Sommige geneesmiddelen kunnen het reactievermogen beïnvloeden N<b <V Verkoudheid? Gewoon uitzieken Ouderen gebruiken meer medicijnen dan jongeren Huisarts als poortwachter Nieuwe regels voor de informatievoorziening VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1995 NR 25845 9 Waarschuwing van uw apotheek Het is van groot belang de geneesmiddel-informatie goed te lezen. ZIERIKZEE - Dat er in het verkeer dagelijks slachtoffers vallen als gevolg van overmatig al coholgebruik is hekend. Minder bekend is dat ook aan het gebruik van bepaalde soorten ge neesmiddelen aanzienlijke risico's verbonden kunnen zijn als het gaat om deelname aan het verkeer. Er zijn geneesmiddelen die het reactie vermogen beïnvloeden en dat kan gevolgen heb ben voor hijvoorbeeld de bestuurder van een auto. Over de negatieve effecten van alcohol in relatie tot het ver keer zijn vrij gedetailleerde gegevens bekend. Zo neemt de kans om bij een verkeersonge luk betrokken te raken na al coholgebruik duidelijk toe. Dat begint al zodra het alcohol gehalte van het bloed boven de 0,5 promille komt. Bij 0,6 pro mille is de kans om bij een on geval betrokken te raken 2 a 3, bij 1,0 promille 6 maal zo groot en bij 1,5 promille maar liefst 25 keer zo groot. Alcohol vermindert bij vrijwel iedereen het reactievermogen, maar bij geneesmiddelen die het reactievermogen beïnvloe den, zoals slaap- en kalme ringsmiddelen, ligt dat anders. Niet iedereen reageert hetzelf de op een bepaald geneesmid del. Dat kan vele oorzajcen hebben zoals de invloed van het ziektebeeld en het gelijk tijdig gebruik van andere me dicijnen, eventueel nog in com binatie met alcohol. Het onderzoek naar de effecten van geneesmiddelengebruik op de rijvaardigheid levert dan ook de nodige problemen op. Via proefritten in speciaal daarvoor "ontworpen" auto's proberen wetenschappers meer aan de weet te komen over dit onderwerp. Tot de geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beïn vloeden behoren onder andere middelén die gebruikt worden bij allergieën en medicijnen te gen reisziekte. Verder kunnen kalmeringsmiddelen risico's opleveren, evenals middelen tegen depressie. Eveneens geldt dat voor bepaalde hoest middelen en slaapmiddelen. Sommige slaapmiddelen doen ook de dag na inname hun in vloed nog gelden, zeker als ze dagelijks worden gebruikt. Geneesmiddelen waarvan be kend is dat ze van invloed kun nen zijn op de rijvaardigheid worden in de apotheek voor zien van een waarschuwing. Dat kan de bekende gele sti cker zijn of een waarschu wingstekst die op het etiket van de verpakking van het me dicijn geprint wordt. Overi gens kunnen geneesmiddelen die het reactievermogen ben vloeden de gebruiker ook pro blemen opleveren tijdens het werk. Overleg Bij twijfel is het verstandig hierover te praten met de apo theker of de arts die het ge neesmiddel voorschreef. Ook kinderen die bijvoorbeeld een geneesmiddel bij allergie ge bruiken kunnen last hebben van die bijwerking. De school prestaties kunnen tijdelijk wat minder zijn. Informeer de leerkracht als uw kind zo'n medicijn gebruikt. En natuur lijk is het kind ook deelnemer in het verkeer, lopend of fiet send. Heeft u vragen over een ge neesmiddel, twijfel dan niet om er over te praten met uw apotheker. Die heeft trouwens een uitgebreide folder over ge neesmiddelen en reactiever mogen voor u klaar liggen. Eigenlijk geen geneesmiddel voor ZIERIKZEE - De herfst en winter zijn bij uit stek seizoenen waarin iedereen wel eens ver kouden wordt. Een verkoudheid is een lichte ontsteking veroorzaakt door een virus, een on zichtbaar klein organisme. Meestal begint een verkoudheid -niet te verwarren met griep- in de neus om daarna ook nog naar de keel en de bo venste luchtwegen af te zakken. Er zijn eigenlijk geen genees middelen die de oorzaak van een verkoudheid kunnen aan pakken. Een virus is (helaas) vrijwel ongevoelig voor ge neesmiddelen. De gezondste manier om een verkoudheid te behandelen is rustig uit zieken. Er zijn hoogstens wat "genees"middelen om de onge makken van een verkoudheid wat te verlichten, zoals bij voorbeeld paracetamol voor hoofdpijn. Een verkoudheid kan, evenals