Het Pachtbureau te fioes misbruikt baar recht Een Veersche kleine landbouwer getreiterd De Walzenmolen voor zijn vaderland sneuvelde. Welk een piëteit, wrik een christelijke naas tenliefde...... ik zeg, welk een typisch wreede democratische, mpntaliteit. Dat zijn de heeren die het Wilhelmus bla zen en bidden voor de terugkeer van u weet welde geliefde En waarom? Omdat ze dan weer ongestoord op dezelfde wijze kunnen door konkelen onder vriendjes, en.ivriendjes van vriendjes. Ondertusschen heeft de heer Mesu het plan opgevat, zijn huis en land nogmaals te verkoopen aan een Veere- naar, n.l. den heer Vermeulen, welke melkrijder is en nota bene heelemaal geen boer. Bovendien wil deze er zélf niet gaaq wonen, maar het boerderijtje verhuren. Als nu deze Vermeu len wel toestemming krijgen zou, is het schandaal bekroond. Echter, al is de verkoop gedaan, dan nog berusten wij nimmer in dit onrecht, tot wij gelijk krijgen. Goddank schrijven wij Januari 1942. Leve de Landstand I dat beteekent leve het recht van de boeren, ook van de 1 teinen. Het duurt4 niet lang meer, dat de Landstand orde op zaken zal stellen, hoe men ook wringt en saboteert. Bs. Een instelling voor liefdadigheid? Het is nu eenmaal een feit, dat het vooral voor de heertjes, die de wereld altijd bekeken hebben vanuit een ge- makkelijken zetel, terwijl zij op hun borst de geruststellende drukking van een goed-gevulde portefeuille voelden, uitermate moeilijk is om den geest van den nieuwen tijd te begrijpen. Het is een tweede feit, dat dit be grip voor iemand, die aan een Ne- derlandsch-democratische universiteit „doctorandus" geworden is, nog moei lijker te verkrijgen is. En wanneer zulk een doctsfandus nog bovendien Verschaf fel heet en ge woon is aan den geest en de methodes van de Walzenmolen te Sas van Gent, dan kunnen wij hem eigenlijk niet zoo erg vlug iets kwalijk nemen. Wij zijn het echter aan onze opvoe dende taak als I^ationaal-Soclalisten verplicht om scheeve voorstellingen en verkeerde begrippen, ook bij den heer drs". Verschaf fel, recht te zetten. Daarom dient hem op de eerste plaats eens duidelijk gezegd te worden, dat wij, Nationaal-Socialisten, een ge weldigen hekel hebben aan liefdadig heid. Wanneer de heer Verschaf fel hiertegen in zou willen brengen dat toch de liefdadigheid een middel bij uitstek gebleken is om den invloed van den werkgever, den rijkaard en den pastoor over de armen en de behoeftl- gen te versterken, dan kunnen wij daarop antwoorden, dat juist deze overweging ons een afkeer gegeven heeft van elke liefdadigheid. de directie van den Walzenmolen op» nam. Van deze ontving het N.V.V, bericht, dat Goethals tijdelijk ontsla» gen was wegens brutaliteit tegenover zijn chef, nadat hij herhaaldelijk ge> waaischuwd was. Nu is wel eiken arbeider van den Walzenmolen bekend, dat d» conver satietoon tusschen Beijens zijn ar beiders meestal niet geschikt is om in het bijzijn van dames te worden ge bruikt. Aan den Vlaamschen kant is deze conversatie- toon echter meer ge bruikelijk! In ieder geval was er heele-l maal géén opvallende brutaliteit ge weest tusschen Goethals en zijn chef. Van een waarschuwing ■- is dan ook nooit geen sprake"~geweest. T eruqgekrabbeld. Ook de directie, van de Walzenmo len scheen te begrijpen, dat bij een gerechtelijk onderzoek hun argumen ten wel eens niet steekhoudend zouden kunnen blijken en zij verklaardde zich dan ook bereid het gederfde weekloon, minus een dag, cilsnog uit te betalen. Omdat de heeren Verschaffel echter nog altijd een zwak plekje in hun hart hebben voor het Sinterklaasfeest, Wil den "zij voor den