Arbeidersvrouwen in Duitschland
Hun goede Ervaringen
Over voedselnood
Zóó deed men het
onder Colijn!
De reis.
Maandag 7 lull was de groote dag
aangebroken, waarop wij, Zeeuwsche
vrouwen, één der grootste reizen van
ons leven zouden ondernemen, n.l. in
oorlogstijd naar het buitenland en dan
nog wel naar Duitschland.
Door samenwerking tusschen .het
Nederlandsch Verbond van Vakver-
eenigingén en de Duitsche N.S.V.
waren wij, arbeidersvrouwen, in de ge
legenheid gesteld, geheel gratis een
reis te maken naar het prachtige Mut-
terheim „Schledenhause" bij Osna-
brück om daar een drietal weken een
Heerlijke, welverdiende rust te genieten.
Om 5 uur kwamen Wij bijeen in de
koffiekamer van het station te Middel
burg, waar aanwezig was de provin
ciale vertegenwoordiger van het N.V.V.
en waar wij werden voorgesteld aan
cfen Referent für Volkswohlfart, Hemn
Bausch, en aan de leidster, die ons- op
onze lange reis zou vergezellen. Nadat
wij hier de noodige instructies hadden
ontvangen, stapten wij om plm. kwart
voor zeven in den trein en begon het
eerste deel der reis, n.l. naar Den Haag,
alwaar wij 's avonds om plm. half elf
arriveerden. Wij werden toen onder
gebracht in hotel „De Zalm", waar we
omstreeks elf uur ons bed opzochten,
en alles spoedig vergeten waren.
Den volgenden morgen werden wij
om half zes gewekt. Na ontbeten te
hebben werden wij per auto naar den
trein gebracht. Op het perron stonden
nog een 25-tal vrouwen te wachten en
om 6.38 begon het tweede gedeelte van
den reis naar Duitschland. In Amster
dam voegden zich nog eenige dames
bij ons en toen gingen we in één ruk
door naar Bentheim, alwaar we een
drie kwartier moesten wachten! van
welken tijd wij gebruik maakten, om de
noodige Marken te koopen. Daarna
vervolgden wij de reis van Bentheim
naar Osnabrück. Daar moesten we 1
uur wachten. Daarna gingen wij ver
der naar Wistingen, en daar stapten wij
in een auto, tptdat wij" ongeveer half
vier in het Mutterheim aankwamen,
begroet door de directrice, waar we in
Den Haag reeds kennis mee hadden
gemaakt en die door ons voortaan
„Muttie" genoemd werd.
Mutterheim
„Schledenhause".
Hét Mutterheim „Schledenhause" is
gelegen in een dal, geheel omringd
door prachtige bosschen. In de hoogte
ligt het dorp Schledenhause. Het huis,
een modern buitenhuis, is prachtig in
gericht met mooie tuinen en, een prach
tige speeltuin. Er waren kamers voor
twee en vier personen. Wij, vier
Zeeuwsche vrouwen, kregen één kamer
voor ons vieren. Deze kamer droeg de
naam „Vetweide". Zoo hadden alle
kamers een naam. In alle kamers
waren veel ramen en een vaste wasch-
tafel, en het huis en de omgeving
maakten een heerlijken rustigen indruk.
Hier zouden wij dus drie weken va-
cantie doorbrengen. Vacantie, wat een
gek woord eigenlijk voor een arbeiders
vrouw. Wie van ons zou er voor den
oorlog aan drie weken vacantie durven
denken, dat was immers niet mogelijk
voor een proletarenvrouwdit genot
was alleen voor de beter gesalarieer-
den. In dit opzicht heeft de zoozeer ge
hate nieuwe tijd dan toch al 'n enorme
verbetering gebracht.
Het verblijf.
Nadat ons onze kamer was toegewe
zen en wij ons van de vermoeienissen
der reis wat hadden hersteld en ons
hadden op^efrischt, gingen we naar
beneden, waar ons 'n heerlijke warme
maaltijd wachtte. Deze bestond uit:
aardappelen met doperwtjes en vleesch
en kersen toe. Vóór het eten werd een
spreuk gezegd; daar ik geen Duitsch
spreek, is de vertaling misschien wat
gebrekkig, zij luidde als volgt:
„De een had honger en had geen
broodr den ander had brood en mocht
;het niet eten. Wij hebben honger en
hebben brood, dsarom, laat ons den
dank niet vergeten."
