De amtbjaanvaardiog
van kam» P» Smallegange
tot burgemeester van Axel»
Ëen beleèdigingsscêne
die niet doorging»
Het antwoord
van onze kameraden
Een dag met zon ge
zegend.
Het was schemerig toen wij te Goes
aankomende het eerste trammetje naar
Hoedekenskerke namen, dat voor ons
de étappe was voor de reis naar Axel.
Op een perronnetje wemelde het van
zwarte soldaten en jeugdstorm. Door
de stilte van den morgen klonken
commando's en roffels en nadat allen
een plaatsje hadden gevonden in de
nog half donkere coupé's, ging het
VTOolijk zingend Zuid-Beveland door,
met gespannen verwachting wat deze
dag ons weer als verrassing zou"
mogen brengen.
De belangstelling bij de veeren,
maar vooral in Terneuzen, waar we
met slaanden trom en dieptrommen
doormarcheerden, was groot. Enkelen
nog slaperige en weshalve wrevelige
lieden, keerden ons den rug toe, doch
daaraan zijn wij zoo gewend, dat we
het vreemd vinden, als het niét nü en
dan gebeurt.
De binnenkomst in Axel, waar, we
om ongeveer 11 uur arriveerden, was
zonnig. Een prachtig winterzonnetje
begunstigd* ons en weldra zwierven
de jple gasten en functionarissen door
de straatjes naar de verschillende res
tauranis, of reeds naar het geopend
stadhuis.
De raadszaal fraai
versierd.
Voor het stadhuis stond een groote
oranje-blanje-bleu-vlag ontplooid, ter
wijl drie andere masten wachtten op
het,plechtig hijschen, te verrichten in
aanwezigheid van W.A. en jeugdstorm.
De raadszaal was door -de kame-
raadskes aardig en zeer stijlvol ver
sierd. Het podium, dat door de natio
nale driekleur omwikkeld was, werd
geflankeerd door bloemen, die in hun
rood en donkere afwisseling uiterst
smaakvol waren geschikt.
Kameraad Smallegange was inmid
dels met zijn vrouw en zoontje op den
rand der gemeente uit de auto van den
Gemachtigde van den Leider gestapt,
waar hij ontvangen werd door den
bancommandant Dekker en de banheer
Landzaat, die respectievelijk de W.A.
en Jeugdstorm afdeelingen inspecteer
den.
Samen en vooraan de troepen loo-
pende, werd daarna naar Axel ge
marcheerd, Waar men met slaanden
trom ongeveer 12 uur 15 arriveerde.
Het was een alleraardigst moment,
toen de zwarte soldaten met kranige
stappen uit de smalle straten het plein
opzwenkten, even daarna gevolgd
door de fleurige blauwzwarten jeugd
storm, die ook hier vooral door de
jeugd van Axel en Sluis dravende en
nieuwsgierig kijkende werd begeleid^
Commando's klonken, hielen klapten^
fototoestellen klakten, meldingen volg
den elkaar correct, zwenkingen werden
perfect verricht, zooals we dat ook in
Goes hadden meegemaakt en toen er
op de plaats rust was gecommandeerd,
betrad kam. Smallegange het raad
huis.
In de raadszaal.
Inmiddels was de ruime en fraaie
raadszaal volgeloopen. Wij zagen on
der de bezoekers o.m. de burgemees
ters van Westdorpe, Zuiddorpe en Koe
wacht. Onder de gasten-kameraden
waren o.m. aanwezig de burgemeester
van Goes en zijn vrouw, de archivaris
van Tilburg, de directeur der gasfa
briek te Axel en zijn vrouw, de predi
kant Ds. Dagevos en zijn vrouw, enz.
Toen kam. Smallegange, samen met
den Gemachtigde van den Leider en
den bancommandant en den wethou
der van Bendegem binnentraden, stond
de zaal spontaan op en velen brach
ten de groet.
Wij zagen in een flits dat een jonge
man in hoogst alledaagsch toilet en
ongesoigneerd, plaats-nam naast hei
podium. Wat deze knaap hier doen
moest, zouden we later wel bemerken.
DE REDE VAN DEN EX-WAARN.
BURGEMEESTER EN WET
HOUDER VAN BENDERGEM.
Een incident.
Met donderenden stem, zoodat de
Philips-microfoon op- het lessenaartje
trilde, begon deze hoogst merkwaar
dige persoonlijkheid allereerst ons te
vertellen, dat kam. Smallegange zijn
benoeming te danken had aan Mr.
