Engeland - onze aartsvijand!
De waarheid over het Reuter-bureau
Veersche misbaksels
De zoon nog handiger.
De rol in den Balkan.
Om de natuurlijke orde
Want 't zal gauw uit zijn.
Rondom
het rijwielplaatje I
HERINNERINGSBOEK VAN
ELLEW OUTSDIJK
IV.
In het jaar 1810 werd den uit Galicië
geïmmigreerden en te Kassei wonen
den rabbinaatsbeheerder Samuel Levi
Josaphat een zoon geboren, die de
namen Israël Beer kreeg. Deze Joden-
telg heeft op de wereldpers zulk een
invloed weten uit te oefenen, dat het
de moeite waard is, zich eens kritisch
met hem bezig te houden.
Reeds zeer vroeg
ontwikkelde Israël
Beer Josaphat een
uitgesproken nei
ging tot sjacheren
en handelen. De
geldschieters zaak
van zijn oom gaf
hem daartoe een
zeer goede gele
genheid, want in-
plaats van z'n oom
te dienen, deed hij
met merkwaardige
sluwheid en gesle
penheid geldzaken
voor eigen reke
ning. Spoedig liet
hij zich niet alleen
doopen, maar hij
nam ook te zelfder
tijd een anderen
naam aan. Israël
Beer Josaphat liet
zich Paul Julius
Reuter noemen.
Achter dezen naam vermoedde nie
mand meer een Jood. Daarom gelukte
het hem ook onder deze vermomming
een betrekking te krijgen in een grooten
Berlïjnschen boekenhandel. Gesteund
dooT het vertrouwen van den goedge-
loovigen eigenaar werd hij in 1848 be
last met de waarneming van de be
langen der firma öp de bekende boe-
kenhandelaarsbeurs te Leipzig. Daar
verduisterde hij de gezamenlijke kas
ontvangsten van het geheele jaar, ten
bedragen van 6000 daalders en vluchtte
daarmede over de grens.
In Parijs speelde hij de rol van po
litiek vluchteling en richtte een inlich-
tingenkantoor op voor zakenlieden en
couranten. Het vooruitstrevende Agent
schap Havas te Parijs (gefinancierd
door de Joodsche bankiers Hirsch en
Erlanger) deed hem een te groots con
currentie aan. Daarom vestigde hij in
1851 zijn bureau in Londen, waar hij
om zoo te zeggen het monopolie bezat.
Israël Beer Josaphat,
d© zoogenaamde Baron
von Reuter, - naar. een
karikatuur van een
tijdgenoot.
rjrcyx
Zoo iziju ze.
juaenaom oezit over de geheele
wereld in zijn overal verspreide han
delslieden die hand aart hand werken,
een soort vennootschap. 'Het is een
merkwaardig verschijnsel dat een groot
gedeelte der vaktermen van de inter
nationale gauwdievenmal Joodsch is.
Het meest komt het woord „baldowern"
voor, d.w.z. uithooren, inlichtingen ver
schaffen. Reuter toonde spoedig dat
hij op dit gebied een bijzonder soort
vakman was.
Spoedig gelukte het hem met de
„Times" op voet van zaken te komen
nu kon Reuter-Josaphat zijn bureau
grootscheeps optrekken.
Hij liet kabels en telegraaflijnen aan
leggen, die hij met woekerwinsten van
deels meer dan 600 weer verkocht.
Zoo verkocht hij bijv. de voor een
bedrag van 10.000 Pond Sterling aan
gelegde kabellijn LondenHannover
later voor 726.000 Pond Sterling.
Overal waar de mogelijkheid be
stond om aansluiting aan nieuwe tele-
graafneiten te verkrijgen, verstond
Reuter het om zich een domineerende
positie te verschaffen. Vooral gelukte
het hem in den Amerikaanschen bur
geroorlog geld te maken. Hij liet de
aankomende schepen snelle jachten
tegemoet varen en de ontvangen be
richten door telegrafen naar Londen
doorgeven. Hier werden ze voor beurs
speculaties en krantenzaken in klin
kende munt omgezet.
