Driekwart eeuw vloppen en vlammen bij Jantjes Vliegangst te genezen Klussenbedrijf blijkt een banengenerator Stamboomonderzoek kan tot verrassingen leiden Concept-car: Opel Tonga Geestelijke verzorging op schepen krijgsmacht Speurtocht naar voorouders Naar schatting 2,5 miljoen Nederlanders hebben er last van DONDERDAG 30 MEI 1996 NR 25982 T Sinds de tijden van De Ruyter en Tromp gingen de 'barkasroeiers van Onze Lieve Heer' al mee aan boord. DEN HELDER (ANP) - De matrozenpastoor en - dominee hadden de opdracht „de eigen mensen tegen de gevaren van de boze buitenwereld te beschermen". Dat staat te lezen in de beschik king die koningin Wilhelmina vijfenzeventig jaar geleden ondertekende. Daarmee deden de vlootpredikant (vlop) en de vlootaalmoezenier (vlam) officieel hun intrede in de Koninklijke Marine. ZIERIKZEE - Tienduizenden Nederlanders doorzoeken in hun vrije tijd archieven op zoek naar gegevens van hun voorouders. Eenmaal be gonnen weten de meesten niet meer van ophou den. Het is net opium, zeggen insiders. Niet zo ongezond, maar wel zo verslavend. Sinds de de tijden van De Ruy ter en Tromp gingen barkas- roeiers van Onze Lieve Heer" al mee aan boord, ,,tot stich ting van het scheepsvolk". In 1910 ontving de Nederlandse Christen Officieren Vereni ging overheidssubsidie voor het benoemen van een vloot predikant. Als eerste werd ds. C.J. Warners (hervormd) be noemd. Twee jaar later, in 1912, be noemde de vereniging Geeste lijke Bijstand, de vrijzinnige tegenhanger van de NCOV, ds. H. Buijskool tot collega van Warners. Door toedoen van de toenmalige bisschop van Haar lem werd in 1914 kapelaan H. Alink uit Den Helder de eerste vlootaalmoezenier. Na de afkondiging van de mo bilisatie in 1914 boden de ker ken aalmoezeniers en veldpre dikers voor de geestelijke verzorging ter velde aan. Het aanbod werd aanvaard en vier aalmoezeniers en acht veldpre dikers werden benoemd. In 1921 vroeg minister W.F. Pop de medewerking van hoofdaal moezenier Evers en aalmoeze- Dit relaas is van iemand die ooit vliegangst had en staat be schreven in het boek ,,Help, ik moet vliegen", dat in april is verschenen. Schrijvers zijn L. van Gerwen en R. Diekstra, verbonden aan de Stichting VALK die cursussen voor men sen met een vliegfobie ver zorgt. In hun boek beschrijven ze onder meer een zesstappen plan. Dat moet mensen met vliegangst zonder al te veel hartkloppingen en transpira tie een weg naar het luchtruim wijzen. In het boek beschrijven de au teurs nog eens dat vliegen een van de veiligste manieren van reizen is. Toch is vliegangst be paald niet uniek: naar schat ting hebben 2,5 miljoen Neder landers er last van. Zij proberen alles wat met vliegen te maken heeft zoveel moge lijk te vermijden. Daarnaast zijn er nog eens een miljoen mensen die wel moeten vlie gen, maar daar bepaald geen plezier aan beleven en bang een toestel instappen. nier Alink bij de werving van marinepersoneel. Zij antwoordden dat zij jonge ren zullen ontraden bij de ma rine in dienst te treden tenzij tegenover de véle gevaren voor geloof en zeden een voldoende geestelijke verzorging als te genwicht staat". Dit leidde tot bovengenoemd Koninklijk Be sluit van 1921 waarbij de be trekkingen van vlootpredi kant en vlootaalmoezenier bij de zeemacht werden ingesteld. „Welkom aan boord, maar ik moei g^en lr.st van ie hebben." Met die woorden werd ds: A. van Melle in 1962 door de com mandant ontvangen. „Ons werk voltrok zich binnen de door de marine aangegeven ka ders zonder al te vele moeilijk heden", schrijft Van Melle in het jubileumnummer van In de peiling, het blad van de rk en protestantse geestelijke ver zorging bij de marine. Van Melle vraagt zich daarin af of het „Vreest God en eert de koning" wel zo naadloos op el kaar aansloten. Toen een ge vangen genomen Indonesische militair de naam van een ande- De angst om in te checken voor een vlucht heeft vaak te maken met andere fobiën, zoals hoog tevrees, claustrofobie, de wens om zelf alles onder controle te houden of bang zijn om naast vreemde mensen te moeten zit ten. Ook angst voor de techniek speelt vaak een rol: mensen krijgen het gevoel dat ze door in een vliegtuig te stappen zich aan iets overgeven wat ze niet begrijpen. Daarnaast zijn spanningen en