De amtbjaanvaardiog van kam» P» Smallegange tot burgemeester van Axel» Ëen beleèdigingsscêne die niet doorging» Het antwoord van onze kameraden Een dag met zon ge zegend. Het was schemerig toen wij te Goes aankomende het eerste trammetje naar Hoedekenskerke namen, dat voor ons de étappe was voor de reis naar Axel. Op een perronnetje wemelde het van zwarte soldaten en jeugdstorm. Door de stilte van den morgen klonken commando's en roffels en nadat allen een plaatsje hadden gevonden in de nog half donkere coupé's, ging het VTOolijk zingend Zuid-Beveland door, met gespannen verwachting wat deze dag ons weer als verrassing zou" mogen brengen. De belangstelling bij de veeren, maar vooral in Terneuzen, waar we met slaanden trom en dieptrommen doormarcheerden, was groot. Enkelen nog slaperige en weshalve wrevelige lieden, keerden ons den rug toe, doch daaraan zijn wij zoo gewend, dat we het vreemd vinden, als het niét nü en dan gebeurt. De binnenkomst in Axel, waar, we om ongeveer 11 uur arriveerden, was zonnig. Een prachtig winterzonnetje begunstigd* ons en weldra zwierven de jple gasten en functionarissen door de straatjes naar de verschillende res tauranis, of reeds naar het geopend stadhuis. De raadszaal fraai versierd. Voor het stadhuis stond een groote oranje-blanje-bleu-vlag ontplooid, ter wijl drie andere masten wachtten op het,plechtig hijschen, te verrichten in aanwezigheid van W.A. en jeugdstorm. De raadszaal was door -de kame- raadskes aardig en zeer stijlvol ver sierd. Het podium, dat door de natio nale driekleur omwikkeld was, werd geflankeerd door bloemen, die in hun rood en donkere afwisseling uiterst smaakvol waren geschikt. Kameraad Smallegange was inmid dels met zijn vrouw en zoontje op den rand der gemeente uit de auto van den Gemachtigde van den Leider gestapt, waar hij ontvangen werd door den bancommandant Dekker en de banheer Landzaat, die respectievelijk de W.A. en Jeugdstorm afdeelingen inspecteer den. Samen en vooraan de troepen loo- pende, werd daarna naar Axel ge marcheerd, Waar men met slaanden trom ongeveer 12 uur 15 arriveerde. Het was een alleraardigst moment, toen de zwarte soldaten met kranige stappen uit de smalle straten het plein opzwenkten, even daarna gevolgd door de fleurige blauwzwarten jeugd storm, die ook hier vooral door de jeugd van Axel en Sluis dravende en nieuwsgierig kijkende werd begeleid^ Commando's klonken, hielen klapten^ fototoestellen klakten, meldingen volg den elkaar correct, zwenkingen werden perfect verricht, zooals we dat ook in Goes hadden meegemaakt en toen er op de plaats rust was gecommandeerd, betrad kam. Smallegange het raad huis. In de raadszaal. Inmiddels was de ruime en fraaie raadszaal volgeloopen. Wij zagen on der de bezoekers o.m. de burgemees ters van Westdorpe, Zuiddorpe en Koe wacht. Onder de gasten-kameraden waren o.m. aanwezig de burgemeester van Goes en zijn vrouw, de archivaris van Tilburg, de directeur der gasfa briek te Axel en zijn vrouw, de predi kant Ds. Dagevos en zijn vrouw, enz. Toen kam. Smallegange, samen met den Gemachtigde van den Leider en den bancommandant en den wethou der van Bendegem binnentraden, stond de zaal spontaan op en velen brach ten de groet. Wij zagen in een flits dat een jonge man in hoogst alledaagsch toilet en ongesoigneerd, plaats-nam naast hei podium. Wat deze knaap hier doen moest, zouden we later wel bemerken. DE REDE VAN DEN EX-WAARN. BURGEMEESTER EN WET HOUDER VAN BENDERGEM. Een incident. Met donderenden stem, zoodat de Philips-microfoon op- het lessenaartje trilde, begon deze hoogst merkwaar dige persoonlijkheid allereerst ons te vertellen, dat kam. Smallegange zijn