andere virusziek ten, een lange nasleep hebben (soms wel een maand!). Zolang het alleen maar bij hoesten en snotteren blijft is er niets aan de hand. Bij erge hoofdpijn of aanhoudende koorts -langer dan vier dagen is het raadzaam een arts te raadplegen. Hieronder volgt een opsomming van verschijn selen bij verkoudheid, en wat daar eventueel aan gedaan kan 'worden. Stoombad Verstopte neus. Stoombad bo ven kokend heet water. Het toevoegen van geurtjes is over bodig. Wil men toch een geur tje dan kan eventueel kamille gebruikt worden. In hardnekkige gevallen kan naast het regelmatige damp bad eventueel een sterkere neusdruppel gebruikt worden zoals Xylometazoline neus druppels FNA, Nasivin of Otrivin (niet langer dan één week gebruiken). Bij hoest wordt onderscheid gemaakt tussen kriebelhoest en produktieve hoest. Bij een produktieve hoest wordt slijm opgegeven. Zo'n hoest mag niet onder drukt worden. Wanneer de slijm 'wat vast zit' -kan een stoombad worden gebruikt. De slijm wordt dan dunner en kan makkelijker opgehoest worden. Kriebelhoest Bij kriebelhoest, dus de droge hoest waarbij geen slijm opge geven wordt, kan noscapine in de vorm van bijvoorbeeld Nos- capinesiroop FNA worden ge bruikt. Keelpijn kan worden veroor zaakt door de verkoudheid of door het hoesten. Om de pijn wat te verzachten kan regel matig gorgelen met een oplos sing van één afgestreken thee lepeltje zout in een glas water verlichting bieden. Ook het zuigen op een snoepje of dropje kan helpen. Voor het behoud van het gebit het liefst suikervrij snoep! Voorts zijn er dan nog hoestsiropen zoals Tijmstroop en de Hoestdrank FNA (Mixt. Resolvens). Dit is een teken dat de verkoudheid bijna over is dusrustig la ten lopen. Suikerziekte Overigens mogen mensen met suikerziekte geen gewone hoestdranken gebruiken: daar zit teveel suiker in. Voor hen zijn er speciale hoestdranken. Het gebruik van gewone pijn stillers bij een verkoudheid is niet nodig, maar het kan er voor zorgen dat men zich wat prettiger voelt en dat de koorts zakt. De gewone pijnstillers voor dat doel zijn paracetamol, ace- tylsalicylzuur (in Aspirine) en carbasalaatcalcium (in Ascal). Bloedverdunners Mensen die bloedverdunners (bijvoorbeeld Sintrom of Mar- coumar) gebruiken mogen be slist geen acetylsalicylzuur (zit bijvoorbeeld in Aspirine en Ascal) gebruiken. Acetylsalicylzuur komt ook in andere pijnstillers voor. Dit wordt vermeld bij de samen stelling op de verpakking en in de bijsluiter of geneesmiddel informatiefolder. En is iets u niet duidelijk, vraag het dan in uw apotheek. Apotheken houden vinger aan de pols ZIERIKZEE - Ouderen gebruiken veel meer ge neesmiddelen dan jonge mensen. Onderzoek wijst uit dat 25 tot 30 procent van de in ons land voorgeschreven medicijnen worden gebruikt door 65-plussers. Dat is 13 procent van de bevol king. Daarnaast is bekend dat senioren gemid deld 3 tot 4 geneesmiddelen tegelijk gebruiken. Niet voor niets dus dat juist voor deze specifieke groep een speciale folder (gedrukt met een goed leesbare letter) in de apotheek verkrijgbaar is. Want het op de juiste wijze ge bruiken van geneesmiddelen is van groot belang. Uw apo theek helpt u daarmee zodat het beste resultaat voor uw ge zondheid wordt behaald. Duidelijkheid De laatste jaren is steeds meer duidelijker geworden over ou deren en geneesmiddelenge bruik. Zo is bekend dat 65- plussers ongeveer drie maal zoveel medicijnen gebruiken als mensen onder de 65 jaar. En onderzoek bij 75-plussers geeft aan 4a t 75 procent van hen chronisch geneesmiddelen ge bruikt en dat er in veel geval len" sprake is van drie of vier middelen. Gecombineerd ge bruik van geneesmiddelen kan bijwerkingen veroorzaken en zo kan het gebeuren dat ie mand die 65 jaar of ouder is 2,5 maal zoveel kans heeft op on aangename ervaringen. In de apotheek wordt precies bijgehouden welke medicijnen iemand gebruikt. Alle genees middelen die in de apotheek worden opgehaald, zijn per cliënt geregistreerd in de com puter die de apotheker ge bruikt voor de zogeheten medi catiebegeleiding van de geneesmiddelgebruiker. Een praktijkvoorbeeld is de dubbelmedicatie: het kan ge beuren