wtÊÊÊm
Stgm uit het Arbeiderskamp
over de studiereis naar Duitschland
van 19 tot en met 26 Mei
De Ballade van het
dagelijksche brood
Op uitnoodlging van de Beauitragte
voor de Provincie Zeeland, vond in
bovengenoemde week een economi-
sche-sociale studieweek plaats naar
Duitschland, met als centrum Osna-
brück. Een zeer gemengd gezelschap
nam hieraan deel, zoowel burgemees
ters, secretarissen, van groote alsmede
van kleine plaatsen, kunstenaars, inte-
lectueelen, leeraren, werkgevers zoo
wel als werknemers, benevens eenige
politieke personen.
Op de voorgrond zij gesteld, dat niet
het doel van deze reis was, te gaan
zien wat in dit land kapot was, waar
veler belangstelling naar uitgaat, maar
wel wat voor en tijdens den oorlog
zoowel op economisch als op sociaal
gebied voor de gemeenschap en spe
ciaal voor de arbeiders is en wordt
bereikt.
Geen druk.
Bij voorbaat willen wij wel verkla
ren, dat op het geheele gezelschap
noch eenige economische, noch eenige
politieke druk is uitgeoefend. Een ieder
der deelnemers was volkomen vrij zich
te bewegen, besprekingen te voeren,
fabrieken en woningen te bezoeken en
met de zich daar aanwezige personen
te onderhouden en vragen te stellen.
Wij brengen juist dit speciaal naar
voren om geen legende te krijgen als
zouden wij onder druk zijn gezet of
ons niet in volle vrijheid kunnen be
wegen.
Het is juist de foutieve voorlichting
geweest wat betreft Duitschland, zoo
wel door de pers als door de politieke
organen, die ook de arbeiders een
voorstellen van zaken hebben gegeven
omtrent het gebeurde in dit land voor
al na 1933, die niet met de werkelijk
heid klopte.
Geestelijke blokkade.
Zooals wij tegenwoordig een econo
mische blokkade voor dit land hebben,
zoo had men voor dien tijd een geeste-
lijke blokkade, waaraan ook de pers
in Nederland mededeed. Dat dit niet
alleen tot slechte verhoudingen aan
leiding gaf, maar dit is m.i. nog erger,
ook tot een volkomen misstelling van
wat in dit land sinds 1933 gaande was,
is niet de schuld der arbeiders, maar
wel van hen, die met opzet deze voor
stelling van zaken gaven.
Dit wil niet zeggen, dat alles wat in
dit land tot stand is gebracht en wordt
gebracht op Nederland kan worden
overgebracht, dit kan en zal ook nooit
de bedoeling zijn. Echter staat het voor
mij zoowel als voor mijn vrienden vast,
dat de positie van de werknemer zoo
wel op sociaal als op economisch ter
rein beter is, en dit niet alleen, maar
dat de diverse bepalingen, die ter be-
scehmring en ter verheffing der arbei
ders worden genomen, ook worden
uitgevoerd, waaraan juist in Nederland
zooveel ontbreekt.
Betere verhoudingen.
Beginnen wij met de verhouding
werkgeverwerknemer, deze is geheel
anders geschoeid als hier te lande.
Het staat positief vast, dat buiten
vroegeren tijd hierin een verandering
is gekomen, die opzienbarend is.
Wij hebben zoowel in gezelschap als
In privé met bedrijfsleiders en met ar
beiders gesproken, waarbij vooral, en
dat wel zeer sterk, opviel de kameraad
schap, die onderling heerscht.
Niet meer het systeem van onder
danigheid, of dwang van boven af,
maar volkomen gelijkwaardigheid, wat
niet alleen sociaal juist is, maar waar
door een arbeider zijn minderwaardig
heidscomplex verliest.
De sociale revolutie heeft er daar toe
geleid, dat de arbeider daar heeft ge
kregen, waarop hij recht had, n.l. ach
ting voor wat hij presteert in het al
gemeen belang.
Van beide groepen is door ingrijpen
het persoonlijk belang uitgeschakeld,
zoodat men er op voet van kameraad
schap omgaat. Dit is ons wel zeer sterk
opgevallen.
Een ander punt is, dat men wat be
treft de oorlogseconomie zeer veel
verder is, als in ons alnd.
Betere economie.
