Hoe leeft de arbeidersjeugd
in Duitschland
en de Godsdienst
Gaar gaat ons voedsel
agrc
Bet
De kerkbanken aöverteeren.
De
en hoe leeft zij hier?
HacUc
Goed geantwoord
V
ii.
De Rijksberoepswedstrïjd. Initiatief versterken.
De mogelijkheid om zijn prestatiever
mogen op het gebied van zijn beroep
te bewijzen, wordt heden eiken wer-
V kenden Duitscher gegeven door den
jaarlijks plaats vindenden Rijksbe-
roepswedstrijd.
Zeer zeker heeft in geen enkel land
en in geen enkele vroegere periode
een werkend volk op zulk een.grooie
schaal de gelegenheid gekregen, aan
een dergelijken prestatiewedstrijd deel
te nemen. Jaar in, jaar uit wordt door
dezen wedstrijd niet slechts, een deel,
maar de geheele ijverige Duitsche
jeugd in beweging gebracht en in de
laatste jaren bovendien in steeds stij
gende mate de_ geheele arbeidzame
bevolking in Duitschland.
Elke Duitscher kan nu in zijn beroep
zijn kunnen aan dat van zijn beroeps-
kameraden toetsen. Het denkbeeld van
den wedstrijd blijft dus niet meer tot
het gebied der sport beperkt. Zooals
daar, staat ook in den beroepswedstrijd
de kwestie van de eer op den voor
grond van den strijd. De deelneming
aan den beroeps wedstrijd is vrijwillig.
Hoe gaat die wedstrijd?
Hij omvat drie phasenden plaatse
lijken, den gouw- en den Rijkswed
strijd. Voor geheel Duitschland worden
uniforme examenopgaven gesteld. Uit
het groote deelnemersaantal der plaat
selijke wedstrijden worden de overwin
naars, die dus al een keurtroep van
werkers vormen, tot den gouwwedstrijd
toegelaten. De Rijkswedstrijd omvat de
topprestaties 'van alle werkende Duit-
schers. Hij dient er speciaal toe, om
de besten in elk beroep vast te stellen
en vormt daarmede tevens de basis
voor de bevordering der begaafden.
Elk jaar op 1 Mei, den „Dag van den
Arbeid", wordt dit keurcorps der Duit
sche werkende jeugd en in de toekomst
ook van den geheelen Duitschen ar
beidersstand, aan den Führer van het
Duitsche Rijk, Adolf Hitler, voorgesteld.
Door dit eerbetoon treden zij voor het
forum van het geheele Duitsche volk
en daardoor wordt bewezen, dat zelfs
de prestaties van den eenvoudigsten
arbeider in het nieuwe Duitschland de
hoogste waardeering ten deel valt.
is®
Hitier en de jeugd.
Schifting der jeugd.
Is,het eindresultaat het waard een
dergelijk geweldig apparaat in het
leven te roepen, dat noodig is om den
Rijksberoepswedstrïjd te organiseeren
Deze vraag is volkomen op haar
plaats. En zij zou ontkennend mceten
worden beantwoord, indien er niet iets
met de menschen gedaan werd, die
hun prestatievermogen juist door mid
del van den beroepswedstrijd hebben
aangetoond.
Het practische zwaartepunt van den
wedstrijd ligt derhalve ook in de wijze
zijner toepassing.
Op den grondslag van de beroeps
wedstrijden volgt direct de rangschik
king en de schifting der jeugd aan de
hand van hetgeen door haar werd ge
presteerd.
Dit stelt weer eischen, aan wie zonder
rekening te houden met welke ideolo
gie ook, slechts op basis van het
nuchtere verstand moet worden vol
daan. Zij worden niet alleen gesteld
aan de betrokken bedrijfsleidingen, die
natuurlijk het grootste belang hebben
bij de volmaking van haar bekwame
werkkrachten, maar eveneens aan al
die kringen, die in het voorthelpen van
de begaafde menschen een aan hen
toevertrouwde sociale taak zien.