Dfeleman, den waarn. commissaris,
onderstreep^ Ja I zoo zelde de heer
van Bendegem, „ik heb mijn privé-
zaken laten rusten" om deze opbracht
van Mr. Dieleman te volvoeren. Spr.
wilde het niet betwisten, dat dit ambt
van burgemeester „een zorgvol ambt
is"' en vooral was het voor kam. Smal
legange zwaar, omdat Axel. 13 maal^
zoo-groot was als zijn vorige gemeen
te. Dertien malen I Het was wel heel
ongelukkig voor onze kameraad, die
dit gedonder over hem heen liet rollen
met de hem eigen Zeeuwsche kalmte
en de hem nooit verlatende glimlach.
We kregen vervolgens een kleine re
petitie van Goes, toen de loco burge
meester van Bendegem er op wees,,
dat kam. Smallegange boven alle
politieke partijen moest staan, hetgeen
kam. S. waarschijnlijk niet zoo erg
geschokt heeft, aangezieri er geen par
tijen meer zijn. Voorts moest onze
kameraad vooral leeren „dienen". Dit
woord, waarmee heel de democratisch-
kapitalistische samenleving voor Mei
1940 tot op heden schermde en schermt
en onder welke leuze zij de geheele
bevolking langzaam en zeker naar de
volmaakte ondergang heeft gevoerd,
werd hier ook nog eens misbruikt.
Welnu, dit moest kpm. Smallegange
ook leeren. Dit vertelde deze volbloed-
burger heer aan een nationaal-socialist
nota bene en dat wel op een toon, die
het midden had tusschen een veron
gelukten donderslag in December en
een kanselbombardement.
Daarna werd deze stem een nuance
zachter eri zelfs teeder, to'en hij begon
met afscheid te nemen van zijn dier
baar ambt als loco-burgemeester fen
de enge banden tusschen hem en
Axel noode begon los te wikkelen. Wij
mistten de gepatenteerde snik en de
hierbij gebruikelijk bijgesleepte texten,
doch dit kwam nog later.
Buitengewoon grof en onhandig nam
de heer van Bendegem de gelegenheid
te baat om den vorigen burgemeester
te prijzen om de vele goede wegen
die hij had aangebracht, waarop hij
liet volgen na -een punt-kommadat
daarom kam. Smallegange het wel
hsel moeïïïïk zou hebben. De logica
ontging ons. Bedoeld was en had hij,
dat maar gezegdnu moet je niet
denken vadertje, dat je nog iets nieuws
voor Axel kan brengen, want we loo-
pen allen liever op oud^ breede wegen
dan in smalle gangen. Ook* waar
schuwde hij onzen kameraad de ge
meente niet te veel te belasten, „want
om vrat te doen moet er geld zijn".
Tsjaa I Dat is zoo, natuurlijk, en daar
zaten wij nuWant een nationaal-
socialist doet n.ï. alles met geld alleen,
weet U. En anders brengt nu niets tot
stand, kijk maar naar Duitschland.
Hulp eerst van.... het ge
meente-personeel.
Allereerst had kam. Smallegange de
hulp noodig van het gemeenteperso-
neel zeide deze drukdoende heer ver
der, en zag de zaal aan, alsof hij
zeggen wilde die had ik als oranje-
rist-anglomaan, en U niet, vrindje.
Het waren allemaal zeer duistere
zaken, die kam. Smallegange op zijn
huldigingdag werden voorgespiegeld.
Doch de blijmoedigen glimlach ver
dween niet van het gezicht van den
over,,donderden" kameraad en ook
wij deinsden niet terug van den toor-
nenden blik die ons werd toegeworpen.
Toen kwam het meest zoete deel der
rede. Ja, toen begon het teedere af
scheid van het personeel. ,,U krijgt een
flink personeel" zei hij en daarop deelde
de heer van Bendegem flikjes uit. Ieder
kreeg er een, de gemeenteveldwachter,
de conciergej de vrouw van de con
cierge, de marechaussées, het waren
allemaal machtig aardige menschen,
want zij hadden zoo met hem (v. Ben
degem) meegewerkt. En de ingezete
nen, dat waren ook beste menschen,
die hem (van B.) met Ongelooflijke
teederheid aanhingen. Daarom had hij
groote' behoefte tot dank, ja waarlijk
Alsof ooit een oud liberaad, democra
tisch of christelijk bewind zich bekom
merd heeft om het personeel en zijn
nooden; alsof ooit bij een installatie
deze lieden genoemd werden vroeger,
en of het niet meer in de rede had
gelegen, dat van Bendegem deze brave
lieden (wij gelooven het) persoonlijk
had bedankt en getracteerd in privé,
dan dit er bij te sleepen op een instal
latie plechtigheid.
