De Jeugdstorm Hoe leeft de arbeidersjeugd in Duitschland Het jeugdvraagstuk Onze brutale jeugd en hoe leeft zij hier? x 5 Het landjaar OP V OEDERSGILDE Een nieuwe Leider voor Zeeland Zeeuwsche vrouwen in een Mütterheim VI. In andere landen vindt men voor het landjaar geen parallel, al wordt ook getracht, zooals dikwijls geschiedt, iets in het leven te roepen, wat op een arbeidsdienst gelijkt. Terwijl de ar beidsdienst een opvoedingsmaatregel Is, die alle gezonde Dultsehers omvat, maken jaarlijks slechts 30.000 jonge lieden het landjaar mede, die op grond varTeen bijzonder systeem worden uit gekozen. Wij staan hier voor een in stelling, die aan het diepste wezen van den nationaal socialistischen wil is ont sproten. Zij is uit het denkbeeld ont staan, het platteland de groote krachtbron voor de stadsjeugd te ont sluiten. In de preambule van de Prui sische wet op het laridjaar wordt de eigenlijke taak van het landjaar als volgt omschreven: de psychische ver bondenheid van de stadsjeugd, die net de schoolbanken heeft verlaten, met land en volk en het gevoel voor de volksche waarde van een gezond hoe rendom te verdiepen. Nog is het land jaar niet in het geheele Rijksgebied ingevoerd, toch worden naar hèt voor beeld van het grootste Duitsche land Pruisen in een groot deel der Duitsche gouwen elk jaar de 14- -tot 15-jarige jongens en meisjes, nadat deze de lagere school hebben verlaten, voor het landjaar opgeroepen. Voor dezen 'leeftijd bestaat de landjaar7 plicht. Deze dienstplicht zou door som migen als te streng kunnen wórden be schouwd, want de jeugdige personten worden er door gedwongen, nog een aanvullenden tijd acht maanden. aan hun algemeene ontwikkeling te be steden, een ontwikkeling, die in de meeste gevallen geen, direct verband houdt met hun eigenlijke beroepsoplei- De aankomst van een tandjaarjongei op de boerenhoeve. ding. .Daar moet echter tegenover wor den gesteld, dat het'landjaar bewezen heeft een waardevolle overbrugging tusschen school en beroepsleven te zijn, een tijd van bezinning en van alge meene voorbereiding op het leven, welke een te snelle beroepskeuze voor komt. Daarbij komt verder, dat voor het landjaar jongelieden in aanmerking komen, die een leeftijd hebben, waarop zij lichamelijk en geestelijk nog niet zoo ontwikkeld zijn, om aan de eischen van het- moderne industrieele bedrijf ten volle te kunnen voldoen. Daar bij de Duitsche kinderen tegen het veertiende levensjaar de neiging naar voren komt, om practisch te willen gaan werken, valt in zeer veel gevallen eerst in deze 'periode de beslissing in de beroeps keuze. De waarde van het landjaar blijkt het best uit het feit,'dat men het handhaaft, niettegenstaande de enorme vraag naar werkkrachten in bijna alle bedrijven. Men heeft het landjaar in de laatste jaren zelf^ ook tot de platte lands jeugd uitgebreid, omdat men deze waardevolle opvoedingsmethode ook op het platteland ingang wil doen vin den. Meer dan een millioen jongens en meisjes verlaten jaarlijks de Duitsche lagere scholen, maar slechts een keur troep van ongeyeer 30.000 maakt-het landjaar door. Dit keurkorps moet wor den gevormd en slechts uit deze 'over weging is de arbeidsdienstplicht voor olie jeugdigen ingevoerd. Veel animo. Zij worden door speciale commissies, waarin steeds de schoolleiding en de arts zitting hemen, uitgezocht. De vrij willig® aanmeldingen zijn zoo talrijk het deelnemen aan het "landjaar geldt als een onderscheiding dat uiterst zelden dwang behoeft të-worden uitgeoefend. Deze dwang wordt daar uitgeoefend, waar de kortzichtigheid der ouders het vooruitkomen van hi^n kind „dreigt tg belemmeren. Slechts de-flinkste, uit een gezond ge slacht voortspruitende, lichamelijk en geestelijk krachtige jongens en meisjes met karakter