De nieuwe Kruistocht UITGAVE VAN DE NATIONAAL SOCIALISTISCHE BEWEGING. DISTRICT 21ZEELAND Ie Jaargang, No. 12 Donderdag 21 Oogstmaand 1941 Met samenzweerders in het achterland. De Volksdienst Afscheidsbrief vraag op I/vijl hij op iet dorpj |ie. xe wereld, J tempel en Ihem door- pgerech ig- der gela- Irukten en poddelooze zand en kwamen. |sleven sa- in allen hst zonder rom leven pn gerech- I binnen I ^rion slaan lin ziel vult I dij schouwt I e wanorde prheid van lust van de Isdienst als boven het dat men- |i gemaakt I gezegd Pand' vecht. oordd.at l'hem weg- hem doet ^nd -geluid, nacht, als heeft ge- - de Heere zou niet et leeuwen- zeker volgt i recht, recht I ken, het ge- it is. En zijn den hamer- Iruizelthij nensch, zijn ,'n dat moet it de wereld sch met zijn berden gods- Ichter de dui- gaat breken erlooze mid- onwaarach- hudt wakker vordt het ge- ekkend een- jempeldlenst, ichalen, weg (•eg met alle id I Wat is rheld? Zoekt de Heer is daaraan te sn elk volk. offer, geen tegen dezen :aagd wordt ,dood" voor ter en leeft I" christelijk te tnstig gebied fn de wereld, ar die vraag p de ziel van Ëe ze branden :erken, opdat en zijn: Pro ran ons volk I meening is lists I Dagevos, trv. Predikant .oen beseffen, erium van het als eer en ioven het peil ide slagwoor- rden met vas- ïhoud. vertroebeld. tloed de bron is geloof, van elijk leven is. dit bloed niet thouden wordt, ig van ons volk door overheer- rardige eigen- Ie cultuur reeds niet veel meer ,ang heeft dit l sinds de Joden tn omvang aan- Ik met Joodsch ij trokken daco consequentie t m en uitdrijving sleven. Verschijnt tweemaal per maand van huis tot hui» door geheel Zeeland REDACTIE POSTBUS 58, MIDDELBURG Abonnement buiten Zeeland Hoofdopsteller Martien Beversluis, Veere f 1.50 per jaar. Zij gaan voor U. Treinen rollen aan en treinen gaan weer weg, het gerommel verstomt in de verte. Op de perrons blijven wat wuivende menschen achter en gaan wat eenzamer en nadenkender naar huis. Eén hunner, een zoon, een man, een broer, is vertrokken naar het on bestemde verre doel, het Oosten. Zoo was het deze laatste weken en zoo zal het zich herhalen. Er zijn maar weinigen, die het begrijpen, zelfs willen verstaan, dat dit groote offer gebracht is voor het land en het volk, voor hén 1 Integendeel, spot alleen is de troost die men geeft en grimmig plezier als over het gezin het leed is gekomen, •zooals dit telkens kwam en komt. Integendeel, het volk mompeltweer één opgeruimd, of, die behoeven wij later niet meer om te brengen. Ano nieme briefjes worden gepost, geruch ten gaan rond, er wordt gegrinnik} op straathoeken. Heimelijk plezier maakt zich meester van een publiek, dat ver blind, verhetst en ln waan gebracht zich stil verkneukelt om een smartelijk otter. Later zcd men het inzien. En verder rukken de Dultsche troe pen op ln het hart van het Sowjetland en drijven de horden der godloozen dieper ln de onmetelijkheden van het oneindige Russische land. W is waarheid «Tegen de Sowjets Je maintiendral I" sprak de vorstinen nu heult zij er mee. Dan zijn haar woorden zoo broos als het riet. Waarheid of niet 7 En over Jaren zal ditzelfde Neder- landsche volk, als het tot inzicht en bezinning gekomen is, deze strijd tegen de Sowjets beschouwen en voelen als een tweede kruistocht. Ik weet het, nu lacht men daarom, men bezweert het zich dat ons volk nimmer deze eerbied en dankbaarheid zal voelen, men staart naar de putnhoopen van hun stad, en voorloopig niet daarover en daarboven. Er zijn Heden dte dage- lijksch alleen denken aan het bijeen schrapen van eten, aan hamsteren, aan toch maar zorgen dat zij het alleen goed hebben, ten koste der anderen. Er zijn