Sint spelen en werd de uiibetaling dientengevolge uitge steld tot 6 December. Inmiddels ^er- onderstelden zij zeker, dat Goethals wel kon leven van het loon, dat hij in de jaren van zijn dienstbetrekking bij den- Walzenmolen- te w-inig ver- diend had. Het loon werd dan eindelijk toch uit betaald, maar de heeren Verschaffel kondén het toch niet nalaten nog eens hun liefdadigen aard te toonen en lie ten dientengevolge de volgende be kendmaking in de fabriek ophangen Ach, hoe lief! Zooals U waarschijnlijk wel bekend, hebben_wij ons verplicht gezien Uw kameraad Goethals een week te ont slaan onder derving van loon. Deze maatregel was ook voor ons pijnlijk, doch het'doel was alléén een voorbeeld te stellen wegens' de aan genomen houding van een werknemer tegenover zijn chef, dus niet een Uwer financieel te treffen. Tevens "rekening houdende met den duren tijd en de persoonlijke omstandigheden die hem sinds eenige weken hebben getroffen, hebben wij besloten hem cdsrjog zijn weekloon uit te betalen. Ons dpel was hiermede de goede verhouding te hérstellen, dit is ge schied. (Sjonge, sjonge 1 - Red. Z. S.) Wij hopen tevens, dat wij in de toe komst van dergelijke maatregelen ge spaard zullen blijven opdat de oude eri goede verstandhouding tusschen U allen-en ons, zeker in deze tijden, ge waarborgd moge zijn. Wij stellen er prijs op nadrukkelijk te vermelden, dat de betrokkene op zijn gederfd weekloon geen enkel recht kan doen gelden teneinde verkeerde berichtgeving te voorkomen. DE DIRECTIE. De Landstand en het oordeel van Met twee maten. De gemoederen te Veere zijn de laatste weken nog al in beroering ge bracht en vooral bij de landbouwers, door het merkwaardig optreden van het Pachtbureau te Goes .Dit bureau n.l. bepaalt of iemand land al dan niét mag koopen en bebouwen. Het bezit een buitengewone macht, want indien het besloot dat een boer geen land mocht koopen of verzorgen, dan was daarop geen enkel verhaal meer. Er zijn lieden die zoo graag over de dic tatuur en dwang der laatste tijden spreken. Maar als men iju eens be denkt wat zoo'n pachtbureau eenvou- •dig decreteert, zonder den gevonniste recht van verweer te geven, ja -selfs zonder hem te hooren, dan is dit een vorm van dictatuur, die men onder het Nat Soc. vergeefs zal zoeken. Men verwacht, dat dergelijke rech ters boven alle partijen staanJawel I Enkele boeren, meest van een bepaald poliöek tintje, welgesteld, (arme boeren- hèbben blijkbaar geen oordeel), deelen daar de lakens uit. Het zijn eenige, wat je noemt dikkê landbouwers, die vanwege hun kas geld ook bevoegd tot oordeelen wor den gerekend in het democratisch wan beheer en die daarvan dan ook naór believen bij tijd en wijle^ schandalig misbruik maken, zooals blijken zal. Wij willen een recent geval mede- deelen en wij hopen dat r$en daaruit dezelfde conclusie trekt als wij, 'ml. deze heeren 'moeten verdwijnen en plaats maken voor anderen, betere en rechtvaardige lieden. Bovendien, dit bureau moet gecon troleerd worden en het alleenrecht tot oordeelen moet hun Worden ontzegd. Dat dit bureau met twee maten meet, zullen wij uit het navolgende duidelijk kunnen zien. Wat verstaat men onder „landbouwer" Wat was het geval? De sinds 1911 als landbouwer ingeschreven inwoner van Veere, H. C. van Beveren, kocht eenige maanden geleden van den boer J. Mesu te Gapinge een hofsteedje met 5 gemeten land. De koop werd onmid dellijk gesloten, het geld werd betaald en de notaris wachtte slechts op de toestemming van het genoemde Pacht bureau. Eenige weken na den koop kreeg de heer Van Beveren bericht, dat hem dit koopen was