komen voor de toelating in aanmerking. De tijd, gedurende het landjaar doorgebracht, wordt voor hen, die een landelijk beroep gekozen heb ben, vol berekend; voor de meisjes worden daarvoor zes maanden yan het plichtjaar afgetrokken. Voor het groot ste gedeelte komen de landjaarplichti- gen uit zeer eenvoudige gezinnen; zij hebben met succes de lagere school af- geloopen en willen meestal het een of andere ambacht leeren of een beroep kiezen, waarvoor geen hoogere school opleiding noodig is. De veelzijdige scholing en de arbeid gedurende hét landjagr geven mogelijkheid, talenten, die daarbij eerst aan den dag komen, te ontdekken en deze te bevorderen. Hoe arbeidt men? Wel is waar verrichten de jeugdige per sonen in het landjaar ook boerenwerk, maar het zwaartepunt hunner opleiding ligt toch in huiselijke bezigheid. Op z'n minst vijf uur per dag worden besteed aan lichamelijke en geestelijke ontwik keling, voor cultureel en handenwerk, voor ontspanning- en voor vrijen tijd.1 De dienst begint met sport in den vroe gen ochtend. De voormiddag wordt be steed aan geestelijke en lichamelijke opvoeding. Des namiddags werken de jongens en de meisjes bij de boeren. De dag eindigt met arbeid binnenshuis: Op andere dagen worden 's middags tochten gemaakt in de naaste omgeving of enkele uren worden aan verdere scholing gewijd, er wordt in den tuin of in de werkplaats gewerkt 'of "muziek gemaakt. Elk jaar is het mogelijk, tal van 'ongens en meisjes door aanvul lend onderwijs naar een opbouwschool of naar een nationaal-politiek opvoe dingsinstituut te zenden, waar zij dan als niet-betalende leerlingen-Voor het toelatings-examen voor de hoogeschool worden voorbereid! Weer anderen, en -hier gaat het om een grooter aantal, doorloopen na het beëindigde landjaar de staatscursussen ter voorbereiding van kweekscholen voor onderwijzers in drie, in plaats van anders in vier jaar. De jeugdigen van de voorscholen voor vlieg-technielc, waarin alleen werkelijk begaafde krachten -A-orden opgeleid, hebben voor 30 pet. het landjaar door gemaakt.. Verder hebben de jongens en meisjes de mogelijkheid, zelf leiders van de landjaar-opleidingen te -worden. En de meisjes? Daartoe geschikte meisjes worden ook opgeleid voor bewaarschool-onderwij zeres. In al deze gevallen gaat het om beroepen, die op zichzelf een ontwikke- ling vooropstellen, welke boven die der lagere school uitgaat, en waartoe deze jongens en meisjes niet zouden voorden toegelaten, indien het landjaar niet voor hen was opengesteld. Men zal derhalve kunnen begrijpen, dat het nieuwe Duitschland deze instelling niet wil opgeven, niettegenstaande daar door een groot aantal jongelieden, die pas de school hebben verlaten, aan de beroepen, die onder gebrek aan jonge werkkrachten te lijdep hebben, voor acht maanden worden onttrokken. Het landjaar is dus geen crisis-instelling, zooals men'dikwijls in de eerste jaren heeft gedacht, maar e?n instelling, die in het geheele opvoedingsstelsel van hef'Duitsche Rijk past. Veel mogelijkheden. Het onttrekken van arbeiders aan het economische leven door het landjaar is ten deele ook slechts schijn, want de Iandjaarplichtigen presteeren geduren de hun diensttijd halfdaagschen boe gen-arbeid, hetgeen voor de boeren vooral in den oogsttijd een merkbare hulp is. Het landjaar heeft zich daarom' niet alleen ontwikkeld tot selectie-inrich ting in grooten stijl, maar het onder steunt ook het streven om waardevolle menschen uit de stad naar het platte land te brengen en de stadsjongens, die naar het platteland willen en ook en vooral de boerenzoons, die niet de eerstgeborenen zijn en de flinke zoons van landarbeiders zullen in de gelegen heid moeten worden gesteld, ook dan, wanneer zij geen geld zouden hebben en niets