En na 'het eten werd de volgende
spreuk gezegd
„God gaf mij eiken dag, zooveel ik
noodig heb te leven, Hij voedt de
spreeuwen op het dak, waarom zou Hij
ons niet geven?"
Eiken morgen werden wij om kwart
voor acht gewekt op de tonen van een
trekharmonica, gespeeld door fraulein
Madsie. Daarna volgde gymnastiek,
waar ieder aan mee moest doen. Om
half negen was het „bij de vlag". Dan
werd de vaan geheschen. Toen dfeze
geheschen werd, bracht ieder de Nat.
Soc. groet, of hij dit was of niet, omdat
dit daar de gewoonte is. Daarbij werd
weer een spreuk gezegd, b.v. „Eührer,
in Uwe hand ligt het lot van millioenen,
die in Uw hart wonen." Of„Wie zich
onder de vlag schaart en de vlag trouw
blijft, die staat op de wereld niet alleen
en die is een trouwe held."
Na afloop hiervan gingen we eten
en daarna onze kamers doen. Dan
waren wij vrij, als we tenminste niet af
moesten wasschen, wat we om de beurt
deden.
's Middags moesten wij rusten, tot
drie uur en werden dan weer met mu
ziek gewékt, 's Avonds werd naar de
radio geluisterd, en indien het slecht
weer was, speelde men verschillende
spelletjes.
Drie weken rust is heel iets voor een
arbeidersvrouw die heele dagen hard
moet ploeteren en zwoegen om met een
bescheiden inkomen een gezin te on
derhouden. Daarom hulde aan het
N.V.V. en de N.S.V., die door hun"voor-
treffelijke samenwerking ons in de ge
legenheid hebben gesteld om van een
zoo heerlijke vacantie in een zoo mooie
en rustige omgeving te kunnen genie
ten. Met hoeveel liefde werden wij
verzorgd door de directrice en het per
soneel, wiep het nu letterlijk niets te
veel of te zwaar was, om het ons naar
onzen zin te maken.
Als klein voorbeeld wil ik hier even
vermelden, dat de meisjes uit de
keuken -de nacht voor wij weggingen
om twee uur zijn opgestaan, om onze
boterhammen klaar te maken, die wij
den anderen dag méde moesten ne
men, daar, indien men dat de avond
daarvoor zou hebben gedaan, deze te
veel zouden zijn uitgedroogd.
En nu nog een belangrijk feit, dat U
natuurlijk wel zal interesseeren, en dat
is het luchtalarm. Hoe gretig wordt hier
als koek geslikt dat, als men het zou
gelcjoven, heel Duitschland plat ligt, en
ze gelooven het, wantde Engel-
sche zehder heeft het toch zelf gezegd.
Nu, wij hebben geen keer luchtalarm -
gehad. Een nacht moesten wij uit bed,
omdat er vliegtuigen overkwamen,
maar bommen hebben wij noch ge
hoord, noch gezien.
Hoe prachtig was de omgeving met
haar mooie boerderijen, die bergen en
die dalen 1
Het eten.
Dit is natuurlijk een--zeer voornaam
feit. De eerste vraag die dan ook direct
gesteld wordt, als men uit Duitschland
terugkomt is: „Hoe was het eten?"
Nu ik durf hier gerust te zeggen, het
eten was voortreffelijk, het wordt na
tuurlijk alleen op een andere manier
klaar gemaakt dan bij ons en daarom
is het voor ons, kieskeurige Hollanders,"
soms niet lekker genoeg naar onzen
zin. Maar voedzaam is het eten er
zekér. Nu, vleesch kregen wij er vol
doende. Men had ter eere van onzen
komst 90 varkens geslacht. Ik heb in
den tijd, dat Holland in oorlog is, nog
nooit zooveel varkens gezien op de
boerderijen in Zeeland, als dat men
daar ziet. En men maakte daar alles
zelf, bijv. bloedworst, rookworst, _enz.
's Zondags kregen wij een varkenscar-
•bonade van plm. een half pond. Ik kan
niet anders zeggen, dan dat wij het er
reuze goed gehad hebben. Wij hadden
het in Holland ook goed gehad, indien
de vorige Colijn-regeering het voedsel
niet had vernietigd!
De menschen.
