Lotgevallen binnenvaartschippers
in crisis en oorlogstijd beschreven
4
'Het gaat vooral om
sociale ontwikkeling'
Woste
Hutten bouwen
Kamp 1995
DINSDAG 23 MEI 1995 NR 25777
5
Kamp Helcherseeschool:
SCHARENDIJKE - Speurtochten, levend ganzen
bord en vlaggeroof. Zomaar een greep uit de
spelletjes die steevast gespeeld worden tijdens
het jaarlijkse schoolkamp van de groepen 6,7
en 8 van de Helcherseeschool in Scharendijke.
„We gaan bewust niet naar musea", vertelt
schooldirecteur H. Bout. „Het gaat bij een
schoolkamp vooral om de sociale en emotionele
ontwikkeling van het kind".
Het schoolkamp is voor de Helcherseeschool een
oude traditie. In iedere geval de laatste twintig jaar
worden elk jaar drie dagen doorgebracht in een
kamphuis in Oosterhout. „We willen bewust een
paar dagen weg uit de Zeeuwse klei", vertelt Bout.
„Dat doen we om de kinderen eens een andere
omgeving te laten zien en de bosrijke omgeving
daar leent zich ook heel goed voor spelletjes".
Het schoolkamp is volgens Bout voor de kinderen
hét hoogtepunt van het jaar. „Er wordt echt naar
uitgekeken", aldus de schooldirecteur. Voor de kin
deren zowel als de leerkrachten betekent het
schoolkamp even weg zijn uit de schoolse sleur.
Voor de kinderen is het schoolkamp niet louter een
mini-vakantie. Ze worden tijdens het dagelijkse
kampleven ook ingeschakeld voor huishoudelijke
karweitjes: er is veegcorvee en afwascorvee.
Dat neemt niet weg dat er meer dan voldoende
aandacht is voor sport en spel tijdens het jaarlijkse
schoolkamp. Een voetbalwedstrijd tegen een team
van een basisschool ter plaatse is vaste prik en ook
voor het Dierengeluidenspel probeert men altijd wel
een gaatje-te vinden.
Bij één gelegenheid gaat het initiatief van de bege
leiders naar de kinderen en dat is tjjdens de Bonte
Avond die geheel door de kinderen zelf wordt ver
zorgd. Een ander succesnummer is het kampvuur.
Vooraf wordt het programma van het schoolkamp
tot in de puntjes geregeld, hetgeen niet wil zeggen
dat er niet van het programma afgeweken zou kun
nen worden. „Het gaat meer om een leidraad",
aldus Bout.
In Scharendijke kijken de ouders van de leerlingen
van de Helcherseeschool niet van een afstandje
toe. „Er gaan ook altijd ouders mee met het school
kamp. Die zorgen voor het vervoer, maar bijvoor
beeld ook voor de maaltijden", aldus Bout. „Ze zijn
heel nauw bij de school betrokken. Ze werken echt
mee in het schoolproces en dat vind ik heel posi
tief".
Wat ik noe hae vertaele over
beloofde in nooit heven
woste is bie de ouwere onder
ons bekend. Dit ei jaeren
speeld in m'n kaore mê moei
lijk maeke dat stuitje dd je op
aerde bin.
't Zat zóó, d'n énen zat om
baergruumte vö z'n taerve ver-
lehe, in d'n anderen aode dit.
Noe ware ze overéén komme
datter nie betaeld most óre, mê
boe slachten van 't vaerke zou
de man die de baergruumte no
dig aode 'n paer pond woste
heve. Op z'n eihe 'n hoeije
overéénkomst.
Mê wat wil noe 't heval. De
man beweerde datte z'n woste
nooit aod eit. Terwijl d'n ande
ren beweerde dat 't neer zet
was in 't portiekje omdat de
deure op slot was.
Wat was noe wae? Dat wete
m'n nie. D'n énen z'n jd was net
éénder as d'n aoren z'n nee.
Mê dit muusje ei 'n lanhe
staert aod. Zó lank asse leefd
ao ei dit speeld. In kwaeme
ze m'nkoare tehen was 't kom
je m'n woste brienhe. Dat liep
aoltied op ruusje uut. Ze bleve
vast ouwe 'n ieder an 't ziene.
Noe was die man van de baer
gruumte êêl plaeherig an
leit, dae stienhen vó bekend.
Aje dat onder je leen eit is
lastig vö 'n aore in meschien
nog wé moeilijk vó j'n eihe.
't Ei nog zóó vaere wist dat
d'n doomnie d'r an te pas
kwam. Die man zei: blijf die
man niet zo plagen. Je moet
kunnen vergeven. Ook al heb
je die worst niet gehad.
Domenietje, zei t'n mee z'n
vienher uut strekt, noe kan
jie lulle wat d je wil, mê ik mot
m'n woste ao, eer ouw ik nie
op. Dit waere m'n over één
komme in dae motten z'n eihe
an ouwe.
Je behriep wé dat de buten-
wacht d'r om lachte, in as ze
konnen d'r nog in stoke in de
hek d'r mee ouwe.
