ENGELAND ALS BESCHERMER INTERHULP De Wolfsangel De dood aan de saboteurs opdat ons volk leve Onze teekenen en symbolen Politiek van afpersingen roof IN T KORT GEZEGD Gij die onze biljetten afscheurt Weg met de hamsteraars 1 De uitfiongeririgs-oorlog, die door de Engelsche „gentlemen" volgens hun bekende humane methodes tegen hun voormalige bondgenooten (leest slacht offers) gevoerd wordt, draagt er gewel dig Veel toe bij, dat in de geblokkeerde volkeren de kapitalistische gedachten- wereld kapot geslagen wordten ver vangen door nationaal socialistische ideeën en idealen. f Ook aan ons volk wordt het in steeds breeder geledingen duidelijk, dat niet de joodsche handigheid om te pröfitee- ren van- en te schuimen op den arbeid van anderen het waardevolste is in het leven, maaAdat de levenskracht en de levensmogelijkheid van een volk ligt in zijn arbeid, in de vlijt en de be kwaamheid van den arbeidenden meïisch. Nil op deze wijze onder den dwang van het leven en den levensstrijd de natuurlijke orde hersteld en alles op ,zijn juiste waarde geschat gaat wor den, rukken vooral de boeren en vis- schers voorwaarts en herwinnen de plaats, die hun in de volksgemeen schap toekomt. Terzelfdertijd treedt ook Zeeland uit de nationale vergetelheid naar voren en wordt dit gewest van hardwerkende boeren en visschers meer en meer er kend en geëerd dis een der belang rijkste en meest onmisbare provincies van Nederland, als voortbrengster van het levensnoodzakelijke voedsel voor het Nederlandsche volk. Tusschen het Nederlandsche volk en den hongersnood staat de arbeid van den Zeeuw. En aldjrs leiden ook in Nederland de kapitalistische strijdmethodës van Engeland dot de erkenning van den adel van den arbeid. Adel verplicht! Wanneer de boeren en visschers van Zeeland dachten en handelden in den joodschen geest van wraakzucht en nijd, dan konden zij nu den tijd geko men achten om vergoeding te eischen van het volk voor de verachting en de achteruitzetting van hun arbeid gedu rende zoovele jaren. Politiek, econo misch en-sociaal heeft men hen immers hun rechten en hun rechtmatige plaats onthouden. Al staan echter iri onze provincie nog velen, zeer velen vreemd en afkee- rig tegenover de N.S.B., toch hebben bijna allen dit met ons, notionaal-socia- listen, gemeen, dat zij. aan het volk de miskennihg van hun werk en hun plaats evenmin aanrekenen als wij het verantwoordelijk stellen voor de haat, waarmede een volksvreemde kliek het heeft vergiftigd. Voor hen, evenals voor ons, staat vóórop de verantwoordelijkheid voor ons eigen leven tegenover den Schep per en geen miskenning of plichtver zaking vgn anderen ontheft ons van deze verantwoordelijkheid. Of nu'het volk de» adel van den boerenarbeid erkent of niet, onverminderd gelden de plichten, die aan dezen adel verbon den zijn. De Zeeuwsche boer begrijpt dit en doet zijn plicht. Honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen in de steden en in andere provincies weten hun leven in zijn handen. Geen min derwaardige winstzucht mag hem on trouw doen worden aan, zichzc'f aan zijn volk, maar hij diene zijn volk door zijn arbeid en verdiene aldus voor altijd de eereplaats in de Nederland sche volksgemeenschap. Maar nog leven de profiteurs..... Zooals echter voorheen sommige ge- wetenlooze egoïsten den nood van ons volk wisten uit te buiten voor het eigen voordeelzooals een kliek profiteurs verdiend heeft aan de wanorde in de volksgemeenschap, aan de armoede van de werkeloozen evengoed als aan -de miskenning van de waarde van den boerenstand, zoo ook aarzelen deze gieren van de. samenleving niet, om te azen op den honger van het volk, waarin zij le^en. Zeker, 'zij hebben duizend .en een voorwendsel bij de hand, zij maskeeren hun werkelijke be doelingen en trachten hun misdadig bedrijf naar buiten- iets anders te doen schijnen dan vrat het werkelijk is schuimen] op den honger van