er, die heel dit werelddrama en dit grootsche gebeuren alleen maar lastig vinden en overbodig. Zij hebben met bonnen te maken, zij kunnen geen vleesch en vet naar willekeur koopen, er is geen thee, men kan niet meer japonstof koopen en schoenen naar eigen keuze en naar eigen lust. Zij moeten zich ook beperken, wat vroeger alleen de armen moesten. Nu men aan hun vrijheldje, hun prettig leventje van vroeger raakt, nu komen ze ln opstand. En schuld daarvan zijn de I^iitschers ©n heelemaal vreeselijk zijn die verra ders, die leden van „die N.S.B.". De schuldigen. Zij zijn de schuld, de schuld van cdles I Zij roofden vleesch en .vet, zij haalden die barbaren binnen, zij joegen de vorstin weg, zij schilderden de muren vol, zij doorkruisten de heime lijke V-actie, zij geven een krant uit, die het niet eens durft te zijn met hen, kortom zij zijn de eenigste schuldigen. Zij zelve zijn achtenswaardige lieden, zij zijn Christelijk en goed en ordelijk. Maar die anderen I Wij I Ach I Die vreeselijke ordinaire an deren. Weet ge wel dat die ééne stal, die andere niet goed met zijn vrouw leeft, de derde eens failliet ging, de vierde al van alles was, de vijfde on- geloovlg ts, de zesde een onecht kind heeft, de zevende moest trouwen, de achtsteweet ge wel dat ze alle maal lui en gemeen en bedrieglijk zijn? En weet ge wel, dat de niet- N.S.B.-ers goede brave lieden zijn, met een rein en smetteloos verleden. En toch gaan deze laffe lui hun leven in zetten. Toch sterven zij eiken dag daar ginds. Toch trotseeren zij smaad en verdriet en hoon, toch gelooven zij dat God hen nabij zal zijn, toch hebben zij hooge idealen. Dat kan toch niet waar zijn Ja! Toch wenschen zij diep in hun hart alleen den vrede, ook vrede met hen, die in eigen land en stad hen nu zoo nameloos haten. Maar het nieuwe komt. En langzaam, langzaam voltrekt zich het nieuwe, het betere en heel mis schien begint men het te bemerken, zonder het zich te bekennen. De arm- sten zullen dat het eerst voelen. Zij be ginnen te beseffen dat onzichtbare machten, wetten, die zij niet begrijpen, hen beschermen. Hun kinderen zullen niet meer onbeschut blijven en het na meloos parasiteeren mindert. De ar beiders zullen gaan inzien dat zij, ver- eenigd en verbonden en niet meer ver scheurd in politieke en kerkelijke groe pen, meer vrijheid zullen gaan krijgen, meer loon, meer vacantie, meer ont spanning. Geen fabrikant en loonheer mag hen meer rechteloos op straat zet ten en bij ziekte zullen zij verzorging ondervinden en zijn zij niet meer aan gewezen op bedeeling, fooien, steun van allerlei instellingen. Zij kunnen ge looven wat zij willen en zij zijn niet verplicht precies te denken als dominee zus en pastoor zoo, vóór zij in hun ellende de barmhartigheid ondervinden kunnen. Neen, geen tyrannie, geen dictatuur, maar juist de vrijheid brengt het Nat. Socialisme. En de boeren zullen spoe dig gaan beseffen dat zij op een vrij land staan en niet meer genoopt zijn hun kostelijke vruchten te vernietigen. Zij zullen niet meer als pachtboertjes onderdanig blijven aan den stadschen rentenier en jood. De middenstanders gaan bemerken, dat geen joden-trust hen het brood uit den mond steelt en de studenten gaan inzien, dat de we reld voor hen niet gesloten is als voor heen, maar open, omdat deze nieuwe wereld hun capaciteiten noodig heeft. y W is waarheid Mochten de Sowjets de Duitschers verslaan, dan zal, naar waarheid, ons Zeeland vergaan. De dubbele kruistocht. Zoo is deze worsteling naar een be tere wereld een dubbele kruistocht, éen met ijzeren wapenen en éen met geestelijke. Want wij Nat. Socialisten strijden gedwongen tijdelijk met het zwaard, doch wij