bezitten, boeren en kolonisten te worden. De verschillende opleidings cursussen, die binnen het kader van den landdienstplicht der Hitler-jeugd en der plattelandsjeugd zijn opgericht, hebben dit doel voor. oogen. De Staat dient in te grijpen. Een van de grootste vraagstukken van onzen tijd is zeker wel het „Jeugü- vraagstuk". Wij hebben immers zoo dikwijls gehoord, dat deze 'eeuw de eeuw van de jeugd was. Van iedere confessie en iedere politieke richting bezaten wij de laatste jaren een jeugd beweging, die ieder op zijn terrein wel goed werk deed, maar de jeugd prac tisch alleen maar opvoedde in het alleen zich zaligmakende van eigen partij of confessie, maatschappelijke deugden kwamen pas op het tweede plan. Voor een opmerker is het ontstellend, zoo bandeloos als onze jeugd de laat ste jaren is. Kinderen en ook óudèïe personen treden tegenover ouderen op, op zoo'n onbeschofte wijze, dat het ge woon ontstellend is. Het afsnauwen en uitjouwen van volwassen menschen gaat alle perken te buiten, men ge draagt zich, of tegenwoordig alles ge oorloofd is. Zelfs wordt de Jeugd al door zekere elementen gebruikt tot het op- zweepen van politieke hartstochten, ter- wijl uitjoeling van andersgezinden aan de orde^van den dag is. Wanneer iemand reist, valt dit des te meer op. O, zeker, vroeger waren wij ook geen heilige boontjes, maar toch wisten wij als jeugd onze plaats, wij jouwden geen ongelukkige menschen op straat uit, of riepen ze achterna, noch waren wij zoo onbeschoft, dat wij, wanneer wij in volle trams enz. zaten, oudere menschen lieten staan en de geheele1 ruimte voor ons opeischten. Juist ook door de versnippering der Jeugdorganisaties is het werk hiervoor steeds sectarisch gebleven, zoodat zij nooit een stempel op de jeugd heeft kunnen drukken. Wanneer in de vroe ger bestaande Jeugdorganisaties ge sproken werd over discipline en men wijde dit doorvoeren in een groep, dan mankeerden er bij de volgende bijeen komst vele leden, omdat zij geen disci pline wenschten. Zoo" was het op het geheele jeugdgebied. Toch kan het zoo niet langer blijven voortduren. Het is hard noodig, dat de Jeugd in een organisatie wordt onder gebracht. Niét vrijwillig, want dan komt men er niet in ons land, maar er moet van Staatswege een Jeugdorganisatie iri het leven worden geroepen, waarvan ieder, onverschillig van welken stand of con fessie, verplicht is op een zekeren leef tijd vóór een bepaalden duur lid te zijn. De vrije Jeugdbeweging heeft bewe zen, maar een klein deel van onze jeugdigen te kunnen beïnvloeden. Toch kan ook voor de toekomst de jeugd niet worden losgelaten, neen, wij moeten ze juist thans in het werk hebben. Ons inziens is hiervoor maar één goede wijze en dit is een van Staatswege in het leven geroepen Jeugdbeweging, die de jeugd opvoedt tot maatschappelijke deugden. Zoo gaat het niet langer. D. J. B. Middelburg, 3 Nov.. 1941. Adhaesie-betuigingen. Van verschillende kanten ontvingen wij brieven van instemming over-ons artikel in het laatste nummer van de Zeeuwsche Stroom aangaande de bru taliteit onzer jeugd. Ook van de zijde der onderwijzers ontvingen wij adhaesi. Een hunner schrijft ons het navolgende Naar aanleiding van uw schrijven in de „Zeeuwsche Stroom" d.d. 13 No vember over de baldadigheid van de jeugd, kan ik niet nalaten, U mijn volle instemming met genoemd schrijven te betuigen. Als onderwijzer, reeds 25 jaar lang, zie ik dagelijks veel dingen, die om verbetering -schreeuwen. Vol gens mij zou een lichamelijke straf voor sommige scholieren de eenige remedie voor verbetering zijn, maar een onder wijzer heeft daartoe nog steeds het recht, niet en reeds meerdere leerkrach ten stonden deswege als schooljongens voor de rechtbank. Indien hierin ver betering kwam, van wélke zijde dan ook, zou