de persoonlijk heid van belang. Vliegangst ontwikkelt zich vaak in een pe riode waarin iemand gestresst is. In het boekje van 128 pagina's beschrijven Van Gerwen (pi loot en psycholoog) en Dieks tra (hoogleraar psychologie) bij voorbeeld hoe inbeelding van gevaar bij vliegen een rol kan spelen. Zo is turbulentie vaak een oorzaak van angst, terwijl het volgens de schrij vers puur om ongemak gaat. Voor sommigen is het een nachtmerrie die werkelijkheid re vlootpredikant bij zich bleek te hebben, ontstond er wantrouwen bij de marine. Was de geestelijke verzorging wel solidair? Was er sprake van een vijfde colonne binnen de gelederen? Conflict Dertig jaar eerder had vloot aalmoezenier G. Litjens een conflict met de marine-autori teiten waarin de plaatsbepa ling van de geestelijke verzor ging in het geding was. Hij had een marinekerk aan de wal in Oedjong opgericht, waarin hij ook de mis opdroeg voor opva renden van koopvaardijsche pen. Vier jaar later tikte de marineleiding hem op de vin gers. De vlootaalmoezenier is bezoldigd door de Koninklijke Marine en behoort haar dus voor de volle 100 procent toe. Mislezen op de wal was derhal ve niet toegestaan. Ook tijdens het kïuisraketten- debat in de jaren '70 en '80 werd de vraag actueel of een geestelijk verzorger autonoom binnen de Marine kan werken. Oud-vlootpredikant H. Hem stede, lid van het Interkerke lijk Vredesberaad IKV, zegt in het jubileumnummer dat er onder zijn collega's nogal ver schillende opvattingen over (kern)wapens bestonden. „Wie links dacht, was verdacht, in ieder geval voor de marine." Trots op Zijn collega R. Steenstra, die wordt, om de vleugels van een toestel te zien bewegen bij on rustig weer. Vleugels moeten echter elastisch zijn om lucht stromingen op te kunnen van gen. De vleugeltips van een Boeing 747 kunnen bij voor beeld wel vier meter op en neer gaan. Vermijdingsgedrag Mensen met vliegangst zouden zich beter moeten informeren over wat er daadwerkelijk ge beurt bij het vliegen, raden de schrijvers aan. Zo werken ze aan het oplossen van hun ver mijdingsgedrag. In het boek geven ze bij voor beeld informatie over oplei dingen voor piloten, onder houd van vliegtuigen, werking van motoren, geluiden bij lan den en opstijgen. Ontspan ningsoefeningen, zoals buik ademhaling. en het zoeken van afleiding (lezen, een gesprek beginnen, raden wat voor baan de buurman heeft) kunnen hel pen om met de vliegangst om te gaan. Hersenspinsels Ook beschrijven de auteurs een systeem om negatieve her senspinsels om te zetten in ra tionele gedachten. Het denk beeld „stel je voor dat er iets misgaat", kan bij voorbeeld worden vervangen door de ge dachte dat de kans dat de zichzelf een overtuigde anti pacifist noemt, schrijft: „Je hoorde meer bij de marine dan bij de kerk". Hij herinnert zich dat hij er trots op was dat hij als vlootpredikant bij de Ko ninklijke Marine diende en dat hn trots was op zijn uniform. „Zes jaren lang heb ik als pre dikant de Koninklijke Marine mogen dienen." Een ander aspect van de gees telijke verzorging bij de krijgsmacht waren de oecu menische contacten. Met de reis van Hr. Ms. Sumatra in 1926-1927 naar Surabaja zijn er voor het eerst een pater en een predikant samen aan boord ge plaatst. Oud-hoofdvlootpredi- kant F.L. van der Bom, die een foto van een ontmoeting met de paus op zijn bureau had, hield oecumenische diensten in het begin-van de jaren '60 toen hij met een smaldeel in Gi braltar lag. Er waren natuur lijk ook legio weerstanden, al dus Van der Bom. 'Niet gehoord' Als, er geen pater aan boord was, vroegen katholieke jon gens wel eens aan de vlootpre dikant A. Oostenrijk of hij geen mis kon opdragen. „Voor ons is het toch ook zondag?" Daarom had hij eens bij kardi naal Alfrink, aartsbisschop van Utrecht, ervoor gepleit vlootpredikanten de rk dia kenwijding te geven. Alfrink zat begrijpend te knikken en zei toen: „Ik heb uw vraag niet gehoord". vlucht normaal verloopt vele malen groter is dan dat er iets misgaat. Van Gerwen en Diekstra. advi seren mensen met vliegangst om tegen zichzelf te zeggen dat ze zichzelf gespannen maken. Geheel stoer en onverschillig als een emotieloze robot in het toestel zitten hoeft niet: een ze kere spanning bij het vliegen is normaal en