het volk om de eigen winstzucht te bevredigen. Valsche geruchten. De broeders van den zwarten handel zijn de voornaamste propagandisten van het gerucht, volgens hetwelk al leen de Duitschers zouden profiteeren van een regelmatige aflevering der voortgebrachte goederen en van de handhaving eener rechtvaardige distri butie. Maar»wie niet volkomen blind is, moet welzien, dat juist door den zwarten handel groote hoeveelheden goederen onttrokken worden aan het normale verbruik; dat deze voor ons volk noodige levensmiddelen voor een belangrijk gedeelte naar België ge- smokkeld worden, voor en ander deel bedorven zijn, voordat zij den verbrui ker bereiken. Wat dan nog den Ne- derlandschen verbruiker bereikt, komt zeker niet ten goede aan het gezin met de smalle beurs maar uitsluitend aan een.klein getal egoïsten, die over zulke ruime geldmiddelen beschikken, dat zij zich kunnen veroorloven fdncy-prijzen te betalefr. - Men wil Duitschers tegen wecken Een ander verhaal, dat door deze kettinghandelaren en prijsopdrij.vers van 'elke soort graag aan de goede gemeente wordt opgedischt, is dit, dat zij door de Nederlandsche economie in de war te schoppen, de Duifsche economische kracht zouden verzwak ken en dat zij aldus uit Vaderlands liefde het hunne ertoe bijdragen om de Engelsche „bondgenootèn". te helpen. Inderdaad, zij helpen hun Engelsche bondgenooten, maar niet tegen Duitsch- land, wel tegen het eigen Nederland sche volk. Zij helpen met hun winst- zuch't de moordzucht van de Angel- Saksen. Zij helpen Engeland den oor log voeren tegen Nederlandsche vrou wen en kinderen. Zij zouden mede de schuld dragen van den hongeroorlog van duizenden Nederlanders, indien de Engelsche uithongeringsoorlog zou sla gen. Maar zij «la'agt niet. „Wij eischen doodstraf". Goddank heeft Nederland een ambte narencorps, dat in zijn groote meerder heid niet aangetast,is door corruptie en dat niettegenstaande de belemmerin gen van een onpractisch democratisch systeem, het spel van deze volksvijan dige profiteurs weet te beperken. Er is echter meer noodig. Aan dit spel moet een snel en definitief einde worden gemaakt. 'Daartoe is noodig, dat elke ambtenaar tot in de kleinste plaats zijn groote verantwoordelijkheid en het gewicht van zijn taak volledig ziet. Want al zal h'et den heeren van de zwarte markt niet gelukken om de voedselvoorziening van het Nederland sche volk geheel te ontredderen) de rechtvaardigheid gebiedt, dat geen van deze schurken ongestraft blijft en dat niemand van hen in de gelegen heid is nog verder profijt uit zijn duis tere practijken te slaan. Juist omdat wij zülk een hoogen dunk hebben van de eerlijkheid en de on aantastbaarheid van den Nederland- schen ambtenaar in het algemeen, klagen wij die ambtenaren, welke hun verantwoordelijkheid in dezen tijd niet- kennen of niet dienovereenkomstig handelen aan alssaboteurs en eischen onvoorwaardelijk tegen hen de dood-" straf. K Niemand zal aan dezen oorlog verdienen. .Het parool, dat Adolf Hitler bij het uitbreken van den oorlog aan het Duit- sche volk gaf, geldt evenzeer voor ons volk en zeker voor- ons, nationaal-socia- listen. Terwijl de soldaten aan het front hun leven offeren voor hun volkterwijl op dit oogenblik ook duizenden Neder- landsche soldatén hun leven wagen voor het IJéderlandsche volk, zal niet geduld worden, dat anderen oorlogs winst maken en verdienen aan den nood van hvp volk. Sommige kunnen wellicht nog een- korten tijd gelooven, dat het hun gelukt is „binnen" te komen door het afge- loopen jaar grof winst te slaan uit de oorlogsomstandighedenandere mee- nen misschien zelfs ongestoord.verder te kunnen gaan met hun misdadige practijken; zij. kunnen er allen van verzekerd zijn, dat wij, nationaal-soqia- listen niets over het hoofd zien en niets vergeten, 'dat wij elk hunner zullen weten te vinden en dat-het hen binnen zeer korten tijd duidelijk zal worden, dat