Het Pachtbureau te fioes misbruikt baar recht
Een Veersche kleine landbouwer getreiterd
De Walzenmolen
voor zijn vaderland sneuvelde. Welk
een piëteit, wrik een christelijke naas
tenliefde...... ik zeg, welk een typisch
wreede democratische, mpntaliteit. Dat
zijn de heeren die het Wilhelmus bla
zen en bidden voor de terugkeer van
u weet welde geliefde
En waarom?
Omdat ze dan weer ongestoord op
dezelfde wijze kunnen door konkelen
onder vriendjes, en.ivriendjes van
vriendjes.
Ondertusschen heeft de heer Mesu
het plan opgevat, zijn huis en land
nogmaals te verkoopen aan een Veere-
naar, n.l. den heer Vermeulen, welke
melkrijder is en nota bene heelemaal
geen boer. Bovendien wil deze er zélf
niet gaaq wonen, maar het boerderijtje
verhuren. Als nu deze Vermeu
len wel toestemming krijgen zou, is het
schandaal bekroond. Echter, al is de
verkoop gedaan, dan nog berusten wij
nimmer in dit onrecht, tot wij gelijk
krijgen.
Goddank schrijven wij Januari 1942.
Leve de Landstand I dat beteekent
leve het recht van de boeren, ook van
de 1 teinen.
Het duurt4 niet lang meer, dat de
Landstand orde op zaken zal stellen,
hoe men ook wringt en saboteert.
Bs.
Een instelling voor liefdadigheid?
Het is nu eenmaal een feit, dat het
vooral voor de heertjes, die de wereld
altijd bekeken hebben vanuit een ge-
makkelijken zetel, terwijl zij op hun
borst de geruststellende drukking van
een goed-gevulde portefeuille voelden,
uitermate moeilijk is om den geest van
den nieuwen tijd te begrijpen.
Het is een tweede feit, dat dit be
grip voor iemand, die aan een Ne-
derlandsch-democratische universiteit
„doctorandus" geworden is, nog moei
lijker te verkrijgen is.
En wanneer zulk een doctsfandus
nog bovendien Verschaf fel heet en ge
woon is aan den geest en de methodes
van de Walzenmolen te Sas van Gent,
dan kunnen wij hem eigenlijk niet zoo
erg vlug iets kwalijk nemen.
Wij zijn het echter aan onze opvoe
dende taak als I^ationaal-Soclalisten
verplicht om scheeve voorstellingen en
verkeerde begrippen, ook bij den heer
drs". Verschaf fel, recht te zetten.
Daarom dient hem op de eerste
plaats eens duidelijk gezegd te worden,
dat wij, Nationaal-Socialisten, een ge
weldigen hekel hebben aan liefdadig
heid. Wanneer de heer Verschaf fel
hiertegen in zou willen brengen dat
toch de liefdadigheid een middel bij
uitstek gebleken is om den invloed van
den werkgever, den rijkaard en den
pastoor over de armen en de behoeftl-
gen te versterken, dan kunnen wij
daarop antwoorden, dat juist deze
overweging ons een afkeer gegeven
heeft van elke liefdadigheid.
de directie van den Walzenmolen op»
nam. Van deze ontving het N.V.V,
bericht, dat Goethals tijdelijk ontsla»
gen was wegens brutaliteit tegenover
zijn chef, nadat hij herhaaldelijk ge>
waaischuwd was.
Nu is wel eiken arbeider van den
Walzenmolen bekend, dat d» conver
satietoon tusschen Beijens zijn ar
beiders meestal niet geschikt is om in
het bijzijn van dames te worden ge
bruikt. Aan den Vlaamschen kant is
deze conversatie- toon echter meer ge
bruikelijk! In ieder geval was er heele-l
maal géén opvallende brutaliteit ge
weest tusschen Goethals en zijn chef.
Van een waarschuwing ■- is dan ook
nooit geen sprake"~geweest.
T eruqgekrabbeld.
Ook de directie, van de Walzenmo
len scheen te begrijpen, dat bij een
gerechtelijk onderzoek hun argumen
ten wel eens niet steekhoudend zouden
kunnen blijken en zij verklaardde zich
dan ook bereid het gederfde weekloon,
minus een dag, cilsnog uit te betalen.