Ménsen noe hae ik 'r 'n stuitje
tussen uut. M'n ope bie leven
in welzijn mee september wee
te behinnen. Laemen op 'n
mooie zeumer ope. Ik waense
julder 't aoler beste toe.
WULLUM
RIJSWIJK - Zorginstellingen
denken nog dit jaar 6500 struc
turele banen voor langdurig
werklozen te kunnen schep
pen. Dit is veel meer dan de
2500 arbeidsplaatsen waarop
het budget voor 1995 is geba
seerd.
gevaren te trotseren was om
het leven van miljoenen andere
Nederlanders zo lang mogelijk
draaiend te houden. „Als de
binnenvaartschippers niet had
den gevaren was de hongerwin
ter veel eerder gekomen", is de
vaste overtuiging van Van Lan
ge. De schrijver begint zijn
chronologisch overzicht met
een terugblik op de crisisjaren.
Hij gaat terug tot 1923 toen
Hitier een greep naar de macht
deed. Ook over de armoede in
de dertiger jaren wordt een
aantal interessante verwikke
lingen geciteerd. „Voor de
schippers in de binnenvaart
was het pompen en net niet
verzuipen. De donkere wolken
waren niet van de lucht en ie
dereen zag de oorlog op zich af
komen. De schippers stonden
met hun rug tegen de muur.
Omdat het wegtransport volle
dig wegviel bleken de binnen
vaartschepen het aangewezen
transportmiddel", licht Van
Lange toe.
Geheugen
Voor de samenstelling maakte
de auteur onder meer dank
baar gebruik van de kennis
van oud-binnenvaartschipper
Jacob Faasse in Bruinisse. De
90-jarige schipper in ruste weet
nog helder van geest ieder reis
je te herinneren dat hij in zijn
leven op het water heeft afge
legd. „Die man heeft een feil
loos geheugen. Hij weet precies
hoe lang hij over een bepaalde
reis deed, wat hij moest doen
en welke prijzen het opbracht".
Zaken als bevrachting, lading
en prijzen, deze lopen als een
rode draad door het leven van
elke schipper. Van de 19.000
schepen die er aan het begin
van de Tweede Wereldoorlog
waren werden er binnen vijf
jaar duizenden gevorderd.
„Vooral op het eind van de oor
log. Alles wat los en vast zat
moest naar Duitsland. Het
laatste redmiddel was om het
schip zelf te laten zinken en
met takkebossen te camoufle
ren. Vooral in de Biesbosch en
de Beulakkerwiede in Fries
land gebeurde dat veel."
Een apart hoofdstuk vormt
tenslotte het terugzoeken van
de vaartuigen en de wederop
bouw van de vloot. Na de oor
log begon de speurtocht naar
de verloren gegane binnen
vaartschepen. Tot in Noorwe
gen en Italië werden deze met
tertijd weer teruggevonden.
Ook de problemen die daarbij
om de hoek kwamen kijken
memoreert de schrijver op
boeiende wijze.
de Bruse schrijver werkzaam
bjj de directie Milieu en Water
staat Zeeland. Behept met een
bijzondere voorliefde voor de
binnenvaartsector levert hij
wekelijks een bijdrage voor
het weekblad Schuttevaer als
free-lance medewerker.
Reeds op jonge leeftijd was
Van Lange gecharmeerd van al
les wat met de vaart heeft te
maken. Ondanks dat zijn ou
ders hem liever als dokter of
dominee door het leven hadden
zien gaan hield hij voet bij
stuk. De jeugdige Van Lange
wilde varen en monsterde tij
dens een schoolvakantie aan
voor een reis van zeven weken
op een kustvaarder. De mai
dentrip viel dusdanig goed in
de smaak dat hij na de HBS de
hogere Zeevaartschool in Gro
ningen volgde en opklom tot
scheepswerktuigkundige. Op
zijn trouwdag zei hij de wereld
zeeën vaarwel en trad hij in
dienst bij de gemeentepolitie
in Amsterdam. Omdat het wa
ter hem bleef boeien schoof
Van Lange door naar de Rijks
politie te water in Venlo en la
ter naar de inmiddels opge
doekte standplaats in Bruinis
se. Sinds 1991 houdt hij zich be
zig met de wet hygiëne en toe
zicht op zwembaden en zwem
plaatsen in Zeeland.
Hongerwinter
Zowel tijdens archiefonderzoe
ken als persoonlijke inter
views ontdekte Van Lange hoe
gemakkelijk de buitenwacht
zich een oordeel had gevormd
over de rol van de binnenvaart
schippers in deze zwarte perio
de. „Als geen ander ondervond
de binnenvaart wat het is te
moeten leven onder een totali
tair bestuur. Binnen zeer korte
tijd werden reders en particu
liere schippers geperst in een
keurslijf van regeltjes en voor
schriften waarin nauwelijks
ruimte was voor enig eigen ini
tiatief. Wie weigerde te varen
was zijn schip kwijt", schrijft
Van Lange in het voorwoord
van Binnenvaart in oor
logstijd.