acceptabel. Daarnast geven de schrijvers tips over het beheersen van pa niek en een oefenprogramma om de angst onder de knie te krijgen. Bezoek aan vliegvel den, luchtvaartmusea en bekij ken van foto's van vliegtuigen kunnen helpen. Vliegbrevet Voor wie niet genoeg baat heeft bij het boek, kan terecht bij psychologen of psychiaters of bij de Stichting VALK, een verband van de Leidse Univer siteit, de KLM en Schiphol. De stichting heeft sinds het begin van de trainingen in 1990. bij na negenhonderd mensen voor vliegangst behandeld. Volgehs Van Gerwen stapt 98 procent van de cursisten een jaar na volgen van het indivi dueel toegesneden program ma, nog steeds met aanmerke lijk minder angst in het vliegtuig. Zes mensen durfden alsnog niet te vliegen, maar an deren slaan door naar de ande re kant en gaan op yoor hun vliegbrevet. Menigeen heeft wel een fami lielid of een kennis die zijn stamboom uitpluist. Meestal is het nieuwsgierigheid die hen drijft. Ze willen weten hoe hun voorouders hebben geleefd en hoe ze bijvoorbeeld aan hun naam zijn gekomen. Ook zijn er veel mensen die hun stam boom nagaan om er achter te komen of er vroeger een fami liewapen bestond en hoe dat er uit zag. Familiewapens zijn te genwoordig erg in. Vaak laat men er een schild van maken, dat dan trots thuis aan de muur wordt gehangen. Ook zijn er mensen die het wapen op hun eigen postpapier af drukken. Gedegen onderzoek Tot hoe ver je terug kunt gaan, is van tevoren nooit te zeggen. Het hangt er onder andere van af waar de voorouders hebben gewoond en hoe welgesteld ze zijn geweest. Dat is zonder een gedegen onderzoek meestal niet bekend. De.kennis over de voorouders gaat bij de meesten niet verder dan drie generaties terug. Veel mensen denken dat ze geen bijzondere stamboom hebben. Ze verwachten daar om van een stamboomonder zoek weinig onthullende infor matie. Dat men zich daaj* lelijk in kan vergissen blijkt uit een stamboomonderzoek van een machinebankwerker uit Mid delburg. Deze bleek een af stammeling van Karei de Gro te te zijn. Het onderzoek kwam zelfs uit bij de Koning van En geland die in de zevende eeuw zelf een stamboom had laten opstellen, die uitkwam bij de Vikingen. Het staat vast dat niemand iets zinnigs kan zeg gen over zijn voorouders zon der dat het goed is onderzocht. Een onderzoek kan soms ook Eenzelfde beeld vertoont de werkgelegenheidsontwikke ling. Verwacht wordt dat de werkgelegenheid dit jaar met een kleine 500 werkzame per sonen zal toenemen. Dit komt neer op een groei ten opzichte van 1995 van 15 procent. Onge veer de helft van deze nieuwe werkgelegenheid bestaat uit starters. Dit blijkt uit Ambachten in beeld: Het klussenbedrijf van het EIM in Zoetermeer. Het rapport geeft inzicht in de ba sisstructuur van de branche. Eind 1995 waren er circa 2.200 klussenbedrijven actief. Teza- een hele andere wending krij gen. Uit de rapportage van Ge nealogisch Bureau Bosma in Tiendeveen, het enige bureau op dit gebied in Nederland, bleek dat een vrouw die haar voorouders liet uitzoeken, af stamde van een prostitup. Deze had destijds negen kinderen gebaard, van wie ze de eerste acht eigenhandig om het leven had gebracht. Het laatste kind bleef in leven, omdat een vroedvrouw het aangaf en zorgde voor een tehuis. Toen het bureau de vrouw vroeg of ze dit allemaal in het genealo gisch rapport vermeld wilde hebben, reageerde ze: „Ja na tuurlijk, hartstikke leuk toch." Napoleon Sinds de archiefwet van 1962 is in Nederland het archiefwezen gecentraliseerd. Dat houdt in dat in elke provinciehoofdstad een Rijksarchief aanwezig is. Hierin liggen onder andere de kerkelijke doop-, trouw- en be- graafboeken van de meeste plaatsen uit die provincie. De ze werden al bijgehouden voor dat de Burgerlijke Stand in 1811 door Napoleon werd inge steld. De doop-, trouw- en be- graafregisters vloeiden voort uit de Dordtse Synode (1618/19) die bepaalde dat iede re Nederlander, ongeacht de vraag of hij of zij gelovig was, in een kerk moest trouwen. Ook moest hij zijn kinderen daar laten dopen. Het duurde anderhalve eeuw voordat alle pastoors en domi nees dit ook daadwerkelijk gingen doen. Er zijn echter ook plaatsen waar de registratie al veel eerder dan 1618 werd bij gehouden. Verder kan men voor onder