Ook de staatsoverheden, gemeente
besturen, economische organisaties,
enz., die over het algemeen belang
hebben bij een goede reserve aan
werkkrachten, zijn, ieder op hun eigen
terrein, verplicht mede te werken om
die werkkrachten-reserve te helpen
vormen. Eén enkele goede prestatie in
den beroepswedstrijd, geeft nog in geen
geval een levenslang recht om verder
vooruit te worden geholpen. Die be
vordering bewijst het tegendeel. Men
wil niet onder voogdijschap plaatsen,
doch opwekken tot zelfstandige levens
vorming. Men wil het initiatief niet
verzwakken, doch versterken. Het is
niet de bedoeling, dat den overwinnaar,
na een gunstig resultaat in den wed
strijd te hebben bereikt, elk zelfstandig
streven om verder te komen zou worden
ontnomen. Wie niet uit zichzelf aan
de verwezenlijking van een gesteld
doel werkt, behoeft in het algemeen
niet op steun van hoogerhand te reke
nen.
Het voorthelpen van de
begaafden.
Na hetgeen tot dusver werd opge
merkt, zou licht de indruk kunnen ont
staan, dat in Duitschland de geschikt
heid en de begaafdheid van iemand
eerst aan het licht komen op een leef
tijd, die een beroepswisseling slechts
in uitzonderingsgevallen toelaat. Dat
is natuurlijk niet juist.
Elk jaar brengt de Rijksberoepswed-
strijd weer opnieuw de bevestiging, dat
de schifting der begaafde menschen
systematisch plaats moet vinden, en
dat de schiftingop lateren leeftijd,
welke nu in zoo vele gevallen plaats
vindt, moet worden vervangen door
een schifting der jongeren.
Hoe luidt ook weer de geschiedenis
van het „onbekende talent" Hier
volgt een voorbeeld, dat zich duizend-
mar1 -'-m beroepswedstrijd herhaalt
Een kleine historie.
„De hulparbeider B., op 20 Augustus
1905 is H. geboren, heeft de lagere
school bezocht en is in de periode van
1919 tot 1931 in acht verschillende be-
drijven als hulparbeider werkzaam ge
weest. Met korte tusschenpoozen was
hij .daarna tot 1933 werkloos, werkte
een half' jaar op het platteland en is
sinds Februari 1934 als hulparbeider
in een textielfabriek werkzaam. Zijn
prestaties op school stonden steeds
boven hét gemiddelde van zijn klasse.
Hij wilde onderwijzer worden. Daar
zijn vader ook hulparbeider was, en
negen kinderen had, kwam hij den dag
nadat hij de school had afgeloopen,
als jeugdig hulparbeider op een kabel-
fabriek. In de klasse der ongeschool
de arbeiders was hij op de vakschool
natuurlijk de beste leerling, ofschoon
hij voor die school niets uitvoerde. Hij
had zijn kleine liefhebberijenhij
schreef kleine opstellen, die hij echter
aan niemand liet lezen en hij teekende
erg graag. Z^lfs nadat hij was ge
trouwd en zijn gezin steeds grooter
werd, liet hij zich deze liefhebberijen
niet nemen. Geen mensch bekommer
de zich om dezen man, tot op het
moment, dat hij in den Rijksberoeps-
wedstrijd 1938 ver voor zijn mededin
gers, op grond van zijn ingediend werk,
Rijksoveijvinnaar werd in zijn afdee-
ling. Toen werd plotseling algemeen
bekend, waarmede hij zich reeds van
zijn tiende jaar af had beziggehouden,
zonder dat iemand daar ernstig belang
in had gesteld. Dat hij het in zijn vak
verder zal brengen, mag nu als zeker
worden aangenomen."
Hef talent wordt ontdekt.
Gelijk dit verborgen talent, heeft de
beroepswedstrijd talrijke andere talen
ten aan het licht gebracht en hetgeen
vroeger was verzuimd, kunnen inhalen.
In menig geval zal het talent eersf op
gevorderden leeftijd voor den dag
komen. In den regel echter zullen de
maatregelen, om menschen vooruit te
brengen, reeds op schoolplichtigen
leeftijd moeten worden genomen. Ook
in Duitschland bestaat nog geen syste
matische, organische selectie, waar
door elk vooruit-willen-brengen van
begaafde menschen, hetzij op school,
hetzij in de werkplaats, dan wel op
de vakschool, in de lucht hangt.
Toch kan men al wijzen op een reeks
veelbelovende beginmaatregelen en
men is verder ernstig bezig, om ten
opzichte van de selectie het toeval der
„ontdekking" zoo veel mogelijk uit te
schakelen en naar de bronnen te vor-
Schen, waaruit het talent voortspruit.