Voor een ondernemer in de bi-
nenvaart is dat een van de erg
ste dingen die hij kan overko-
,men. Schip kwijt betekent im
mers het hele hebben en hou
den kwijt. Om toch voor brood
op de plank te zorgen en niet
minder om de rente en aflos
sing te kunnen voldoen moes
ten dus grote risico's worden
genomen. Niet altijd gebeurde
dat onder dwang van de bezet
ter. Een andere drijfveer om
Boekwerk door Barend van Lange
Barend van Lange sprak met schippers in het hele land. (Foto: Marijke Folkertsma).
BRUINISSE - Van de hand van Barend van Lange uit Bruinisse' verscheen het boek Binnenvaart in oor
logstijd op de schappen van de boekhandel. In zijn eerste manuscript schetst de auteur de ervaringen van
een aantal binnenvaartschippers, die de crisis-' en oorlogsjaren onder de meest hachelijke omstandigheden
aan boord van hun schepen probeerden door te brengen. Zij wilden vanzelf zo lang mogelijk met hun gezin
op het schip blijven want het afstaan van het vaartuig betekende immers tevens het kwijtraken van onder
dak. Het ruim 150 pagina's tellende boekwerk bevat ongeveer 100 illustraties.
Over de wijze waarop de bin
nenvaartsector door de Tweede
Wereldoorlog heenworstelde
staat tot op heden nauwelijks
iets op papier. Wel circuleerden
er met name tijdens en vlak na
de oorlogsjaren veel (vooroor
delen over schippers die aan de
verkeerde kant zouden hebben
gestaan. In een poging deze
aantijgingen te weerleggen
sprak Van Lange met een aan
tal oudere schippers in het hele
land.
Aan de hand van die gesprek
ken vergaarde hij waardevolle
gegevens over het voorspel
voorafgaande aan de inval van
de Duitsers en de situatie in de
Rijn- en binnenvaart in de eer
ste maanden na de capitulatie.
Ook noteerde hij het nodige
over de rol van de organisaties
en het toenemend verzet van de
schippers om voor de bezetter
te gaan varen. Sommige schip
pers doken met schip en al on
der, terwijl weer anderen ble
ven varen en bloot stonden aan
de luchtaanvallen door de geal
lieerden.
Gecharmeerd
Bij Uitgeverij Kluwer in De
venter speelde men 25 jaar ge
leden al met het idee om de be
levenissen van de binnenvaart
schippers in de Tweede Wereld
oorlog aan het papier toe te
vertrouwen. De plannen wer
den alsmaar op de lange baan
geschoven totdat de in Nieuwe
Pekela geboren en getogen Van
Lange vorig jaar werd ge
vraagd om dit ter hand te ne
men. In, het dagelijks leven is
Het zwembad van Breda getekend door Anne Vaane, Nini de Jong jfet kampvuur getekend door Coen Deurloo en Rini
enMarja de Jonge, groep 8 Hart.
Eindelijk was het zover, we, gingen op schoolkamp. Toen we aankwamen bij het
kamphuis Ahoy in Oosterhout, was het een drukte van jewelste, iedereen met
tassen slepen en zoeken naar him kamer. Iets later toen we onze kamers had
den ingericht gingen we brieven schrijven naar onze familie. Verder deden we
allerlei aktiviteiten zoals: bonte avond, slagbal, zwemmen, speurtocht, kamp
vuur, bosspelen en natuurlijk op het laatèt zeker niet het minste winkelen!
Deze keer was het thema: dieren. Donderdagmiddag gingen we met de hele
groep zwemmen in het zwembad De Wisselslag in Breda. Die avond deden we
de Bonte Avond met o.a.: Metallica, de Dierenquiz, Marco Borsato enz. Na de
Bonte Avond gingen we naar buiten om naar het flikkerende, knetterende
kampvuur te kijken, dat met zijn vuurhanden wild om zich heen sloeg. De vol
gende ochtend gingen we hutten bouwen in het bos, wat ook erg leuk was. Na
het middageten gingen we winkelen in het centrum van Oosterhout. Toen we
terug kwamen bij het kamphuis met de leuke dingen die we gekocht hadden
gingen we spullen pakken om richting huis toe te gaan. We hadden ook veel
dieren rond het kamphuis gezien, zoals: vossen, konijnen, eekhoorns, zwarte
spechten, kleine en grote bonte spechten en veel Muggen! (kriebel, krab). Rond
19.30 uur kwamen we bij de Helcherseeschool aan!
Johan van Kuijk en Coen Deurloo
Vrijdagochtend, na het ontbijt zijn we hutten gaan bou
wen. We zijn met z'n allen naar het bos gegaan en we
gingen plekjes opzoeken. Wij (Inge en Linda) zaten bij
Michiel, Remco, Johan, Roos en Marieke. We hadden een
ingestortte hut gevonden en die hadden we weer hele
maal opgebouwd. We hadden er een tuintje bij gemaakt,
een woongedeelte en een slaapkelder. De andere hutten
heel mooi.Er waren twee zonnehutten en een wigwam
met hele mooie witte bloemen in de tuin. Toen we klaar
waren met bouwen gingen de meester de juf en Bert de
hutten keuren. Wij hadden de mooiste hut.
Linda groep 8) en Inge (groep 6)
MÖ/9D
V »r!
w? y ,i