In Engeland besfond toen nog altijd
een soort rasbewustzijn. Men zag den
kleinen Jood, die in zijn zucht om een
waardig uiterlijk ten toon te spreiden
den indruk van een karikatuur maakte,
over den schouder aan. Ook was de
straat, waar hij voor zijn altijd grooier
wordende kantoren een huis gekocht
had, naar buiten al te zser een uithang
bord van hetgeen er in werkelijkheid
achter zat. Het was namelijk de oude
Jodensteeg (Old Jewry) te Londen.
Reeds in het jaar 1871 had Reuter-
Josaphat den titel van baron gekocht.
De permissie om den titel ook in En
geland te voeren, verkreeg hij echter
eerst kort voor zijn dood. Duifsche
wapeftkundigen hadden het voorstel
gedaan dat Reuter in zijn wapen een
zak met 6000 daalders en het devies
„non olet" (Geld stinkt niet) zou op
nemen. Men had dus zijn gauwdieven
streken bij zijn vertrek uit Duitschland
niet vergeten.
In 1872 wist Reuter-Josaphat den
Sjah van Peizië ie bewegen hem om
vangrijke concessies voor spoorwegen
en voor de exploitatie van de bodem
schatten van Perzië te verkenen. Maar
in plaats van spoorwegen te bouwen
en bodemschatten te exploiteeren, ver
sjacherde hij de concessie tegen een
andere, waardoor hij het oprichters-
privilege voor de Bank van Perzië ver
kreeg. Dus was hij weer eens bij het
Joodsche einde van alle dingen aan
gekomen, het gelduitleenen.
In 1879 ging de leiding van het
Reuter-bureau dan over op zijn zoon
Herbert die het nog beter dan zijn
vader klaarspeelde om zich met zijn
Joodsch aanpassingsvermogen het air
van een „echt" Engelschman te geven.
De onder leiding van „Baron" Her-
bert gedurende den wereldoorlog over
de wereld verspreide leugens zijn- be
kend. De gemeene verzinsels van, af
gehakte kinderhanden, gekruisigde sol
daten en lijkenvetfabrieken zijn zonder
twijfel voortbrengselen van ziekelijke
hersens geweest. Dat was echter geen
beletsel voor de Engelsche regeering
om de verspreiding van deze waan
zinnige geruchten te ondersteunen.
Maar het telkens weer verspreiden
van deze dik opgelegde leugens der
Reuter-berichtgeving werd zelfs voor de
neutrale afnemers te veel en de zaken
begonnen te kwijnen. Baron Herbert
pleegde in het jaar 1915 zelfmoord.
Nu is het gebleken, dat de leugen,
zooals de Engelschman Sir Arthur Pon-
sonby in zijn boek „Falsehood in War
time" schrijft, voor Engeland een uiterst
nuttig oorlogswapen was. Regelrecht
onontbeerlijk was in dit wereldwijde
leugensysteem, 't Reuter-bureau, waar
van men den ondergang met' zorg
gadesloeg. Men kocht vlug onder de
hand de aandeelen op, onder opoffe
ring van een half millioen Pond_ Ster
ling en verkondigde dat men met „eer
lijkheid" en „rechtschapenheid" over
eenkomstig de Engelsche traditie het
bureau „onafhankelijk" en „onpartij
dig" zou voortzetten.
Nïef-neuiraal of neutmal
om het geld!
Over de vraag in hoeverre het
Reuter-bureau nu werkelijk „onpartij
dig" werkte, heeft zich Herbert Reuter
reeds vroeger uitgelaten
„Natuurlijk zijn wij officieus in
zooverre dat wij communiqués van
7 M Jvil «OT
spreekt vanzelf, dat wij in kritieke
dagen, als de belangen van het
Britsche Rijk op het spel staan, altijd
de meening van de Britsche regee
ring en van de competente Engel
sche pers tot de onzè maken."