geweigerd en dat hij niet als boer werd beschouwd. De reden zelf werd niet medegedeeld. Nu willen wij even de vraag stellen, wat men eigenlijk onder landbouwer verstaat, Want daarover zijn de mee- ningen van de leden van dit pacht bureau zelve blijkbaar onduidelijk. In Zeeland zijn honderden kleine boertjes, lieden die»bij hun arbeid op het platteland een stuk grond bebou wen. Zij zijn door de praktijk tot uit stekende lcmdbewerkers geworden. Zoo zijn er te Veere menschen, die bij hun beroep van vrachtrijder, kantenier, melkventer, groentenboer, sluiswachter, parlevinker, smid, slager etc., enkele gemeten land bebouwen of laten be bouwen. In hoeverre de nieuwe wet „boerenland in boerenhand" zal wor den toegepast, weten wij niel^ maar wèl dat deze hoofdzakelijk er is om de joden en kapitalisten uit de steden te beletten de boeren uit te mergelen en tot pachtboertjës te maken. In elk geval, het Pachtbureau, dat nog dezlefde week aan H. C. van Be veren het recht ontnam boer te zijn op een klein stukje land, gaf wel toe stemming tot aankoop van land aan een smid en een slager ter plaatse I I Zij schijnt daarbij van een andere maatstaf te zijn uitgegaan Wel neen 1 Zij heeft geen maatstaf, doch perspon- lijke voorkeiir. Anonieme brieven als bewijs. De heer Van Beveren protesteerde natuurlijk en verzocht opgave van re denen. De persoon, die de correspon dentie voor hem voerde, kreeg op zijn ■vraag ten antwoord, dat „het bestuur geen reden vond, daarop in te gaan". Dit onbeschaamde antwoord deed den requestrant zich wenden tot twee instanties, n.l. den Landstand en de Duitsche Overheid. De laatste nu stelde prijs op het oor deel van de eerste, zoodot er een be spreking plaats had tusscben den land bouwer W. van Gorsel van Rilland, ge machtigde voor Zeelqnd van den Land stand, den landbouwer Geschiere uit Grijpskerke namens het Pachtbureau, en den redacteur van dit blad namens H.' C. van Beveren. Uit dit onderhoud bleek, dat Ge schiere, die in de vergadering van het Pachtbureau zijn stem tégen Van Be veren had verheven, zélf niets van Van Beveren's land noch arbeid afwist Hij 17 Zeeuwsche boeren genegeerd? had het nooit gezien. Hij had zijn ge gevens echter van een zekeren A. en bovendien had hij een brief van iemand uit Veere (de voorzitter van de C.B.T.B.), die Waarschuwde tégen Van Beveren„immefs, ook diens fa milielid had gezegd, dat v. B. geen boer was". De beide bovengenoemden, bij "het onderhoud tegenwoordig, mochten de zen brief echter niet inzien, de boer Geschiere wilde ook den naam niet noemen, doch hij liet zich ontvallen, welke functie de schrijver had. Wat het familielid van v. B. betreft, wij kennen dat en heel Veere weet wie -dat is en zij weten dus ook, hoe troebel de bron is. Ook kennen wij dien christelijken boer, die stilletjes een anderen boer een loer tracht te draaien. Zijn dat christelijke manieren Kam. van Gorsel merkte op, dat deze motieven,>om iemand daarom het recht tot koop te weigeren, buitengewoon zwak waren en verdacht. De heer «Geschiere verzocht hem toen, „maar eens in Veere te infpr- meeren. Dit werd beloofd en zonder eenig resultaat werd deze bijeenkomst beëindigd. De boeren uit Veere aan het woord. Inmiddels beriep Vcm Beveren zich .inderdaad op de boeren van en om Veere, die allen goed bekend staan en wier oordeel zeker opweegt tegen dat van het Pachtbureau. Immers, dit zijn lieden van praktijk en zij kennen Van Bèveren sinds jaren. Zij verklaarden, dat zij Van Beveren sinds jaren kenden, dat zij nimmer ge constateerd hadden, dat v. B. zijn land slecht onderhield "en dat zij henr zeer wel in