dat een specialist het zelfde middel voorschrijft als het de middel dat de patiënt al gebruikt op voorschrift van de huisarts. In de apotheek zal deze dubbelmedicatie direct gesignaleerd worden en dat be spaart de patiënt de vervelen de gevolgen van te veel medi cijngebruik. Overigens zullen de apotheken steeds meer geconfronteerd worden met het onderwerp ou deren en geneesmiddelen om dat de Nederlandse bevolking vergrijst. Op verscheidene uni versiteiten wordt op dit mo ment onderzoek gedaan om in de nabije toekomst het genees middelengebruik door oude ren nog beter te kunnen bege leiden. Ten slotte nog een tip voor se nioren die regelmatig recept geneesmiddelen gebruiken: haal ook uw zelfzorg-medicij nen bij uw eigen apotheek en vraag of deze kunnen worden geregistreerd bij uw medicijn informatie in de apotheek computer. Want ook zelfzorg medicijnen kunnen de werking van een recept-medicijn beïn vloeden. UTRECHT (ANP) - De huisarts krijgt het druk. Drukker dan nu al het geval is. Sinds de huisarts is uitgeroepen tot poortwachter van de gezond heidszorg, stroomt het werk binnen. Doktoren moeten er voor hoeden dat patiënten on nodig het medisch circuit in trekken. Ze moeten meer aan preventie gaan doen en als het aan minis ter Borst (volksgezondheid) ligt, moeten ze ook meer tijd vrij maken voor mensen die in de put zitten. ,,We redden het, •maar niet zomaar", zegt J. Ber gen, huisarts en voorzitter van de Landelijke Huisartsen Ver eniging (LHV). Een van de knelpunten is de praktijkgrootte. Meer taken met het zelfde aantal patiënten leiden bijna onherroepelijk tot een grotere werkdruk. En dat terwijl huisartsen juist tijd no dig hebben, het liefst meer tijd voor hun patiënten. Veel art sen, met name die in de ach terstandsgebieden in de grote steden, kampen al met een gro te werkdruk. Een normpraktijk telt 2350 pa tiënten. De LHV pleit al jaren voor minder grotere praktij ken. Een praktijk met onge veer 2000 patiënten is volgens de organisatie noodzakelijk om het hele takenpakket goed uit te kunnen voeren. De art sen willen echter niet in hun inkomen achteruit gaan en vinden dat ze met minder pa tiënten evenveel moeten blij ven verdienen. En daarop strandden tot nu toe de onderhandelingen met ver zekeraars en het ministerie. ,,We klagen niet. Maar er komt gewoon steeds meer op ons af. De minister heeft genoeg ideeën wat zij met de huisart sen wil. Prima, maar het kan niet tegen elke prijs. Op een ge geven moment moet er ook worden gekeken naar de prak tijkgrootte", zegt Bergen. Hij voegt daar wel aan toe dat veel van het „nieuwe" werk al lang door huisartsen wordt ge daan. „Het echte nieuwe is vaak dat het wordt gestructu reerd en voor alle huisartsen gaat gelden." Onlangs maakte minister Borst bekend dat huisartsen hun patiënten zelf moeten gaan oproepen voor een griepprik en het laten ma ken van een uitstrijkje. Bergen: „Voor de griepprik en het uitstrijkje gaan mensen al jaren naar de huisarts toe. Al leen niet iedereen die tot een risicogroep behoorde, deed dit. Nu moet de huisarts zijn pa tiënten zelf actief gaan benade ren." Borst heeft hiervoor tien miljoen gulden beschikbaar gesteld. Het geld zal worden gebruikt om artsen en hun as sistentes te scholen en voor au tomatisering. Dit laatste is volgens Bergen onontbeerlijk voor de huisarts nieuwe stijl. Als het goed is kan de arts straks met een druk op de knop zien welke pa tiënten voor bij voorbeeld een griepprik in aanmerking ko men. Bergen schat dat bij 60 procent van de huisartsen de groene kaart met patiëntenge gevens is verdwenen en plaats heeft gemaakt voor de compu ter. De titel 'huisarts poortwachter van de gezondheidszorg' spreekt de Landelijke Huisart sen Vereniging wel aan. „Maar we sturen nu ook geen patiën ten zomaar door. Negentig Procent van de mensen die op het spreekuur komen, behan delen we zelf. Slechts 6 procent wordt doorverwezen naar een specialist. Vooral in de preven tie is een belangrijke taak voor ons weggelegd", aldus Bergen. Hij verwacht dat de komende jaren de zogeheten kleine chi rurgische ingrepen als het ver wijderen van een ingegroeide teennagel en het weghalen van