De lezers van neutrale bladert moes
ten zich nu eeps voorhouden of zij zich
met dergelijke „objectieve" Reuterbe-
richten willen laten volstoppen, als de
belangen van het eigen land met de
Britsche belangen in botsing komen.
Hoe groot ook het gevaar moge zijn
dat de vrije meeningsvorming der vol
ken door de pers van het eigen land
in 'de richting van de Engelsche belan-
- gen beïnvloedt wordt, nog gröoter is
een ander gevaar dat de veiligheid
van de natie bedreigt. Als de eigen
lijke spin in het Reuter-web is de
nieuwe leider, Sir Roderick Jones,
slechts aan weinigen bekend. Als
hoofdredacteur treedt op I. B. Rickett-
son-Hatt. Deze was actief garde-officier
en gedurende den wereldoorlog leider
van den Intelligence-Service.
In spionnendlenst.
Reeds sedert geruimen tijd is het
wereldomvattende inlichtingen-net van
Reuter den met alle middelen werken
den Intelligence-Service, den Britschen
geheimen dienst, dienstig geweest.
Toen de Japansche regeering in
Augustus 1940 doortastte en een in
Japan bestaande Britsche spionnage-
organisatie ophief, bekende de verte
genwoordiger van Reuter te Tokio,
Cox, dat hij de leider van de spionnage-
órganisatie was. Cox pleegde nader
hand zelfmoord. De Britsche regeering
had in schijn tegen de arrestatie van
Cox geprotesteerd. Toen echter de
Japansche regeering de publicatie van
de bewijsstukken aanbood, kreeg men
over de Engelsche stappen niet veel
meer te hooren.
Naar aanleiding van deze gebeur
tenis brandmerkte de gewezen Reuter-
correspondent te Praag, Ru d e 1, de
geheime betrekkingen van den. Intelli
gence-Service tot den internationalen
Reuter-dienst. Zooals Rudel verklaarde
bestaat er in de kantoren van Reuter
!n alle groote steden van de wereld,
een strenge scheiding tusschen den
dagelijkschen gewonen journalistischen
dienst ën de politieke afdeeling voor
oeconomie en landsverdediging. Deze
tweede, zoogenaamde groote afdeeling
wordt waargenomen door ervaren
Reuter correspondenten die doorgaans
Engelschen en meestal gewezen offi
cieren zijn. De groote afdeeling staat
onder leiding van haar organisator,
den meergenoemden hoofdredacteur
L B. Rickettson-Hatt. Naar buiten zijn
de geheime agenten geaccrediteerde
vertegenwoordigers van 't agentschap.
Tot de plichten van deze Reuter ver
tegenwoordigers befioort ook het geven
van steekpenningen aan journalisten
en makers der openbare meening. Hun
geheime berichten geven ze aan de
Britsche diplomatieke vertegenwoordi
gers, die z<= dan gechiffreerd naar
Londen doorgeven.
Gedurende de Tchechische crisis was
in Praag de Reuter-man F. J. Fergu
son KEB. leider van de geheele or
ganisatie. Ferguson was vroeger in
Genève werkzaam' geweest en gedu
rende den wereldoorlog aan generaal
Allenby in het nabije Oosten toege
voegd. Naast Ferguson had ook de
Rejiter-man W. Cross in dienst van
het agentschap de belangen van den
Intelligence-Service waar te nemen.
Kort na het uitbreken van den En
gelschen oorlog werd Ferguson met
speciale opdrachten voor de kleine
Balkanstaten belast. Het net van den
Britschen Intelligence-Service op de
Balkan, waarin ook de Reuter-dienst
een rol speelde, kon de voorgenomen
groote slagen niet meer uitvoeren. Het
betrof het opblazen van_ de IJzeren
Poort om de scheepvaart op den Donau
stop te zetten en voorts de vernietiging
van de "Roemeensche oliebronnen.
Dank zij de maatregelen van 'de be
trokken regeeringen werd dit verhin
derd. In elk geval hebben de volken
intusschen geleerd, wat er achter den
titel „Reuter-bericht" schuil gaat.