Hoe heel anders leven de menschen
daar met elkaar, dein hier in Holland.
Hier staan verscheidene lagen der be
volking als vijanden tegenover elkaar,
daar leeft men onder elkaar als kame
raden.
Een klein voorbeeld wil ik noemen.
Op een avond waren de gouwleider
en zijn chauffeur op het Mutterheim te
gast, dus werd er dien avond gefeest.
Voor deze gebeurtenis had men een
groOte flesch bowl gemaakt van aard
beien. We zaten buiten in tuinstoelen,
en de gouwleider en zijn chauffeur
kwamen heel gemoedelijk tusschen
ons inzitten. Al spoedig was er een zeer
gezellige sfeer in het gezelschap, en
men begon te zingen. De gouwleider
en zijn chauffeur gaven ons een arm,
en spoedig zaten wij in onze stoelen
fe hossen. Zou men dat in Holland ook
doen? Ik zie een Hollandsche burge
meester al arm in arm met een arbei
dersvrouw zitten, het zou gewoon een
schandaal geven, want men moet zich
eens indenken, een arbeidersvrouw,
dus zoo iémand die heele dagen hard
moet werken en wier man altijd naar
den grond of iets anders ruikt, denk
eens in, je moet toeh een beetje om je
standing ook dénken.. Daar heerscht
onder alle lagen der bevolking een
geest van ongedwongen kameraad
schap, omdat men weet, dat de arbei
der die het moét doen met zijn handen,
even onmisbaar is, als de arbeider die
met zijn hersens werkt. Allen strijden
daar schouder aan schouder voor het
hun heilige doel, n.l. voor de vrijheid
van hun land en hun gedachten. Allen,
van groot tot klein, hebben een ver
eering voor den Führer Adolf Hitler, die
hen uit de poel der ellende heeft ge- f
haald en hen weer een menschwaar-
dig bestaan heeft gegeven.
En hier in Nederland
En wij Hollanders Zou het niet beter
zijn als ook wij in een meer kameraad-
schappelijken geest met elkaar omgih-
gen. Hoe is het hier? De eene volks
groep zou de andere wel tot den laat-
sten man willen uitroeien. Zou het niet
beter zijn over deze haat-heen te stap
pen en als kameraden met elkaar te
leven, vooral in dezen zworen tijd?
In betreur het ten zeers'e, dat zoo
weinig vrouwen van de aanbieding
van het N.V.V. gebruik hebben ge
smaakt om een bezoek te brengen aan
het mooie Duitschland.
Zou het niet de ingewortelae haat zijn
die sedert lang hier in Nederland
heerscht ten opzichte van Duitschland?
Arbeidersvrouwen, zijt gij dan blind,
begrijpt gij niet, dat het nieuwe, dat
zich thans aan het voltrekken is, tóch
komt? En wat denkt ge, zoudt gij er
slechter van worden Ik weet het
tegendeel.
Wat is er dit j acav ctat de Duitschers
hier zijn, al niet voor ons, drbeiders,
gedaan? Ondanks alle tegenwerking
zal men het toch niet tegen kunnen
houden en" misschien zullen jullie later
zeggen als je de profijten er van .hek
ken, hoe dom ben ik geWeest, om dat
tegen te werken.
Ach, die goede oude
tijd hè
Oen dan komt die goede oude ttjd
weer terug, o, dat was toch een goeden
tijd, nietwaar? Weten jullie nog wel,
dat onze mannen toen uren in de rij
moegten staan, en dan een luttel steun-
bedragje in ontvangst konden nemen,
dat te weinig was om "van te leven en
teveel om van dood te gaan) Of dat
ze zich een heele week voor dertien of
veertien gulden moesten doodploetéren
in de werkverschaffing, ach, wat een
heerlijke tijd.was dat, nietwaar? Ik wil
hier nog even vermelden, dat wij op
een Zondagmorgen bij ons bordje allen
een biljet van vijf Mark vonden, dat
was om een aandenken aan ons ver
blijf te koopen..
ik wil dit korte overzicht besluiten met
een woord van dank aan allen, die
ons deze prettige en onvergetelijke
dagen verschaft hebben, en gij, Zeeuw
sche vrouwen wek ik op, van de eerst
volgende gelegenheid gebruik te ma
ken en zelf naar Duitschland te gaan,
en daar zelf de toestanden te zien,
opdat gij dan zult constateeren, wat
men U allemaal heeft voorgelogen
over 't Nationaal Socialistisch Duitsch
land. Een Arbeidersvrouw.
