Godsvertrouwen De Aardappelen-misère UITGAVE VAM DE NATIONAAL-SOCIALISTISCHE BEWEGING. DISTRICT 21-ZEELAND le Jaargang» No* 5 Niet met woorden, maar met daden. De houding der Gereformeerde kerken tegenover de N.S.B. AANROEP! Verschijnt tweemaal per maandvan huis toi huis door geheel Zeeland REDACTIE Abonnement builen Zeeland POSTBUS 58, MIDDELBURG f 1.50 per jaar. E== Donderdag 8 Bloeimaand 1941 Ov Ofschoon als eerste van de grond beginselen der Nationaal-Socialistische beweging het Godsvertrouwen wordt genoemd en hoewel dit punt zoowel door den leider Mussert in zijn studiën en artikelen herhaaldelijk en'uitvoerig is belicht, alsook in de statuten staat vermeld, zijn er nog zeer velen, die ten onrechte meenen, dat een Nationaal- Eoclalist ongeloovig is. Ik wil het in dit artikel nog eens dul- deliik zeggeneen der steunpilaren onzer wereld- en levensbeschouwing ls het onvoorwaarlijk geloof in God, in den Schepper van hemel en aarde en in het trachten te leven naar de be ginselen die ons in het Evangelie zijn voorgehouden. Persoonlijk wil ik hierbij niet nalaten te verklaren, dat Juist dit geloof velen en ook mij deden besluiten, de zijde der Natlonaal-Socialisten te kiezen. Immers voor wie het Christendom niet enkel is, het met den mond belijden van bepaalde dogma's, doch het in derdaad in practijk willen brengen van deze beginselen, bliift geen an dere keuze over, dan mee te helpen om deze maatschappij te verlossen van het voortwoekerend kwaad, welke zijn knooppunten eeuwen lang vond ln het onrecht van de bevoorrechten te genover de zwakkeren, het wetens en willens verkondigen van onwaarheid, het duiden van uiuuüaUikiusiu, o-c geestelijke verwildering en het aan- kweeken van lafhartigheid. Het Christendom eischt van ons, dat wii recht doen, dat wij waarheid uit dragen, dat wii moedig ziin en on bevreesd en dat wil de armen en ver drukten helpen en beschermen. Wie meent deze groote dingen te mogen verwaarloozen, wie alleen naar de letter en niet naar het „levende" Woord leeft, heeft een dood geloof en kan zijn vertrouwen niet op God stellen. Er is een prachtig gezang, waarin deze woorden voorkomen „Beveel gerust Uw wegen aan Hem, die 't al regeert". Zoo bevelen wij, Nationaal-Soclalis- ten ook onzen wegen aan Hem, die ons leiden zal. Maar wii zeggen er tevens bli, dat hij, die werkeloos en met de handen ln de schoot zittende, meent, dat God hem helpen zal, dat hij, die zelve niet „uitgaande, goed doet", geen zegen, geen troost en geen uitkomst kan en mag verwachten. Daadwerkelijk belijden. Het ls gemakkelijk om de belijdenis des geloofs af te leggen, maar het is zeer moeilijk van dat heilig moment of, uit te gaan in de wereld en ln zijn omgeving en deze belijdenis in een daad om te zetten. WU, Natlonaal-Socialisten hebben vaak vernomen, ook nog onlangs uit r den mond der predikanten, dat de kerk en vele kerkelijke belijders, echuld hebben aan de verwording en- de verstarring en wij hebben dit be aamd en hebben ons zelve mede schuldig gevonden, met allen. Maar wij hebben niet van hen vernomen, op welke wijze nu met deze verstarring zal worden gebroken. Wij hebben niet vernomen, hoe dan toch in het prao- üsche leven de kerk en de godsdienst haar taak zal gaan „uitvoeren". Wtj hebben ook nimmer gehoord op welke punten wij Natlonaal-Socialisten in strijd zijn met de beginselen van het "Christendom en nog minder op welke gronden vele geestelijken ons bestrijden. De onmacht der menschen. Ons geloof ln God, wie kan ons dit Ontkennen en ontnemen? Het was den vorigen zomer, toen de lucht vol vliegtuigen was en het over al zoemde en rommelde van donder. Daar, uit het Westen kwam een zeer zwaar onweer dreigend opzetten. En Ik zag dat deze vliegtuigen Ijlings keerden en in razend tempo het nade rende zwarte onwereldsche zwerk ont vluchtten. Het leek bijna belachelijk. Een donderslag viel, dreunde .breed over de aarde en verstomde het ge luid van het afweergeschut Zie, toen sprak God, bij wiens ge weldige stem alles zweeg en voor wiens vervaarlijk licht de zwaarste motor het stuur moest wenden, wilde zij niet verzengd worden ln den blik sem des Almachtigen. In zulke momenten voelt men het onmachtige van elk menschelijk pogen en elke menschelijke vijandschap als belachelijk. Niets immers kan zich met dien grooten Schepper en Leider van het heelal meten. En zie, dat weten en erkennen wij en dat ook sterkt oris in onzen strijd, omdat, als God, op Wien wij vertrouwen, vóór ons is, wij hen, die tegen ons zijn, niet meer vreezen. Zij, dte derhalve beweren dat wij, Natlonaal-Socialisten ongeloovig zijn en de kerk bestrijden, spreken bewust onwaarheid. Waar zit de knoop? Hoe komt het nu, dat deze leugen achtige bewering over ons nog steeds verspreid wordt Antwoordomdat wij de kerken en oWters "tiert rcUiïT wxtr - v-x i—- te bemoeien met Staatsaangelegen- heden. Omdat wij verlangen dat de geestelijken zich bewegen op hun eigen terrein. Omdat wij hebben be merkt, dat de Kerk, eenmaal aan po litiek doende, haar waardigheid ver loor en. haar hooge taak moest ver zaken. In het parlement zagen wij de ver kaveling van gelooven en meeningen zich jammerlijk voltrekken. Daar gin gen de katholieken en marxisten broe derlijk samen met Christelijke protes tanten en verdoezelden hun verschil len, waar het er om ging de kapitalis tische belangen te beschermen. In het parlement hebben wij, zoowel als in het maatschappelijk leven, de ernstige gevolgen ondervonden van een ver kocht en verraden Christendom. Dat wij, Natlonaal-Socialisten, der halve dit Christendom terugdringen naar haar ge-eigend terrein, is een daad waarvoor het volk ons alleen erkentelijk dient te zijn. Een Christelijke regeering, als die wij vóór Mei 1940 hadden, en die laf hartig vluchtte, haar volk ln den steek latende, een regeering, die de werke loosheid niet ernstig bestreed, noch de verdelging van ons voedsel, beleedig- de het praedicaat „Christelijk". Ben ik mijns broeders hoeder? Naar dit antwoord van Kaïn hebben vele Christenen geleefd, brutaal en onder het mom van vroomheid. Zoo hebben wij gezien en zien wij nog, dat zij, die op de zgn. ongeloovige Natlo naal-Socialisten neerzien, het zelf niet ontzagen om arme menschen uit hun huis te zetten of te benadeelen. Zoo heeft eens (om maar één voor beeld te noemen) de kerkeraad der Ger. Gemeente té Veere den predikant bestraft, omdat hij een dakloos gezin in eigen pastorie- liefdevol opnam, „daar het niet van hun kerk was". Zoo zijn ook de hamsteraars en knoeiers van heden, de Winterhulp-sabotteurs, de plagers en treiteraars, de kwaad sprekers en lasteraars helaas meestal onder hen1 te vinden, die zich breeduit maar ten onrechte Christelijk noemen. Zoo beleven wij het nu, dat een groep werkelijk Christenen opstaat en den tempel wenscht te reinigen en de Schriftgeleerden te verdrijven. Voor 2000 jaren werd het Woord van broederschap en naastenliefde gespro ken. Prediken wij, Nationaal Socialis ten Iets anders? Zijn wij dan niet dichter bij het Evangelie, inplaats van de bestrijders daarvan? Een waarschuwing. Er zijn nog verschillende predikanten in de Protestantsche kerken, die mee nen een afwijzende houding te kunnen en te moeten aannemen tegenover de N.S.B. Het komt voor, dat de leden onzer beweging bedreigd worden met het schrappen als lidmaat, en derhalve ook de onthouding der sacramenten des Avondmaals. Nu js het bij de Katholieken reeds zóóver gegaan, dat aan N.S.B.