haten den oorlog en omdat wij dien haten, zullen wij hem in Europa en de wereld voor goed on mogelijk maken. Wij hunkeren echter naar het tweede offensief op betere fronten. Wij verlangen naar het uur, dat einaelijk de zwaarden tot sikkelen worden. En achter het machtige front van vuur en staal is alreeds dat tweede offensief begonnen. Laat de bezitters, de vroeger bevoordeelden ten koste van de meerderheid van het volk, sto ken en hitsen, machteloos worden zij. Een jong, nieuw en bezield geslacht is te paard gesprongen. Al grijnst de vijand, de kapitalist, de jood en de horde der opgezweepten ons aan, wij gaan ten strijde en wij zullen winnen. Door heel Europa trilt deze lust tot strijd, strijd tegen den demon van het kwade, strijd tegen onrecht, strijd tegen politieke verwildering en verdeeldheid, strijd tegen de bandelöoze jeugd en den verpestenden adem die over onze cultuur woei, strijd voor de menschheid, voor volkeren, voor ons volk, ons land, voor U. En ge kunt ongeloovig en weerspan nig blijven, ge kunt onze leuzen weg- krabben met nijdige nagels, ge kunt ons negeeren en bedreigen, ons ver vloeken of voorbijzien, eens komt de tijd dat gij zwijgt, dat gij nadenken moet, dat ge voelt dat ge bedrogen zijt, al dien tijd, dat ge u schaamt voor uzelf, dat ge hebt gestreden tegen hen, die voor u streden en vielen. Nog is de lucht vol krijgsrumoer, de aether vervuld van luide stemmen, vol oproep, vol aandrang, maar dtt alles gaat voorbij als een storm en als het stil wordt om u en in u, en een nieuwe dag, een gansch nieuwe morgen breekt aan, hoe zult ge u dan voelen Ik weet dat ge dan zult zoeken naar onze hand, en gelukkig zult zijn met ons, dat we weer als broeders en kinderen van éen volk en éen ras zullen samen-arbeiden en samen-opgaan en samen danken. Ik denk in deze dagen dikwijls aan de woorden van den grooten Franschen dichter Emile Verhaeren, die ik in Ne- derlandsche verzen vertaalde. Hij (en met hem velen) geloofde in de donker ste dagen altijd aan dien nieuwen geest, die komen zou. En hij zegt: De nieuwe geest I die harten zal vervullen en vormt haar hem die raads'len zal onthullen, terwijl nog tekst-uitleggers en geleerden, over hun doode sylben liggen neergebogen Dan echter komt het nieuwe woord gevlogen over de twistenden en sterk'ren heen. Hun voorhoofd straalt, hun stemmen worden bevend, en goudgevleugeld gaan zij, opwaarts strevend, de verten van de toekomst tegemoet. Dan zullen zij, die nog hun harten warmen ter haard van hun herinnering, öp gaan staan en met dit vuur, als vlaggen in hun armen, stormend dit strijdperk van de toekomst binnengaan. (Se ^oofhopsteller. van een die naar Rusland gaat. Sluis, 3-8-'41. Kameraad Dekker I Door verschillende omstandigheden is het mij helaas niet meer mogelijk geweest, persoonlijk van U afscheid te komen nemen. Ik wil dit daarom bij deze doen en langs dezen weg. Uwe vrouw en U wil ik recht hartelijk dan ken voor de prettige kameraadschap en de hulpvaardigheid, die ik Uwerzijds steeds mocht ondervinden. Ik vertrek morgen van hier, om nog een paar da gen bij mijn ouders in Den Haag door te brengen, vanwaar ik a.s. Donderdag vertrek. Alle kameraden heb ik ernstig op het hart gedrukt, ijverig en trouw hun plicht te doen, opdat onze Beweging ook hier verder moge groeien en bloeien. Ik heb dan nu geteekend voor den duur van den oorlog en weet niet of ik ooit wedér zal keeren. Dapper en trouw zal ik steéds mijn plicht doen, zooals een goed soldaat van Mussert betaamt. Omdat ik weet, waarom het uiteindelijk gaat, daarom kameraad, „reis ik mijn weg met blijdschap". Ik wensch U allen dan het allerbeste toe en hoop dat U allen in het