de ondeiwijzerstaak veel ver licht en 't onderwijs verbeterd worden. Afdeeling Lager Onderwijs Cursus, ook voor niet-leden der Natio naal Socialistische Beweging en (of) van het Gilde, die zich beschikbaar hebben gesteld, of zich beschikbaar wijlen stellen voor een benoeming bij het Rijksschooltoezicht, en die den leef tijd van 30 jaar hebben bereikt, van 24 tot 29 November a.s. op huize Zon heuvel bij Doorn. - Nadere inlichtingen bij het Secretariaat van bovengenoem de afdeling: Willem Barentzstraat 69, Utrecht. Wat wil de Jeugdstorm? Op 1 October j.l. werd tot Gewest- leider Zeeland van de Ned.- Jeugd storm benoemd kam. H. Landzaat. Kam. Landzaat is geen nieuweling ln de beweging en evenmin in het werk van de Jeugdstorm. Geboren in Rotterdam en werkzaam als gemeente-ambtenaar, trad hij reeds in 1934 toj de N.S.B. toe en werd al spoedig groeps-secretaris. In 1935 kwam hij in de Jeugdstorm- en werd districtsleider der Jeugdstorm van Rot terdam en omstreken en plaatselijk lei der van Rotterdam zelve. Tijdens deze functie, die hij tot 1938 bekleedde, groeide de Jeugdstorm voortdurend. Na een verblijf in 1939 in Duitsch land, waar hij het Hitler-Jugend-kamp te Sevelen bezocht en waar hij de op leiding der H. J. nader kon bestudeeren, keerde hij .op 9 Mei 1940 terug, één dag voor het uitbreken van den oorlog. In October 1940 heeft hij te Dordrecht de leiding der Jeugdstorm op zich ge nomen. Begonnen met (0 leden, is deze onder hem tot 175 uitgegroeid. O.m. heeft kam. Landzaat ook een afdeeling te Gorkum opgericht, met andere „scha ren" elders. Tot op 1 October j.l. zijn benoeming volgde in Zeeland. ai f&'s* Kam. H. Landzaat, Gewestleider Zeeland der Jeugdstorm. Plannen voor op- en uitbouw. Bij een gesprek, dat wij dezer dagen met hem mochten hebben, hebben wij hem vanzelfsprekend "gepolst over zijn eventueels plannen en aanstaande be sluiten voor Zeeland. In details wilde-kam. Landzaat hier over niet treden, doch wel zal de opbouw dit is de innerlijke organisatie, zoowel als de uitbouw der Jeugdstorm, dit is ook onder meer de propaganda voor de 'J. S., zeer sterk ter hand geno,men, worden. Hij legde er bij ons den na druk op, dat de zaken dte de Jeugd storm aangaan, elk Zeeuwsch kind aan gaat en nu er de laatste tijden, ook in deze provincie, zoo geklaagd wordt 'over .slecht .opgevoede en een tuchte-, looze jeugd, zal hijhet als zijn taak vooral gaan beschouwen, de ouders en onderwijzers vertrouwen in het werk der Jeugdstorm te doen verkrijgen. Het gezag is bij ons, zoo zelde hij, natuur lijk autoritair. Wij zijn geen democra ten. Elk kind heeft stipt te gehoorzamen en dat daet het btj ons graag. Wat leert men er al zoo „Vertel mij eens, kameraad Land zaat, wat leert men zoo al bij de Jeugd storm" Deze vraag werd hem herhaaldelijk gesteld. „Als ik hierop in 't kort wil antwoor den," zeide hij mij, „dan zeg ik, aller eerst tucht en orde. Wij leeren het kind beleefdheid tegen ouderen, onderwij zers, geestelijken, beleefdheid tegen al len die. ouder zijn. Wij leeren hen cor rectheid op straat, in de trams en trei nen en openbare gelegenheden.- Wij leeren hen gebrekkigen helpen, dieren beschermen, liefde voor alles wat leeft en door God geschapen is, eerbied voor de natuur, goedheid voor alles wat hulpeloos is. Dit zijn dingen die vanzelfsprekend zijn, maar de jeugd van heden is dit alles schijnbaar ver geten." En .danorde I „Toen ik," zoo vertelde kam. Land zaat, „eerst met mijn jongens ging zwemmen, was het een janboel. Ieder smeet zijn kleeren maar neer. Nu kun je een liniaal leggen naast de keurig gevouwen pakjes en schoenen en mut sen. Men wedijvert in het netjes neer leggen. Zoo gaat het ook in de lokali teiten. Orde, reinheid moet er heer- schen. Op de taal wordt gelet en