benoeming te danken had aan Mr. Dfeleman, den waarn. commissaris, onderstreep^ Ja I zoo zelde de heer van Bendegem, „ik heb mijn privé- zaken laten rusten" om deze opbracht van Mr. Dieleman te volvoeren. Spr. wilde het niet betwisten, dat dit ambt van burgemeester „een zorgvol ambt is"' en vooral was het voor kam. Smal legange zwaar, omdat Axel. 13 maal^ zoo-groot was als zijn vorige gemeen te. Dertien malen I Het was wel heel ongelukkig voor onze kameraad, die dit gedonder over hem heen liet rollen met de hem eigen Zeeuwsche kalmte en de hem nooit verlatende glimlach. We kregen vervolgens een kleine re petitie van Goes, toen de loco burge meester van Bendegem er op wees,, dat kam. Smallegange boven alle politieke partijen moest staan, hetgeen kam. S. waarschijnlijk niet zoo erg geschokt heeft, aangezieri er geen par tijen meer zijn. Voorts moest onze kameraad vooral leeren „dienen". Dit woord, waarmee heel de democratisch- kapitalistische samenleving voor Mei 1940 tot op heden schermde en schermt en onder welke leuze zij de geheele bevolking langzaam en zeker naar de volmaakte ondergang heeft gevoerd, werd hier ook nog eens misbruikt. Welnu, dit moest kpm. Smallegange ook leeren. Dit vertelde deze volbloed- burger heer aan een nationaal-socialist nota bene en dat wel op een toon, die het midden had tusschen een veron gelukten donderslag in December en een kanselbombardement. Daarna werd deze stem een nuance zachter eri zelfs teeder, to'en hij begon met afscheid te nemen van zijn dier baar ambt als loco-burgemeester fen de enge banden tusschen hem en Axel noode begon los te wikkelen. Wij mistten de gepatenteerde snik en de hierbij gebruikelijk bijgesleepte texten, doch dit kwam nog later. Buitengewoon grof en onhandig nam de heer van Bendegem de gelegenheid te baat om den vorigen burgemeester te prijzen om de vele goede wegen die hij had aangebracht, waarop hij liet volgen na -een punt-kommadat daarom kam. Smallegange het wel hsel moeïïïïk zou hebben. De logica ontging ons. Bedoeld was en had hij, dat maar gezegdnu moet je niet denken vadertje, dat je nog iets nieuws voor Axel kan brengen, want we loo- pen allen liever op oud^ breede wegen dan in smalle gangen. Ook* waar schuwde hij onzen kameraad de ge meente niet te veel te belasten, „want om vrat te doen moet er geld zijn". Tsjaa I Dat is zoo, natuurlijk, en daar zaten wij nuWant een nationaal- socialist doet n.ï. alles met geld alleen, weet U. En anders brengt nu niets tot stand, kijk maar naar Duitschland. Hulp eerst van.... het ge meente-personeel. Allereerst had kam. Smallegange de hulp noodig van het gemeenteperso- neel zeide deze drukdoende heer ver der, en zag de zaal aan, alsof hij zeggen wilde die had ik als oranje- rist-anglomaan, en U niet, vrindje. Het waren allemaal zeer duistere zaken, die kam. Smallegange op zijn huldigingdag werden voorgespiegeld. Doch de blijmoedigen glimlach ver dween niet van het gezicht van den over,,donderden" kameraad en ook wij deinsden niet terug van den toor- nenden blik die ons werd toegeworpen. Toen kwam het meest zoete deel der rede. Ja, toen begon het teedere af scheid van het personeel. ,,U krijgt een flink personeel" zei hij en daarop deelde de heer van Bendegem flikjes uit. Ieder kreeg er een, de gemeenteveldwachter, de conciergej de vrouw van de con cierge, de marechaussées, het waren allemaal machtig aardige menschen, want zij hadden zoo met hem (v. Ben degem) meegewerkt. En de ingezete nen, dat waren ook beste menschen, die hem (van B.) met Ongelooflijke teederheid aanhingen. Daarom had hij groote' behoefte tot dank, ja waarlijk Alsof ooit een oud liberaad, democra tisch of