Omdat de heeren Verschaffel echter
nog altijd een zwak plekje in hun hart
hebben voor het Sinterklaasfeest, Wil
den "zij voor den Sint spelen en werd
de uiibetaling dientengevolge uitge
steld tot 6 December. Inmiddels ^er-
onderstelden zij zeker, dat Goethals
wel kon leven van het loon, dat hij
in de jaren van zijn dienstbetrekking
bij den- Walzenmolen- te w-inig ver-
diend had.
Het loon werd dan eindelijk toch uit
betaald, maar de heeren Verschaffel
kondén het toch niet nalaten nog eens
hun liefdadigen aard te toonen en lie
ten dientengevolge de volgende be
kendmaking in de fabriek ophangen
Ach, hoe lief!
Zooals U waarschijnlijk wel bekend,
hebben_wij ons verplicht gezien Uw
kameraad Goethals een week te ont
slaan onder derving van loon.
Deze maatregel was ook voor ons
pijnlijk, doch het'doel was alléén een
voorbeeld te stellen wegens' de aan
genomen houding van een werknemer
tegenover zijn chef, dus niet een Uwer
financieel te treffen. Tevens "rekening
houdende met den duren tijd en de
persoonlijke omstandigheden die hem
sinds eenige weken hebben getroffen,
hebben wij besloten hem cdsrjog zijn
weekloon uit te betalen.
Ons dpel was hiermede de goede
verhouding te hérstellen, dit is ge
schied. (Sjonge, sjonge 1 - Red. Z. S.)
Wij hopen tevens, dat wij in de toe
komst van dergelijke maatregelen ge
spaard zullen blijven opdat de oude
eri goede verstandhouding tusschen U
allen-en ons, zeker in deze tijden, ge
waarborgd moge zijn.
Wij stellen er prijs op nadrukkelijk
te vermelden, dat de betrokkene op
zijn gederfd weekloon geen enkel recht
kan doen gelden teneinde verkeerde
berichtgeving te voorkomen.
DE DIRECTIE.
De Landstand en het oordeel van
Met twee maten.
De gemoederen te Veere zijn de
laatste weken nog al in beroering ge
bracht en vooral bij de landbouwers,
door het merkwaardig optreden van
het Pachtbureau te Goes .Dit bureau
n.l. bepaalt of iemand land al dan niét
mag koopen en bebouwen. Het bezit
een buitengewone macht, want indien
het besloot dat een boer geen land
mocht koopen of verzorgen, dan was
daarop geen enkel verhaal meer. Er
zijn lieden die zoo graag over de dic
tatuur en dwang der laatste tijden
spreken. Maar als men iju eens be
denkt wat zoo'n pachtbureau eenvou-
•dig decreteert, zonder den gevonniste
recht van verweer te geven, ja -selfs
zonder hem te hooren, dan is dit een
vorm van dictatuur, die men onder het
Nat Soc. vergeefs zal zoeken.
Men verwacht, dat dergelijke rech
ters boven alle partijen staanJawel I
Enkele boeren, meest van een bepaald
poliöek tintje, welgesteld, (arme boeren-
hèbben blijkbaar geen oordeel), deelen
daar de lakens uit.
Het zijn eenige, wat je noemt dikkê
landbouwers, die vanwege hun kas
geld ook bevoegd tot oordeelen wor
den gerekend in het democratisch wan
beheer en die daarvan dan ook naór
believen bij tijd en wijle^ schandalig
misbruik maken, zooals blijken zal.
Wij willen een recent geval mede-
deelen en wij hopen dat r$en daaruit
dezelfde conclusie trekt als wij, 'ml.
deze heeren 'moeten verdwijnen en
plaats maken voor anderen, betere en
rechtvaardige lieden.
Bovendien, dit bureau moet gecon
troleerd worden en het alleenrecht tot
oordeelen moet hun Worden ontzegd.
Dat dit bureau met twee maten meet,
zullen wij uit het navolgende duidelijk
kunnen zien.
Wat verstaat men onder
„landbouwer"
Wat was het geval? De sinds 1911
als landbouwer ingeschreven inwoner
van Veere, H. C. van Beveren, kocht
eenige maanden geleden van den boer
J. Mesu te Gapinge een hofsteedje met
5 gemeten land. De koop werd onmid
dellijk gesloten, het geld werd betaald
en de notaris wachtte slechts op de
toestemming van het genoemde Pacht
bureau. Eenige weken na den koop
kreeg de heer Van Beveren bericht,
dat hem dit koopen was geweigerd en
dat hij niet als boer werd beschouwd.