zij met al hun handigheid niets anders verdiend hebben dan de ver achting van alle fatsoenlijke volksge- nooten,-de geestelijke en lijflijke dood. En de geldpoenen, die de zwarte handel mogelijk maken, door tegen on-' gelooflijke prijzen hun kolders vol te hamsteren, kunnen er van verzekerd zijn, dat wij hen en hun voorraden ter gelegenertijd weten te vinden, waarna wij zullen zorgen, dat de opgestapelde levensmiddelen uitsluitend ten goede komen aan de eenig rechthebbende het Nederlandsche volk. Zij zelf hebben zich door hun egoïsme buiten dit volk gesteld en zullen dan de eersten zijn, die- voelen, welk een pijn honger doet En' gij, nationaal- socicdïsten. Gij, kaïneraden van de N.S.B. zult beseffen, dat hier voor U een taak ligt. Vanzelfsprekend gebiedt een sterk gevoel van solidariteit met het geheele volk (ook met het arme arbeidersgezin in de groote stad), om te lev§n volgens den maatstaf en met alle beperkingen, die de oorlog aan onp volk pplegt. Uw 'plicht reikt echter nog verder. Overal waar gij kunt, moet gij optreden of de autoriteiten bijstaan tegen de oor- logswinstmakers, de prijsopdrijvers, de schurken van de zwarte markt, de harrv- steraars én tegen allen, die van den nood van hun volk profiteeren of zich met hun geld of invloed onttrekken aan de noodzakelijke offers, die het geheele volk moet brengen. -Waarschuwing De heeren profiteurs zijn dus gewaar schuwd. Zij mogen hierin een reden te meer vinden om te lasteren over de N.S.B.-ers en om ons nog meer uit 'te maken voor „verraders". Maar elk nationaal-socialist zal van af heden een gevaar beteekenen voor hen een doodelijk gevaar. Want deze nationaal-socialisten - we ten dat de schurken van de zwarte markt en allen, die hen helpen een doodelijk gevaar beteekenen, voor het Nederlandsche volk, in wélks dienst zij zich volledig gesteld hebben. Sluis, October 1941. A. Stoetzer. i. Meermalen hebben onze lezers dit teeken in De- Zeeuwsche Stroom aan getroffen. Ook de leden onzer bewe ging dragen het als insigne en het' prijkt op elke uniformpet. Ook onze dappere mannen van het legioen van Mussert zijn met dit teeken den oorlog tegen de Sowjet ingegaan, tegen de wolven 1 Wat beteekent nu dit teeken Is het door ons gemaakt Neen «Heeft de beweging het zoo maar aan genomen Neen. Het heeft dus een beteekenis? yfelke dan? Een rune. Het is een rune .teeken. Maar zullen velen zeggeii, wat Is een.rune? De oude Germanen, over wie we zooveel zottigheid lezen in schoolboek jes, onze voorvaderen) hadden niet het schrift wat wij kennen. Zij maakten zich duidelijk door krassen, 'door schrappen in hout. Een melkboer die meeschrijven kan, zet ook zulke teekenen «iet krijt op zijn wagen, maar zij zijn niet "zoo beteeke- nisvol als die der Germanen. U zult vrqpmd opzien, als U weet, dat velen dezer runen nog. bewaard zijn in blinden van boerderijen in ons land, op daken van huizen, op booten en wagens Runen beteekenen dus iets zij druk ken iets uit. Dat is zoo vreemd niet. Wij kennen het kruisteeken voor de smart of het geloof, het ankerteeken voor hoop, het hart-teeken voor liefde. In stukjes beukenhout krastten dus onze voorvaderen teekenen. Ze noem- -den dit- krassen „rijten". In 't Engelsch is dit woord er nog in to write, wat schrijvep beteekent. ,Onze letters zijn vroeger ook gesneden uit hout en nu uit lood. Is dit zoo vreemd? Over runen, die vaak %en geheim zinnige Igachi uitoefenden, is nog veel te zeggen. Daaro'ver later. De Wolfsangel nu was een rune die niet precies wordt uitgedrukt door het woord. Verschillende beteeke- nissen. Men heeft de Wolfsangel vaak be schouwd als de vuurhaak, die vroeger' boven de haardvuren hing. In Zeeland zijn er nog wellicht en kelen van die vuurhaken over. Maar ook spreekt men over wolfs- haak, die in een boom werd geslagen. Aan de andere spits of .angel hing men .