Uit het gestolen bedrag van - 6000
daalders groeide het Reuter-bureau.
Leugen, spionnage, verraad en volks
ophitsing, dat zijn de kenmerken van
het werk daarvan.
Helmut Sündermann, de staf
leider van den Duitschën Reichspresse-
chef, heeft de leugenachtigheid van de
Engelschepers aan de kaak gesteld
door te zeggen
„De Engelsche generaal Fuller heeft
eens gezegd, dat de oorlog van het
woord even belangrijk was als de oor
log vcm de wapens. De droevige vlucht
uit alle landen, die de Engelschen be
loofd hadden te zullen helpen, staat
dezen veldtocht van de leugen, waar
mede zij Europa en de wereld trachten
te misleiden, waardig ter zijde."
Boer en tuinder zijn menschen van
natuurlijke orde, waaraan zij bij al
him doen en laten onderworpen zijn.
Deze natuurlijke orde kent verschillen
in ras en taal en levensgewoonten naar
den aard van het bloed en den bodem
waaruit en waarop de mensch leeft.
Alle andere onderscheidingen, die
menschen verdeelen en in elkaar be
strijdende kampen drijven zijn kunst
matig, hoe schijnbaar logisch men ze
moge verdedigen.
Zoo kunstmatig is dus ook de split
sing in het organisatieleven der wer
kers van eenzelfde volk.
Ga in dezen voorjaarstijd yan nieuw
ontluikend leven eens met open oogen
en open hart langs Neerlands akkers
en tuinen.
Ge merkt dan verschillen op, zeer
zeker. Het koren staat niet overal even
goed of even slecht, de jonge groenten
zijn in den eenen tuin verder gevorderd
dan in de andere.
Maar als ge de moeite neemt om na
te gaan, wat er de oorzaken van zijn,
dan vindt ge die niet in de politieke
of godsdienstige leer van de beheer
ders of bedrijven of hun arbeiders. Het
koren van den C.B.T.B.-lroer groeit niet
anders dan het koren van den boer
van het Provinciale Landbouwgenoot-
schap.
En zelfs hebben alle banvloeken en
verdachtmcdringen niet kunnen bewer
ken, dat de spinazie en de sla bij een
voorman van het Nederlandsch Agra
risch Front achterblijven, als de man
met de noodige vakkundigheid zijn
maatregelen heeft genomen.
Het gebeurt, dat Nationaal-Socialis-
tische boeren met het driehoekje van
de N.S.B. op de jas in den stal spingen
om een kalf af te trekken, maar de
moederkoe geeft er geen druppel min
der melk om.
De natuur doet niet aan den boycot
van de dragers der nieuwe gedachten
mee, want de Schepper zelf wil niet,
dat de mensch verdeelt, wat Hij heeft
samengevoegd.
Waar die verdeeling nochtans in
dwazen waan plaats vindt, daar blij
ven de gevolgen niet uit. Elkaar be-
kampende boeren en tuinders zijn
daarom een vloek voor het volk en
halen den vloek der machteloosheid
over zichzelf. De afgeloopen jaren
hebben het maar al te duidelijk be-
Moge daarom dit nieuwe voorjaar
zijn duidelijke taal spreken tot de
duizenden, wier oog gaat over het
Jonge leven en laat het hun zijn een
dringende aansporing tot het betreden
van den weg der eenheid in de zorg
voor het voedsel des volks
Wij weten wel, de misbruikers van
den godsdienst zullen ook uit dit een
voudige lesje-naar-de-natuur weer ve
nijn puren. Zij zullen weer in heilige
verontwaardiging waarschuwen, dat
wij een valsche leer verkondigen, dcrt
wij „pantheïsten" zijn, enz.
En de eenvoudige geloovigen zullen
door hun redekunst wellicht weer be
goocheld worden.
.Daarom willen we niet alleen wijzen
naar de natuur, maar ook een andere
vraag stellen.
Wij strijden voor de natuurlijke orde
tegen de kunstmatige macht van geld
en goud.