De reden zelf werd niet medegedeeld.
Nu willen wij even de vraag stellen,
wat men eigenlijk onder landbouwer
verstaat, Want daarover zijn de mee-
ningen van de leden van dit pacht
bureau zelve blijkbaar onduidelijk.
In Zeeland zijn honderden kleine
boertjes, lieden die»bij hun arbeid op
het platteland een stuk grond bebou
wen. Zij zijn door de praktijk tot uit
stekende lcmdbewerkers geworden. Zoo
zijn er te Veere menschen, die bij hun
beroep van vrachtrijder, kantenier,
melkventer, groentenboer, sluiswachter,
parlevinker, smid, slager etc., enkele
gemeten land bebouwen of laten be
bouwen. In hoeverre de nieuwe wet
„boerenland in boerenhand" zal wor
den toegepast, weten wij niel^ maar
wèl dat deze hoofdzakelijk er is om
de joden en kapitalisten uit de steden
te beletten de boeren uit te mergelen
en tot pachtboertjës te maken.
In elk geval, het Pachtbureau, dat
nog dezlefde week aan H. C. van Be
veren het recht ontnam boer te zijn
op een klein stukje land, gaf wel toe
stemming tot aankoop van land aan
een smid en een slager ter plaatse I I
Zij schijnt daarbij van een andere
maatstaf te zijn uitgegaan Wel neen 1
Zij heeft geen maatstaf, doch perspon-
lijke voorkeiir.
Anonieme brieven als
bewijs.
De heer Van Beveren protesteerde
natuurlijk en verzocht opgave van re
denen. De persoon, die de correspon
dentie voor hem voerde, kreeg op zijn
■vraag ten antwoord, dat „het bestuur
geen reden vond, daarop in te gaan".
Dit onbeschaamde antwoord deed
den requestrant zich wenden tot twee
instanties, n.l. den Landstand en de
Duitsche Overheid.
De laatste nu stelde prijs op het oor
deel van de eerste, zoodot er een be
spreking plaats had tusscben den land
bouwer W. van Gorsel van Rilland, ge
machtigde voor Zeelqnd van den Land
stand, den landbouwer Geschiere uit
Grijpskerke namens het Pachtbureau,
en den redacteur van dit blad namens
H.' C. van Beveren.
Uit dit onderhoud bleek, dat Ge
schiere, die in de vergadering van het
Pachtbureau zijn stem tégen Van Be
veren had verheven, zélf niets van Van
Beveren's land noch arbeid afwist Hij
17 Zeeuwsche boeren genegeerd?
had het nooit gezien. Hij had zijn ge
gevens echter van een zekeren A. en
bovendien had hij een brief van
iemand uit Veere (de voorzitter van
de C.B.T.B.), die Waarschuwde tégen
Van Beveren„immefs, ook diens fa
milielid had gezegd, dat v. B. geen
boer was".
De beide bovengenoemden, bij "het
onderhoud tegenwoordig, mochten de
zen brief echter niet inzien, de boer
Geschiere wilde ook den naam niet
noemen, doch hij liet zich ontvallen,
welke functie de schrijver had.
Wat het familielid van v. B. betreft,
wij kennen dat en heel Veere weet wie
-dat is en zij weten dus ook, hoe troebel
de bron is.
Ook kennen wij dien christelijken
boer, die stilletjes een anderen boer
een loer tracht te draaien. Zijn dat
christelijke manieren
Kam. van Gorsel merkte op, dat deze
motieven,>om iemand daarom het recht
tot koop te weigeren, buitengewoon
zwak waren en verdacht.
De heer «Geschiere verzocht hem
toen, „maar eens in Veere te infpr-
meeren. Dit werd beloofd en zonder
eenig resultaat werd deze bijeenkomst
beëindigd.
De boeren uit Veere aan
het woord.
Inmiddels beriep Vcm Beveren zich
.inderdaad op de boeren van en om
Veere, die allen goed bekend staan
en wier oordeel zeker opweegt tegen
dat van het Pachtbureau. Immers, dit
zijn lieden van praktijk en zij kennen
Van Bèveren sinds jaren.