Wij hebben bezocht varkensmeste-
rijen, waar circa 800 varkens werden
gemest, bijna alleen uit afval van de
stad Osnabrück, waardoor dit gebied
dit weer terugkrijgt in den vorm van
vleeschvoorziening. Niet als bij ons
is dit geregeld, maar veel economi
scher, daar de reiniging daar met 2
wagens rijdt, waarvan er één is voor
het afval, zoodat dit de gemeenschap
niets kost; noch van ophaalloon, noch
anderszins, terwijl ook hier de arbei
ders weer hun deel terug krijgen door
voorziening van vet, enz. Het is ons
steeds weer opgevallen, hoe fier de
Duitsche arbeider is op wat is bereikt,
en met recht
Loonvraagstuk.
Wij hebben diep-gaande onderzoe
ken ingesteld, zoowel in gezelschap als
individueel naar alle mogelijke toe
standen, waarbij wij ook aandacht
wijdden aan het loonvraagstuk.
Hoewel ook uiteraard in dit land de
loonen sterk uiteenloopen, vindt men
niet dien chaos-toestand als in ons
land. Diepgaande verkenningen op
dit gebied aan de hand van gecontro
leerde cijfers en in verband met prijzen
voor levensmiddelen, huren van wo
ningen/prijzen voor kleeding en schoei
sel heeft ons de overtuiging gegeven,
dat ook de materieele positie gunstig
afsteekt bij die in Nederland.
Wat betreft de positie van het D.A.F.
en de daarmede samenhangende
onderafdeeling K.D.F. hebben wij dit
werk in groote trekken kunnen bezich
tigen en zijn door persoonlijke gesprek
ken dienaangaande vrij goed ingelicht.
Onder het devies „Niets is mooi en
goed genoeg voor den arbeider" is
daar na 1933 een apparaat opge
bouwd, wat eenig is in de wereld.
Nergens vindt men iets van gelijke
hoogte en vertakking. Zij beheerscht
en bewerkt, hetzij alleen, hetzij met
neven-organisaties het geheele maat
schappelijke leven. In ieder bedrijf is
zij vertegenwoordigd, hetzij door ver
trouwensmannen, heztij rechtstreeks in
verbinding met de bedrijfsleider. Deze
organisatie is zoo sterk en goed gefun
deerd, dat zij het geheele rythme van
den arbeid beheerscht.. In ieder sociale
en materieele behoefte van den arbei
der en zijn gezin is voorzien, zij is de
drager van den arbeid in zijn groot-
sten vorm. Voor het geheele proces
geeft zij de richtlijnen aan waarlangs
niet alleen het materieele, maar ook
het sociale leven der arbeiders zich
voltrekt.
Wie, zooals wij, in de gelegenheid
waren hiervan iets te horen en te zien,
verwondert zich er over, dat dit in
zoon korten tijd is voltrokken.
In gesprek met oude
democraten.
In dit verband spraken wij met ar
beiders, die vroeger toch democraat
zijn geweest en die de revolutie van
1933 toch hebben medegemaakt. Ook
deze menschen erkenden geheel vrij,
dat er iets was bereikt, wat vroeger in
geen kwarteeuw te bereiken was, ter
wijl hierbij werd opgemerkt, dat men
nog maar pas aan het begin was van
deze revolutie, die door den oorlog is
onderbroken, maar waarvoor de beste
perspectieven zijn weggelegd.
Natuurlijk zijn ook ten dien aanzien
deze" zaken nog niet heelemaal vol
maakt, daarvoor heeft dan ook de
D.A.F. een staf van juristen, die ook
nog vele geschillen hebben op te los
sen en moeten trachten diverse zaken
in goedé banen te leiden.
Eindertehuizen.
Bezocht werden ook nog kinderte
huizen en zgn. moederhuizen der
N.S.V., welke den laatsten tijd in Ne
derland bekend zijn geworden 'door
de uitzending vanwege het N.V.V. De
eerst genoemde huizen zijn het best te
vergelijken met onze fröbelscholen,
echter met dit verschil, dat hier kinde
ren komen, wier moeder werk bui
tenshuis heeft en daar haar kinderen
kan brengen. Zij krijgen daar warm
eten, terwijl van alles wordt gedaan
om hen wat te leeren en bezig te
houden.
Verschillende scholen, die werden
bezocht, maakten een goeden indruk.
Wij waren zoo gelukkig in een der
N.S.V.-huizen een gezelschap Neder-
landsche vrouwen aan te treffen,
waarmede wij ons ongeveer een uur
hebben onderhouden in dit prachtig
gelegen huis, wat èn door zijn bouw,
èn door zijn inrichting, een uitstekenden
indruk maakte.
Bij besprekingen met deze vrouwen
werd de gang van zaken zonder uit
zondering geroemd, zoowel wat de
uitzending betreft, als de behandeling,
eten, ligging, kortom, een ieder zou
wel langer willen blijven als haar tijd
was. De leidster dezer inrichting gaf
ons een interessant overzicht van het
werk der N.S.V. Al deze vrouwen, die
zeer opgewekt waren, brachten ons
naar de bus, waarbij het vroolijk toe
ging.
