij en zijn
echtgenoote wegens Duitsche- en Na
tionaal Socialistische gezindheid in hun
zomerwoning op het eiland Schouwen
van 10 tot 15 Mei opgesloten en onder
militaire bewaking waren gesteld ge
weest.
Kameraad Tuiten was den laatsten
tijd in zün woonplaats Arnhem groeps
leider van Groep Oost.
Vast geloovende in de verheven,
boven-menschelijke^ roeping van het
Nationaal Socialisme en zijn gróote en
kleinere Leiders en zich ook als
christen geheel kunnende vereenigen
met de Bronnen en het Leidend Begin
sel der Beweging heeft hij zich
gaarne beschikbaar gesteld, om op een
Zeeuwschen burgemeesteipost aan de
komst en~de doorwerking van de nieu
we orde zijn krachten en veelsoortige
levens-ervaring te wijden. Met Mussert
voor het moreele en materieele welzijn
van Volk en Vaderland 1 Hou zee I
De Pachtbureau-kwestie.
Wij hebben in ons laatste nummer
geschreven over de practijken van het
Pachtbureau te Goes. Wij vernémen
dat de heer Geschiere zich geuit heeft
in den zin als zou in dit verslag erg- ns
een onwaarheid schuilen. Wij verzoe
ken hem dan, deze onwaarheid op te
geven, opdat wij deze publiceeren.
Wij zijn slechts gebaat bij de waar
heid en niét ,bij leugens.
Wil de heer Geschiere dan ook zoo
vriendelijk zijn ^le anonieme brief uit
Veere op te zenden, opdat wij die ge
fotografeerd reproduceeren - Graag
Joden-trucs.
Dezer dagen stonden in de Prov.
Zeeuwsche Courünt twee advertenties
die mij ontgaan zijn.
Daar de pachtbureaukwestie te Goes
blijkbaar velen bezighoudt en vooral
den landbouwers interesseert, werden
wij van hün zijde de bedoelde annon
ces toegezonden, met het verzoek deze
den autoriteiten voor te leggen, het
geen "wij heden doen.
„Immers", zoo schrijft een der boe
ren, „ziet U wel dat de heeren zwen
delaars toch hun gang gaan. Die Van
Bevere'n is niet slim genoeg geweest,
hij had met Mesu een afspraakje
moeten maken als pachter, dan was
hij de bepalingen ontdoken!"
Men leze de volgende annonce
Te koop gevraagd voor geld
belegging, HOFSTEEDJE, onge
veer, 10 H.A. gn., 1. van 3 H.A.
Verkoopers kunnen pachter blij
ven. Brieven onder no. 1921, aan
het bur. v. d. blad. Middelburg.
Brutaler kan het niet.
Terwijl dus een uitdrukkelijke be
paling is gemaakt, dat men geen land
en hofsteedje mag koopen om er een
winstje van te maken, vraagt hier
iemand openbaar om zoo'n boerderijtje
te koopen uit belegging, -m maar- de
arme boer, de pachter, blijft er op
wonen. Dan heeft hij ook geen last
van pachtbureau rompslomp, en kan
hij op den ouden voet voortgaan niet
uitzuigerij.
Een tweede slimmerik.
Een andere boer biedt zijn boerderij
en land ook te koop aan, doch wil het
zelf pachten. Dat pachten zal wel een
formule zijn. Het zijn brutale ontdui
kingen van de wet, geholpen door
Isaak de Wc^'
fi KOOP
HOFSTEEDJE
bestaande uit huis, schuur, var
kenshok met tuingrond, bouw- en
weiland, alles gunstig aaneen ge-
'jgen, nabij hoofdweg bij Middel
burg, tezamen groot 4 H.A. 52 A.
20 c.A.
Zeer geschikt voor tuindersbe-
drijf.
Verkooper wenscht "hofsteedje
te pachten.
Inlichtingen ten kantore van
Fa. ISAAC DE WÖLFF te Mid
delburg.
Hef wordt tijd om radi
caal in te grijpen.
Het wordt tijd dert nu dan toch eens
eindelijk radicaal wordt ingegrepen.
Aan den éénen kant belet men een
boer te Veere, die sinds 1911 als boer
ingeschreven staat, te koopen, door chi
canes van het pachtbureau, en ander
zijds koopt en verkoopt men hofsteed-
ies en land onder den dekmantel van
chter en pa'ehtersmaat.
En dat doet men nog wel zoo frank
en vrij en openlijk mogelijk in de pers.
Het schijnt ons toe, dat èn de zaak
Van Beveren èn deze kwesties bijéén
„behooren, en dat het nu een zaak niet
alleen van "recht, doch ook van pres
tige wordt.
**Dit alles ressorteert onder de rubriek
„brutale sabotage".
Wij wülen weten en zullen weten,
wat er met die hofsteedjes gebeurt,
en ook zullen wij niet rusten voor de
zaak Van Beveren opgelost is.
De leuze „boerenland in boeren
hand" is en blijft er, en niet „boeren
land in geldbeleggershand", na
inlichtingen bij de firma Izaak de
Wolft
Ondergeteekende
adres
te
verzoekt hem (haar) te willen inschrijven als lid der N.S.B.
Februari 1942. Onderteekening
Op te zenden naar het
Kringhuis van de N.S.B.
Koningstraat 4 Goes.
De
ex-1
sch
Er Is mij e
verschijnen
medegedeeld
Zeeuwsche
men. Welnu
Wij wierpen
vuiligheid, d
land ontdekte
dit blijven dc
bedrog, de
heiligheid en
lijke onreinh
Dat geeft ve
.maar deze m
te zijn voor c
leven in Zeel
lisme.
Toen ik, bi
Smallegange
Axel de hee:
met zijn schij
lijk zichzelf
zich op der
woorden gek
heb ik nog ev
geweest tegei
blijkt het dat
had kunnen
Deze man,
nota bene uit
ter" zal zich s
aardschen re|
^oorden.
Wat is het
In Axel wc
varkens gehoi
„varkens op
Wilhelmus bl
voederd door1
nü (10 in get
kweekt ten b
Van Bene' ege
soneel en dus
schen uit Axel
gezondheid".
Wij kregen
legange de
te hooren. He
fend.
Fe«
Kort na m|
plaatse op 20
al zeer spcec(
"meente werk]
„Knorrenburg'
ge&nest werd
als in andere
wege de gem
wordt opgeha
lieden zoudenl
tijd de afval
pelschillen
Voederen en
Mijn eerste
te komen aar
eigendom toel
der gemeentel
pleegd. Daan
stapel der ge
twee paarde:
twee varkens.
De beide
door de benoe
Socialist tot
zoo zwaar zié
nood als feest
worden.
De schamel^
bestond dus
De eigenai
Knorrenburg
kend
De laatste
weer yoortdui
tien, dat de
toeren werkte
gekomen jaar
wees in die
komst in de
derketels reec
en ook daan
de rekening
Toen ik Do
morgens om
lichtje kreeg,
drukte heerscl
der yoederket
^vagens met
schillen den
nengereden,
om te onderz<
Dwars over
ik recht op
De eerste
ontmoette wa|
Sorber, aan
v/at hij zooal
mij, dat hij del
was. Op mijn
de hij,, dat d
can het secre
Eerst begaf
Knorrenburgs
sintels welke
zoo af en toe