De eiseh van het oogenblik t
voor den Nationalen Jeugdstorm I
De roep van den Jeugdstorm wordt
overal gehoord en verstaan I Wie wel
eens een bijeenkomst, een installatie,
een marsch van den Jeugdstorm heeft
bijgewoond, heeft gezien hoe groot de
belangstelling van de jeugd is voor
de verrichtingen van den Jeugdstorm
hoe hun oogen schitteren en het ver
langen verraden mee te mogen doen
met die frissche, vroolijke, gezonde
jongens en meisjes.
Ja, de Jeugdstorm heeft de harten
veroverd van vele Nederlandsche
jongens en meisjes. 0 Instinctief wordt
door hen gevoeld, dat de Jeugdstorm
goed moet zijn, in weerwil van de ver
halen, die zij vaak dagelijksch te
slikken krijgen over die „nazi-jeugd".
Het is prachtig om te zien, hoe zich
overal groepjes jongeren vormen, die
op hun manier „jeugdstormpje" spe
len, en wij, Nationaal-Socialisten, ver
heugen ons steeds weer, wanneer wij
zien, hoe de nieuwe geest, onmerkbaar
en daardoor des te heviger en in weer
wil van alle pogingen van niet be
grijpen willende ouderen, vat krijgt op
de Nederlandsche jeugd.
Wij, Nationaal-Socialisten, verheu
gen ons, wanneer wij dit zien, omdat
wij hier de tastbare resultaten van
onzen strijd voor een nieuw Neder-
lands'ch Volk voorbogen hebben. Wij
zien dat onze strijd niet tevergeefs is,
dat er inderdaad, tegen alle verdruk
king en misleiding in, een nieuw Volk
aan het groeien is een Volk, dat weer
werkelijk een V o l k zal zijn.
Heeft de Hoofdstormer en Plaatsver
vangend Leider op een bijeenkomst
van den Jeugdstorm niet gezegd„De
kinderen van vandaag zullen eens het
Volk zijn, en door óns gericht worden
als een lotsgemeenschap, waar werke
lijkheid zal zijn Een voor allen, allen
voor één"
Begrijpen wij dan ook, welk een
grootsche taak wij hebben, in het bij
zonder ten opzichte van de Nederland
sche Jeugd, het Volk van morgen.
Maar om dat volk van morgen te
vormen, om de jeugd te, richten, zijn
leiders, veel leiders ncodig. Op het
oogenblik is de toestand in den Jeugd
storm zoodanig, dat de toename van
kader geen gelijke tred houdt met de
toename van nieuwe leden.
De Jeugdstorm mag echter, koste wat
het kost, de vat die hij heeft op de
Nederlandsche jeugd niet verliezen.
Integendeelwij»» moeten de jeugd
steeds nader tot den Jeugdstorm bren
gen en dit kan alleen, wanneer de
Jeugdstorm zélf steeds beter geleid en
gericht wordt.
Daarom is voor den Jeugdstorm de
eisch van het oogenblik Kader, om
de ledenioewas het hoofd te kunnen
bieden. Kader, dat den nieuwen tijd
begrijpt en in staat is,*de jeugd voor te
gaan in al de idealen die de jeugd
zullen maken tot bewuste, krachtige
en gezonde Nederlandsche jongens en
meisjes, die daadwerkelijk weten te
leven naar de zinspreuk van den Na
tionale Jeugdstorm „In Godsvertrou
wen alles voor het Vaderland!"
De jeugd van Nederland vraagt om
leiders, die haar vóórgaan in de geest
en de idealen van den Jeugdstorm.
Begrijpt de eisch van het oogenblik
Bouwt mede aan het Volk van morgen
Alle inlichtingen over toetreding als
kaderlid tot den Nationale Jeugdstonn
worden verstrekt door het Jongeren-
kwartier van den Jeugdstorm, Oor
sprongpark 8, Utrecht.
Er,zijn nog altijd lieden, die bewe
ren dat het Nationaal-Socialisme tegen
den godsdienst is. Men heeft gemerkt
dat er echter niets is gedaan tegen de
kerken, tegen hen die gelooven, hetzij
katholiek, gereformeerd of anderszins.