leven en bij de gezondheid gespaard moogt blijven en indien het mogelijk is, dat wij elkander allen eenmaal in het Va derland behouden mogen weerzien. Ik groet U dan allen recht hartelijk met een krachtigVoor Mussert - Hou Zee I F. C. Rottier. Indien men dezen brief leest en weet dat dagelijks honderden leden van on ze beweging hun leven inzetten, door te vertrekken naar het Oosten; indien men in het N Dagblad leest van de reeds gevallenen, dan is dit een waar dig antwoord op de anonieme schimp scheuten op den moed van onze jon gens. Alleen van de W.A. vertrekken straks 3000 man. Onze gedachten ver zeilen en Gods zegen zij met henl Een Nederlandsche plicht. Overal in ons land wordt er hard gewerkt om de sociale toestanden te verbeteren. Het zou leerzaam zijn om eens een overzicht te geven van al hetgene wat de Winterhulp dezen win ter heeft gedaan tot leniging van veler nood. Ondanks spot en tegenwerking van kwaadwilligen, die het zelve goed en derhalve geen hart hebben voor ande ren die misdeeld 2ijn, hebben honder den mannen er, vrouwen hun prachtig werk voor deze hoogst verdienstelijke instelling volbracht. Zij hebben het zwaar te verantwoorden gehad. Indien men zich dag aan dag op offert, in weer en wind uitgaat om an deren te helpen en men ervaart dan nog botte sabotage door gewetenlooze opruiers, dan valt het werken dubbel zwaar. Maar onze dappere colporteurs en colportrices hebben dit alles kloek getrotseerd. Hoofdzaak ls, dat duizen den gezinnen geholpen zijn en dat hun dankbaarheid opweegt tegen alle ver driet en moeite. W is waarheid Waarheid ls niet dat de Engelschen wonnen i Waarheid is wei dat zij d'oorlog begonnen. Een nieuwe hulpbron. Thans echter is een nieuw instituut tot hulpverleening ln het leven geroe pen: de Volksdienst. Thans zijn het niet enkelen, die voor een stad of dorp hun zorgen laten gaan, neen, thans kan ieder, die zich geroepen voelt mee te werken aan het welzijn van het volk, zich verdienstelijk maken. Men heeft uit den oproep ln de couranten kunnen lezen, wat de Volksdienst beoogt. Deze dienst, het woord zegt het voldoende, doet een beroep op ieders goedwillend hart, op ieders geweten, ieders Chris telijk sentiment. Thans kan men niet alleen voor eigen gezin, doch ook voor anderen waken. Dit te mogen doen is een voorrecht. De Volksdiens l maakt den zin voor ottervaardigheid en naastenliefde ln ons volk wakker, zij wekt de edelste eigenschappen ln elk onzer op, zij zal boven welk ander werk ook, een rijke voldoening schenken. Het is zaliger te geven dan te ontvangen, het is God welgevalliger den armen te steunen, dan alleen voor zichzelve te borgen. W is waarheid Engeland bracht nergens uitkomst en klaarheid. Dit bracht de Führer, en die spreekt de waarheid. Ook in Zeeland valt veel, heel veel te lenigen, te verbeteren, op te richten en recht te zetten, juist in Zeeland. En wij weten dat onder onze zoo bij uitstek christelijke bevolking de zin van volksdienst liet anders dan schoon en goed kan worden bevonden. Ons parool moet zijn: geen nood meer in Zeeland, geen hulpeloos gezin, geen brandende zorgen meer, geen verdekte armoe, geen verguld lijden. Wij moeten elkaar leeren kennen, wij moeten elkaar vertrouwen en zwij gend steunen. Iedere man, iedere vrouw, elke jongen en elk meisje moet het tot eer en taak zijn, om in een ander gezin vreugde en licht te bren gen. En daaromgeeft u allen op voor den Volksdienst, laat Zeeland voor gaan en steunt Mr. Dleleman, van wien dit werk hier in Zeeland uitgaat, in zijn zware maar prachtige taak. Het adre3 om inlichtingen isSingelstraat no. 15, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1941 | | pagina 1