christelijk bewind zich bekom merd heeft om het personeel en zijn nooden; alsof ooit bij een installatie deze lieden genoemd werden vroeger, en of het niet meer in de rede had gelegen, dat van Bendegem deze brave lieden (wij gelooven het) persoonlijk had bedankt en getracteerd in privé, dan dit er bij te sleepen op een instal latie plechtigheid. Veel medeleven was-er geweest tus schen hem jvan B.) en de gemeente. Dat moet gezegd worden En jadaar kwam het dan toch ook weer, hetgeen altijd bij zulk een rede als vlag moet dienen om de sme rige lading te dekken, het zich beroe pen op d# Almacht Gods. Hier kreeg zijn stem iets zoets als van één in prik kel tj es-limonade gedoopte vijg. De oogen draaiden een halven slag op waarts en ja, hoor I Zonder God, die alleen heerscht waarna even rust m.a.w. denk maar niet, mannetje, dat jullie heerscht kon Smallegange niets doen I Hetgeen hem overigens niet betwist .zal worden door welken goeden nationaal-socialist ook. God is rechter 1 kwam er daarna I Vooral dat „rechter" met den blik van een preektijger geuit, deed het hem bij zonder, m.a.w. die zal Jullie wel eens tmores Nleeren, schavuiten. Het was ongeveer welletjes, maar toen kwam het mooiste nog. Men zou zoo denken, dat iemand, die het zoo goed met God meent en er zoo vlot over spreekt, dan wel rekening houdt met de liefde die God verordonneert. Niks hoor! De heer van Bendegem had in zijn hart de beleediging opge kropt. Hij zou (met God en met eere) dien Smallegange eventjes een sme rige poets bakken. Want wat was er aan deze belijdenis Gods-' voorafge gaan De opzet beraamd. Dagen te voren hadden grimmige klein kapitalistjes en burgertjes de hoofden bijeen gestoken. Wat zullen wij doen om dien smerigen landsver rader een figuur te laten slaan Weet je wat. We zullen nee zag, een reuze mop zag we zullen de bode hem de eereketen laten omhangen. Gegier van plezier. Wat de bode, oppert een andere broeder, we laten het doen door de hulpbode Die is nóg vuiler I (Wij bedoelen natuurlijk niet de hulpbode, waarvan wij waarlijk niet anders weten, dan dat hij weken te voren op de veerboot een dame, die met Smallegange zat te praten, waarschuwde voor dien „vuilen lands verrader"). Was dat even christelijk bedacht? Top! Ober Nog'n rondje I Koolossaall zag I Zoo gezegd, zoo ge beurde. Het incident^- ,En hierbij", zoo vervolgde de man die zooeven het over God had, verzoek ik de „waarnemend bode", den keten te willen omhangen". Wij zijn gewend aan hoon, laster, leugen, sabotage, krenking onzer eer- gevoelens, plagerijen onzèr kinderen, naroepingen, anonieme brieven, etc., 'maar hieraan waren wij niet gewend. Dat is als 't ware een novum. Wij weten dit nu en rekenen er dus voor taan mee, .want er zullen wel eens meer installaties in Zeeland plaats hebben. De Gemachtigde van den Leider, die reeds met klimmende ergernis het geleuter van dezen spreker had aan gehoord, stond op. Met een kort gebaar wees hij den verschrikten waarnemende hulpbode of helpende waarnemerij-bode naar zijn stoel, nam hem den keten af, en zei kortdat doe ik Een donderende ovatie uit de zaal volgde. De keten werd omgehangen, een krachtigen handdruk volgde, de kame raden keken elkaar recht in de oogen en toen na'm kam. Smallegange het woord, DE REDE VAN KAMERAAD SMALLEGANGE. Nadat buiten, onder de donderrede van den heer van Bendegem, de jeugd storm liederen had gezongen, werd het plotseling stil. De luidspreker werd'in gesteld en de rede van den nieuwen burgemeester klonk door Axel. De rede was als volgt Nu het oogenblik gekomen is, waar op door mij het ambt van Burgemeester der gemeente Axel zal worden aan vaard, moge ik allereerst