«en stuk vleesch. Als een wolf, die men in die vroegere dagen vreesde, er in beet als hij een boerderij bezocht, bleef hij er aan hangen. Ook' was er een manier om wolven te vangen in een zgn. wolfkuil. Als dewolf over de dunne takken liep stortte hij in de spitsen, rechtopstaande wolfsangel I De wolfangel beschutte dus het boe renerf tegen moordlustige indringers. Zooals wij ons Nederlandsche erf eveneens beschutten met dit teeken, dat de N.S.B. als symbool heeft ge kozen. Over de andere teekenen een vol gende maaL D. Z. S. Curacao verkwanseld. Het bericht dat Engeland de Neder landsche bezitting Curagao aan Ame rika heeft versjacherd heeft een goed licht geworpen' op de politiek van het perfide Aibion. Inderdaad perfide, ondanks 't schoo- nê verhaal, dat Engeland vecht voor bes' having en menschelijkheid en de kleine nöties wil beschermen. Verschillende volken die daaraan - .geloofden zijn met schade en schande, wijs geworden^ Zijn zi|. al wijs In werkelijkheid streeft Engeland sinds eeuwen naar de wereldheer schappij en offert daar andere landen en volken gewetenloos aan op^ Het was in het bezit van een vloot, dié onoverwinnelijk werd genoemd en met behulp van leugJh, hetze, sabo tage, blokkade, verraad en meer der gelijke faaiïgheden wist het altijd zi-jn doel' te bereiken. Sollen met Nederland's koloniën. Dit zijn geen holle beweringen. Wij, Nederlanders, hebben ervaren wat de vriendschap der Angelsaksers betee kent. Een belangrijk deel van onze kolo niën, die door onze voorvaderen aan het vaderland waren toegevoegd, heb ben we aan Engeland verloren: In 1806 ging de Kaapkolonie eraan. Destijds vertoefde de Prins van "Oranje in Engeland en onze „vrienden" had den de koloniën in bewaring genomen (thans herhaalt zich de geschiedenis). Maar voor deze moeite moest ieis terug gedaan, worden. Ook een vriende- dienst vraagt een flinke belooning vol gens de menschlievende Engelschen en zoo kostte die „bewaring" ong Ceylon, Kaapstad, Berbice, Demenary en Esse- quebo. Onze Amerikaansche bezittingen waren reeds in 1667 naar Engeland overgegaan, dat wil zeggen ze waren ons ontnomen. Gibraltar gestolen. Ook Gibraltar, dat wij in 1704 samen met de Britten veroverd hadden, namen zij in 1715 voor zich alleen. Zoo langzaamaan kon het den Ne derlanders 'dus wel duidelijk zijn, dat samengaan met Engeland altijd verlies beteekende, dat Engeland zijn vrienden altijd het loodje laat leggen om er zelf beter van te worden. In d® jaren 19141918 hebben wé leergeld betaal'd-door de commercieele spionnage, die in vele landen werd In gericht en zgn. tegen Duitschland ge richt was. De Secret Service deed goéde zaken op de Londensche eri New Yorksche beurzen met de door de Britsche kabel- censuurvertraagde telegrammen. Thans, nu het „Trotsche Albion" straks alleen in het krijt 'zal moeten treden tegen Duitschland, tracht het weer anderfen voor zich-te laten strij den. Het wil den oorlog verlengen ten koste der kleine landen, maar natuur lijk hebben deze-de „bescherming" der Engelschen. Syrië, Irak en Iran weten reeds wat deze gul aangeboden, bescherming be teekent en Afghanistan krijgt nu de beurt. Men fantaseert weer over de „vijfde colonne" der- Duitschers, die altijd dienst moet gaan doen als de Britten geen uitweg meer zien. Hef heeft IJsland aan- Roosevelt ver kwanseld e$ tracht Egypte murw te krijgen door economischen en politie^ ken' druk. Roof en geen einde Fransch Somaliland ,wordt uitgehon gerd, door het voor menschelijkheid en beschaving vechtende Albion. De No- ren zijri de dupe geworden op Spitsber gen, waar ze als slaven behandeld zijn, door déze hoogstaande beschermers, en Ierland voelt zich bedreigd, zoo luidt de verklaring van De Valera. - Vuig bedrog! Onze regeering sjachert. Nu is onze bezitting Curasao ten 'of fer gevallen. Op behoorlijken afstand van den tegenstander heeft Engeland "ons Jcezit aan den jodenvriend Roose velt in handen gespeeld. Natuurlijk praat men