-ers de sacramenten wérden onthouden, en dat men weigerde een lid onzer bewe ging in ge wij den grond te begraven. Het gevolg daarvan is geweest, dat thans Duitsche priesters deze taak hebben overgenomen en zullen over nemen. Het moet den predikantën duidelijk zijn, dat dit ook betreffende Protestant sche geloovigen kan plaats vinden en Nederlanders door de onchristelijke houding der voorgangers, bij Duitsche collega's ter kerk kunnen gaan. Men moet goed beseffen, welke de gevolgen zullen zijn, Indien de geestelijken hier zelve tot een kerkstrijd oproepen. Wij willen dezen strijd niet, tenzij zij ons opgedrongen wordt. Alsdan zullen wij haar strijden met alle consequenties daaraan verbonden. Gelukkig zijn er predikanten lid der tts.rcrgrirg^cfjr- a ------ "V in onze rijen. Zoo schreef Ds. J. H. Sillevis Smit, een bekend gereformeerd predikant langs het volgende „Bij herhaling bleek ons dezer dagen, dat er Gereformeerden zijn, die het bijzonder op prijs zouden stellen, Indien de generale synode een veroor- deelend vonnis over de N.S.B. uitsprak, zoodat alle Gereformeerden, die zich bij haar hebben aangesloten, zonder meer van het ccvondmaai zouden kun nen worden afgehouden. Raar onze stellige overtuiging moet het dien kant niet uit. en zouden onze kerken door zulk een weg in te slaan, het karakter van de kerkelijke tucht vervalschen en de instelling, die Chris tus gegeven heeft, om zijn kerk zuiver te houden, misbruiken in den politieken strijd. Wij willen gaarne de gronden aan geven, waarop ons gevoelen rust. In de eerste plaats wijzen we op artikel 30 van onze kerkenorde. Dat artikel, dat het beginsel aangeeft, waarnaar onze kerkelijke samenkomsten zich te gedragen hebben, spreekt uit, dat ln deze samenkomsten geen andere dan kerkelijke zaken zullen worden behan deld en dat op kerkelijke wijze. Men weet, dat daarmede bepaald bedoeld ls, dat de kerkelijke vergaderingen zich niet met politieke zaken zullen bemoei en. Men kan dat lezen ln elke verkla-- rlng van onze kerkenorde. Dat wil dus zeggen, dat de heele kwestie van de N.S.B. op onze kerkelijke vergaderingen niet thuis behoort Die kwestie kan hoogstens Indirect, in verband met an dere dingen, aan de orde komen. Maar een kerkelijke vergadering, die zich gaat bezighouden met het karakter van de N.S.B., wijkt af van waf in de kerken orde haar als eerste taak is opge dragen". En zoo is het precies gesteld met de Ned. Herv. Kerk en de andere Protes tantsche Kerken. Indien men echter tegen de Kerk en het Christendom, ln een zekere dwang en tucht (leve de democratie 1) zou willen toepassen, dient men de scha delijke gevolgen te ondervinden. Zeker I En daarom zullen wij win nen, ondanks alle laster, ondanks alle tegenwerking, ondanks alle stille ter reur. Want wij vertrouwen op God en God zal ons niet beschamen. Trots alle tegenstand, Igster en spot, Hou het op 't vaderland, hou het (op God 1 DE HOOFDOPSTELLER. Open die voorraadkelders I Het rantsoen van IV2 kg. aardappe len per persoon per week is voor honderdduizenden een bron van groote zorg geworden. Inderdaad, deze distri butie is vooral voor de arbeidersklasse, maar ook voor alle andere minder ge situeerden, een zéér harde slag I Wij mogen er onze lezers echter be scheiden aan herinneren, dat de natio naal socialistische pers maanden ge leden reeds heeft gewaarschuwd. Rijke hamsteraars, de volksverraders I Zij heeft ln artikelen in land- en streekbladen gewezen op het komend tekort, toen allerwege' zichtbaar en ruchtbaar werd, dat de rijke Nederlan ders, met hun geheele familie, eiken dag porties aardappelen kochten en opborgen. Inplaats dat toen reeds de verantwoordelijke personen ingrepen (in casu en in eerste instantie Ir. Lou-' wes, directeur-generaal van de Voed selvoorziening), liet men het gehamster toe. Schandelijk I Wat nu? Deze onvaderlandsche egoisten, die den werkenden man, den ploeterenden middenstander, het noodigste voedsel uit den mond stelen en op hun aan de gemeenschap ontstolen bezit met hun nemen, moeten hartffiancfig^ v$}fê£aR aangepakt. Open dë kelders, waar deze voorraden zitten, zoo spoedig mo gelijk 1 „Laat de W.A.," zoo schreef het Nat. Dagblad, „maar eens