vanaf dezen plaats dank zeggen aan de Duitsche Autoriteiten te 's-Gravenhage, alsmede aan de Provinciale Autoriteiten, in 't bijzonder de Heer Beauftragte der Rijks commissaris, den Gemachtigde van den Leider der N.S.B. en den Wd. Commissaris der Provincie, voor het vertrouwen dat zij in mij hebben ge steld. Ik ben thans geroepen de taak .voort te zetten, die tot voor kort rustte op de schouders van wijlen mijn ambtgenoot Blok, wiens plotseling verscheiden allen nog vol weemoed stemt. De plaats in te nemen van een man, die met hart .en ziel tot aan zijn laatste levensuur zijn beste krachten aan de gemeente gaf, zal mij niet gemakkelijk vallen, doch ik wil trachten door vol- ledigen inzet mijner krachten, mij die plaats te veroveren, dien een burge meester in dit felbewogen bijzondere tijdsgewricht dient in te nemen. Ook wethouder Van Bendggem, die gedurende 7 maanden met de waar neming van het burgemeesièrsambt is belast geweest, heeft zich naar ik ver neem bij de ingezetenen, vooral tijdens de zinlooze luchtaanval der Britsche luchtmacht op deze gemeente, zeer verdienstelijk en populair gemaakt en ik geloof wel U namens de gansche gemeente daarvoor jtrctdelijk dank te mogen zeggen in de hoop, dat U uw krachten ook in de toekomst in 't be lang van de gemeente Axel zult blij ven geven. Door de invoering van het leiders- de gemeente is echter veel verande- beginse' of de eenhoofdige leiding in ring in l positie gekomen. Zoo maakt U niet meer deel uit van het gemeente bestuur, doch U bent - mijn vertegen woordiger geworden omdat ik nu een maal moeilijk alle zaker. alleen kan afhandelen. Het ligt in ae bedoeling, dat de wethouders hun ambt als hoofd beroep vervullen en als ambtenaar zullen worden aangesteld. In hoeverre dit voor Axel zal gelden, is mij echter thans nog onbekend. Ook in de samenstelling en de be voegdheid van den Raad is groote ver andering gekomen. Aan het hoofd der gem*ente staat niet meer een raad van 13 personen, doch één man de bur gemeester In plaats vdn een 13- hoofdige gemeenteraad komen zes raadslieden, omdat de burgemeester zijn taak niet los van de bevolking kan volbrengen, doch het advies noo dig heeft van vertrouwde mannen, die de gemeente door en door kennen. Deze raadslieden hoop ik binnenkort uit de gezamenlijke volksgenooten te kunnen benoemen. Zij hebben tot taak mij bij het besturen der gemeente van raad te dienen, voorstellen te doen en de inwoners begrip bij te brengen omtrent de maatregelen die door mij zullen worden genomen. U ziet, de vrijheid van handelen van den Burgemeester is veel grooter geworden, doch daartegenover staat dan ook, dat hij alleen en niemand anders aansprakelijk is voor zijn daden tegenover den Commissaris der Provincie. Niet zijn bevoegdheid al leen, doch ook zijn verantwoordelijk heid wordt veel en veel grooter. Maar ondanks deze groote verant woordelijkheid kan ik niet anders dan de nieuwe maatregelen toejuichen. Mijn ondervindingen in mijn 10-jarige ambtsperiode opgedaan met politieke partijen en waarvan ik U legio voor beelden zou kunnen ncSemen, wettigen m.i. volkomen de totstandkoming dezer nieuwe voorschriften. Ook de gemeente-ambtenaren in den ruimsten zin des woords, staan voor taan direct onder den burgemeester. Alvorens ik het woord tot hen richt, spreek ik de hoop en de verwachting uit, dat de Secretaris die wegens een langdurige ziekte verhinderd is hier tegenwoordig te zijn, spoedig hersteld moge zijn. Wij bevinden ons op 't oogenblik in een overgangstijd. Een overgang naar den nieuwen'tijd, naar den nieuwen staat. Een staat, welke niet onzijdig zal zijn. Bij den opbouw daarvan zal nog veel van U gevergd