over „bescherming". En wat doet onze gevluchte regee ring Deze sjachert mee. Zij zou onze belangen zgn. over zee behartigen. Ziethiqr het resultaat. Engeland heeft ook lak aan onze regeering. Dit gedoe komt overeen met het'lot dat zich over de Belgische Congo vol trekt. De Belgische emigrantenminister Spaak, Is naar Washington gegaan om Roosevelt te vragen de Congo te willen „beschermen". Wij rekenen wel af. Maar het loopt ten einde "me: e „menschelijkheid" der Engelschen. De Europeesche naties hebben de bescher ming der Angelsaksers niei meer nto- dig. De rekening voor dl de moeite die Albion m^t zijn beschermelingen heeft gehad, zal gepresenteerd worden door - het Derde Rijk." Wij züllen dan gevrijwaard zij,: te boeten en te bloeden voor de Engel schen en het isle hopen-, dat ons volk eindelijk zal gaan inzien dai deze zgn. bondgenoot ons niets dan ellende en tranen heeft gebracht. En dq^ te weten, dat Duitschland ons nimmer, gedurende al die eeuwen iets heeft ontnompn; wordt het dap geen tijd om eens te gaan begrijpen waar heen onze sympathie moet gaan De Nationaal-Socialisten hebben al jaren „geleden ingezien waar het Neder- landsch belang .het veiligst was en .het is de groote verdienste van den Leider der N.S.B., Mussert, dat hij de Duiisch bevriende koers Vastberaden heeft ge volgd. Door die bewuste houding mede Èlijft Nederland Nederland. Wil men dat s.v.p. eens goed be denken? Weg met de huichelachtige régeering in Londen en leve Mussert Engeland roofde van Nederland In 1664 Nieuw-Amsterdam. In 1667 De Goudkust. In 1715 Gibraltar. In 1795 Ceylon. In 1806 De Kaap-kolonie. In 1809 Singapore; In 1872 Noord-Borneo. In 1902 Transvaal en Oranje-Vrijstaal. In 1941 Curagao. Dit laatste in samenwerking met een Oranjetelg Wij waarschuwen U voor het laatst. - Kinderen en ouderen Aan de schuttingen van het Middel- burgsche raadhuis, een vlakte dus die .daarvoor geëigend is, is. door de N.S.B. een biljet aangeplakt„Met Duitsch land tegen het Bolsjewisme". Reeds den avond daarop zijn vele biljetten ten deele of geheel vernietigd Tot nu .toe heÖKen wij dat lijdelijk, hoewel met ergernis aangezien en hebben wij geen doortastende maatre gelen getroffen. Ons geduld is nu ten einde. Wie een dergelijke leuze vernielt is een bolsjewiek of sympathiseert ermee eri zal door ons als zoodanig worden beschouwd. Wij verzoeken alle leden der N.S.B? streng op te letten wie zich' hieraan schuldig maakt en deze direct bij de kladden te grijpen en dit aan.het Kring- -huis te rapporteeren. Indien de kinderen zulks doen, zullen wij de ouders aansprakelijk stellen. Nu is het uit, dat moet men weten. Wie zulks nog eens uithaalt zal weten dat hti en de Duitsche en de Nederland sche Nationaal-Socialisten beleedigt en zich tegen het gezag vergrijpt. Hij zal worden beschouwd als een gevaarlijk contra-propagandist en moet de ge volgen dan maar ondergaan. Wij kennen geen pardon meer. Dit geldt ook voor andere plaatsen. Er is een klein, arm en maar schraal kindje ergens in Zeeland. Het heeft dunne .sokjes, een smal snoetje, een paar versleten laarsjes. Het wordt maar slecht gevoed want vadéf ver dient niet veel. Geef dit kind een paar warme sokjes, ëen extra dekentje, een stukje kaas op het brood. Geef dat kind, dat evenals uw kind verlangt naar- goedheid en warmte iets waarmede het gelukkig is gemaakt. Dat dcet gij door Winterhulp. Als gij 's avonds warm onder de dekens ligt, denkt ge dan wel eens aan de arme kinderen, die het koud heb-, ben Dat is heilzaam, ten eerste zijt gij dan God dankbaarder voor wat Hij U gaf en U ook weer kan afnemen als ge het misbruikt, en ten tweede zult gij dan vanzelfsprekend tot offeren komen. Als de bus van Winterhulp komt ol de lijst, zult gij dan nu geven en tee kenen Dank U 1 Gij begrijpt mij. En voelt ge U dan zelve niet wat gelukkiger?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1941 | | pagina 2