Zij verklaarden, dat zij Van Beveren
sinds jaren kenden, dat zij nimmer ge
constateerd hadden, dat v. B. zijn land
slecht onderhield "en dat zij henr zeer
wel in stqat achten, zijn 5 gemeten land
goed te onderhouden. t
Onderteekend door 17 van de- meest
bekende landbouwers te Veere, werd
dit stuk zoowel aan den Landstand,
als ook aan 't Pachtbureau verzonden.
Tevens richtte Van Gorsel, die zelf
éen der grootste boeren uit Zeeland is,
zich namens den Landstand tot het
Pachtbureau en den Beauftragter van
den Rijkscommissaris, met het navol
gend schrijven:
De Landstand protesteert.
Mijne Heeren.
Door den Referent van Sociale 2a-
ken, in opdracht van den Beauftragte
van den-Rijkscommissaris voor Zeeland
in het bezit gesteld van de documenten
betreffende de kwestie J. Mesu—H. C.
van Beveren, aangaande aankoop van
een hofsteedje en land, groot 1.86.69
h.a., aan den straatweg naar-Gapinge
nabij Veere liggende, heb ik det eer U
het navolgende medë te deelen.
Door mij is onderzoek ingesteld naar
het protest dat H. C. van Beveren bij u,
middels den heer Martien -Beversluis,
letterkundige te Veere en literair mede
werker van het weekblad van den
Landstand, ingediend heeft, zoowel als
naar de klacht, welke tegen H. C. van
Beveren is ingekomen door uw lid den
landbouwer Geschiere te Grijpskerke,
welke laatste ook namens anderen
sprak.
Vast is komen te staan, dat bedoelde
Van Beveren sinds 1911 landbouw heeft
bedreven te Veere, zij het dan niet in
grooten stijl, 'maar zooals velen te
Veere en elders, in het klein.
Vast staat eveneens, dat genoemde
Van Beveren als landbouwer sindsdien
stond en staat ingeschreven en dat
nimmer voordien een klacht over hem.
is ingediend wegens het slecht onder
houden van zijn gronden.
De in uw Êrief van 20 November aan
den Beauftragte voorkomende sillaben,
waarin gezegd wordt dat Van Beveren
„niet als vakkundig moet woraen be
schouwd" zonder meer en zonder ver
dere aanvoering van bewijs en zonder
dat ook de heer Van Beveren zelve
in deze zaak gokend is, lijkt mij onvol
doende om daarop een weigering uwer
zijds te baseeren.
—Het is mij bovendien gebleken, dat
de heer Geschiere mij slechts éen per-
soon bil name kon noemen, die slechte
inlichtingen over ,,Van Beveren'^ land-
exploitatie kon geven en dat hij, zich
beroepende op iemand te Veere, en
diens brief voorlezende, noch den naam
.van den briefschrijver wilde vermelden,
noch ook eenig grondig bewijs kon
leveren voor d^'daarin uifgebrachte
hoogst vage critiek.
Anderzijds echter zijn vele goed be
kend staande landbouwers te Veere
bereid gevonden te verklaren, dat zij
nimmer iets hebben bemerkt van een
slechte grond-exploitatie van Van Be
veren, dat zij hem als boer erkennen
en dat zij hem geschikt achten het ge
kochte land goed te beheeren.
Ik doe u hierbij een verklaring toe
komen van slechts enkelen. Indien u
dit wenscht, kan deze verklaring door
nog zeker een tiental goed bekend
staande collega's worden ondertee
kend. Na kennisname van cd deze
dingen zie ik geen enkel bezwaar om
Van Beveren in deze niet als landbou
wer te erkennen en geen reden, hem
zijn vergunning te weigeren.
Voorts gaf de heer Geschiere bij het
onderhoud nog toe, dat het hier boven
dien slechts een zeer klein bedrijfje
gold en dat dit dus gemakkelijk viel
.ie onderhouden. En bovendien, dat de
consequentie van dit besluit beteekende
dat men hem dan ook zijn andere 12
gemeten land moest ontnemen.
Als gemachtigde van den Landstand
spreek ik derhalve als miin meening
uit, dat H. C. van Beveren wel degelijk
in slaat moet worden geacht het door
hem gekocht bedrijfje op behoorlijke
wijze te ëxploiteeren en ik verzoek u
met de meeste nadruk deze zaak als
nog te herzien in de e.k. vergadering
en hem alsnog de vergunning te ver-
leenen.
Met de meeste hoogachting,
uw dw.