stqat achten, zijn 5 gemeten land goed te onderhouden. t Onderteekend door 17 van de- meest bekende landbouwers te Veere, werd dit stuk zoowel aan den Landstand, als ook aan 't Pachtbureau verzonden. Tevens richtte Van Gorsel, die zelf éen der grootste boeren uit Zeeland is, zich namens den Landstand tot het Pachtbureau en den Beauftragter van den Rijkscommissaris, met het navol gend schrijven: De Landstand protesteert. Mijne Heeren. Door den Referent van Sociale 2a- ken, in opdracht van den Beauftragte van den-Rijkscommissaris voor Zeeland in het bezit gesteld van de documenten betreffende de kwestie J. Mesu—H. C. van Beveren, aangaande aankoop van een hofsteedje en land, groot 1.86.69 h.a., aan den straatweg naar-Gapinge nabij Veere liggende, heb ik det eer U het navolgende medë te deelen. Door mij is onderzoek ingesteld naar het protest dat H. C. van Beveren bij u, middels den heer Martien -Beversluis, letterkundige te Veere en literair mede werker van het weekblad van den Landstand, ingediend heeft, zoowel als naar de klacht, welke tegen H. C. van Beveren is ingekomen door uw lid den landbouwer Geschiere te Grijpskerke, welke laatste ook namens anderen sprak. Vast is komen te staan, dat bedoelde Van Beveren sinds 1911 landbouw heeft bedreven te Veere, zij het dan niet in grooten stijl, 'maar zooals velen te Veere en elders, in het klein. Vast staat eveneens, dat genoemde Van Beveren als landbouwer sindsdien stond en staat ingeschreven en dat nimmer voordien een klacht over hem. is ingediend wegens het slecht onder houden van zijn gronden. De in uw Êrief van 20 November aan den Beauftragte voorkomende sillaben, waarin gezegd wordt dat Van Beveren „niet als vakkundig moet woraen be schouwd" zonder meer en zonder ver dere aanvoering van bewijs en zonder dat ook de heer Van Beveren zelve in deze zaak gokend is, lijkt mij onvol doende om daarop een weigering uwer zijds te baseeren. —Het is mij bovendien gebleken, dat de heer Geschiere mij slechts éen per- soon bil name kon noemen, die slechte inlichtingen over ,,Van Beveren'^ land- exploitatie kon geven en dat hij, zich beroepende op iemand te Veere, en diens brief voorlezende, noch den naam .van den briefschrijver wilde vermelden, noch ook eenig grondig bewijs kon leveren voor d^'daarin uifgebrachte hoogst vage critiek. Anderzijds echter zijn vele goed be kend staande landbouwers te Veere bereid gevonden te verklaren, dat zij nimmer iets hebben bemerkt van een slechte grond-exploitatie van Van Be veren, dat zij hem als boer erkennen en dat zij hem geschikt achten het ge kochte land goed te beheeren. Ik doe u hierbij een verklaring toe komen van slechts enkelen. Indien u dit wenscht, kan deze verklaring door nog zeker een tiental goed bekend staande collega's worden ondertee kend. Na kennisname van cd deze dingen zie ik geen enkel bezwaar om Van Beveren in deze niet als landbou wer te erkennen en geen reden, hem zijn vergunning te weigeren. Voorts gaf de heer Geschiere bij het onderhoud nog toe, dat het hier boven dien slechts een zeer klein bedrijfje gold en dat dit dus gemakkelijk viel .ie onderhouden. En bovendien, dat de consequentie van dit besluit beteekende dat men hem dan ook zijn andere 12 gemeten land moest ontnemen. Als gemachtigde van den Landstand spreek ik derhalve als miin meening uit, dat H. C. van Beveren wel degelijk in slaat moet worden geacht het door hem gekocht bedrijfje op behoorlijke wijze te ëxploiteeren en ik verzoek u met de meeste nadruk deze zaak als nog te herzien in de e.k. vergadering en hem alsnog de vergunning te ver- leenen. Met de meeste