Veel medeleven was-er geweest tus
schen hem jvan B.) en de gemeente.
Dat moet gezegd worden
En jadaar kwam het dan toch
ook weer, hetgeen altijd bij zulk een
rede als vlag moet dienen om de sme
rige lading te dekken, het zich beroe
pen op d# Almacht Gods. Hier kreeg
zijn stem iets zoets als van één in prik
kel tj es-limonade gedoopte vijg. De
oogen draaiden een halven slag op
waarts en ja, hoor I Zonder God, die
alleen heerscht waarna even rust
m.a.w. denk maar niet, mannetje,
dat jullie heerscht kon Smallegange
niets doen I Hetgeen hem overigens
niet betwist .zal worden door welken
goeden nationaal-socialist ook. God is
rechter 1 kwam er daarna I Vooral
dat „rechter" met den blik van een
preektijger geuit, deed het hem bij
zonder, m.a.w. die zal Jullie wel eens
tmores Nleeren, schavuiten.
Het was ongeveer welletjes, maar
toen kwam het mooiste nog. Men zou
zoo denken, dat iemand, die het zoo
goed met God meent en er zoo vlot
over spreekt, dan wel rekening houdt
met de liefde die God verordonneert.
Niks hoor! De heer van Bendegem
had in zijn hart de beleediging opge
kropt. Hij zou (met God en met eere)
dien Smallegange eventjes een sme
rige poets bakken. Want wat was er
aan deze belijdenis Gods-' voorafge
gaan
De opzet beraamd.
Dagen te voren hadden grimmige
klein kapitalistjes en burgertjes de
hoofden bijeen gestoken. Wat zullen
wij doen om dien smerigen landsver
rader een figuur te laten slaan Weet
je wat. We zullen nee zag, een
reuze mop zag we zullen de bode
hem de eereketen laten omhangen.
Gegier van plezier. Wat de bode,
oppert een andere broeder, we laten
het doen door de hulpbode Die is
nóg vuiler I (Wij bedoelen natuurlijk
niet de hulpbode, waarvan wij waarlijk
niet anders weten, dan dat hij weken
te voren op de veerboot een dame,
die met Smallegange zat te praten,
waarschuwde voor dien „vuilen lands
verrader"). Was dat even christelijk
bedacht? Top! Ober Nog'n rondje I
Koolossaall zag I Zoo gezegd, zoo ge
beurde.
Het incident^-
,En hierbij", zoo vervolgde de man
die zooeven het over God had, verzoek
ik de „waarnemend bode", den keten
te willen omhangen".
Wij zijn gewend aan hoon, laster,
leugen, sabotage, krenking onzer eer-
gevoelens, plagerijen onzèr kinderen,
naroepingen, anonieme brieven, etc.,
'maar hieraan waren wij niet gewend.
Dat is als 't ware een novum. Wij
weten dit nu en rekenen er dus voor
taan mee, .want er zullen wel eens
meer installaties in Zeeland plaats
hebben.
De Gemachtigde van den Leider,
die reeds met klimmende ergernis het
geleuter van dezen spreker had aan
gehoord, stond op.
Met een kort gebaar wees hij den
verschrikten waarnemende hulpbode
of helpende waarnemerij-bode naar
zijn stoel, nam hem den keten af, en
zei kortdat doe ik
Een donderende ovatie uit de zaal
volgde.
De keten werd omgehangen, een
krachtigen handdruk volgde, de kame
raden keken elkaar recht in de oogen
en toen na'm kam. Smallegange het
woord,
DE REDE VAN KAMERAAD
SMALLEGANGE.
Nadat buiten, onder de donderrede
van den heer van Bendegem, de jeugd
storm liederen had gezongen, werd het
plotseling stil. De luidspreker werd'in
gesteld en de rede van den nieuwen
burgemeester klonk door Axel.