Welnu: de verzorgers der natuur
lijke productie moeten volgens zooveel
geestelijken en politici verdeeld zijn in
naar den godsdienst gescheiden orga
nisaties.
Maar hebt ge ooit gehoord van een
Aartsdiocesanen Bond van Unilever-
aandeelhouders, van een Chr. Vereeni-
ging van Margarine-producenten of
van een Protestantsche Organisatie
van Effectenspeculanten
Neen immers
De geld- en goudipacht kent de
kracht van eensgezinde belangenorga
nisaties en zij weet, dat deze kracht
grooter is, naarmate de tegenstanders
meer verdeeld worden gehouden.
Daarom worden de werkers in de
natuurlijke orde, de boeren en de
tuinders en de arbeiders uit elkaar ge
dreven, maar heeft het godsdienstig
verschil geen invloed in de kringen van
ue geiaveiuieners.
Werkers van het land, geeft U reken
schap van deze eenvqudige waarhe
den doet niet langer mee aan de
dwaze schotjespolitiek, die U geen
meerderen Zegen van Boven schenkt,
waarvan alleen Mammon profiteert.
Keert weer tot de natuurlijke orde:
de eenheid van wat als volk bijeen
hoort in de N.S.B. en als werker op
den bodem van dat volk in de eene
werkersorganisatiehet N.A.F.
Meten met twee maten.
Er is dezer dagen te Veere een raam
gezet in een muur en er is een soort
schuurtje gebouwd.
Dat is op zichzelf niets bijzonders.
Hoeveel raampjes worden er niet ge
bouwd?
Maar in Veere is dat altijd iets bij
zonders geweest. In dit stadje, dat be
hoed en bewaakt werd door een
schoonheidscommissie (die in wezen
bestond uit den heer Van Beveren
senior) een schoonheidscommissie, die
geen wettelijke goedkeuring had, was
het zeer moeilijk om een huis te bou
wen, te verbouwen of te veranderen.
Dat men er streng op let, of In een
oud en historisch plaatsje geen moder
ne monstruositeiten ontstaan, is uit
stekend dat men derhalve let op on-
aesthetische veranderingen wij zijn
daarvan voorstanders maar dat
men de burgers éénerzijds belemmert
in hun bouwen en anderzijds (zooals
nu in de Kapellestraat) maar raak laat
doen, is een andere kwestie.
Monsterlijk.'
Op de hoek van de Kapellestraat-
Kade is een muurvlak doorbroken met
een soort tuimelraam, dat spot met alle
redelijke vormverhoudingen en dat is
verlengd met een soort W.C.-achtig
schuurtje van moderne steen, al even
leelijk van verhouding en kleur als van
proporties.
Onze vraag is Wie heeft opdracht
daartoe gegeven en sinds wanneer is
het te Veere toegestaan oude straatjes
te „verpesten" met afschuwelijke
bouwsels
Wij weten dat vroeger de heer W.
in de Warwijkschestraat een raam in
een gang „moest" laten maken, om de
schoonheid. Het is ons ook bekend,
dat de heer H., timmerman alhier, op
last van den wethouder Van Beveren
een steenen schuurtje, dat hij optrok.
v/eer moeBt afbreken, omdal de steen
soort niet goed genoeg was. En dal
terwijl deze schuur n.b. verdekt stond
De geheele gemeente weet ook, dat
de smid v. d. H. jarenlang op sleep
touw werd gehouden door den raad,
zijn ja-knikkers en zijn hooge onbe
kende adviseurs, om enkele brood-
noodige huizen te bouwen. Dit alle»
verwekte ergernis hier, daar de wo
ningnood zeer groot is.
En thans Thans mag een vriend,
des heeren van B. plotseling een c"1 en-
akeligste en wanstalt:3e inbreuk ma
ken op de zeer oude ge vsïstljl
Het is ons onbegrijpelijk. Och neen,
het is niet zoo vreemd, want alles kan
en mag in Veere, als men met zekere
lieden op goeden voet leeft. Hoelang
nog Zeer kort.