zoek terecht bij gemeentear chieven van de grotere steden. Daar liggen vaak lidmatenboe ken, maar ook doop-, trouw- en men realiseerden zij een omzet van bijna 250 miljoen gulden, bij een werkgelegenheid van 3.225 personen. Binnen de branche worden vier bedrijfstypen onderschei den: de afwerkbedrijven, de timmer- en meubelmakersbe- drijven, de renovatiebedrijven en de gemengde bedrijven. De bedrijven zijn in het algemeen kleinschalig: 93 procent van de bedrijven heeft twee of minder werkzame personen. De ge middelde omzet per onderne ming bedroeg in 1995 circa 112.000 gulden exclusief BTW. begraafregisters van die stad en notariële archieven ter inza ge. Nederland is door de eeuwen heen een toevluchtsoord voor vreemdelingen geweest. De kans is daarom groot dat een van de voorouders of mis schien wel meerderen uit het buitenland naar ons land zijn gekomen. In de meeste geval len loopt het genealogisch on derzoek hiermee dood. In an dere landen zijn de archieven en registers namelijk veel min der goed georganiseerd dan bij ons. In Duitsland is bijvoorbeeld de burgerlijke stand pas in 1874 ingesteld. De doop-, trouw- en begraafboeken van voor die tijd zijn daar niet zoals bij ons keurig in rijks- of gemeente-ar chieven opgeborgen, maar lig gen nog in kerken of in een ar chief van een bisdom. Ze zijn veel moeilijker toegankelijk en het is daarom bijna onmoge lijk daar verder te komen. Problemen kunnen zich ook voordoen als een van de voor vaderen militair was. Vroeger waren dat allemaal beroepsmi litairen. Ze maakten deel uit van legers die vaak van de ene naar de andere plaats werden gestuurd. Als een regiment er gens anders werd gelegerd dan gingen vrouwen en kinderen ook mee. Het waren soms com plete volksverhuizingen. Om er dan achter te komen waar een militair is getrouwd, is een enorme uitzoekerij. Het is dan nodig om de hele route van het regiment te volgen en uit te zoeken waar ze gevochten heb ben en welke steden ze hebben aan gedaan. Tijdverslindend Voor het uitzoeken van een stamboom als hobby moet men het nodige geduld hebben. „Trek er maar gerust tien tot vijftien jaar voor uit om zelf je stamboom uit te zoeken," meent Nelly Bosma van Bos ma Genealogisch Bureau. „Mensen raken er door gegre pen en leggen zich er niet gauw bij neer als ze een of ander do cument niet kunnen vinden." Vijfenvijftig procent van de omzet wordt gerealiseerd in opdracht van particulieren, zo als huiseigenaars en huurders van woningen. Veel klussenbe drijven verkrijgen ondermeer klanten door mond-tot-mond- reclame. Gezien het hoge per centage hiervan, kan men wel zeggen dat een kwaliteitserva ring bij een tevreden afnemer het belangrijkste wervingska naal vormt. Dit sluit aan bij een van de speerpunten van het beleid van de branche-or ganisatie Het VLOK, de Ver eniging van Klussenbedrijven. Van actieve werving, zoals het plaatsen van advertenties en het verzenden van mailings, wordt door een minderheid van de ondernemingen ge bruik gemaakt. Sinds 1991 is het aantal ondernemingen bin nen de branche meer dan ver dubbeld. Het ziet er niet naar uit dat deze groei op korte ter mijn minder zal zijn. Een proeve van bekwaamheid. Zo wordt de concept-ear Opel Tonga door de Duitse automobiel fabrikant zelf omschreven. De Tonga is ontwikkeld op basis van de Corsa en werd voor het eerst aan het publiek getoond tijdens de autoshow van Sao Paulo. Een belangrijke rol in het opvallende uiterlijk van de Tonga speelt de neus en tevens de lang doorlopende handgrepen over het dak. Het dak bestaat uit twee delen welke afzonderlijk van elkaar te verwijderen zijn. AMSTERDAM (ANP) - „De spieren van mijn li chaam staan zo strak als de snaren van een vi ool. Mijn hart heeft zich in mijn keel genesteld. Elke verandering in het geluid van de motoren en elke schommeling bij het opstijgen doet mijn alarmklokken op hol slaan. De gedachte „waren we er in godsnaam maar" blijft door mijn hoofd spoken." ZIERIKZEE - De omzet van de klussenbedrij ven-branche zal in 1996 met 14 procent toene men. Tien procent van deze toename vindt naar verwachting van de bedrijven plaats bij be staande bedrijven. De rest komt voor rekening van starters. 1 M

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1996 | | pagina 7