W. F. van Gorsel.
Chicanes zonder einde.
Men zou,zoo zeggen, dat hiermee
de zaak uit is. Maar neen, er werd
een deskundige benoemd, die de zaak
nog eens moest onderzoeken. Wij heb
ben niets tegen een deskundige, maar
zijn die onderteekenaars en de heer
Van Gorsel geen deskundigen?
Inmiddels' heeft er een onderzoek
plaats gehad. Wat de onderzoeker
heeft gerapporteerd, is ons niet bekend.
Wel weten wij, dat dezer*dagen den
heer Mesu bericht werd, dat hij zijn
hofje aan een ander mocht verkoopen.
Dat dit echter voorbarig is, blijkf uit
het feit, dat in laatste instantie de Be
auftragter zal moeten beslissen wat hier
recht is en niet het Pachtbureau, dat
zich alweer haast, om te, trachten de
zaak nog- gecompliceerder te maken.
Immers, dit was reeds in het begin,
toen Van Beveren protesteerde, er toe
overgegaan, Mesu mee te doen deelen,
dat deze kon doen wat hij wou. Deze,
hoewel in het bezit van het geld, kapte
eenige boomen Uit den boomgaard,
gebruikte de groenten, wierp de meu
belen van v. B. er uit en weigerde het
land te doen beploegen door v. B.
Mesu was n.l. van meening, dat, hoe
wel hij het alles verkopht had, hfj het
nogmaals kon verkoopen.
Er volgden dreigementen en onaan
genaamheden wederzijds, totdat, na
bezoek bij den redacteur van dit blad,
Mesu zelve den volgenden brief aan
het Pachtbureau verzond:
Mm-
Aan het Bestuur van de
Pachtkamer te Goes.
Mijne Heeren,
Aangezien de verkoop van het land
en het hofje van ondergeteekende aan
den heer H. C. van Beveren reeds ge-
ruimen tijd oponthoud heeft, waardoor
vanzelfsprekend schade zal ontstaan,
waar bovendien de beide partijen hier
-gedupeerd zijn en tenslotte de advjgzen
van verschillende landbouwers ten op
zichte van den' kooper gunstig luiden,
verzoek ik u, met den meesten spoed
deze zaak af te handelen.
Ik wil u niet verbergen mede te dee
len, dat ik geheel buiten de adviezen
sta, welke u bereikt hebben, hetzij voor
of tegen Van Beveren.
Het ging mij tenslotte alleen om den
verkoop van mijn hofje en het land.
Ik heb er voor mijzelf niets op tegen,
dat de eenmaal gedane koop door uw
kamer zal worden bevestigd en goed
gekeurd.
In afwachting op uw spoedig ant
woord en met de meeste hoogachting,
J. Mesu,
Landbouwer," Gapinge.
Vreemde consequenties.
Hoe uiteindelijk de bselissing valt, is
nog niet te zeggen, daar deze zaak nog
hangende is, ondanks alle voorbarige
suggesties van de zijde van het Pacht
bureau. Doch wij willen "even op de
consequenties wijzen, indien onver
hoopt, ten nadeele van Van -Beveren
zou worden beslist
Besluit men n.l. om hem deze 5 ge- x
meten land niet te gunnen, omdat hij
niet in staat is dit te onderhouden,
dan dient men v. B. ook zijn andere
reeds lang door hem geëxploiteerde 12
gemeten af te nemen. Immers dan kan
hij ook déze niet onderhouden, hoewel
daarover nooit éer» klacht is geweest.
Vervolgens zal men dan eens een
onderzoek moeten instellen naar de
kundigheid van andere Veersche inwo
ners en hun land-exploitatievermogen.
Als men dan eerlijk te werk gaat, zal
.menigeen als niét landbouwer te boek
komen te staan, en met meer recht dan
Van Beveren. Wij zien met spanning
de oplossing tegemoet. Maar dit staat
voor ons vast, de gestes van het Pacht
bureau zijn dusdanig, dat wij absoluut
geen vertrouwen meer hebben in de
eerlijkheid van haar uitsprak. Indien
wij ons niet voor dit geval hadden ge-
interesseerd, dan was v. B. zonder
eenig recht op verweer en zonder eenig
nader onderzoek, gedupeerd geweest.
En dat nog wel bedreven tegen iemand
wiens eenigste zoon in de Mei-dagen
Geen slaafsch werktuig.