Zonder ons aan politiek te bezondi
gen hebben wij op een der dagen een
kijkje gehad op de kracht en de macht
der N.S.A.P. in Duitschland, waarbij
ook behandeld werd het ook voor Ne
derland belangrijke religieuze pro
bleem.
De godsdienst.
Over dit laatste is vooral hier zeer
veel te doen geweest de laatste jaren.
Hij, die de verhoudingen kent, weet,
dat de laatste jaren godsdienst en poli-
SOÖOOOOOOOOOOOOOC
m.
Uitverkoop
Tweede zang.
De enk'le lindeboomen
verliezen al hun goud.
Als straks de wind zal stroomt.,
wordt alles leeg en koud.
Men ziet de blaad'ren vuren
tusschen een donk're hoop
van saamgestroomde buren
't is ergens uitverkoop.
Er staat een man te schreeuwen
voor één- en andermaal 1
Al9 lichte illuzies sneeuwen
de takken langzaam kaal
De wieg, de klokt de bijbel,
de wandtext „Hoopt op God 1"
staan bloot in deze heibel
van hebzucht eri van spot.
Wie voor dit kleed, dit vaasje?
Ten laatste Niemand niet
Er ging een timmerbaasje
met weinig werk failliet.
Nu zwaait er weer een hamer
en timmert, luid en druk,
uit een berooide kamer
zijn verder leven stuk.
Bij hoog of laag, nu, later
gaat de belasting voor.
Er drijft een pet op 't water..
De radio speelt door 1
IV.
Schijngebed 1940
O Heer, wij danken U van harte,
voor nooddruft en voor overvloed 1
Daar menig mensch eet 't brood der smarte
hebt Gij óns mild en wél gevoed
Wij hebben 't' goed Uw wil geschiede.
Tot nu toe hebt G'ons wèl gedaan.
Maar zie den nood der kleine lieden
die daags aan onze deuren staail.
De klopper valt voor vele vragen
't Is triest wat men te koop aanbiedt.
Zij staan er bijna alle dager
maar altijd helpen kan Uien
Men moet voor d' eigen toekomt, zorgen.
Maar 'k leg mijn deel der liefde neer.
Laat and'ren ook het hunne borgen,
die rijker zijn dan wij, o Heer 1
[s 'f wel Uw wil te blijven geven
aan wie zijn schande openbreidt
Talenten hebt Gij ons gegeven
tot woeker in betaamlijkheid. -
Er wordt. Gij weet het, veel gegeven
in stilte en aan liefdadigheid.
Vaak heeft men een rampzalig leven
door zonde en lichtvaardigheid.
Dies zijn wij welgemoed en trachten
te leven naar Uw wil en woord.
Maar doe voor overdaad ons wachten
en ons gedragen als 't behoort.
Wordt vervolgd Bj
&}0<»00000000000000<)00000t)0000«»OtK)0000<»0000000<X>000000<S»<«»{)000000<)0000000000000000C
tiek, zoo door do kerkmachten aaneen
werden gesmeed, zoodat het ware
christendom niet zuiver meer beleden
kon worden en de kerk een der groot
ste politieke machten in iedere staat
was geworden.
Dit nu is in Duitschland afgeloopen.
De kerk werkt nog net als vToeger,
geen haar wordt haar in den weg ge
legd, maar politiek is zij na harden
strijd, onmondig geworden, en daar
door terug gedrongen naar wat zij
vroeger was-en wat zij moet zijn.
Wij hebben ons zelf ervan kunnen
overtuigen, dat de menschen in volle
vrijheid naar de kerk kunnen gaan en
hun plichten kunnen waarnemen.
Een punt, waarover in Nederland
veel is geschreven, en wat veel stof
heeft opgejaagd, is de opvoeding der
jeugd.
De opvoeding.
Was er voor voorgaande vraagstuk
ken weinig verschil van meening onder
het gezelschap, anders was het over
dit onderwerp. Zooals het met alles
was en is in Nederland, is het ook
met de jeugdbeweging gesteld.
Iedere secte, ieder geloof en iedere
partij had zijn eigen jeugdbeweging.