Een troost is het voor de Veerenaren
te weten, dat deze willekeur spoedig
uit zal zijn. Geduld even Het komt.
Veere zal vrij worden van de tyrannie
van enkele bestuurders, die jarenlang
hier de bevolking onder den duim
hadden.
Dan zal er gebouwd kunnen en
mogen worden, dan. zullen er nieuvys
bouwprojecten ontworpen worden en
zal oud Veere, mooi Veere, één der
schoonste stadjes worden van Wal
cheren.
Wat de tijd sloopte kan niemand her
stellen, maar wel kan men het cachet
in de stijl van Veere bewaren en be
waken.
Laat men eens beginnen het in el
kaar gezakte schapenschuurtje bij de
openbare school, op te ruimen, of
meent men; dat dergelijke stijllooze
rommel, alleen omdat het oud is,
waarde heeft
Het wordt tijd dat door het oude
Veere »een nieuwe wind, een nieuwe
geest blazen gaat. En laat men gerust
zijn, die gaat blazen. Maar dan eerst
als het oude vergane en ondeugdelijke
is opgeruimd. Ook de fundamenten
moeten nieuw worden, en het stof in
raadskameren en geesten zal wel even
hoog opdwarrelen, maar zoo gaaf het
nu eenmaal» in tijden van om-Wente
lingen.
Het is belachelijk dat, vlak bij de
kathedraal wel een afgrijselijk-leelijke
loods staat en dat daarvoor geen huis
jes mochten worden gebouwd, die nog
wel eerst aeslhetisch konden worden
gekeurd.
Het is treurig, dat er geen zaal is
voor zang, muziek of tooneelrepetities,
geen behoorlijke winkels zijn, geen
huisje zelfs gezet werd op de vele
rlr-rrrHoci acnooov. jxzon open plekk-eil,
geen aanloopsteiger voor pleziervaar
tuigen, enz. enz.
Het is ergerlijk dat Veere vergaat
tusschen twee stinkende bronnen,
rechts het riool en links de puffabriek
en dat dit allemaal maar zoo bleef en
er alleen groote zorg aan werd besteed
om iemand het bouwen en elke ver
betering te beletten.
Misselijk democratisch wanbeheer,
uw tijd gaat voorbij, gelukkig 1 Wij
zien reikhalzend uit naar een nieuw
bestuur. En, dat is zeker, het zal Na-
tionaal-Socicdistisch zijn, d.w.z. ten bate
van ons geheele Veersche volk en niet
ten bate van enkelen, die van het één
of andere „kantje" zijn, welke er de
kantjes afloopen.
Dank zij de actie der N.S.B., is het
hatelijke 'rijwielplaatje verdwenen.
Hoe hoog de waanzin is gestegen
bij enkele Engelsche-ziekte-dragers, is
gebleken uit het feit, dat ons een uit
geknipte advertentie uit ons blad werd
toegezonden, waarbij „weg met het
rijwielplaatje" was veranderd in „leve
het rijwielplaatje I"
Dit is nu een volmaakt ongeneeslijk
geval. Jammer
Het ligt in de bedoeling van den
Hoofdopsteller der Zeeuwsche Stroom,
over eenigen tijd een herinneringsboek
samen te stellen, handelende aver de
dagen van Ellewoutsdijk. In dit boek
zullen foto's, artikelen, teekeningen etc.
worden opgenomen, die betrekking op
deze bewogen dagen hebben. Het boek
zal voorzien zijn van de eere-lijst der
geïnterneerden. Het wordt geschreven
door de geïnterneerden zelf, terwijl het
ingeleid zal worden door den Districts
leider. Over den prijs zullen wi^ nog
nader berichten. Copie, foto's etc. van
onze kameraden zijn hartelijk welkom.
Men zende die aan den Hoofdopsteller
van dit blad.
Aan de medewerkers.
Copie op tijd s.v.p.
Den inzenders wordt uitdrukkelijk ver
zocht hun copie uiterlijk vijf dagen vóó»
het verschijnen van het blad in te
zenden.
Dit betreft niet actueel nieuw».