het gedrag. Ook geestelijke reinheid moet er heerschen. De beide groepen apart Jongens en meisjes zijn in de Jeugd storm streng gescheiden. De,'meisjes staan onder de leiding van vrouwen en meisjes, de jongens onder mannen. Wij onderscheiden bij de jongens meeuwen (van 10 tot 14 jaar) en' stormers (van 14 töH8 jaar) en bij de meisjes meeuw- kes (van 10 tot 14 jaar) en stormsters (van 14 tot 18 jaar). De meisjes krijgen een speciaal vrouwelijke opvoeding. Zij leeren b.v. al vroeg om moeder te helpen in de huishouding. Kortom, zij leeren dienen, helpen en niet lummelen en kattekwaad uitvoeren, als vroeger. Wij hebben ook een z.g.n. verspreid- krant „De Stormvlag" en 't algemeene blad „De Stormmeeuw", een prachtig geïllustreerd en leerzaam tijdschrift. Ik kan U natuurlijk veel mser ver tellen van onze plannen. B.v. w i zullen onze je gd liefde voor schoonhc' voor mooie boeken, zingen en mur! sgaan bijbrengen. _En dan wordt bij r'.e Jeugd storm veel aan gymriasiiek g: '-an. D? lichamelijk© opvoeding is te voor name factor. Lucht, licht, oeieni wan delendat zijn allemaal ban, .-.rijke dingen .voor onze kinderen. Als een kind onze Jeugdstorm vcm nabij leert kennen, wil het lid worden, wij onder vinden dit herhaaldelijk. Er. dit vooral moet U vermeldenals de ouders zien en ondervinden hoe wij de kinderen leiden, dan zijn ri' niet alleen snel verzoend met ons, car zij zijn dankbaar voor ons werk. Wij we ten zeker dat eens ondérwl;'. is en geestelijken zullen meehelpen en, dat wij de jeugd zullen winnen." „In Zeeland?" vroeg ik br hst af scheid. „In Zeeland ook Izei hij. „D oervoor ben ik trouwens hier gekomen." Voor informaties. Tot slot verzocht kam. Landzaat mij, in ons blad nog enkele mededeel ingen te willen publiceeren. Alle zaken die de Jeugdstorm betref fen, vragen die men stellen .wij en in formaties-dienen gericht te worden aan het centrale punt te Goes, tijdeliik Pa- tijnweg 1-8, Goes. Voor Walcheren kan men zich ook wenden tot kam. J. R. Grool, Vlasmarkt 15, Middelburg, (de streekleider voor Walcheren). Voor Schouwen-Duiveland en Tholen tot J. Quist, Ring A 470, Sint A-nnaland (dito). Maar voor zeer belangwekkende kwesties is het eerst genoemde adres het meest aanbevelenswaardig. Van de N.S.V.O. ontvingen wij een verslag van een vrouw, die zes weken in een Duitsch Moederhuis had door gebracht. Het verslag, dat in dagboek vorm gesteld was, is te lang óm in zijn geheel te worden opgenomen. Wij hebben reeds eerder vermeld, hoe de Nederlandsche vrouwen volgens hun eigen mededeelingen ontvangen werden en hoe goed ze het gehad heb ben. Ook deze vrouw, die in het Moe derhuis te Schwalenberg geweest is, schrijft vol lof over de hartelijke ont vangst, de gcede verzorging en voe ding en de verassingen, die hen be reid werden. Zij vertelt ook dat zij een uitstapje maakte met verscheidene anderen naar het bad Pyrmont en 10 Mark per persoon ontvingen ter 'bestrijding van extra onkosten. Voor vele moeders,- die hun dagen gevuld zien met zorg voor de kinderen en de huishouding, is dit een heerlijke vacantie en het belangrijkste is zeker ook wel, dat zoo'n uitstapje de kame raadschap tusschen het Nederlandsche en het Duitsche volk verstevigt en doet .groejen. Het is te hopen, dat ook moeders, die tot nu toe niets anders dan slechts van Duitschland hoorden', eens kunnen deelnemen aan zoo'n rustkuur, opdat zijzelve ondervinden èn met eigen oogen zien, dat het Nationaal Socia lisme voor het werkende volk ln de eerste plaats veel goeds heeft gebracht en nog steeds meer zal brengen. Dit verslag werd ons gegeven door kam. M. Dagevos-Stefés. Het is ge schreven door kam. Schrijver uit Goes, die 6 weken te Schwalenberg door bracht

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1941 | | pagina 3