Enorme versnippering heerschte er op
het gebied der vrije jeugdvormen. Di
verse pogingen zijn gedaan om hierin
verandering te brengen, wat echter
nooit tot resultaten heeft geleid. Op
lezingen en bijeenkomsten, welke wij
van de H.J. hebben bijgewoond, bleek
ons, dat deze taak even radicaal is
opgelost als de kwestie der politieke
partijen, n.l. één jeugdbeweging, waar
bij iederen jongen en meisje, van 10
jaar zich verplicht is aan te sluiten,
mits zij geen lichaamsgebreken hebben.
Onder deze jeugdbeweging heerscht
een zekere straffe, maar rechtvaardige
discipline, die er op gericht is van deze
jongeren volwaardige menschen in de
maatschappij af te leveren. Veel wordt
gedaan aan sport en spel, maar ook
aan zang, muziek en dans, voordracht,
enz., zoodat zij een veelzijdige ontwik
keling krijgen. Hier ook krijgen zij hun
eerste politieke scholing, wat juist voor
de meesten van het gezelschap het
grootste probleem was.
Interessante voordrachten werden
hier tusschen door gehouden, o.a. over
het schoolwezen, de gezondheidszorg,
zoowel bij volwassenen als bij kinde
ren, de inrichting van het staatsbestuur
en over socialistische kunst. Voor
drachten, die stuk voor stuk belangrijk
zijn, en die met groote aandacht ge
volgd werden.
Lezingen.
Verder werden over diverse proble
men nog lezingen gehouden, die een
overzicht gaven over problemen; waar
aan werd gewerkt, maar die door den
oorlog worden vertraagt.
Wij bezochten op een der avonden
een feestelijke bijeenkomst van arbei
ders eener fabriek, die gehouden werd
in een ontspanningslokaal buiten de
stad en waar zoowel werknemers als
bedrijfsleiders aan deel namen. De
middag en avond werd gevuld met
voetballen, schieten, enz., later gevolgd
door zang en voordrachten, allen door
eigen krachten verzorgd en die beslo
ten werd met een warme maaltijd. Vier
uren hebben wij in dit gemengde gezel
schap doorgebracht, met vele men
schen gesproken over allerlei ter zake
doende problemen, en weer viel ons op,
dat deze menschen goed gekleed en
gevoed waren, maar bovenal de goede
kameraadschap onderling, Van hoog
tot laag.
De woningbouw.
Tot slot willen wij het arbeiders wo
ningbouw probleem bespreken.
Wat de bouw dezer woningen be
treft, kan ons land gerust wat critiek
doorstaan. M.i. staat dit èn wat bouw,
èn wat logische indeeling der wonin
gen betreft, op' een hoogér peil.
Echter dit verschil is er, dat de huren
der zgn. tuindorpen er even hoog,
eerder nog hooger is als bij ons, maai
dat door middel van voorschotten door
Rijk en Gemeente, tegen matige rente
en aflossing deze huizen in 32 33
jaar eigendom zijn der arbeiders, die
ze bewonen, terwijl hier bij ieder huis
een stuk land was, wat bij intensieve
bebouwing een geheel jaar groenten
en aardappelen geeft. Natuurlijk zijn
er als in iedere oude stad, ook nog
woningen, die de critiek niet kunnen
doorstaan. Ons werd echter verzekerd,
dat dit den langsten tijd heeft geduurd
en dat hard wordt gewerkt om dit op
te lossen, waarvan wij ons konden
overtuigen.
Enorme verbeteringen.
Wanneer ér o.i. ooit een nuttige reis
is gemaakt, dan is het wel deze, die
ons geleerd heeft een stuk land te zien
en met een bevolking om te gaan,
waartegen de laatste jaren een ware
hetze campagne is uitgevoerd.
Het is onzen indruk, dat zonder dat
het daar nu eeri paradijs is, hier een
stuk sociaal economisch werk is op
gebouwd, voor en door arbeiders, wat
bij eerlijke beschouwing gezien mag
worden, en waarvan gerust gezegd
kan worden, dat zij een enorme ver
betering zijn van vóór 1933.
Objectief bekeken, zal een ieder, die
dit heeft meegemaakt, dit moeten er
kennen.
Vele zaken zijn nog niet opgelost, of
wachten om oplossing, niet vergeten
moet men daarbij, dat dit land in oorlog
is, waarvoor alle krachten moeten
worden ingespannen, dat men ondanks
dit nog bereikt heeft wat er is, is zeker
uit sociaal standpunt bekeken de
moeite waard om met eere genoemd te
worden.
S.
Bi'/g eeuwige dingen
□L
De tong
De vorige keer schreven we iets over
critiek. Daar waren zoo hier en daar
menschen aan het praten gegaan, en
dat is een heel gewoon verschijnsel.
Een verschijnsel, waarover men zich
onder menschen van ganscher Harte
verheugen kan.