Maar dan komen degenen, die het ab
soluut weten, met het praatje„Ze heb
ben nü nog niet volledig de macht, als
de oorlog voorbij is, dan zul je eens
wat zien." j
Het is daarom goed, dat we eens
even bedenken wat de Führer, de
schepper van het Nat. Socialisme, over
godsdienst zegt in „Mijn Kamp".
Op blz. 134 zegt hij„Politieke par
tijen hebben met godsdienst niets te
maken, zoolanc deze niet van volks
vreemden aard zijn, en als zoodanig
de zeden en de moraal van het eigen
ras aantasten; terwijl anderzijds de
godsdienst evenmin mag worden be
trokken in partij gedoe."
Dit is een duidelijke waarschuwing
aan hen, die altijd den godsdienst in
de politiek gehaald hebben. Wat dit
wilde zeggen, hebben wij tijdens de
democratische parlementarische regee
ringen meegemaakt.
Geen enkele belijJenis
tot staats-godsdienst.
Een Nationaal Socialistische regee
ring kan geen belijdenis, welke ook,
tot staadsgodsdienst verklaren, zooals
wij dat gekend hebben. Dit beteekende
dat de politici onderscheid gingen ma
ken tusschen hen die tot deze staats-
belijdenis behoorden en hen die een
andere belijdenis hadden, en dat mag
nooit gebeuren. Duidelijk zegt de
Führer hierover
„Indien kerkelijke waardigheidsbe-
kleedërs zich bedienen van godsdien
stige instellingen of leerstellingen, om
hun vólk te schaden, dan mag men
hen op dezen weg nimmer volgen en
hen nimmer met gelijke wapenen be
strijden. Voor een politieken leider
moeten de godsdienstige leerstellingen
en inrichtingen van zijn volk steeds on
aantastbaar zijn, anders mag hij geen
politicus 'zijn, maar moet hij reformator
worden, indien hij daartoe de capaci
teiten bezit."
Zoo'n beetje vrij?
Er zijn ook menschen, die beweren
„Nou ja, je kunt wel gelooven, als je
Nat. Socialist bent, maar dan zoo maar
een beetje in het vrije, het dogmatische
wordt bestreden, daarvan moeten ze
niets hebben." Ook dit is niet juist en
dergelijke beweringen komen voort uit
de totale onwetendheid.
Hoevelen, die alle mogelijke critiek
hebben op het Nationaal Socialisme,
hebben ooit „Mijn Kamp" gelezen?
Meestal weten ze er niets van; ze
wauwelen maar in het wilde weg en
gelooven alles wat de een of andere
tegenstander willens en wetens hen
voorliegt, want anders kan men derge
lijke praat niet noemen.
Over het dogma.
Over het dogma zegt Hitier het vol
gende" op blz. 323
„Indien echter de religieuze leer en
het geloof waarlijk tot levensbasis voor
groote groepen der bevolking willen
worden, dan is de allereerste voor
waarde hiertoe, dat de inhoud van dit
geloof onbeperkt gezag geniet. Wat
voor het leven in 't algemeen de levens
stijl ié, welke weliswaar enkele honderd
duizenden hoogstaande menschen niet
onmiddellijk noodig hebben om goed
en verstandig te kunnen leven, maar
welke voor millioenen anderen abso
luut eerste voorwaarde is, dat is het
staatsprincipe voor den staat, en dat
zijn c'e dogmata voor iederen gods
dienst. Eerst door deze dogmata wordt
de onzekere en voor duizenderlei uit
leggingen vatbare zuiver theoretische
idee nader bepaald,'en krijgt ze vasten
vorm, wat voor haar onmisbaar is, in
dien. zij ooit tot een geloof wil uit
groeien. Anders zou de idee nooit meer
kunnen worden dan een metaphysische
opvatting, of beter, dan een bepaalde
philosofische these. De aanval op het
dogma als zoodanig heeft daarom al
zeer veel van van strijd tegen de alge-
meene wettelijke basis van den staat
weg, en terwijl het slagen van dezen
laats len strijd onherroepelijk, op volko
men anarchie in den staat zou uitloo-
pen, zoo leidt de eerste tot een waarde
loos religieus nihilisme. De politicus
echter mag de waarde van een religie
niet afmeten naar haar eveniueele fou
ten, maar moet zich steeds in de eerste
plaats afvragen, of er iets anders is te
vinden, wat kennelijk beter is. Zoolang
dat echter klaarblijkelijk mankeert,
kunnen alleen dwazen of misdadigers
het in hun hoofd halen, om het aan-
wer ge af te breken."