De rede was als volgt
Nu het oogenblik gekomen is, waar
op door mij het ambt van Burgemeester
der gemeente Axel zal worden aan
vaard, moge ik allereerst vanaf dezen
plaats dank zeggen aan de Duitsche
Autoriteiten te 's-Gravenhage, alsmede
aan de Provinciale Autoriteiten, in 't
bijzonder de Heer Beauftragte der Rijks
commissaris, den Gemachtigde van
den Leider der N.S.B. en den Wd.
Commissaris der Provincie, voor het
vertrouwen dat zij in mij hebben ge
steld.
Ik ben thans geroepen de taak .voort
te zetten, die tot voor kort rustte op de
schouders van wijlen mijn ambtgenoot
Blok, wiens plotseling verscheiden
allen nog vol weemoed stemt. De
plaats in te nemen van een man, die
met hart .en ziel tot aan zijn laatste
levensuur zijn beste krachten aan de
gemeente gaf, zal mij niet gemakkelijk
vallen, doch ik wil trachten door vol-
ledigen inzet mijner krachten, mij die
plaats te veroveren, dien een burge
meester in dit felbewogen bijzondere
tijdsgewricht dient in te nemen.
Ook wethouder Van Bendggem, die
gedurende 7 maanden met de waar
neming van het burgemeesièrsambt is
belast geweest, heeft zich naar ik ver
neem bij de ingezetenen, vooral tijdens
de zinlooze luchtaanval der Britsche
luchtmacht op deze gemeente, zeer
verdienstelijk en populair gemaakt en
ik geloof wel U namens de gansche
gemeente daarvoor jtrctdelijk dank te
mogen zeggen in de hoop, dat U uw
krachten ook in de toekomst in 't be
lang van de gemeente Axel zult blij
ven geven.
Door de invoering van het leiders-
de gemeente is echter veel verande-
beginse' of de eenhoofdige leiding in
ring in l positie gekomen. Zoo maakt
U niet meer deel uit van het gemeente
bestuur, doch U bent - mijn vertegen
woordiger geworden omdat ik nu een
maal moeilijk alle zaker. alleen kan
afhandelen. Het ligt in ae bedoeling,
dat de wethouders hun ambt als hoofd
beroep vervullen en als ambtenaar
zullen worden aangesteld. In hoeverre
dit voor Axel zal gelden, is mij echter
thans nog onbekend.
Ook in de samenstelling en de be
voegdheid van den Raad is groote ver
andering gekomen. Aan het hoofd der
gem*ente staat niet meer een raad van
13 personen, doch één man de bur
gemeester In plaats vdn een 13-
hoofdige gemeenteraad komen zes
raadslieden, omdat de burgemeester
zijn taak niet los van de bevolking
kan volbrengen, doch het advies noo
dig heeft van vertrouwde mannen, die
de gemeente door en door kennen.
Deze raadslieden hoop ik binnenkort
uit de gezamenlijke volksgenooten te
kunnen benoemen. Zij hebben tot taak
mij bij het besturen der gemeente van
raad te dienen, voorstellen te doen en
de inwoners begrip bij te brengen
omtrent de maatregelen die door mij
zullen worden genomen.
U ziet, de vrijheid van handelen
van den Burgemeester is veel grooter
geworden, doch daartegenover staat
dan ook, dat hij alleen en niemand
anders aansprakelijk is voor zijn
daden tegenover den Commissaris der
Provincie. Niet zijn bevoegdheid al
leen, doch ook zijn verantwoordelijk
heid wordt veel en veel grooter.
Maar ondanks deze groote verant
woordelijkheid kan ik niet anders dan
de nieuwe maatregelen toejuichen.
Mijn ondervindingen in mijn 10-jarige
ambtsperiode opgedaan met politieke
partijen en waarvan ik U legio voor
beelden zou kunnen ncSemen, wettigen
m.i. volkomen de totstandkoming dezer
nieuwe voorschriften.
Ook de gemeente-ambtenaren in den
ruimsten zin des woords, staan voor
taan direct onder den burgemeester.
Alvorens ik het woord tot hen richt,
spreek ik de hoop en de verwachting
uit, dat de Secretaris die wegens een
langdurige ziekte verhinderd is hier
tegenwoordig te zijn, spoedig hersteld
moge zijn.