Niet zeuren, maar aanpakken l
Max Blokzijl, de sympathieke en
kundige radio-redenaar, die elke week
ons volk de waarheid goed en duide
lijk en op den man af vertelt, heeft het
dezer dagen ook gehad over het
eeuwige gekanker van de -massa> die
nog op een „Engelsche overwinning','
hoopt, en die hun dagelij ksche ge
sprekken'uitsluitend voeden met ver
halen over onze distributie en over „al
het eten, dat de Duitschers hier weg
halen".
We zijn volkomen vertrouwd met
deze kletspraat over. de benarde voed
selpositie tengevolge van de vraatzucht
van de bezetting en zelfs van die van
het Duitsche Volk
De Duitschers hebben nu eenmaal
alles gedaan en de weg naar het
hart gaat door den maag Daarom
vooral hèn ook dè schuld gegeven van
onze rantsoeneeringen en voedselpe-
rikelen. 't ïs trouwens vanuit him
standpunt, goed gezien. Maar kortzich
tig en stompzinnig blijft het heele geval
niettemin ook.
Nutteloos gejammer.
Dat heele gejqpmer over distributie
maatregelen, aardappelmisère, vet-te-
kort, enz. enz., is een pracht voorbeeld
van Nederlandsche kruidenierspolitiek.
We hebben nu eenmaal verleerd om
ruim te zien. We Ipmnen door onze
allermisselijkste burgerlijkheid niet
meer in groote lijnen denken. We kun
nen ook- geen grootheid van anderen
meer erkennen. We zijn pietlutten ge
worden, die onze kinderen grootbren
gen in de aanhankelijkheid 'aan moe
der's pappot en die alS' groote egoïsten
onze kinderen verbieden het ruime sop
te kiezen, zich in_verre landen nieuwe
levensruimte te zoeken, inplaats vari
te vefdorren zonder toekomst
We hebben reeds op school reken
sommetjes geleerd over „winst" én
„verlies", doch wat„heldendom" wil
zeggen, vernamen we nooit, omdat
onze meesters zelf de burgerlijkheid-in-
levende-lijve ware-x
Kruideniers-politiek.
„Rust" en critiek-uitoefenen, betwete
rij en allesweterij, een onbezorgden
ouden dag en eèn „vaste betrekking",
een lintje en een bolhoed, een goede
sigaar en op zijn tijd een borreltje, een
niet te groote gift ééns per jaar Vroor
een liefdadig doel, diep buigen voor
den notaris en den- dominéé en geen
woord over hebben voor den landar
beider, zóó en nóg veel ellendiger was
en is ten deele nóg de massa lieden,
die zich verwaand „het Nederlandsche
volk" noemde
Deze kortzichtige massa, die om de
vier jaar hun eigen doodsvijanden
nogmaals op het zachte en vergulde
kussen hielp, heeft nóg niet groot leeren
denken en, zien. 't Kan ook moeilijk in
zoo'n korten tijd. Maar dit is ook .onze
taak om voortdurend op het aambeeld
der volksche vernieuwing te hameren
en daarom moeten we onze kankeraars
over allës-en-nog-wat eens het volgen
de onder oogen brengen.
Als Hitisr niet
komen was.
ge-
Wanneer Hitier niet ware gekomen
om de gezonden-van-geest en de^ ge
zonden-van-lichaam in Duitschland om
zich te vereenigen ten einde aan de
communistische en marxistische chaos
een einde te maken, dan zquden thans
in ons land ook toestanden heerschen
als in Rusland. Het is een dooddoener,
een praatje voor de vaak en een slaap-
middeltje om te beweren, dal* het Ne
derlandsche volk „niets gevoelt voor
het communisme en dat het „daarom"
hier nooit vasten voet zou krijgen". Het
eerste lijkt waar, maar de daaraan ver
bonden conclusie is volkomen een
leugen. Het communisme is werkelijk
wèl zóó brutaal om ook zonder den wil
v.an een volk zijn dwingelandij uit te
oefenen. Daarom is het een waandenk
beeld en van sommigen een bewust
gelanceerde leugen om te zeggen, dat
de bolsjewieken voor de Nederland
sche grens zouden halt houden I 1
Zonder Adolf Hitler en zijn nationaal
socialisten zouden we hier thans reeds
Jaren honger en ellende lijden en zou
er zeker van boerenstand of Iets dat
daarop lijkt, geen sprake meer zijn.