een uurtje inspectie maken en zij zal dui zenden mudden te voorschijn halen. Men zou onze W.A. jongens dankbaar zijn en zij zullen dit zaakje graag op knappen, geloof datl" De Duitscher3 halen 't weg Het kletspraatje, juist door deze hei melijke dieven en saboteurs verspreid, gaat nu„Ia, de Duitschers halen het weg 1 Zij liegen, deze parasieten 1 Herinne ren deze individuen zich soms niet de jaren 1916, 1917, 1918? Toen'we een heidsworst aten en de nood veel erger was? En waren het toen soms ook Duitschers Neen, ook toen niet I Er is maar één roover van ons voed sel, dat is Engeland, die de zeeën in den vorigen oorlog afsloot en nu tracht vriend en vijand te doen verhongeren. Engeland is de' schuldige ende kapitalistische, egoïstische bende in ons eigen land. Wij eischen onderzoek naar gehamsterde voorraden, direct 1 En wij eischen ernstige bestraffing. Het laatste woord hebben wij hierover overigens nog niet gezegd en ge schreven. Kringhuis Kromme Weele 19 Telefoon 539 - Middelburg Spreekuren! Kringleider Dinsdag van 1-3 uur en van 17 Vi—19 uur, en volgens af spraak. Zijn wij met weinigen, otaan wil maar eenzaam tusschen de duizend bestrijders op post, ons ls dat heilige doel toch gemeenzaam 't land moet doorploegd en de Jeugd moet verloA Wonen wij ver uit elkaar en verlaten, wandelt de weerstand nog lachend-verwaten, dreigt ons 't verzet als een donk'rende wolk Hou het op 't Vaderland Hou het op 't volk Arbeiders, kooplieden, schippers en boeren, klerken en kunstenaars, hadt je 't zoo goed? Stal men Je werk niet. Je vee en Je voeren, was niet je bloed en je geest ondervoed? Was niet ons Neerland gestempeld tot sterven I Zweeg niet de arbeid op kade en werven? Dubbeltjesdragers en Unie-partij, ben Je 't vergeten, hoe 't was vóór 10 Mei? Was Je zoo blij met je broek in de franje? Stempelaars, stond Je zoo graag In de rij? Hadt je 't zóó goed ln het licht van Oranje? Wou Je terug, nu óns licht is nabij Wou je weer bukken voor ambtenaarsgrillen, heerschers, die woorden en voedsel verspiller^ steenharde geest'lijken, zélf bulten schot, doof en verblind voor Je bitterste lot Blijf je om Engeland wachten en krijten Wedt Je op Churchill Ach arme denk na I Hoop Je op Lords, met cylinder en deugnieten, die straks naar Canada duiken, met een troep Joden, hun goud en vermaak? Holland word' Dietschland 1 en let op je saeek I Laat ze ons smalen, laat ze ons smaden l Ziet dan I hiér staan wij en vragen alleen t Hij die voor recht is en staat voor zijn daden, Kome voor 't licht en werpe den steen 1 Zijn onze vensters aan scherven geworpen, sluipt ook de haat tusschen steden en dorpen, spuwt men ons pad en vloekt men ons lot r Hou van Je volk toch' I en hou het op God Scheldt men ons heim'lijk voor vuile verraders? vlamt uit hun oogen de laster en haat Vrienden, niet zij zijn de werk'lijke dadera, maar die hen aanzet met heilig gelaat Achter de hooge vitrage-gordijnen raden de priesters en loeren rabbijnen. Ginds, achter psalmen en bijbel en safe, sist nog de slangdat het oude herleef I Tusschen de banken van leerende knapen kronkelt zij listig en loost haar venijn. Overal glipt zij, of ligt zij te slapen, kopwiegt of ratelt aan veler kozijn. Kind'ren bevuilt haar ellendige zwadder. Maar wij bezweren 't I o, duivelsche adder I Eens hangt uw kop aan den doodenden schacHf van onze speer, want wij zijn al op Jacht Weest onbevreesd, wie kampt voor het goecUb heeft toch de tijd en de gunst aan zijn zij. Zijn wij soms uitgeput twijflend of moede, staks, na den storm, komt het beter getij Is 't nu nog zwaar, door de branding te vechten? Pal op de riemen 1 en recht door het slechte I Links-rechts de weerstand Splijt ze in twee I 't volk moet gered I KameradenHou zee 10 Mei Zeeuwsche gevangenen te Ellewoutsdijk Ai, Ut Itrrfj

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Stroom | 1941 | | pagina 1