worden. Vol- ledigen inzet van Uw arbeidskrachten zal daarbij onmisbaar zijn, evenals volledige samenwerking. Het eenvou dige begrip dat alle werkers der ge meente van hoog tot laag elkander noodig hebben, moet daarbij overheer- schen. Ik heb 'U noodig voor het ver vullen van mijn taak èn U hebt mij noodig voor het geve r van leiding en voorlichting. Wij vormen gezamenlijk een aaneenschakeling van werkers die de gemeenschap heeft te dienen. Wij zijn voor het Volk en niet het Volk voor ons Wij moeten het goede be vorderen en het slechte bestrijden. Wij moeten altijd op onzen post zijn en onzen plicht doen zonder aanzien des persoons en niets moet ons daarbij teveel zijn. Uiteraard zal ik dikwijls een beroep op U moeten doen tot uitvoering van maatregelen voortvloeiende uit den geest van den nieuwen tijd. U zult daarbij onmiddellijk in aanraking ko men met de beginselen van het Nat. Socialisme, waaraan U tot op heden, behoudens misschien een enkele uit zondering, gansch geen aandacht hebt geschonken. Zonder dan ook den min sten druk te willen uitoefenen op Uw toetreding tot de N.S.B., zou ik het toch zeer op prijs stellen, indien gij U op de hoogte zoudt willen stellen van de beginselen waarop onze staat geba seerd zal zijn. Ik acht het thans zelfs Uw plicht, nu de edelmoedigste strijder aller tijden, de Germaansche Führer, Adolf Hitler, ter gelegenneid van het 10-jarig be staan der N.S.B. verklaard heeft, dat in Nederland de Nat. Socialistische beweging de leidende politieke orga nisatie zal zijn. De kennis van de hoofdbronnen van het Nat. Socialisme zullen U niet al leen het vervullen van Uw laak ver gemakkelijken, doch het zal voor de goede uitoefening van Uw taak zelfs noodzakelijk blijken te zijn, omdat U door Uw arbeid zult moeteïï toonen of U begrip heeit voor den nieuwen tijd ja dan neen. Indien U op- deze grondslagen, in den geest van echte kameraadschap wilt medewerken, dan kunt U er op rekenen in mij Uw man gevonden te hebben. Wij zullen dan op een pret tige manier aan den wederopbouw van ons Vaderland kunnen medewer ken, en wanneer Nederland dan straks verjongd, frisch en krachtig te voor schijn komt, moeten wij met oprechte trots kunnen zeggenOok ik heb mijn werkzaam aandeel daarin gehadook ik heb meegebouwd aan ons nieuwe Vaderland enik deed het met liefde en plezier. Een speciaal woord zou ik echter nog willen richten tot de opvoeders en de verzorgers van de jeugd. Ik bedoel hier de ouders, de Geestelijken en niet het minst de Onderwijzers. Onze jeugd is onze toekomst en op hen speciaal is ons oog gericht. Wij r.ioeien de jeugd verheffen, dat is onz® plicht,en geen offer moet ons daarbit Ie groot zijn. Wij mosten een blijmoe dige jeugd hebben, een jeugd die sterk str. he: is, die gedisciplineerd en stra lend van Vaderlandsliefde met arbeids zin bwzteld het leven tegemoet ireedt. I'.i dezen geest moet het onderwijs ge geven y/orden en kerk en staat zullen elkaar daarbij wederkeerig huip moe ten vevieenen. Wanneer ook door U, heeren onder wijzers, Uw taak naar eer en geweien wordt vervuld en U helpt mede de jeugd in deze banen te leiden, zult U nooit tevergeefs een beroep op mij doen. Indien er echter onder U zijn die meenen tijdens oen strijd al- Europa thans voert op leven en doe hun tijd niet b'eter te kunnen geb: u.