Wij bevinden ons op 't oogenblik in
een overgangstijd. Een overgang naar
den nieuwen'tijd, naar den nieuwen
staat. Een staat, welke niet onzijdig
zal zijn. Bij den opbouw daarvan zal
nog veel van U gevergd worden. Vol-
ledigen inzet van Uw arbeidskrachten
zal daarbij onmisbaar zijn, evenals
volledige samenwerking. Het eenvou
dige begrip dat alle werkers der ge
meente van hoog tot laag elkander
noodig hebben, moet daarbij overheer-
schen. Ik heb 'U noodig voor het ver
vullen van mijn taak èn U hebt mij
noodig voor het geve r van leiding en
voorlichting. Wij vormen gezamenlijk
een aaneenschakeling van werkers
die de gemeenschap heeft te dienen.
Wij zijn voor het Volk en niet het Volk
voor ons Wij moeten het goede be
vorderen en het slechte bestrijden. Wij
moeten altijd op onzen post zijn en
onzen plicht doen zonder aanzien des
persoons en niets moet ons daarbij
teveel zijn.
Uiteraard zal ik dikwijls een beroep
op U moeten doen tot uitvoering van
maatregelen voortvloeiende uit den
geest van den nieuwen tijd. U zult
daarbij onmiddellijk in aanraking ko
men met de beginselen van het Nat.
Socialisme, waaraan U tot op heden,
behoudens misschien een enkele uit
zondering, gansch geen aandacht hebt
geschonken. Zonder dan ook den min
sten druk te willen uitoefenen op Uw
toetreding tot de N.S.B., zou ik het toch
zeer op prijs stellen, indien gij U op
de hoogte zoudt willen stellen van de
beginselen waarop onze staat geba
seerd zal zijn.
Ik acht het thans zelfs Uw plicht, nu
de edelmoedigste strijder aller tijden,
de Germaansche Führer, Adolf Hitler,
ter gelegenneid van het 10-jarig be
staan der N.S.B. verklaard heeft, dat
in Nederland de Nat. Socialistische
beweging de leidende politieke orga
nisatie zal zijn.
De kennis van de hoofdbronnen van
het Nat. Socialisme zullen U niet al
leen het vervullen van Uw laak ver
gemakkelijken, doch het zal voor de
goede uitoefening van Uw taak zelfs
noodzakelijk blijken te zijn, omdat U
door Uw arbeid zult moeteïï toonen of
U begrip heeit voor den nieuwen tijd
ja dan neen.
Indien U op- deze grondslagen, in
den geest van echte kameraadschap
wilt medewerken, dan kunt U er op
rekenen in mij Uw man gevonden te
hebben. Wij zullen dan op een pret
tige manier aan den wederopbouw
van ons Vaderland kunnen medewer
ken, en wanneer Nederland dan straks
verjongd, frisch en krachtig te voor
schijn komt, moeten wij met oprechte
trots kunnen zeggenOok ik heb mijn
werkzaam aandeel daarin gehadook
ik heb meegebouwd aan ons nieuwe
Vaderland enik deed het met
liefde en plezier.
Een speciaal woord zou ik echter nog
willen richten tot de opvoeders en de
verzorgers van de jeugd. Ik bedoel
hier de ouders, de Geestelijken en niet
het minst de Onderwijzers.
Onze jeugd is onze toekomst en op
hen speciaal is ons oog gericht. Wij
r.ioeien de jeugd verheffen, dat is onz®
plicht,en geen offer moet ons daarbit
Ie groot zijn. Wij mosten een blijmoe
dige jeugd hebben, een jeugd die sterk
str. he: is, die gedisciplineerd en stra
lend van Vaderlandsliefde met arbeids
zin bwzteld het leven tegemoet ireedt.
I'.i dezen geest moet het onderwijs ge
geven y/orden en kerk en staat zullen
elkaar daarbij wederkeerig huip moe
ten vevieenen.
Wanneer ook door U, heeren onder
wijzers, Uw taak naar eer en geweien
wordt vervuld en U helpt mede de
jeugd in deze banen te leiden, zult U
nooit tevergeefs een beroep op mij
doen. Indien er echter onder U zijn
die meenen tijdens oen strijd al-
Europa thans voert op leven en doe
hun tijd niet b'eter te kunnen geb: u.-
ken dan de kinderzieltjes te moeien
blijven vergiftigen door hun allerlei
dwaze leuzen bij te brengen, oi rger
nog, op te hitsen tegen ds h etter.de
macht of personen met een br eaalde
staatkundige opvatting, die zuilen in
mij eeri feilen tegenstander vinuen, die
zoohoodig voor de strengste middelen
niet terugdeinst.