Onze kinderen zouden voor onze
oogen doodhongeren.
Het was hoog tijd.
Hitier heeft ons al de ellende van
den -anti-christ bespaard. God zij ge
dankt - en opnieuw is hij thans in
1941 wéér het Instrument in de hand
van de Voorzienigheid ten einde hpt
bolsjewisme, dat zijn klauwen ree-'s
uitstrekte om Europa den genadesl' g
toe 1e brengen, nü niet alleen aan te
vallen,-doch om het totaal te vernieti-
-gen ten einde ons ten. eeuwige-dage
van dit gevaar te verlossen,
Het was toen één minuut voor
twaalf.
Wat speelt het dan toch voor rol, of
er nu en dan eens wat stagnatie, bij de
levensmiddelen-Voorziening is Wat
zegt rantsoeneering dan Wat deert -
ons dat gebrek aan bepaalde artike
len Wanneer we ons indenken, hoe
het zonder Hitier en zijn kring zou zijn
geweest. Slob.
Wij noemen het onzedelijk 1
Wij lazen dezer dagen in één onzer
bladen de navolgende advertentie:
Gemeente Wemeldinge
Ter secretairie dezer gemeente
bestaat gelegenheid tot plaatsing
van een
VOLONTAIR
m.i.v. 1 September a.s.
Gratificatie en eenige vergoe
ding voor distributie-werkzaam
heden wordt in het «ifzicht ge
steld.
Eenige ervaring en bekendheid
met de uitreiking van Persoons
bewijzen kunnen tot aanbeveling
strekken.
Schriftelijke aanmeldingen te rich
ten aan den Burgemeester vóór 23
Augustus a.s.
- Er zullen er velen zijn, die zulk een
annonce heel gewoon vinden. In den
tijd, die achter ons ligt was het n.l. niets
bijzonders om iemand per advertentie
op te roepen" voor een betrekking,
waarbij hem nagenoeg niets als be
looning in vooruitzicht werd gesteld.
Vaak gebeurde het dan, dat tientallen,
ja honderden sollicitanten zich nog op
gaven voor zulk ee.n positie en een
droeve parade zich voor het huis der
toekomst, waar de betrekking werd uit
gedeeld, opstelde
Hier wordt niet eens gezegd dat een
gratificatie '(nikkel horloge met in
schrift? of pijpenrek?) of vergoeding
(naar believen genadig te geven dooi
B. en W. zal worden verleend, neen,
hier wordt zelfs dit bittere loon nog
nota bene „in vooruitzicht gesteld".
M.a.w., als er gewerkt is, dan hangt
het van B. en W. af of er nog lafpr loon
naar arbeid wordt uitgereikt.
Misselijker en onwaardiger kan het
niet. En het treurige is, dat de heeren
opstellers en zelfs zij, die het lezen, niet
eens meerbemerken, hoe ver het staat
met de moreele achteruitgang van ons
volk, dat elkaar zoo behandelt en be
handelen laat.
Het pastte volkomen in het kader
Colijn.en zijn Christelijke broeders, om
het werkeloos en naar arbeid hunke
rend volk uit te buiten.
Echter het past niet meer in dezen
tijd en zéker niet in den ioekomende.
Want wij, Nationaal-Socialisten ach
ten deze advertentie, die op de ar
moede en afhankelijkheid, die op de
deemoed en onderworpenheid des
geestes speculeeren, voor onzedelijk.
Wij eischen voor eiken arbeid een
behoorlijke belooning en geen gratifi
catie of een loon „in het vooruitzicht".
Dit achten wij een beleediging aan den
arbeid en aan ons volk, en zij, die nog
leven in de verouderde'kapitalistisch-
democratische kromme - opvattingen,
over zulk loon naar arbeid; moeten of
veranderen, of verdwijnen
Wij verlangen bovendien niet „eeni
ge bekendheid" met de te verrichten
arbeid, doch algeheel© (ook voor een
volontair) in overeenstemming met-zijn
prestatie. Der) -och tvaardig.
De wenschdroom der „echte" Nederlanders aanschouwelijk ea volledig voorgesteld.