hoogachting, uw dw. W. F. van Gorsel. Chicanes zonder einde. Men zou,zoo zeggen, dat hiermee de zaak uit is. Maar neen, er werd een deskundige benoemd, die de zaak nog eens moest onderzoeken. Wij heb ben niets tegen een deskundige, maar zijn die onderteekenaars en de heer Van Gorsel geen deskundigen? Inmiddels' heeft er een onderzoek plaats gehad. Wat de onderzoeker heeft gerapporteerd, is ons niet bekend. Wel weten wij, dat dezer*dagen den heer Mesu bericht werd, dat hij zijn hofje aan een ander mocht verkoopen. Dat dit echter voorbarig is, blijkf uit het feit, dat in laatste instantie de Be auftragter zal moeten beslissen wat hier recht is en niet het Pachtbureau, dat zich alweer haast, om te, trachten de zaak nog- gecompliceerder te maken. Immers, dit was reeds in het begin, toen Van Beveren protesteerde, er toe overgegaan, Mesu mee te doen deelen, dat deze kon doen wat hij wou. Deze, hoewel in het bezit van het geld, kapte eenige boomen Uit den boomgaard, gebruikte de groenten, wierp de meu belen van v. B. er uit en weigerde het land te doen beploegen door v. B. Mesu was n.l. van meening, dat, hoe wel hij het alles verkopht had, hfj het nogmaals kon verkoopen. Er volgden dreigementen en onaan genaamheden wederzijds, totdat, na bezoek bij den redacteur van dit blad, Mesu zelve den volgenden brief aan het Pachtbureau verzond: Mm- Aan het Bestuur van de Pachtkamer te Goes. Mijne Heeren, Aangezien de verkoop van het land en het hofje van ondergeteekende aan den heer H. C. van Beveren reeds ge- ruimen tijd oponthoud heeft, waardoor vanzelfsprekend schade zal ontstaan, waar bovendien de beide partijen hier -gedupeerd zijn en tenslotte de advjgzen van verschillende landbouwers ten op zichte van den' kooper gunstig luiden, verzoek ik u, met den meesten spoed deze zaak af te handelen. Ik wil u niet verbergen mede te dee len, dat ik geheel buiten de adviezen sta, welke u bereikt hebben, hetzij voor of tegen Van Beveren. Het ging mij tenslotte alleen om den verkoop van mijn hofje en het land. Ik heb er voor mijzelf niets op tegen, dat de eenmaal gedane koop door uw kamer zal worden bevestigd en goed gekeurd. In afwachting op uw spoedig ant woord en met de meeste hoogachting, J. Mesu, Landbouwer," Gapinge. Vreemde consequenties. Hoe uiteindelijk de bselissing valt, is nog niet te zeggen, daar deze zaak nog hangende is, ondanks alle voorbarige suggesties van de zijde van het Pacht bureau. Doch wij willen "even op de consequenties wijzen, indien onver hoopt, ten nadeele van Van -Beveren zou worden beslist Besluit men n.l. om hem deze 5 ge- x meten land niet te gunnen, omdat hij niet in staat is dit te onderhouden, dan dient men v. B. ook zijn andere reeds lang door hem geëxploiteerde 12 gemeten af te nemen. Immers dan kan hij ook déze niet onderhouden, hoewel daarover nooit éer» klacht is geweest. Vervolgens zal men dan eens een onderzoek moeten instellen naar de kundigheid van andere Veersche inwo ners en hun land-exploitatievermogen. Als men dan eerlijk te werk gaat, zal .menigeen als niét landbouwer te boek komen te staan, en met meer recht dan Van Beveren. Wij zien met spanning de oplossing tegemoet. Maar dit staat voor ons vast, de gestes van het Pacht bureau zijn dusdanig, dat wij absoluut geen vertrouwen meer hebben in de eerlijkheid van haar uitsprak. Indien wij ons niet voor dit geval hadden ge- interesseerd, dan was v. B. zonder eenig recht op verweer en zonder eenig nader onderzoek, gedupeerd geweest. En dat nog wel bedreven tegen iemand wiens eenigste zoon in de Mei-dagen Geen slaafsch werktuig. Wij wenschen wel, dat