Jeugd mo.ei jeugd blijven. Bij hen
hoort naast hun studie die voor alles
kalmien rustig moet zijn, sport c.i spel
en geen politiek. Hei is onze gezamen
lijke plicht en zorgeii, dat onze jeug 1
de beschikking krijgt over sportvelden
en ontspanningslokaliteiten waar natu'
hartelust geturnd, gemusiceerd, gezon
gen en gespeeld kan worden en de
jeugd, ongeacht de maatschappelijke
positie of politieke of kerkelijke over
tuiging hunner, ouders, samen gébracht
kan worden. Eerst dan kunnen we
zeggen, dat er opvoedende kracht van
ons uitgaat en zoover moeten wij het
zien 1e brengen.
Uiteraard zal bij mij als nationaal-
socialist ook het sociale leven ,mijn
voortdurende aandacht -hebben en
hierbij^denk ik allereerst aan de W.H.,
het soc. werk bij uitnemendheid, dat
door onverantwoordelijke elementen
nog steeds wordt gesaboteerd, ondanks
hun kennis dat vele-gezinnen norr drin
gend hulp behoeven.
Dit ontstellend gemis aan soc ge
voel is ook hier aanwezig. De op
brengst der Winterhulp-collecte is voor
een gemeente als Axel béschb nd.-
Zooals velen Uwer reeds bekenzal
zijn, heb ik mij in mijn vorige ge .ite
xeeds op het standpunt gesteld, da: alle
gemeentelijken arbeid gemeens: ;;os-
arbeid :s en dat alle leveringen ac ie
gemeente, leveringen aan de gemeen
schap zijn. Een leverancier die wel
aan de gemeenschap wil verdienen,
doch zijn plichten tegenover de nood
lijdende burgers verzaakt, toont ge
brek aan burgerzin. Deze personen
zullen voortaan voor leveringen aan
de gemeente niet in aanmerking kun
nen komen. Nu hoor ik enkelen al
zeggen, daar heb je het al, wij wor
den uitgesloten l Neen, Volksgenoo
ten, ik sluif U niet uit, U sluit zichzelf
uit.
Met betrekking tot de ambtenaren,
bedienden en werklieden der gemeente
zal ik rnet hun eventueel gemis aan
sociaal gevoel bij promotie rekening
houden.
De werkloosheid, het zwarte monster
der arbeiders, zal in mij een waar be
strijder vinden, terwijl ik voor de an
dere belangen der arbeiders steeds
een willig oor zal- hebben, daar toch
deze categorie onder het Democratische
stelsel het zwaarst geleden heef!.
Tenslotte zou ik mij nog met een
kort woord willen richten tot de inge
zetenen in het algemeen.
Met de allerbeste bedoelingen be
zield treed ik heden iedereen van goe
den wille tegemoet, onverschillig hse
zijn religieuse of politieke opvattingen
zijn. Met gebeuzel en geroddel be
reiken wij niets. Wij moeten de han
den ineenslaan en gezamenlijk streven
naar de plaats die de gemeente Axel
straks zal kunnen innemen, want veel
van het oude heeft afgedaan en maakt
plaats voor nieuwe gedachten. Wij
dienen dit goed te begrijpen en onze
tijd niet voorbij te laten gaan, doch
hem te benutten. Onze taak is te wer
ken aan de toekom?1 van Axel als een
stuk van Nederland.
Nu de leider van de N.S.B. dank zij
de edelmoedigheid van den Führer,
de toekomst van ons Vaderland zeker
gesteld heeft, moeien wij door daden
toonen, dat v/ij zulks op prijs weten te
stellen.
Als Nederlanders van den oudèn
stempel dienen wij ons volledig imje
zetten. Axel biedi zoovele mogelijk
heden waardoor zij tot grooteren bloei
en welvaart zou kunnen komen en wel
op de allereerste plaats op industrie
gebied, terwijl voor haar als landbouw
centrum in de voedselvoorziening van
Nederland -een belangrijke plaats is
weggelegd.
In het vertrouwen dat wij eendrach
tig onze beste krachten zullen geven
aan de gemeente, verklaar ik voor
Volk en Vaderland, het ambt van
Burgemeester dezer gemeente op mij
te, nemen.
Hou-Zee I
Toen stond van Bendegem op, daar
hij zag dai kam. Dekker het woord
nam. Eerst had hij de vlerkachtig»
onwellevendheid nog gehad de vtouvt