Wij wenschen wel, dat er tusschen
arbeider en werkgever een sterke band
bestaat, maar niet in dien zin, dat de
eene weet met handen en voeten aan
den ander gebonden te zijn en daarom
een slaafsch werktuig wordt in de
handen van den sterkere of rijkere.
Maar wij willen dat dezen band ge
vormd wordt door wederzijdsche waar
deering en vooral door de meest stipte
rechtvaardigheid Jegens elkander.
Hiermede wijken wij in onze opvat
tingen wel wat af van de denkwijze
van den heer Verschaffel, die, zooals
de meeste oude plutocraten, zeer graag
liefdadigheid bewijst, waarbij hij ech
ter steeds ervoor zorgt, dat op de eerste
plaats niet alleen zijn rechterhand,
maar geheel__Sas van Gent weet, wat
zijn linkerhand doet, terwijl daarnaast
zijn „liefdadigheid" op een of andere
manier^gecompenseerd moet worden,
en liefst aldus, dat den arbeider in zijn
recht dubbel en dwars tekort gedaan
wordt, wat hem aan liefdadigheid toe
bedeeld wordt.
Maar laat ons ter zake komen en
de aanleiding behandelen, waarom ik
meende onze opvattingen aangaande-
dit alles eens duidelijk naar voren te
brengen.
Wij zijn geen vrienderf' van anony-
miteit en zullen, dan ook man en paard
noemen
Man en paard.
Een paar maanden geleden werd
aan een arbeider van de Walzenmolen,
Goethals genaamd, aangezegd door
den magazijnbaas Beijens, dat hij
een week geschorst wercf zonder be
houd van loon. Een reden voor deze
onvrijwillige, vacantie- werd niet op
gegeven. Zijn lidmaatschap van de
N.S.B. zal hieraan wel niet vreemd ge
weest zijn.
-v Gelukkig voor hemzelf is Goethals
niet een van die arbeiders, die meenen
dat de werkgever nog altijd een on
beperkte macht heeft en naar willekeur
zijn arbeiders in hun recht tekort kan
doen. Goethals wendde zich dan ook
tot het N.V.V., dat deze kwestie met
En juist dit briefje, dat geen verder
commentaar noodig heeft, was voor
ons de aanleiding om nog eens op dit
geval terug te komen.
Het moge den heer Verschaffel dui
delijk zijn, dat geen enkele arbeider
en ook Goethals niet, zijn liefdadigheid
verlangt, maar dat het eenige wat zij
willen ishun recht Maar als dan
ook een arbeider, door de macht van
het N.V.V. aan zijn recht geholpen
wordt, kan niet geduld worden dat de
heer Verschaffel zich weer op zijn borst
klopt en aan de wereld kond doet, dat
hij zulke gulle aalmoezen uitdeel'.
Wij weten ook, dat de heeren'Ver
schaffel nog steeds voldoende macht
hebben om onzen kameraad Goethals
het leven op de fabriek omwille van
dit artikel minder aangenaam te
maken.
Arbeiders, eischt recht!
Maar al heeft de Walzenmolen de
moed van vple arbeiders kapot ge-
walzt, het zal blijken, dat de Nationaal-
Socialistische arbeiders zoo hard zijn,
dat zij zelfs in deze molen niet kapot
te krijgen zijn.
Zij zullen blijven vechten, totdat ook
dit bedrijf geworden is tot een waar
achtige arbeiders-gemeenschap van
hoog tot laag, waar goede sociale voor
zieningen den arbeider zullen bescher
men, waar behoorlijk aandacht besteed
zal worden aan de bedrijfshygiëne,
zoodat bijv. de arbeiders ook eens een
behoorlijk schaftlokaal of confine krij
gen omJiun brood op te eten, waar
het kantoorpersoneel niet meer langer
zijn werk hoeft te doen in hokken, die
herinneren aan het Huis van Bewaring.
Vooral echter, waar een' directie de
leiding zal voeren, die de plutocraten-
manieren van de heeren Verschaffel
zal missen en die inderdaad het be
lang zal dienen van allen, die in het
bedrijf werken en allen recht zal doen.
Dan is zeker geen liefdadigheid meer
ftoodig.
Deze tijd komt.
Hou Zee,
A. S t o e t z e r,
Kringleider in Z.-Vlaanderen.