staalsplinters uit het oog weer op het bordje van de huisart sen terecht zullen komen, om dat ze te duur zijn voor de zie kenhuizen. „Hoe dichter men bij een ziekenhuis woont, hoe eerder men daar heen komt. Maar iemand die op het platte land tijdens het sporten door z'n enkel gaat, gaat naar de huisarts. In de stad klopt de gedupeerde aan bij de eerste hulppost van het ziekenhuis. Huisartsen kunnen deze zorg prima verle nen, maar dan moeten ze er wel tijd voor hebben", zegt Ber gen. De huisartsenpraktijk is de afgelopen jaar veranderd en zal volgens de LHV nog meer veranderingen ondergaan. De huisarts die in z'n eentje werkt zonder veel contact met zijn collega's bestaat bijna niet meer. Huisartsen werken steeds nau wer samen, niet alleen om hun waarneming te regelen in het weekend, 's avonds en 's nachts en tijdens vakantie, maar ook om te overleggen over het vak en hun deskun digheid te bevorderen. Bergen verwacht dat uit die samen werking de komende jaren veel profijt te halen is. Er kan zelfs een zekere taakverdeling plaatsvinden. Minder te spreken zijn hij en zijn-collega's over het feit dat huisartsen steeds vaker voor allerlei „wissewasjes" moeten opdraaien. „Ouders willen verklaringen dat hun kind al weken oorpijn heeft, zodat ze het geld voor een zwemkaart kunnen terugvragen. Voor veel zaken moet een dokters verklaring worden afgegeven. Het is zonde van onze tijd om daar energie in te steken", al dus Bergen. Informatie als u ziek bent ZIERIKZEE - We zijn allemaal wel eens ziek en komen allemaal wel eens bij de dokter. Met de huisarts hebben we een vertrouwensrelatie: met hem bespreken we ding-en die niet voor an deren bestemd zijn. Van de arts verwachten we ook dat deze ons precies vertelt wat er aan de hand is. Goed geregeld, dus. Toch is die onderlinge relatie niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Niet iedereen praat even gemakkelijk met een arts. Sommige mensen hebben nog steeds een groot ontzag voor 'de witte jas'. Maar het gaat wel allemaal over uw eigen ge zondheid en uw eigen lichaam. Als er dus iemand moet weten wat er aan de hand is, dan bent u dat zelf. Om de onderlinge re latie tussen patiënt en arts goed te regelen, bestaat sinds kort de Wet op de Geneeskun dige Behandelingsovereen komst (WGBO). Die legt de spelregels voor een goede in formatie-uitwisseling tussen u en de arts vast. Ingewikkeld Het menselijk lichaam zit in gewikkeld in elkaar en de me dische wetenschap bevat een heleboel moeilijke termen en benamingen. Het is dus hele maal niet zo raar als u niet me teen begrijpt wat uw arts beT doelt als hij u de nodige uitleg geeft. Daarom vindt uw arts het ook niet vreemd als u om nog meer uitleg vraagt. Doe dat dus gerust. Net zo lang tot u helemaal begrijpt wat er aan de hand is. En ook wanneer u eenmaal weer thuis bent en bedenkt dat er nog iets niet duidelijk is, kunt u altijd opbellen of op nieuw een afspraak maken. U kunt uw vragen bok vooraf op een briefje schrijven. Als u zich zekerder voelt wanneer u een vertrouwd iemand bij u hebt bij zo'n gesprek, neem die dan gerust mee. Het kan een familielid zijn, maar ook een goede bekende. Twee weten en horen immers meer dan één! Maar misschien bent u iemand, die het juist allemaal niet zo nauwkeurig wil weten. Ook dat is uw goed recht. U moet dat dan tegen de arts zeggen. U als patiënt moet vooral goede en duidelijke informatie krij gen. Informatie over wat er u aan de hand is, welke onderzoeken moeten plaatsvinden of welke behandelingen mogelijk zijn en informatie over de gevolgen en hoe lang het allemaal gaat duren. Alleen als u als patiënt weet hoe de vork in de steel zit, kunt u meebeslissen over wat er met u gaat gebeuren. En hoe dat zal gebeuren. Kortom: vraag alles wat u weten wilt. Uw gezondheid is tenslotte een belangrijk goed. Meer hierover kunt u lezen in de gratis folder „Uw rechten als patiënt", die u schriftelijk kunt aanvragen bij de afdeling Publieksvoorlichting van het ministerie van Volksgezond heid, Welzijn en Sport (VWS), postbus 5406, 2280 HK Rijs wijk, faxnummer 070-3406251.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1995 | | pagina 9