Geestelijkenis dit
duidelijk, of niet?
Dit is duidelijne taal en de moeite
van het overdenken waard, voor hen,
dit meenen dat Nat. Soc. en bolsjewis
me, wat de godsdienst betrek, niet zoo
veel van elkander verschillen.
Voor hen, die meenen dat politiek en
godsdienst met elkander verbonden
moeten zijn, is ook duidelijke taal ge
sproken, die voor zekere lieden niet
prettig in de ooren zal klinken, maar
die het verstandige en goed willende
deel van ons volk des te beter zal ver
staan.
In „Mijn Kamp", blz. 324, lezen Wij
,Maar de ergste verwoestingen zijn
die, welke diegenen teweeg brengen,
die dê godsdienstige overtuiging voor
politieke doeleinden misbruiken. Tegen
jieze ellendige zwendelaars, die in den
godsdienst een middeltje wenschen te
zien, om hun politieke, of beter nog,
hun zuiver zakelijke belangetjes te die
nen, kan eenvoudig niét scherp genoeg
worden opgetreden. Deze onbeschofte
leugenaars schreeuwen weliswaar met
stentorstem, zoodat al de andere zon
daars het kunnen hooren, hun geloofs
belijdenis, maar dat niet, om er zoo
noodig voor te sterven, doch om hier
door beter te kunnen leven."
Over het religieuse leven
in Duitschland.
Wij lezen- dan verder over het reli-
igeuze leven in Duitschland van vóór
den oorlog (1914-1918), maar dit past
even goed voor het religieuze leven in
Nederland.
„Het feit, dat het religieuze levén in
Duitschland van vóór den oorlog, een
onaangenamen bijklank had gekrege
was te wijten aan het misbruik dat een
zekere z.g. Christelijke partij (wij kun
nen zeggen „eenige Christelijke par
tijen", die allen van het ware geloof
beweerden te zijn) van 't Christendom
maakte, en tevens aan de onbeschaam
de wijze, waarop men trachtte, het ka
tholieke geloof ie identificeeren met een
politieke partij. (Het klinkt of het van
Nederland gezegd is).
Deze valsche voorstelling had welis
waar eenerzijds tot gevolg, dat een an
der stelletje nietsnutten met kamerzetels
gezegend werd, maar bracht anderzijds
aan de kerk zelf schade toe."
Iedere dominee is viij.
Wij zijn ervan overtuigd, aat .-en
groot deel van het Nederlanasche volk
over niet al te langen tijd zal begr.jpen,
waarom hei Nationaal Socialisme de
politiek en clen godsdienst van e; aar
gescheiden houdt. De angst, die som
migen nog hebben voor den dominee,
dat die niet mag zeggen wat hij wil,
zal wel overgaan, als ze tot inzicht ge
komen zijn. Iedere dominee is vrij te
zeggen wat hij wiL miis hij rich op het
terrein van den godsdienst houdt, daar
voor .is hij predikant, evengced ais de
politicus, zooals hierboven geschreven
staat, zich alleen met politiek zal be-
moeiem En indien de kerken en de
dominee's het zuivere Christendom
prediken, zonder bijbedoelingen en
slinksche uitingen, zal er ook nooit een
botsing met het Nationaal Socialisme
mogelijk zijn. J. B.-V.
Precies als vroeger.