er tusschen arbeider en werkgever een sterke band bestaat, maar niet in dien zin, dat de eene weet met handen en voeten aan den ander gebonden te zijn en daarom een slaafsch werktuig wordt in de handen van den sterkere of rijkere. Maar wij willen dat dezen band ge vormd wordt door wederzijdsche waar deering en vooral door de meest stipte rechtvaardigheid Jegens elkander. Hiermede wijken wij in onze opvat tingen wel wat af van de denkwijze van den heer Verschaffel, die, zooals de meeste oude plutocraten, zeer graag liefdadigheid bewijst, waarbij hij ech ter steeds ervoor zorgt, dat op de eerste plaats niet alleen zijn rechterhand, maar geheel__Sas van Gent weet, wat zijn linkerhand doet, terwijl daarnaast zijn „liefdadigheid" op een of andere manier^gecompenseerd moet worden, en liefst aldus, dat den arbeider in zijn recht dubbel en dwars tekort gedaan wordt, wat hem aan liefdadigheid toe bedeeld wordt. Maar laat ons ter zake komen en de aanleiding behandelen, waarom ik meende onze opvattingen aangaande- dit alles eens duidelijk naar voren te brengen. Wij zijn geen vrienderf' van anony- miteit en zullen, dan ook man en paard noemen Man en paard. Een paar maanden geleden werd aan een arbeider van de Walzenmolen, Goethals genaamd, aangezegd door den magazijnbaas Beijens, dat hij een week geschorst wercf zonder be houd van loon. Een reden voor deze onvrijwillige, vacantie- werd niet op gegeven. Zijn lidmaatschap van de N.S.B. zal hieraan wel niet vreemd ge weest zijn. -v Gelukkig voor hemzelf is Goethals niet een van die arbeiders, die meenen dat de werkgever nog altijd een on beperkte macht heeft en naar willekeur zijn arbeiders in hun recht tekort kan doen. Goethals wendde zich dan ook tot het N.V.V., dat deze kwestie met En juist dit briefje, dat geen verder commentaar noodig heeft, was voor ons de aanleiding om nog eens op dit geval terug te komen. Het moge den heer Verschaffel dui delijk zijn, dat geen enkele arbeider en ook Goethals niet, zijn liefdadigheid verlangt, maar dat het eenige wat zij willen ishun recht Maar als dan ook een arbeider, door de macht van het N.V.V. aan zijn recht geholpen wordt, kan niet geduld worden dat de heer Verschaffel zich weer op zijn borst klopt en aan de wereld kond doet, dat hij zulke gulle aalmoezen uitdeel'. Wij weten ook, dat de heeren'Ver schaffel nog steeds voldoende macht hebben om onzen kameraad Goethals het leven op de fabriek omwille van dit artikel minder aangenaam te maken. Arbeiders, eischt recht! Maar al heeft de Walzenmolen de moed van vple arbeiders kapot ge- walzt, het zal blijken, dat de Nationaal- Socialistische arbeiders zoo hard zijn, dat zij zelfs in deze molen niet kapot te krijgen zijn. Zij zullen blijven vechten, totdat ook dit bedrijf geworden is tot een waar achtige arbeiders-gemeenschap van hoog tot laag, waar goede sociale voor zieningen den arbeider zullen bescher men, waar behoorlijk aandacht besteed zal worden aan de bedrijfshygiëne, zoodat bijv. de arbeiders ook eens een behoorlijk schaftlokaal of confine krij gen omJiun brood op te eten, waar het kantoorpersoneel niet meer langer zijn werk hoeft te doen in hokken, die herinneren aan het Huis van Bewaring. Vooral echter, waar een' directie de leiding zal voeren, die de plutocraten- manieren van de heeren Verschaffel zal missen en die inderdaad het be lang zal dienen van allen, die in het bedrijf werken en allen recht zal doen. Dan is zeker geen liefdadigheid meer ftoodig. Deze tijd komt. Hou Zee, A. S t o e t z e r, Kringleider in Z.-Vlaanderen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 3