Daar is nu eenmaal geen ouder of
hij verblijdt zich van harte over het
eerste woord, dat zijn kleine te stame
len hoort. Dat is hem als een feest, met
zang en muziek I Hij is er heelemaal
wèg van I
Intusschen het was niet het stame
lend eerste woord van een kleine
kleuter, dat ons toen boeide, maar
groote menschen waren aan het praten
gegaan en ze hadden het over „de
eeuwige dingen".
En dat kan ook weer een verschijn
sel zijn, waarover men zich onder men
schen van harte verblijden moet. Ook
dat kan klinken als een eerste woord,
als het eerste woord van een" „nieu
wen" mensch, den wedergeborene I
Van een mensch, die zich zóó bezonnen
heeft op de „eeuwige" dingen, dat hij
er vol van geloopen is, zóó vol, dat hij
alles om zich heen en vooral het eigen
leven als wonderbaar heerlijk en
nieuw voelt en ziet.
Het woord van zulk een mensch is
een heerlijk geluid, het klinkt als een
lied, want hij is zelf een lied. Zijn spre
ken is weldadigheid, aangename woor
den komen over zijn lippen, die uit
lokken het dankbare, vriendelijke we
derwoord. Zijn mond ademt zegen, en
het komt tot een gesprek, dat vrucht
baar is.
Maarzoo was het de vorige keer
heelemaal niet. Natuurlijk niet I Want
daar waren geen leuke kleine kleuters
aan het woord, en ook geen groote
menschen, die uit de rijke diepte van
„hoogere verworvenheden" een schat
van kostelijke woorden naar boven
brachten.
Belialskinderen
Integendeel, maar daar waren men
schen aan het woord, die het maar
niet konden begrijpen, dat een Natio-
naal-Soclalistisch blad de plaats kon
zijn voor gedachten over de eeuwige
dingen, en die van meening waren,
dat N.S.B.-ers toch eigenlijk niet veel
meer zijn dan kinderen Belials, die
maling hebben aan God en. Zijn dienst
en daarom met „kerk en christendom"
niets van doen hebben, ja daarvan
buitengesloten dienen te worden.
Deze menschen deden uit de don
kere schacht van „lagere verworven
heden". een pestlucht van verdorven
gedachten naar boven komen. Want
het woord is het kind der gedachten,
en het woord wordt geuit door middel
van de tong.
De tong kan een heerlijk middel zijn,
maar is in heel veel gevallen ook een
allerellendigst middel om zijn donkere
gedachten lucht te geven. Dat klap
pert soms als een ratel, als een ramme
laar, als klappers, den lieven langen
dagdat wappert als een roode vlag
sein onveilig I in het geheimzin
nig hol van den monddat rent en
raast als een redeloos dier, ziet geen
grenzen, is niet te temmen, de tong I
dat is een wereld van ongerechtigheid I
Misbruik van het woordhet is on
tucht het kan alleen zoolang de ziel
niet gedronken heeft van het water des
levens, om alzoo goede woorden als
troost van kloeke gedachten voort te
brengen.
Wee de tong, die alleen maar voch
tig wordt van giftsappen, opgewekt
door een vergiftigde geestesdrift„Ze
is dan" zegt Jac. 3 8, „een onbedwin-
gelijk kwaad, vol van doodelijk ve
nijn", bereidt tot onnoodig verdriet, on-
noodig misverstand, onnoodige verwij
dering en haat.
En daaromuit eerbied voor de
eeuwige dingen, eerbied voor den
Heere, eerbied voor het wondere
woord, eerbied voor elkaar en eikaars
weg.
„Indien iemand onder U denkt, dat
hij godsdienstig is en hij zijn tong niet
in toom houdt, maar zijn hart verleidt,
dezes godsdienst is ijdel" (loh. 1 26).
En daarom zij U de bedeHeere,
zet eene wacht voor mijnen mond, be
hoed de deur mijner lippen". Dan
komt er een woord op z'n pas, een
woord als een lied, zonnig en blij,
voortgebracht door een tong, die ge
heiligd is en gelouterd in het vuur van
den Heiligen Geest, en wij spreken de
„vreemde" taal van het tot Kind Gods
herboren menschenkind, waarover
blijdschap zal zijn in den hemel onder
de engelen Gods.
Baarland. B. DAGEVOS,
Ned. Herv. Predikant.
Aan de medewerkers.
Copie Qp tijd s.v.p. I
Den inzenders, wordt uitdrukkelijk ver
zocht hun copie uiterlijk vijf dagen vóór
het verschijnen van het blad in te
zenden.
Dit betreft niet actueel nieuws.