Het Front van Nering en Ambacht
klaagt de V.B.N.A. aan wegens de
hemeltergende zorgeloosheid, waar
mede deze vereeniging de distributie
van aardappelen behartigt. Terwijl er
genoeg aan wordt verdiend, althans de
kosten hoog genoeg zijn, wordt aan
het product onvoldoende aandacht be
steed. Er heerscht bij de grossiers een
geest vangooi maar neer en laat
maar rotten
Het is waarlijk ontstellend te verne
men, dat in Utrecht, Arnhem en Lim
burg overal uit het land klachten in
komen, hoe de aardappelen van drie
tot vier meter liggen opgetast, waar
door vooral in een natten zomer
de nat gerooide aardappelen niet kun
nen uitwasemen. In" Amsterdam werd
een sleep van zeven schepen aange
houden, met totaal rotte aardappelen,
die dan ook voor de consumptie zijn
afgekeurd. In de IJsselhaven van Rot
terdam liggen groote schepen met on
bruikbaar geworden aardappelen; bij
de coöp. vereen. „Eigen Hulp" in Den
Haag liggen in een pakhuis niet min
der dan 160 ton verrotte aardappelen,
die vermoedelijk niet eens meer voor
veevoeder geschikt zijn. Eigenheimers
(meer dan 3 meter hoog opgestapeld)
liggen te rotten in de Haagsche veiling.
Wat dit voor de voedselvoorziening
beteekent, zal de komende winter lee-
renMisschien komt Louwes ons dan
volgend voorjaar wéér vertellen, dat
Duitschland bij ons aardappelen heeft
geleend. V.
Op de banken van de Nederl. Her
vormde Kerk te Hilversum, staan o.m.
de volgende „uitingen" ingekrast
V yrijheid van alle dwingelandij,
Ö.Z.O., weg met de N.S.B., Rot-mof-plof,
Leve Wilhelmina. Oranje-Boven-Alles,
20 Juli 1941 (zoo men weet, weer een
bijltjes-dagde Engelschen zouden
ons dan „bevrijden" I) A.N.P. Adolfs
Nieuwste Papegaai, Oké Oranje
komt eerdaags, werkt allen samen in
de Nederlandsche Unie, weg met Mus-
sert, O.Z.O., leve de Unie.
Aan den lezer hiervan laat ik het
oordeel over deze stijlbloempjeshij
zou bijv. kunnen kiezen uit
Vandalisme, tuchteloosheid, kèrk-
schending, onchristelijk, - kerkontwij-
ding, uit verveling politiek Christen
dom,-zoo de ouden zongen piepen de
jongen, jeugd-degeneratie, volksmis
leiding, volksvergiftiging, wat zegt ds.
hiervan De koster doet alsof zijn neus
bloedt. Karakterloos gedoe, in één
woordtreurig, ons volk onwaardig.
Drs. R. W. Bonnema.
in „Evangelie en Volk".
De Engelsche radio heeft het Frcm-
sche volk laatst opgehitst om opstand
te plegen. Er waren, volgens hen maar
slechts twee honderd-duizend, meeren-
deels zeer jeugdige Duitschers aanwe
zig. Radio Vichy heeft daarop ge
vraagd, waarom de Britsche vloot dan
niet een kleine landing waagt?
Antwoordstilzwijgen I
Elk dor
De lande
een aardigq
en sportliefl
uitgegroeid
een instituu
het bedrijf
tot een" bev
cultureele
De landel
verbrekelijk
de plattelan
ster van vq
lhans van
kenis kunnd
Het leidel
ken ruiter
want zonde
leiding is gé
- staat ook
Helaas is|
de overheid
gezien welk
sport eigenl:
en behoordq
splitsing in i
lijke ruitersp
haafd en....
men financie
Hetzelfde kcj
landbouwor
algemeen nd
ben kunnen
het openlijk|
weest uit
weermacht,
lerie, die in|
inlandsche
zag voor ha<|
paarden.
Mc
lijl
Ja, men
den te over
heeft ze ovel
Thans is h
ters echter n|
Zij hebben
achter den
heden zijn
strijdrijden
wordt echter f
onder rnind^
den, omdat i
eenmaal eenl
het goed-gelj
worden.
Niettegenst|
den kan er
grondslagen
bouw kunnerj
behulp van
nisaties en v|
in elk dorp
ten.
Naast het
dellijk reeds
worden aanc
bied is nog zc
tlsche kennis,
belangrijk, da
ling de theor|
„hoe en waa
We denkej
enderricht, dq
waarde is
kunde van
Wil men be|
van de paard
gaan, dan
een zadel no<|
zwaar te zijl
als in de dag
toch ook nog|
Daarom thJ
ploeg geslagi
elk dorp zij'n|
Dit zou het
de landelijke
heid van haa
worden.
Door den L|
voor het ja
contributiesl
No.i
sctl
Ieder rechtg
te betalen,
kracht. Mei
met een be:
dan een lid
De dis