- ken dan de kinderzieltjes te moeien blijven vergiftigen door hun allerlei dwaze leuzen bij te brengen, oi rger nog, op te hitsen tegen ds h etter.de macht of personen met een br eaalde staatkundige opvatting, die zuilen in mij eeri feilen tegenstander vinuen, die zoohoodig voor de strengste middelen niet terugdeinst. Jeugd mo.ei jeugd blijven. Bij hen hoort naast hun studie die voor alles kalmien rustig moet zijn, sport c.i spel en geen politiek. Hei is onze gezamen lijke plicht en zorgeii, dat onze jeug 1 de beschikking krijgt over sportvelden en ontspanningslokaliteiten waar natu' hartelust geturnd, gemusiceerd, gezon gen en gespeeld kan worden en de jeugd, ongeacht de maatschappelijke positie of politieke of kerkelijke over tuiging hunner, ouders, samen gébracht kan worden. Eerst dan kunnen we zeggen, dat er opvoedende kracht van ons uitgaat en zoover moeten wij het zien 1e brengen. Uiteraard zal bij mij als nationaal- socialist ook het sociale leven ,mijn voortdurende aandacht -hebben en hierbij^denk ik allereerst aan de W.H., het soc. werk bij uitnemendheid, dat door onverantwoordelijke elementen nog steeds wordt gesaboteerd, ondanks hun kennis dat vele-gezinnen norr drin gend hulp behoeven. Dit ontstellend gemis aan soc ge voel is ook hier aanwezig. De op brengst der Winterhulp-collecte is voor een gemeente als Axel béschb nd.- Zooals velen Uwer reeds bekenzal zijn, heb ik mij in mijn vorige ge .ite xeeds op het standpunt gesteld, da: alle gemeentelijken arbeid gemeens: ;;os- arbeid :s en dat alle leveringen ac ie gemeente, leveringen aan de gemeen schap zijn. Een leverancier die wel aan de gemeenschap wil verdienen, doch zijn plichten tegenover de nood lijdende burgers verzaakt, toont ge brek aan burgerzin. Deze personen zullen voortaan voor leveringen aan de gemeente niet in aanmerking kun nen komen. Nu hoor ik enkelen al zeggen, daar heb je het al, wij wor den uitgesloten l Neen, Volksgenoo ten, ik sluif U niet uit, U sluit zichzelf uit. Met betrekking tot de ambtenaren, bedienden en werklieden der gemeente zal ik rnet hun eventueel gemis aan sociaal gevoel bij promotie rekening houden. De werkloosheid, het zwarte monster der arbeiders, zal in mij een waar be strijder vinden, terwijl ik voor de an dere belangen der arbeiders steeds een willig oor zal- hebben, daar toch deze categorie onder het Democratische stelsel het zwaarst geleden heef!. Tenslotte zou ik mij nog met een kort woord willen richten tot de inge zetenen in het algemeen. Met de allerbeste bedoelingen be zield treed ik heden iedereen van goe den wille tegemoet, onverschillig hse zijn religieuse of politieke opvattingen zijn. Met gebeuzel en geroddel be reiken wij niets. Wij moeten de han den ineenslaan en gezamenlijk streven naar de plaats die de gemeente Axel straks zal kunnen innemen, want veel van het oude heeft afgedaan en maakt plaats voor nieuwe gedachten. Wij dienen dit goed te begrijpen en onze tijd niet voorbij te laten gaan, doch hem te benutten. Onze taak is te wer ken aan de toekom?1 van Axel als een stuk van Nederland. Nu de leider van de N.S.B. dank zij de edelmoedigheid van den Führer, de toekomst van ons Vaderland zeker gesteld heeft, moeien wij door daden toonen, dat v/ij zulks op prijs weten te stellen. Als Nederlanders van den oudèn stempel dienen wij ons volledig imje zetten. Axel biedi zoovele mogelijk heden waardoor zij tot grooteren bloei en welvaart zou kunnen komen en wel op de allereerste plaats op industrie gebied, terwijl voor haar als landbouw centrum in de voedselvoorziening van Nederland -een belangrijke plaats is weggelegd. In het vertrouwen dat wij eendrach tig onze beste krachten zullen geven aan de gemeente, verklaar ik voor Volk en Vaderland, het ambt van Burgemeester dezer gemeente op mij te, nemen. Hou-Zee I Toen stond van Bendegem op, daar hij zag dai kam. Dekker het woord nam. Eerst had hij de vlerkachtig» onwellevendheid nog gehad de vtouvt

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1942 | | pagina 3